Schrif­te­lijke vragen van het lid Bakker inzake de rol van de Amster­damse haven bij klimaat­ont­wrichting en mensen­rech­ten­schen­dingen voor steenkool


Indiendatum: 7 mei 2024

Toelichting:

‘Duurzaamheid is geen ambitie meer; het is bittere noodzaak. In veel landen over de hele wereld is klimaatverandering al een zaak van leven of dood. Een humanitaire ramp die vaak de mensen treft die het minst aan de oorzaken hebben bijgedragen.

Zo luiden een aantal inleidende zinnen uit ‘Onze stad van morgen’1 waarin het Amsterdamse college van B&W schrijft over de aanpak om de klimaatcrisis te bestrijden. We moeten alle zeilen bijzetten om de Aarde leefbaar te houden en alle levende wezens verder te behoeden voor rampen. Onze Amsterdamse haven heeft hier geen kleine rol in. De haven is momenteel namelijk nog een voor een groot deel afhankelijk van fossiele brandstoffen. Er zal een omslag moeten plaatsvinden naar een fossielvrije haven om ervoor te zorgen dat Amsterdam kan bijdragen aan het realiseren van onze mondiale klimaatdoelen.

De Amsterdamse Haven kent momenteel nog twee steenkolenterminals: De Rietlandenterminal, die voorheen in handen was van JERA Global Markets en vanaf 2027 in handen zal zijn van Rhenus, en de HES-terminal. Met de haven is afgesproken dat er vanaf 2030 op geen van beide terminals meer kolen worden overgeslagen. Echter zijn er ook voor die tijd nog belangrijke stappen te zetten in de steenkool-keten. Zo blijkt uit onderzoek van SOMO en PAX dat Nederland sinds 2009 meer dan honderd miljoen ton kolen importeerde uit de Colombiaanse bloedkolenmijnen.

Deze mijnen, tussen 1996 en 2006 gebouwd in de Colombiaanse regio Cesar door het Amerikaanse Drummond en het Zwitserse Glencore/Prodeco zijn met veel geweld tot stand gekomen. De extreemrechtse paramilitaire groep AUC heeft tussen 1996 en 2006 naar schatting zo’n drieduizend executies uitgevoerd en 60.000 bewoners gedwongen op de vlucht te slaan. Dit land van ontheemden kon dan in handen komen van de mijnbouwbedrijven. Tot op de dag van vandaag worden activisten en vakbondsleiders bedreigd of geliquideerd.

Nederland is wereldwijd nog steeds één van de grootste afnemers van bloedkolen. Ondanks een aangenomen motie van de Amsterdamse gemeenteraad uit 2016 waarin de Haven wordt verzocht om invulling te geven aan OESO- en UN-richtlijnen is de import van bloedkolen met 350 procent gestegen sinds de oorlog in Oekraïne en de boycot op Russische kolen. Onverteerbaar wat de Partij voor de Dieren betreft. Het is noodzaak om per direct te stoppen met de import van bloedkolen.

Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

Inleiding: Motie 557 van de leden Bakker, Veldhuyzen, Kabamba, Schmit en Ernsting vroeg het college om waar mogelijk tot een versnelling te komen van het uitfaseren van kolen in de haven, het liefst nog eerder dan 2030. In de afdoening wordt de stand van zaken toegelicht met de conclusie dat de uitfasering volgens schema verloopt en zeker voor het eind van 2030 zal zijn gerealiseerd. Sneller dan 2030 kan niet gerealiseerd worden.

