Schriftelijke vragen van het lid Bakker inzake brandstofverspilling door de GVB veerponten
Indiendatum: 2 nov. 2023
Toelichting:
De gemeente Amsterdam is opdrachtgever van GVB Veren voor de exploitatie van de veren over het IJ en het Noordzeekanaal. Op een doordeweekse dag vervoeren de veren tussen de 50.000 en 85.000 mensen over het water[1]. Ze zijn daarmee, zeker met het uitblijven van bruggen over het IJ, een onmisbaar deel van ons binnenstedelijk vervoer. Met de huidige woningbouwontwikkelingen in Amsterdam, met name rondom de (noordelijke) IJ-oevers, zal de veerpont een steeds grotere rol van betekenis gaan spelen in de komende jaren. Naar verwachting groeien de reizigersaantallen tot 2030 met 70 procent t.o.v. 2019[1].
Dit alles gebeurt echter niet zonder het nodige energieverbruik. Naar schatting gebruikt één veer op het Buiksloterweg traject per retourrit 22 kWh[2]. Met circa 120 retourritten per 24 uur komt dit neer op jaarlijks verbruik van 963.600 kWh[2]. Tel daar de benodigde energie voor de andere 15 veerponten in Amsterdam bij op en het is duidelijk dat de veerponten van de GVB in Amsterdam energiegrootverbruikers zijn. Dit betekent dus ook dat de veren op dit moment enorme dieselslurpers zijn. Het is daarom van groot belang dat de vloot zo snel als mogelijk volledig uitstootvrij is. Dit zou pas vanaf 2028 het geval kunnen zijn[1].
Onlangs trok een verontruste mailer aan de bel bij leden van de commissies MOW en DC over energieverspilling door de veren. Met name bij het laden en lossen zou er volgens hem ontzettend veel energie worden verbruikt om de veren op de juiste plaats te houden. De haken onder de laadklep zouden namelijk niet afdoende werken om de veer, en specifiek de IJ-kant van de veer, op zijn plek te houden. Naar zijn schatting kost dit tussen de 480.000 en 600.000 liter diesel per jaar, 20% tot 25% van het totale energieverbruik van 2,4 miljoen diesel. Wat de Partij voor de Dieren betreft zou dit een enorme verspilling van kostbare energie zijn, als dit waar is. Ditzelfde geldt ook wanneer de vloot in de toekomst volledig verduurzaamd is.
Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van Partij voor de Dieren, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:
- Klopt het dat de veren bij het laden en lossen zoveel diesel verbruiken om op hun plek te blijven? Is dit bij alle veren het geval?
- Zijn er oplossingen te bedenken waarmee het verbruik van diesel hierbij verminderd kan worden? Bijvoorbeeld haken aan beide zijden van de laadklep, langere en krappere fuiken of een ander mechanisch systeem?
- Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat zelfs wanneer de vloot overwegend emissievrij is een dergelijk systeem veel energie kan besparen en dus noodzakelijk is?
- Is het college bereid om alle laadinfrastructuur, zowel huidige als nieuw geplande, in samenspraak met de GVB zo aan te passen dat er geen diesel of kostbare groene energie wordt verbruikt om de veren op de plek te houden?
- Het college heeft onlangs het Actieplan Energiebesparing aangekondigd: kan besparing van energie door de veerponten (in brede zin en specifiek bij het laden en lossen) hierin terugkomen?
Indiener,
A.L. Bakker
[1] Update Nota Veren 2021
[2] Beekman Bildung (2017), Actualisatie nota veren: duurzaamheid - Technische en ruimtelijke mogelijkheden voor verduurzaming IJ-veren
Indiendatum:
2 nov. 2023
Antwoorddatum: 24 jan. 2024
1. Klopt het dat de veren bij het laden en lossen zoveel diesel verbruiken om op hun plek te blijven? Is dit bij alle veren het geval?
