Schrif­te­lijke vragen van het lid Krom inzake het vossen­raster in de Kinsel


Indiendatum: 31 mrt. 2023

Aan het college van burgemeester en wethouders

Toelichting:

De Kinsel, een poldergebied gelegen in Amsterdam-Noord, is onderdeel van de weidevogelkerngebieden in Noord-Holland. Het gebied is deels in bezit van Staatsbosbeheer en deels van de gemeente Amsterdam. Ook is het één van de gebieden met de hoogste dichtheden van weidevogels als de grutto, tureluur, scholekster en kievit. Helaas zien natuurbeheerders de laatste 50 jaar dat het aantal weidevogels in Nederland flink afneemt. De vos wordt vaak ten onrechte aangewezen als boosdoener. Echter de belangrijkste oorzaak voor de afname in weidevogels is de intensieve landbouw. Door de intensieve landbouw verandert de leefomgeving van de weidevogel snel en is er steeds minder voedsel en leefruimte beschikbaar. Op termijn zullen we daarom toe moeten naar een natuurlijk evenwicht tussen natuur en landbouw. Zo beschermen we de weidevogelaantallen en creëren we daarnaast een gezonde leefomgeving voor zowel vossen als weidevogels. Tot die tijd is het noodzakelijk om met andere maatregelen de huidige weidevogelpopulatie te beschermen voor verdere achteruitgang.

In 2018 startte in samenwerking tussen de gemeente Amsterdam en Staatsbosbeheer een pilot in de Kinsel met een vossenraster, ten behoeve van het beschermen van de weidevogels in het gebied. Een vossenraster voorkomt dat vossen worden doodgeschoten door jagers. Volgens het evaluatierapport van Staatsbosbeheer uit 2021 is het vossenraster een succes gebleken [[1]]. Het is dan ook de aanbeveling van Staatsbosbeheer om het vossenraster te continueren. Ook volgens de cijfers van SOVON zijn vossenrasters bewezen effectief: In broedgebieden beschermd door het vossenraster ging slechts 7 procent van de legsels verloren door predatie, terwijl dit in controlegebieden, waar afschot de norm is, 78 procent was [[2]].

Het beheer van het vossenraster kost op jaarbasis gemiddeld tienduizend euro. De afspraak was dat de gemeente Amsterdam de helft hiervan financierde en Staatsbosbeheer de andere helft. Helaas heeft het college inmiddels besloten om niet meer structureel bij te dragen aan het vossenraster in de Kinsel. Een beslissing die de fractie van de Partij voor de Dieren verbaast, gezien de Kinsel deels grondgebied is van de gemeente Amsterdam.

Bij navraag door de Partij voor de Dieren geeft het college aan dat Staatsbosbeheer ook zonder middelen vanuit de gemeente het vossenraster zal continueren. Helaas strookt dit niet met de werkelijkheid. Zo geeft Staatsbosbeheer aan dat de continuering van het vossenraster zeker niet vanzelfsprekend is en dit financieel ingewikkeld is sinds de structurele bijdrage van de gemeente is weggevallen. Kortom: het wegvallen van de bijdrage van gemeente Amsterdam is absoluut niet houdbaar. Uiteindelijk zullen de weidevogels, de vos én de biodiversiteit hier de dupe van zijn.

Tot slot is het ondergetekende ter ore gekomen dat er in het verleden gesproken is over mogelijke grondruil tussen de gemeente Amsterdam en Staatsbosbeheer. Zo zou Staatsbosbeheer delen van hun grondbezit elders kunnen afstaan en de delen van de Kinsel, die nu nog in bezit zijn van de Gemeente Amsterdam, kunnen overnemen. Dit biedt volgens sommigen financiële voordelen voor het behoud van het vossenraster. Echter is dit ook een optie die door de gemeente van de hand lijkt te worden gewezen.

Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

  1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat wij ons midden in een grootschalige biodiversiteitscrisis bevinden en dat het belangrijk is om de biodiversiteit in Nederland niet verder te laten verslechteren?
  2. Is het college het eens met de Partij voor de Dieren dat het beschermen van weidevogelpopulaties van belang is voor de biodiversiteit?
  3. Onderschrijft het college het advies van Staatsbosbeheer om het vossenraster in de Kinsel voorlopig in stand te houden?
  4. Verandert de houding van het college voor wat betreft het bieden van een structurele bijdrage aan het vossenraster, nu duidelijk wordt dat de situatie voor Staatsbosbeheer financieel lastig is met het wegvallen van de Amsterdamse bijdrage? Zo nee, waarom niet?
  5. Zal er weer over worden gegaan op afschot door ofwel de gemeente Amsterdam ofwel Staatsbosbeheer op Amsterdams grondgebied als het vossenraster verdwijnt?
  6. Is het college voornemens om de structurele jaarlijkse bijdrage van gemiddeld vijfduizend euro voor het vossenraster in de Kinsel weer te herstellen? Zo nee, waarom niet? Geldt dit ook voor andere vossenrasters die de gemeente voorheen structureel financierde?
  7. Is grondruil tussen de Gemeente Amsterdam en Staatsbosbeheer in de afgelopen jaren besproken met betrekking tot de Kinsel? Kan het college aangeven wat de financiële voordelen zijn van een dergelijke oplossing? Is grondruil voor de gemeente een mogelijke oplossingsrichting? Zo nee, waarom niet?

Indiener,

J.Krom


[1] Kaptein, E. (2022). Evaluatie vossenraster Kinsel 2018-2021

[2] https://pub.sovon.nl/pub/publi...