  1.  In het gewijzigde erfpachtcontract van de Rietlanden kolenterminal is opgenomen dat de nieuwe eigenaar vanaf 2030 geen kolen meer mag overslaan. Ziet het college nog mogelijkheden om versnelde uitfasering van kolen op te nemen in huur- dan wel erfpachtcontracten?
  2. Klopt het dat voor de HES-terminal nog niet een dergelijk bindende afspraak geldt om te stoppen met kolen voor 2030? Zo nee, is het college van plan wel een bindende afspraak te maken met de HES-kolenterminal? Zo ja, vanaf wanneer kan dat ingaan? Kan dat eerder dan 2030? Zo nee, waarom niet?
  3. Indien het niet mogelijk is met de HES terminal bindende afspraken te maken over de kolenoverslag, is het college dan wel van plan om het actieve engagement, zoals benoemd in de raadsinformatiebrief over ketenverantwoordelijk, in te zetten om te garanderen dat er voor 2030 geen kolen meer overgeslagen worden op de HES-terminal? Graag een toelichting.

Inleiding: In de brief valt te lezen dat het Havenbedrijf sinds 2015 lid is van het initiatief Better Coal en hierbij ook participeert in de Colombia Working Group. Ondanks actieve deelname hieraan constateert het Havenbedrijf dat haar invloed gering is. Verder schrijft het college: “De onderzoeken door Better Coal naar misstanden worden niet door een onafhankelijke instantie verricht, de resultaten van die onderzoeken zijn niet openbaar en de voorgestelde verbeteringen kunnen niet bindend worden opgelegd.”

  1. Wat zijn de overwegingen van het Havenbedrijf om al dan niet lid te blijven van deze schijnbaar niet-onafhankelijke, ondoorzichtige en ineffectieve organisatie?

Inleiding: Pax en SOMO hebben samen met getroffen bevolkingsgroepen en slachtoffers een klacht ingediend bij het NCP OESO tegen de energiebedrijven RWE, Vattenfall, Uniper en Engie vanwege de afname van bloedkolen uit Colombia. Ook dienden zij een klacht in tegen de havens van Rotterdam en Amsterdam. In de brief schrijft het college: “Het Havenbedrijf en de gemeente Amsterdam werken volledig mee met dit proces. De gemeente roept de Amsterdamse kolenterminals en andere betrokkenen op dit ook te doen.”

  1. Op welke manier roept de gemeente hiertoe op? Kan het college toelichten op welke manier dit concreet is gebeurd, gaande is of nog staat te gebeuren?

Inleiding: Motie 558 van de leden Bakker, Veldhuyzen, Kabamba en Ernsting verzocht het college om Europese bedrijven, die zich voor de winning van kolen in Colombia schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen, op te roepen om de schade gedaan aan de oorspronkelijke bewoners passend te compenseren. En dit idealiter te doen in gezamenlijkheid met andere betrokken overheden zoals de gemeente Rotterdam en het Rijk. De motie wordt afgedaan door te verwijzen naar de lopende procedure omtrent de hierboven genoemde ingediende klacht bij NCP OESO met de mededeling dat “navraag bij diverse betrokkenen” het college leerde dat partijen eerst het oordeel van het NCP OESO af willen wachten en dat de gemeente Amsterdam en het Havenbedrijf deze ontwikkelingen zullen volgen. Ondergetekende van deze vragen vindt dit geen acceptabele afdoening.

  1. Bij welke “diverse betrokkenen” heeft het college “navraag” gedaan voor de uitvoering van deze motie? En wat hield deze navraag precies in?
  2. Begrijp ik het goed dat het college dus géén oproep heeft gedaan aan Europese bedrijven, die zich voor de winning van kolen in Colombia schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen, om de schade gedaan aan de oorspronkelijke bewoners passend te compenseren?
  3. Onderschrijft het college hiermee dan ook de conclusie dat het verzoek van deze motie niet is uitgevoerd?
  4. Waarom gaat het college mee in de wens van “partijen” om eerst het oordeel van het NCP OESO af te willen wachten?
  5. Vindt het college dan niet dat als energiebedrijven op de hoogte waren van de vreselijke misstanden, maar hier niets tegen deden of niets aan wisten te veranderen en alsnog doorgingen met importeren van bloedkolen, dat zij daarmee medeplichtig zijn aan mensenrechtenschendingen? En dat zij alsnog zo snel mogelijk stappen moeten ondernemen om de schade gedaan aan oorspronkelijke bewoners passend te compenseren? Graag een toelichting.
  6. Is het college bereid nogmaals naar deze motie te kijken en deze naar behoren uit te voeren? Graag een toelichting.

