Schrif­te­lijke vragen van het lid Bakker inzake de rol van de Amster­damse haven bij klimaat­ont­wrichting en mensen­rech­ten­schen­dingen voor steenkool


Indiendatum: 7 mei 2024

Toelichting:

‘Duurzaamheid is geen ambitie meer; het is bittere noodzaak. In veel landen over de hele wereld is klimaatverandering al een zaak van leven of dood. Een humanitaire ramp die vaak de mensen treft die het minst aan de oorzaken hebben bijgedragen.

Zo luiden een aantal inleidende zinnen uit ‘Onze stad van morgen’1 waarin het Amsterdamse college van B&W schrijft over de aanpak om de klimaatcrisis te bestrijden. We moeten alle zeilen bijzetten om de Aarde leefbaar te houden en alle levende wezens verder te behoeden voor rampen. Onze Amsterdamse haven heeft hier geen kleine rol in. De haven is momenteel namelijk nog een voor een groot deel afhankelijk van fossiele brandstoffen. Er zal een omslag moeten plaatsvinden naar een fossielvrije haven om ervoor te zorgen dat Amsterdam kan bijdragen aan het realiseren van onze mondiale klimaatdoelen.

De Amsterdamse Haven kent momenteel nog twee steenkolenterminals: De Rietlandenterminal, die voorheen in handen was van JERA Global Markets en vanaf 2027 in handen zal zijn van Rhenus, en de HES-terminal. Met de haven is afgesproken dat er vanaf 2030 op geen van beide terminals meer kolen worden overgeslagen. Echter zijn er ook voor die tijd nog belangrijke stappen te zetten in de steenkool-keten. Zo blijkt uit onderzoek van SOMO en PAX dat Nederland sinds 2009 meer dan honderd miljoen ton kolen importeerde uit de Colombiaanse bloedkolenmijnen.

Deze mijnen, tussen 1996 en 2006 gebouwd in de Colombiaanse regio Cesar door het Amerikaanse Drummond en het Zwitserse Glencore/Prodeco zijn met veel geweld tot stand gekomen. De extreemrechtse paramilitaire groep AUC heeft tussen 1996 en 2006 naar schatting zo’n drieduizend executies uitgevoerd en 60.000 bewoners gedwongen op de vlucht te slaan. Dit land van ontheemden kon dan in handen komen van de mijnbouwbedrijven. Tot op de dag van vandaag worden activisten en vakbondsleiders bedreigd of geliquideerd.

Nederland is wereldwijd nog steeds één van de grootste afnemers van bloedkolen. Ondanks een aangenomen motie van de Amsterdamse gemeenteraad uit 2016 waarin de Haven wordt verzocht om invulling te geven aan OESO- en UN-richtlijnen is de import van bloedkolen met 350 procent gestegen sinds de oorlog in Oekraïne en de boycot op Russische kolen. Onverteerbaar wat de Partij voor de Dieren betreft. Het is noodzaak om per direct te stoppen met de import van bloedkolen.

Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

Inleiding: Motie 557 van de leden Bakker, Veldhuyzen, Kabamba, Schmit en Ernsting vroeg het college om waar mogelijk tot een versnelling te komen van het uitfaseren van kolen in de haven, het liefst nog eerder dan 2030. In de afdoening wordt de stand van zaken toegelicht met de conclusie dat de uitfasering volgens schema verloopt en zeker voor het eind van 2030 zal zijn gerealiseerd. Sneller dan 2030 kan niet gerealiseerd worden.

  1.  In het gewijzigde erfpachtcontract van de Rietlanden kolenterminal is opgenomen dat de nieuwe eigenaar vanaf 2030 geen kolen meer mag overslaan. Ziet het college nog mogelijkheden om versnelde uitfasering van kolen op te nemen in huur- dan wel erfpachtcontracten?
  2. Klopt het dat voor de HES-terminal nog niet een dergelijk bindende afspraak geldt om te stoppen met kolen voor 2030? Zo nee, is het college van plan wel een bindende afspraak te maken met de HES-kolenterminal? Zo ja, vanaf wanneer kan dat ingaan? Kan dat eerder dan 2030? Zo nee, waarom niet?
  3. Indien het niet mogelijk is met de HES terminal bindende afspraken te maken over de kolenoverslag, is het college dan wel van plan om het actieve engagement, zoals benoemd in de raadsinformatiebrief over ketenverantwoordelijk, in te zetten om te garanderen dat er voor 2030 geen kolen meer overgeslagen worden op de HES-terminal? Graag een toelichting.

Inleiding: In de brief valt te lezen dat het Havenbedrijf sinds 2015 lid is van het initiatief Better Coal en hierbij ook participeert in de Colombia Working Group. Ondanks actieve deelname hieraan constateert het Havenbedrijf dat haar invloed gering is. Verder schrijft het college: “De onderzoeken door Better Coal naar misstanden worden niet door een onafhankelijke instantie verricht, de resultaten van die onderzoeken zijn niet openbaar en de voorgestelde verbeteringen kunnen niet bindend worden opgelegd.”

