Schriftelijke vragen van het lid Emmerik inzake stop op vestiging van nieuwe datacenters en beperking uitbreiding bestaande datacenters
Indiendatum: 23 jan. 2024
Toelichting:
Op 20 december jl. berichtte de gemeente Amsterdam dat het datacenterbeleid wordt aangescherpt[1]. De in 2020 beoogde groei van 670 MW datacentercapaciteit tot 2030 wordt beperkt tot 350 MW, het totaal aan aanvragen dat nu al bij de gemeente ligt[2]. Amsterdam zal na vaststelling van het bestemmingsplan Datacenters een ‘nee, tenzij’ beleid hanteren: nieuwe datacenters kunnen alleen nog in Amsterdam geplaatst worden als ze direct een Amsterdams belang dienen en aan nieuwe duurzaamheidseisen voldoen.
De Partij voor de Dieren Amsterdam verzoekt al jaren om een stop op de vestiging van nieuwe datacenters. Datacenters waren al in 2018 verantwoordelijk voor circa 4% van de totale CO2 uitstoot van Amsterdam en liggen volgens ramingen van CE Delft op koers om in 2025 zo'n 11,5% van de Amsterdamse CO2-uitstoot voor hun rekening te nemen[3]. Daarmee is de datacentersector één van de sectoren met de allergrootste directe emissies in Amsterdam. Dit baart onze fractie zorgen, zeker gezien Amsterdam momenteel niet op koers ligt om het gestelde doel van 60% CO2 reductie in 2030 te halen[4]. De Partij voor de Dieren is verbaasd over de timing van het besluit en een aantal van de gemaakte keuzes.
Al in 2019 waarschuwde Liander dat nieuwe datacenters een enorme impact zouden hebben op het elektriciteitsnet en dat sommige onderstations helemaal vol zouden komen te zitten. Daarom komt deze datacenter ‘stop’ wat onze fractie betreft te laat. In principe houdt dit beleid ook de deur open voor uitbreiding van elk van de al bestaande datacenters in Amsterdam met 5 MW, wat bij elkaar opgeteld een flinke extra bijdrage vraagt van het stroomnet.
Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van Partij voor de Dieren, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:
- De bestaande datacenters trekken nu al een enorme wissel op het stroomnet. Welke indicatie heeft de gemeente dat 350MW wel past op het stroomnet, in tegenstelling tot 670MW? Graag een uitgebreide toelichting.
- Het geplande datacenter van SilverFalcon in de haven is alleen al goed voor 100 MW[5]. Volgens het FD staat dat gelijk aan het stroomverbruik van een middelgrote gemeente. Is die 100 MW onderdeel van de genoemde 350MW of komt dit er nog bij?
- Als in 2030 de maximale vergunningsruimte is bereikt, en er komt 350 MW boven op de bestaande capaciteit, voor hoeveel procent van het totale stroomverbruik zijn datacenters dan verantwoordelijk? Voor hoeveel CO2 uitstoot, in relatieve en absolute zin zijn datacenters verantwoordelijk in 2025 en 2030? Graag een toelichting.
- Voordat het datacenterbeleid uit 2020 was vastgesteld was er een stop op datacenters. Hoeveel van de genoemde 350MvA zijn vergunningsaanvragen binnengekomen na het vaststellen van dit beleid? Hoeveel MW is toe te rekenen aan vergunningsaanvragen alvorens de tijdelijke stop op datacenters in 2019?
- Waarom is er niet gekozen om de tijdelijke stop op datacenters in 2019 door te zetten? Graag een toelichting.
- Waarom is er pas in 2023 gekozen voor een stop op het behandelen van nieuwe aanvragen terwijl in 2021 al congestie is afgekondigd door Liander? Graag een toelichting.
- Klopt het dat de concept herziening van het vestigingsbeleid een uitbreiding van 5 MW per datacenter toestaat? Hoeveel MW kan er bovenop de aangekondigde 350 MW door deze regel worden toegevoegd? Welke indicatie heeft de gemeente dat dit wel past op het stroomnet? Graag een toelichting.
- Is de gemeente bereid om te onderzoeken of er juridische grond is waarop de huidige aanvragen (of een deel) van 350 MW kunnen worden geweigerd? Zo nee, kan het college aangeven hoeveel financiële schade er ontstaat op het moment dat de gemeente zich eenzijdig terugtrekt uit (een deel van) de voorgenomen ontwikkelingen? Is het college bereid om verschillende terugtrek scenario's uit te werken?
Indiener,
M. Emmerik
[1] https://www.amsterdam.nl/bestu...
[2] https://assets.amsterdam.nl/pu...
[3] https://cedelft.eu/wp-content/...
[4] https://cedelft.eu/wp-content/...
[5] https://fd.nl/economie/1439131...