GVB Veren heeft aangegeven dat het geen goed inzicht heeft in het exacte verbruik van de schepen op de momenten dat deze in de aanlandingsfuiken liggen. In grote lijnen zijn er twee soorten schepen waarmee op het IJ gevaren wordt: de serie 50-ers die volledig op diesel vaart, en de serie 60-ers, die een hybride systeem heeft. Voor deze laatste groep schepen geldt dat de elektromotoren worden aangedreven door accu’s. Wanneer de accu’s leegraken worden deze bijgeladen door dieselgeneratoren. Dit gebeurt automatisch; of het schip vaart of in de fuik ligt, heeft hier geen effect op. Voor de serie-50 schepen verschilt het verbruik per schip. Hoewel deze schepen uiterlijk gelijk zijn is er verschil in motorisering. Wanneer deze schepen in de pontfuik liggen, is het toerental iets hoger dan ‘in zijn vrij’, maar nog wel beduidend lager dan tijdens een overtocht. De gemeente heeft aan GVB opdracht gegeven om het verbruik tijdens het laden en lossen nader te onderzoeken. Verder verschillen de trajecten van de ponten op het IJ zowel in lengte als frequentie. NB: de veren op het Noordzeekanaal varen al volledig elektrisch / uitstootvrij.
2. Zijn er oplossingen te bedenken waarmee het verbruik van diesel hierbij verminderd kan worden? Bijvoorbeeld haken aan beide zijden van de laadklep, langere en krappere fuiken of een ander mechanisch systeem?
in verband met wind, stroming, maar vooral hoge boeg- en hekgolven van binnenvaartschepen is gekozen voor het huidige systeem. Tot nu toe was er geen systeem beschikbaar dat met voldoende garantie de ponten op hun plek kan houden zodat mensen veilig op- en af kunnen stappen. Als het schip slechts enkele centimeters van de kade afdrijft, kan dit namelijk al een gevaarlijke situatie opleveren. De markt blijft zich technologisch echter snel ontwikkelen. Recentelijk zijn er bij veren elders in Europa systemen in gebruik genomen die mogelijk ook interessant zijn voor de Amsterdamse veren. Hierbij is een soort sterke magneet ingebouwd in het schip, die gekoppeld wordt aan de fuik bij het aanmeren. We volgen deze ontwikkelingen nauwgezet.
3. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat zelfs wanneer de vloot overwegend emissievrij is een dergelijk systeem veel energie kan besparen en dus noodzakelijk is?
Het is de doelstelling om de volledige vloot uitstootvrij te laten varen in 2030. De ponten op het Noordzeekanaal varen al volledig elektrisch. De IJveren zijn deels hybride, in overgang naar een eveneens elektrische vloot. De nieuw te bouwen schepen die nodig zijn om de vloot uit te breiden en vervangen zullen geheel emissievrij zijn. Het college is het ermee eens dat het ook bij elektrische veren belangrijk is om zo min mogelijk energie te gebruiken. Een ‘automooring’ systeem (om het schip aan de wal te houden) kan hieraan bijdragen. De veiligheid van de reiziger en van het doorgaande scheepvaartverkeer moet hierbij wel gegarandeerd zijn.
4. Is het college bereid om alle laadinfrastructuur, zowel huidige als nieuw geplande, in samenspraak met de GVB zo aan te passen dat er geen diesel of kostbare groene energie wordt verbruikt om de veren op de plek te houden?
Pas sinds kort zijn technische oplossingen voor automooring op de markt die mogelijk geschikt zijn voor de specifieke Amsterdamse situatie. Samen met GVB Veren zal verder onderzocht worden of een dergelijk systeem daadwerkelijk in Amsterdam van toepassing kan zijn en op welke wijze dit geïntegreerd zou kunnen worden in nieuw te bouwen en/of bestaande schepen en aanlandvoorzieningen. Hierbij zal onder andere goed gekeken worden welke krachten een dergelijk systeem aan kan, wat voor ankerpunten hiervoor nodig zijn, hoe dit technisch ingepast kan worden, wat de investeringen zijn en wat de (financiële) besparingen en milieuwinst zijn.
5. Het college heeft onlangs het Actieplan Energiebesparing aangekondigd: kan besparing van energie door de veerponten (in brede zin en specifiek bij het laden en lossen) hierin terugkomen?
Het Actieplan Energiebesparing is gericht op wijken en economische sectoren. Veren zijn wel expliciet opgenomen in de uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit Amsterdam (vastgesteld door het college van B&W op 6 juni 2023). Hierin staat de ambitie om alle GVB veren in 2030 uitstootvrij te laten varen.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen van het lid Krom inzake winterkouderegeling voor dak- en thuisloze mensen bij extreem weer
Lees verderSchriftelijke vragen van het lid Emmerik inzake ernstige bodemverontreiniging Amsterdamse Bos
Lees verder