  1. Wat zijn de overwegingen van het Havenbedrijf om al dan niet lid te blijven van deze schijnbaar niet-onafhankelijke, ondoorzichtige en ineffectieve organisatie?

Inleiding: Pax en SOMO hebben samen met getroffen bevolkingsgroepen en slachtoffers een klacht ingediend bij het NCP OESO tegen de energiebedrijven RWE, Vattenfall, Uniper en Engie vanwege de afname van bloedkolen uit Colombia. Ook dienden zij een klacht in tegen de havens van Rotterdam en Amsterdam. In de brief schrijft het college: “Het Havenbedrijf en de gemeente Amsterdam werken volledig mee met dit proces. De gemeente roept de Amsterdamse kolenterminals en andere betrokkenen op dit ook te doen.”

  1. Op welke manier roept de gemeente hiertoe op? Kan het college toelichten op welke manier dit concreet is gebeurd, gaande is of nog staat te gebeuren?

Inleiding: Motie 558 van de leden Bakker, Veldhuyzen, Kabamba en Ernsting verzocht het college om Europese bedrijven, die zich voor de winning van kolen in Colombia schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen, op te roepen om de schade gedaan aan de oorspronkelijke bewoners passend te compenseren. En dit idealiter te doen in gezamenlijkheid met andere betrokken overheden zoals de gemeente Rotterdam en het Rijk. De motie wordt afgedaan door te verwijzen naar de lopende procedure omtrent de hierboven genoemde ingediende klacht bij NCP OESO met de mededeling dat “navraag bij diverse betrokkenen” het college leerde dat partijen eerst het oordeel van het NCP OESO af willen wachten en dat de gemeente Amsterdam en het Havenbedrijf deze ontwikkelingen zullen volgen. Ondergetekende van deze vragen vindt dit geen acceptabele afdoening.

  1. Bij welke “diverse betrokkenen” heeft het college “navraag” gedaan voor de uitvoering van deze motie? En wat hield deze navraag precies in?
  2. Begrijp ik het goed dat het college dus géén oproep heeft gedaan aan Europese bedrijven, die zich voor de winning van kolen in Colombia schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen, om de schade gedaan aan de oorspronkelijke bewoners passend te compenseren?
  3. Onderschrijft het college hiermee dan ook de conclusie dat het verzoek van deze motie niet is uitgevoerd?
  4. Waarom gaat het college mee in de wens van “partijen” om eerst het oordeel van het NCP OESO af te willen wachten?
  5. Vindt het college dan niet dat als energiebedrijven op de hoogte waren van de vreselijke misstanden, maar hier niets tegen deden of niets aan wisten te veranderen en alsnog doorgingen met importeren van bloedkolen, dat zij daarmee medeplichtig zijn aan mensenrechtenschendingen? En dat zij alsnog zo snel mogelijk stappen moeten ondernemen om de schade gedaan aan oorspronkelijke bewoners passend te compenseren? Graag een toelichting.
  6. Is het college bereid nogmaals naar deze motie te kijken en deze naar behoren uit te voeren? Graag een toelichting.

Inleiding: Motie 559 van de leden Bakker, Veldhuyzen, Schmit en Ernsting riep het college op om zich in te spannen om de overslag en het gebruik van bloedkolen zo snel mogelijk te laten stoppen en om bedrijven in de haven en energiecentrales aan te spreken op hun ketenverantwoordelijkheid met het dringende verzoek om deze bloedkolen uit Cesar, Colombia te boycotten. De motie wordt afgedaan met een gesprek tussen de wethouder en de directie van HES Bulk Terminal waarin de wethouder de op- en overslag van steenkolen uit Cesar “ter sprake” heeft gebracht en heeft “gevraagd of het mogelijk is om deze te stoppen”. De directie heeft hierop verklaard geen zeggenschap te hebben over de kolen, omdat deze van de energiemaatschappijen zijn, en dat deze maatschappijen het recht hebben hiermee door te gaan vanwege lopende contracten. HES gaat de zorg van de gemeente wel onder de aandacht brengen bij de specifieke afnemers van de bloedkolen. Het college kondigt aan dat zij de op Amsterdams grondgebied gevestigde energiebedrijven zal vragen om de herkomst van hun grondstoffen te onderzoeken en te stoppen met de inkoop van grondstoffen waarbij mensenrechten worden geschonden. Ook deze motie is in de ogen van de Partij voor de Dieren nog niet naar behoren uitgevoerd.