Aanvullende technische vragen:
In het ‘concept vestigingsbeleid datacenters Amsterdam 2020-2030, eerste herziening’ staat op pg. 7 het volgende: “Amsterdam wil kunnen sturen op de vestiging en uitbreiding van datacenters. Amsterdam kent meer dan 450 bestemmingsplannen, waarbij het niet is uitgesloten dat er nog gebruiksruimte beschikbaar is om datacenters te vestigen of uit te breiden. Zolang die rechten blijven bestaan, kan Amsterdam niet borgen dat tot 2030 ook daadwerkelijk niet meer datacenters zich vestigen of uitbreiden en daarmee het maximaal aansluitvermogen van 350 MVA kan worden gehandhaafd. De gemeenteraad heeft daarom een paraplubestemmingsplan in voorbereiding, waarmee in een juridisch instrumentarium wordt voorzien waarmee het vestigingsbeleid ook afdwingbaar wordt.”
- Klopt onze lezing dat er sinds 2020 tot op heden geen middel bestaat waarmee het doel uit het vestigingsbeleid datacenters 2020-2030 (oorspronkelijk 670 MW) van 350 MW gehandhaafd kan worden? Geldt dit ook voor de periode van voor de tijdelijke datacenterstop in 2019?
In de herziening wordt gesproken over een ‘binnenplanse afwijkingsbevoegdheid voor de “Nee, tenzij-categorie” aanvragen die een aantoonbaar en direct Amsterdams belang dienen’.
- Kan het aantoonbare en directe Amsterdamse belang nader gespecificeerd worden?
Indiener,
M. Emmerik
1. De bestaande datacenters trekken nu al een enorme wissel op het stroomnet. Welke indicatie heeft de gemeente dat 350MW wel past op het stroomnet, in tegenstelling tot 670MW? Graag een uitgebreide toelichting.
De beoordeling of de 350 MW aan huidige aanvragen op het net past, is primair de verantwoordelijkheid van Liander. De gemeente heeft hierbij een adviserende rol en is gesprekspartner. Liander heeft de aanvragen in behandeling genomen, en heeft er in de planning rekening mee gehouden. Het is voor hen momenteel niet mogelijk om te bepalen of de aanvragen inpasbaar zijn. De belasting van verschillend sectoren op het net en de groei daarvan in 2050 is weergegeven in de
figuur bij vraag 3. De belasting varieert van 12,5 % bij een toekenning van de huidige aanvragen (350 MW) tot 25% bij een hoge groei. De inpasbaarheid van de huidige aanvragen (dus 350 MW, 12,5% belasting) hangt af van veel factoren: de groei in andere sectoren; de snelheid waarmee
nieuwe capaciteit wordt bijgebouwd; de inzet van back-ups en noodstroom voorzieningen; de mogelijkheid van datacenters om een eigen onderstation te bouwen; en de specifieke omstandigheden op de locatie.
2. Het geplande datacenter van SilverFalcon in de haven is alleen al goed voor 100 MW. Volgens het FD staat dat gelijk aan het stroomverbruik van een middelgrote gemeente. Is die 100 MW onderdeel van de genoemde 350MW of komt dit er nog bij?
Dit datacenter is onderdeel van de lopende initiatieven en aanvragen die per 1 juli 2023 bij het college bekend waren.
3. Als in 2030 de maximale vergunningsruimte is bereikt, en er komt 350 MW boven op de bestaande capaciteit, voor hoeveel procent van het totale stroomverbruik zijn datacenters dan verantwoordelijk? Voor hoeveel CO2 uitstoot, in relatieve en absolute zin zijn datacenters verantwoordelijk in 2025 en 2030? Graag een toelichting.
De Themastudie elektriciteit 2.0 van Liander en de gemeente maakt inzichtelijk dat de belasting door datacenters op het net 2050 in het hoge scenario op 25% uitkomt. Wanneer alleen nog de lopende initiatieven worden toegekend dan kom het aandeel uit op 12,5% (zie onderstaande figuur uit de themastudie elektriciteit 2.0).
Wellicht ten overvloede: het betreft het piekvermogen (MW), niet de gebruikte hoeveelheid energie (MWh) en ook niet de CO2 uitstoot.