Indiendatum: 31 mrt. 2023
Antwoorddatum: 18 jul. 2023

1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat wij ons midden in een grootschalige biodiversiteitscrisis bevinden en dat het belangrijk is om de biodiversiteit in Nederland niet verder te laten verslechteren?

Ja, daar is het college mee eens.

2. Is het college het eens met de Partij voor de Dieren dat het beschermen van weidevogelpopulaties van belang is voor de biodiversiteit?

Ja, daar is het college mee eens.

3. Onderschrijft het college het advies van Staatsbosbeheer om het vossenraster in de Kinsel voorlopig in stand te houden?

Vossenrasters zoals die in de Kinsel dragen bij aan het beschermen van de vos en de weidevogels, en dus de biodiversiteit. Het verder zetten van dergelijke projecten is dus inderdaad wenselijk. Binnen de mogelijkheden van de nieuwe Agenda Dieren wordt een passende aanpak tegen afschot (beheer en schadebestrijding) opgenomen. In hoeverre het continueren van het vossenrasterproject in de Kinsel onder die aanpak valt, wordt daarin afgewogen.

4. Verandert de houding van het college voor wat betreft het bieden van een structurele bijdrage aan het vossenraster, nu duidelijk wordt dat de situatie voor Staatsbosbeheer financieel lastig is met het wegvallen van de Amsterdamse bijdrage? Zo nee, waarom niet?

Vanaf 2023 zijn de financiële middelen voor Dierenwelzijn opgehouden. Dat betekent dat er in ieder geval in 2023 geen vergoeding aan Staatsbosbeheer mogelijk is. Hierover is in april vanuit de gemeente contact opgenomen met Staatsbosbeheer. Via de nieuwe Agenda Dieren wordt de aanpak rondom beheer en schadebestrijding van dieren voor de jaren 2024-2026 beschreven. In hoeverre het continueren van het vossenrasterproject in de Kinsel onder die aanpak valt, wordt daarin afgewogen.

5. Zal er weer over worden gegaan op afschot door ofwel de gemeente Amsterdam ofwel Staatsbosbeheer op Amsterdams grondgebied als het vossenraster verdwijnt?

Gezien het succes van het vossenraster in de Kinsel, is afschot in de directe omgeving van het vossenraster (m.u.v. 2018) niet nodig gebleken. Echter, afschot is in beginsel nooit uitgesloten ondanks de inzet van alternatieven. In de gebieden rondom de Kinsel is er de afgelopen jaren wel afgeschoten ten behoeve van populatiebeheer en schadebestrijding. Indien het raster zou verdwijnen, is het hiermee aannemelijk dat afschot weer nodig wordt bevonden op de locatie waar het raster nu staat. Staatsbosbeheer heeft geen mandaat om afschot te plegen op terreinen van derden (eigendom). Dit kan alleen gebeuren in opdracht en met toestemming van de Gemeente Amsterdam. Hiertoe wordt in principe geen opdracht toe verleend zo lang de alternatieven op afschot niet zijn uitgeput.

6. Is het college voornemens om de structurele jaarlijkse bijdrage van gemiddeld vijfduizend euro voor het vossenraster in de Kinsel weer te herstellen? Zo nee, waarom niet? Geldt dit ook voor andere vossenrasters die de gemeente voorheen structureel financierde?

Vanaf 2023 zijn de middelen voor Dierenwelzijn opgehouden. Dat betekent dat er sinds 2023 geen geld beschikbaar is om de vossenrasterprojecten van afgelopen jaren (Kinsel en Ronde Hoep) te co-financieren. Daarover is Staatsbosbeheer in Q4 2022 en in april 2023 geïnformeerd. Het college is voornemens om voor de periode 2024-2026 meer kennis op te doen over werkbare alternatieven en maatwerk. Ook is er de wens om samen met de Provincie de regelgeving, samenwerkingen en bewustwording te versterken rondom wettelijke vereisten en de kwaliteit van alternatieven op afschot. Welke stappen hiervoor nodig zijn worden via de nieuwe Agenda Dieren aan u gepresenteerd. In hoeverre de vossenrasters in de Kinsel en Ronde Hoep hier onderdeel van zijn, wordt in de Agenda Dieren 2024-2026 afgewogen.

7. Is grondruil tussen de Gemeente Amsterdam en Staatsbosbeheer in de afgelopen jaren besproken met betrekking tot de Kinsel? Kan het college aangeven wat de financiële voordelen zijn van een dergelijke oplossing? Is grondruil voor de gemeente een mogelijke oplossingsrichting? Zo nee, waarom niet?

Begin 2020 is met Staatstbosbeheer (Sbb) verkennend gesproken over een mogelijke grondruil. In de ogen van Gemeentelijk Vastgoed was het geen evenwichtige ruil. Agrarische gebied zou over gaan naar Sbb en de gemeente zou kadastrale onderleggers van wegen terugkrijgen. Aangezien grond schaars was en mogelijke natuurontwikkeling of aanwijzingen als Natuurnetwerk Nederland niet per definitie het bestaande gebruik in de weg staan, was het genoemde geen basis voor voortzetting van de gesprekken.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen van het lid Bakker inzake de inkoop van gifvrije bloembollen, zadenmengsels, planten en bomen

Lees verder

Schriftelijke vragen van het lid Krom inzake het doden van duiven bij de Spaarndammerspoorbrug

Lees verder

    Word actief Doneer