Inleiding: Motie 559 van de leden Bakker, Veldhuyzen, Schmit en Ernsting riep het college op om zich in te spannen om de overslag en het gebruik van bloedkolen zo snel mogelijk te laten stoppen en om bedrijven in de haven en energiecentrales aan te spreken op hun ketenverantwoordelijkheid met het dringende verzoek om deze bloedkolen uit Cesar, Colombia te boycotten. De motie wordt afgedaan met een gesprek tussen de wethouder en de directie van HES Bulk Terminal waarin de wethouder de op- en overslag van steenkolen uit Cesar “ter sprake” heeft gebracht en heeft “gevraagd of het mogelijk is om deze te stoppen”. De directie heeft hierop verklaard geen zeggenschap te hebben over de kolen, omdat deze van de energiemaatschappijen zijn, en dat deze maatschappijen het recht hebben hiermee door te gaan vanwege lopende contracten. HES gaat de zorg van de gemeente wel onder de aandacht brengen bij de specifieke afnemers van de bloedkolen. Het college kondigt aan dat zij de op Amsterdams grondgebied gevestigde energiebedrijven zal vragen om de herkomst van hun grondstoffen te onderzoeken en te stoppen met de inkoop van grondstoffen waarbij mensenrechten worden geschonden. Ook deze motie is in de ogen van de Partij voor de Dieren nog niet naar behoren uitgevoerd.

  1. Is het college het met de indiener eens dat “bedrijven in de haven en energiecentrales aan te spreken op hun ketenverantwoordelijkheid met het dwingende verzoek om deze bloedkolen uit Cesar, Colombia te boycotten” niet hetzelfde is als bij de directie van één kolenterminal te vragen of het mogelijk is om ermee te stoppen?
  2. Waarom heeft het college de bedrijven JERA en Rhenus niet benaderd, in overeenstemming met de motie, aangezien in de haventerminal Rietlanden ook nog tot 2030 kolen mogen worden overgeslagen? Is het college bereid om alsnog de bedrijven JERA en Rhenus te benaderen en het actieve engagement in te zetten zoals beschreven in de brief over ketenverantwoordelijkheid, in overeenstemming met de motie?
  3. Is het bij het college bekend of ook JERA en Rhenus in gesprek zijn geweest, zijn of gaan met de afnemende energiebedrijven over het bloedkolenvrij maken van hun keten? Is het college bereid om deze bedrijven hiertoe aan te sporen?
  4. HES heeft dus toegezegd om de zorg van de gemeente over de bloedkolen onder de aandacht te brengen van de specifieke afnemers van kolen uit Cesar.
  5. Hebben zij dit al eens eerder gedaan? Zo ja: op welke manier?
  6. Hoe gaan zij hier nu invulling aan geven? Zijn zij bereid dit ook publiekelijk te doen?
  7. HES verwacht medio 2024 dat de kolenoverslag in tonnage minder dan de helft zal uitmaken van de totale overslag, aldus de brief van het college. Hoeveel procent van deze kolenoverslag zullen naar verwachting kolen zijn uit Cesar, Colombia?
  8. Hoeveel procent van de kolenoverslag bij de Rietlandenterminal is medio 2024 naar verwachting afkomstig uit Cesar, Colombia?
  9. Kan het college bevestigen dat zij dus nog geen energiebedrijven heeft benaderd bij het afdoen van de motie? Wanneer is het college dit van plan te gaan doen? En wordt hierbij dus expliciet het dringende verzoek gedaan tot stoppen met de inkoop van bloedkolen?
  10. Wanneer en hoe gaat het college de raad informeren over de resultaten van deze verzoeken?

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen van de leden Bakker en Krom inzake turf

Lees verder

Schriftelijke vragen van het lid Bakker inzake de rol van de Amsterdamse Haven bij ontbossing voor soja en palmolie

Lees verder

    Word actief Doneer