De CO2 uitstoot van datacenters en de gevolgen van het vestigingsbeleid zijn weergegeven in het rapport van CE Delft “Inventarisatie aanvullend klimaatbeleid Amsterdam 2030, januari 2023”, (pag 29; tabel 8, pag 39). CE Delft gaat uit van een totale uitstoot van datacenters van 169 (in 2019) naar 190 (in 2025) kiloton, en een reductie van 75 kiloton bij het weigeren van lopende vergunning-aanvragen. Deze 75 kiloton bedraagt enkele procenten van de totale uitstoot van
Amsterdam (in 2019 4.500 kiloton). Het college beschouwt het primaire energiegebruik en de netcongestie als grote en acute problemen. De CO2-uitstoot zal echter dalen. Datacenters gebruiken voor hun energie alleen elektriciteit, en hebben nu al grotendeels contracten voor groene elektriciteit. Bovendien
verduurzaamt het Nederlandse elektriciteitspark in hoog tempo. In 2023 was ongeveer de helft van de Nederlandse elektriciteit duurzaam (zon en wind), in 2030 is dat naar verwachting ongeveer 70 a 80%.
4. Voordat het datacenterbeleid uit 2020 was vastgesteld was er een stop op datacenters. Hoeveel van de genoemde 350MvA zijn vergunningsaanvragen binnengekomen na het vaststellen van dit beleid? Hoeveel MW is toe te rekenen aan vergunningsaanvragen alvorens de tijdelijke stop op datacenters in 2019?
Er is sinds de vaststelling van het vestigingsbeleid sprake van twee nieuwe initiatieven. De eerste betreft een oudere lopende aanvraag voor een datacenter in Weesp. Deze liep al voor de fusie met de gemeente Amsterdam. De tweede betreft Wooden City, een ontwikkeling in de bedrijvenstrook Amstel III, waar een initiatiefnemer bezig is met planvorming voor een AI-cluster, met een supercomputer als integraal onderdeel van het concept.
5. Waarom is er niet gekozen om de tijdelijke stop op datacenters in 2019 door te zetten? Graag een toelichting.
Er is in 2019 niet voor een stop gekozen, omdat:
- de netcongestie nog niet zo urgent werd ervaren, en de inperking tot 670 MW al als zeer restrictief werd ervaren;
- de regelgeving is veranderd. Inmiddels is bijvoorbeeld de regelgeving van de provincie aangepast en is de Omgevingswet ingevoerd (zie daarvoor ook het antwoord op vraag 6);
- er onderzoeken moesten worden gedaan, omdat veel informatie nog niet bekend was en het beleid in opbouw was.
6. Waarom is er pas in 2023 gekozen voor een stop op het behandelen van nieuwe aanvragen terwijl in 2021 al congestie is afgekondigd door Liander? Graag een toelichting.
Er is pas in 2023 gekozen voor een stop op het behandelen van nieuwe aanvragen, vanwege twee
redenen:
Ten eerste het gebrek aan urgentie. De sector bleek na 2020 geen nieuwe aanvragen in te dienen. Amsterdam bleek als vestigingslocatie niet meer interessant, juist als gevolg van de congestie en het bestaande beleid. Het afkondigen van een stop was dus niet noodzakelijk, omdat deze de facto al was gerealiseerd.
Ten tweede biedt de huidige regelgeving meer mogelijkheden voor regulering. Voorbeeld hiervan zijn de inwerkingtreding van de Omgevingswet en instructieregel in de voorgenomen tweede herziening van de Omgevingsverordening NH2022 van de provincie Noord-Holland.
Tot slot: het nieuwe beleid is nu ingezet om de juridische positie van de gemeente te verstevigen
en op lange termijn te kunnen sturen.
7. Klopt het dat de concept herziening van het vestigingsbeleid een uitbreiding van 5 MW per datacenter toestaat? Hoeveel MW kan er bovenop de aangekondigde 350 MW door deze regel worden toegevoegd? Welke indicatie heeft de gemeente dat dit wel past op het stroomnet? Graag een toelichting.
Het vestigingsbeleid datacenters vormt het afwegingskader voor aanvragen van datacenters binnen de gemeente Amsterdam tot 2030, voor zowel nieuwe vestigingen als uitbreidingen van bestaande datacenters, voor aanvragen groter dan 5 MW. De omvang van datacenters wordt in termen van vermogen elektriciteit gemeten. De gemeente heeft geen aanwijzingen dat er veel kleine datacenters van < 5 MW bijkomen, waardoor de grens van 350 MW zou kunnen worden overschreden. Een recent experiment waarbij kleine datacenters in de wijk werden geplaatst en lokaal warmte aan het net konden afstaan, is
vanwege de complexiteit beëindigd.
8. Is de gemeente bereid om te onderzoeken of er juridische grond is waarop de huidige aanvragen (of een deel) van 350 MW kunnen worden geweigerd? Zo nee, kan het college aangeven hoeveel financiële schade er ontstaat op het moment dat de gemeente zich eenzijdig terugtrekt uit (een deel van) de voorgenomen ontwikkelingen? Is het college bereid om verschillende terugtrek scenario's uit te werken?
Nee, het college is niet bereid te onderzoeken of (een deel van) de 350 MW kan worden geweigerd.
