Schrif­te­lijke vragen van het lid Bakker inzake doel­stelling uitfa­sering fossiele brand­stoffen in 2050


Indiendatum: 16 feb. 2023

Aan het college van burgemeester en wethouders

Toelichting:

In het Parool van 16 februari1

is een artikel te lezen over de Amsterdamse benzinehaven. Er wordt in het stuk gesproken met dhr. Ernst, directeur van opslagterminal Evos en Lucia van Geuns van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies. In reactie op de ambitie dat het tegen 2050 gedaan moet zijn met fossiele brandstoffen in Amsterdam staat er dat Ernst en Van Geuns waarschuwen voor al te hooggespannen verwachtingen over het tempo waarin fossiele brandstoffen in de haven plaatsmaken voor groene energie. “Het is ook onze verantwoordelijkheid om voor leveringszekerheid te zorgen. Dat vergt investeringen in het huidige systeem,” zegt Ernst.

Het stuk eindigt met; Maar wannéér de overgang ook voltooid wordt, het einddoel – groene energie – is duidelijk, belooft hij. “Dit gaat uiteindelijk de toekomst zijn en dat willen wij ook.”

Dit baart de Partij voor de Dieren ernstige zorgen. Er is een duidelijke afspraak gemaakt, namelijk; in 2050 is de Amsterdamse haven vrij van fossiele brand- en grondstoffen2. In het kader van het programma Verduurzaming Haven en Industrie, onderdeel van de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal, is de gemeente met het Havenbedrijf overeengekomen dat het afbouwen en het gebruik van fossiele brand- en grondstoffen in de haven uiterlijk in 2050 zal zijn gerealiseerd. Concrete ambities zijn opgenomen in de Routekaart en bevestigd in de Gemeentelijk Visie Haven 2020-2040 3. Voor de periode 2021 tot 2025, zijn concrete doelstellingen opgenomen in het Strategisch Plan 2021-2025 van het Havenbedrijf.

Het verbaast de Partij voor de Dieren dat er in dit artikel nu openlijk betwijfeld wordt of 2050 wel gehaald wordt. Volgens ons moet deze doelstelling boven iedere twijfel verheven zijn en geldt 2050 als een uiterste deadline. We hebben te maken met een ongekende klimaatcrisis en hebben geen tijd te verliezen.

Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van Partij voor de Dieren, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

  1. Is de wethouder het eens met de Partij voor de Dieren dat het uitfaseren van fossiele brandstoffen in de haven zo snel mogelijk moet plaatsvinden?
  2. Hoe kijkt de wethouder naar de uitspraken zoals deze zijn gedaan in het artikel van het Parool?
  3. Is de wethouder bereid om in gesprek te gaan met de verschillende bedrijven in de haven om de noodzaak van het tijdig beëindigen nogmaals te benadrukken en wanneer nodige betere afspraken te maken?

1 https://www.parool.nl/amsterda...

2 https://www.amsterdam.nl/wonen...

3 https://www.amsterdam.nl/bestu...

Indiendatum: 16 feb. 2023
Antwoorddatum: 20 mrt. 2023

1. Is de wethouder het eens met de Partij voor de Dieren dat het uitfaseren van fossiele brandstoffen in de haven zo snel mogelijk moet plaatsvinden?

Ja. Het college heeft reeds in de raadsinformatiebrief van 6 oktober 2022 op soortgelijke schriftelijke vragen van het lid Krom van de Partij van de Dieren inzake het uitfaseren van steenkool en andere fossiele brandstoffen in de haven geantwoord. Onderstaande beantwoording wijkt niet van de beantwoording in bovengenoemde raadsinformatiebrief af.

2. Hoe kijkt de wethouder naar de uitspraken zoals deze zijn gedaan in het artikel van het Parool?

De vragensteller refereert in de toelichting op de vragen terecht aan de afspraken met het Havenbedrijf over het afbouwen en uiterlijk in 2050 stoppen met het gebruik van fossiele brand- en grondstoffen in de haven zoals die staan in de Routekaart Amsterdam klimaatneutraal, de Gemeentelijke Visie Haven 2020-2040, en voor de periode 2021 tot 2025 als concrete doelstellingen in het Strategisch Plan 2021-2025 van het Havenbedrijf. Voor het college zijn de uitspraken van de geïnterviewden in het Parool niet leidend voor de energietransitie die in de haven én het Noordzeekanaalgebied moet plaatsvinden maar vormen bovengenoemde afspraken en doelstellingen het uitgangspunt daarvoor.

3. Is de wethouder bereid om in gesprek te gaan met de verschillende bedrijven in de haven om de noodzaak van het tijdig beëindigen nogmaals te benadrukken en wanneer nodige betere afspraken te maken?

Het college voert regelmatig gesprekken met het Havenbedrijf en samen met het Havenbedrijf in regionaal verband binnen het Noordzeekanaalgebied (NZKG) over de energietransitie. Daarbij hoort ook overleg met ondernemingen. Zoals hierboven in de beantwoording van vraag 2 al is gezegd blijven de gemaakte afspraken over het afbouwen en uiterlijk in 2050 stoppen met het gebruik van fossiele brand- en grondstoffen in de haven het richtsnoer voor het college. De doelstelling is glashelder en daar wijkt het college niet van af

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen van het lid Bloemberg-Issa inzake het overschrijden van geluidsnormen

Lees verder

Schriftelijke vragen van het lid Bloemberg-Issa inzake overlast door vliegtuigherrie

Lees verder

    Word actief Doneer