Ten eerste: als een aanvraag past binnen het huidige of nieuwe beleid en de milieuwetgeving, dan is er geen grond een aanvraag niet te behandelen. Bovendien: door het afbreken van bestaande gesprekken en toezeggingen zou de overheid zich onbetrouwbaar tonen. Voorafgaand aan een omgevingsvergunning vinden intensieve gesprekken plaats over de in te vullen voorwaarden die worden geformaliseerd in afsprakenbrieven en vergunningen. Vanwege de complexiteit van het vraagstuk zijn dat trajecten die meerdere jaren in beslag nemen.
Ten tweede zijn schadeclaims mogelijk. Er zijn verschillende soorten schade. Een eerste voorbeeld is de compensatie voor een rechtmatige of onrechtmatige overheidsdaad, zoals het terugkomen op bestuurlijke toezeggingen of het intrekken van vergunningen. Een tweede voorbeeld is ‘planschade’ (zoals letterlijk in de vraag gesteld). Dat is het nadeel dat moet worden gecompenseerd als bestaande bouw- en gebruiksrechten voor een datacenter uit een bestemmingsplan wordt geschrapt. In dit laatste geval gaat het om een tegemoetkoming in inkomens- of vermogensschade waarbij een causaal verband bestaat tussen de schade (bijvoorbeeld de waardevermindering van vastgoed) en een wijziging in planologische gebruiksmogelijkheden. Het college kan over de hoogte van de schade geen gefundeerde uitspraken doen, omdat het per casus erg kan verschillen. Gezien het investeringsvolume wat met datacenters gepaard gaat zal het bedrag al snel in de vele (tientallen) miljoenen lopen.
Ten derde: de digitale economie is een belangrijke pijler voor economische groei. Nieuwe ontwikkelingen, ook duurzame oplossingen, zijn alleen mogelijk met een goede digitale infrastructuur. Ten vierde: datacenters zijn noodzakelijk omdat ze een belangrijke rol spelen in de nationale veiligheid. Er is steeds meer weerstand om gevoelige data op servers buiten Nederland op te slaan. De fysieke nabijheid van datacenters verhoogt de beveiliging, en dus ook de naleving van wetten omtrent privacy en veiligheid. Het college is van mening dat na de twee successievelijke inperkingen – eerst de keuze voor het lage scenario van 670 MW, en vervolgens de halvering tot 350 MW – verdere inperking tot onevenredige schade leidt.
Tot slot beschouwt de sector zelf Amsterdam inmiddels al als een minder interessante
vestigingslocatie vanwege het vigerende huisvestingsvestigingsbeleid datacenters en het
voorbereidingsbesluit. Amsterdam wordt als restrictief beschouwd. Investeringsbesluiten zijn
daarop aangepast, uitgesteld of zelfs helemaal heroverwogen.
Antwoorden technische vragen:
- Klopt onze lezing dat er sinds 2020 tot op heden geen middel bestaat waarmee het doel uit het vestigingsbeleid datacenters 2020-2030 (oorspronkelijk 670 MW) van 350 MW gehandhaafd kan worden? Geldt dit ook voor de periode van voor de tijdelijke datacenterstop in 2019?
Nee, dit klopt niet. Dit verhaal ligt genuanceerd en is afhankelijk van omschrijvingen in het bestemmingsplan, bestemmingen en omvang van ontwikkelingen. Datacenters konden voorheen alleen op de bestemming bedrijf en daar was ook nog eens sprake van interpretatie wanneer iets een bedrijf is zoals omschreven in de individuele bestemmingsplannen zelf. Afhankelijk daarvan past een datacenter wel of niet. Voorts hangt het ook af van rooilijnen en omvang van datacenters en of daarbij medewerking tot wijziging van bestemmingsplannen nodig is. Voorts was er tot en met 2020 sprake van dat datacenters gecategoriseerd werden als grote lawaaimakers. In de praktijk kwam het erop neer dat datacenters een wijziging van bestemmingsplanning nodig hebben omdat de geluidsruimte in de bestemmingsplannen beperkt is. Met een herziening van de interpretatie van de relevante regeling in het Besluit omgevingsrecht, op aangeven van de betreffende Rijksdienst, is dat niet meer het geval waardoor die uitsluitingsgrond kwam te vervallen.
- Kan het aantoonbare en directe Amsterdamse belang nader gespecificeerd worden?
Het gaat hierbij om belangen op wetenschappelijk, maatschappelijk en duurzaam vlak in de breedste zin van het woord met directe link naar en voor Amsterdam.
Interessant voor jou
Aanvullende schriftelijke vragen van het lid Bakker inzake in de verduurzamingsplannen van woningcorporaties
Lees verderSchriftelijke vragen van de leden Bobeldijk en Krom inzake personeelstekort op gespannen voet met groeiambities Amsterdam
Lees verder