  1. Is het college het met de indiener eens dat “bedrijven in de haven en energiecentrales aan te spreken op hun ketenverantwoordelijkheid met het dwingende verzoek om deze bloedkolen uit Cesar, Colombia te boycotten” niet hetzelfde is als bij de directie van één kolenterminal te vragen of het mogelijk is om ermee te stoppen?
  2. Waarom heeft het college de bedrijven JERA en Rhenus niet benaderd, in overeenstemming met de motie, aangezien in de haventerminal Rietlanden ook nog tot 2030 kolen mogen worden overgeslagen? Is het college bereid om alsnog de bedrijven JERA en Rhenus te benaderen en het actieve engagement in te zetten zoals beschreven in de brief over ketenverantwoordelijkheid, in overeenstemming met de motie?
  3. Is het bij het college bekend of ook JERA en Rhenus in gesprek zijn geweest, zijn of gaan met de afnemende energiebedrijven over het bloedkolenvrij maken van hun keten? Is het college bereid om deze bedrijven hiertoe aan te sporen?
  4. HES heeft dus toegezegd om de zorg van de gemeente over de bloedkolen onder de aandacht te brengen van de specifieke afnemers van kolen uit Cesar.
  5. Hebben zij dit al eens eerder gedaan? Zo ja: op welke manier?
  6. Hoe gaan zij hier nu invulling aan geven? Zijn zij bereid dit ook publiekelijk te doen?
  7. HES verwacht medio 2024 dat de kolenoverslag in tonnage minder dan de helft zal uitmaken van de totale overslag, aldus de brief van het college. Hoeveel procent van deze kolenoverslag zullen naar verwachting kolen zijn uit Cesar, Colombia?
  8. Hoeveel procent van de kolenoverslag bij de Rietlandenterminal is medio 2024 naar verwachting afkomstig uit Cesar, Colombia?
  9. Kan het college bevestigen dat zij dus nog geen energiebedrijven heeft benaderd bij het afdoen van de motie? Wanneer is het college dit van plan te gaan doen? En wordt hierbij dus expliciet het dringende verzoek gedaan tot stoppen met de inkoop van bloedkolen?
  10. Wanneer en hoe gaat het college de raad informeren over de resultaten van deze verzoeken?

Indiendatum: 7 mei 2024
Antwoorddatum: 23 okt. 2024

1. In het gewijzigde erfpachtcontract van de Rietlanden kolenterminal is opgenomen dat de nieuwe eigenaar vanaf 2030 geen kolen meer mag overslaan. Ziet het college nog mogelijkheden om versnelde uitfasering van kolen op te nemen in huur- dan wel erfpachtcontracten?

Het college gaat niet over de huur- of erfpachtrechten van de bedrijven in het havengebied. Dat is een bevoegdheid van het Havenbedrijf. Het Havenbedrijf is verheugd dat zij met de nieuwe eigenaar (Rhenus) tot overeenstemming is gekomen dat er vanaf 1 januari 2030 geen kolen meer worden overgeslagen op de Rietlanden kolen terminal. Dit is juridisch vastgelegd in het nieuwe ondererfpachtcontract. Een termijn eerder dan 2030 was niet reëel, omdat Rhenus tijd nodig heeft om alternatieve ladingstromen binnen te halen.

2 Klopt het dat voor de HES-terminal nog niet een dergelijk bindende afspraak geldt om te stoppen met kolen voor 2030? Zo nee, is het college van plan wel een bindende afspraak te maken met de HES-kolenterminal? Zo ja, vanaf wanneer kan dat ingaan? Kan dat eerder dan 2030? Zo nee, waarom niet?

Het college onderhandelt niet over erfpachtcontracten met bedrijven in het havengebied, dat doet het Havenbedrijf. Het is bekend dat het Havenbedrijf op dit moment met Hes Bulk Terminal in onderhandeling is. De inhoud van de gesprekken zijn vertrouwelijk, maar het college heeft vernomen dat de gesprekken constructief verlopen. Het college heeft er alle vertrouwen in dat met HES Bulk Terminal op korte termijn een juridisch bindende afspraak kan worden gemaakt dat er in 2030 geen kolen meer worden op- of overgeslagen.

3 Indien het niet mogelijk is met de HES terminal bindende afspraken te maken over de kolenoverslag, is het college dan wel van plan om het actieve engagement, zoals benoemd in de raadsinformatiebrief over ketenverantwoordelijkheid, in te zetten om te garanderen dat er voor 2030 geen kolen meer overgeslagen worden op de HESterminal? Graag een toelichting.

Het college heeft vertrouwen in een goede afloop van de gesprekken tussen het Havenbedrijf en HES Bulk Terminal over juridisch bindend afspraken. Inleiding: In de brief valt te lezen dat het Havenbedrijf sinds 2015 lid is van het initiatief Better Coal en hierbij ook participeert in de Colombia Working Group. Ondanks actieve deelname hieraan constateert het Havenbedrijf dat haar invloed gering is. Verder schrijft het college: “De onderzoeken door Better Coal naar misstanden worden niet door een onafhankelijke instantie verricht, de resultaten van die onderzoeken zijn niet openbaar en de voorgestelde verbeteringen kunnen niet bindend worden opgelegd.”

4 Wat zijn de overwegingen van het Havenbedrijf om al dan niet lid te blijven van deze schijnbaar niet-onafhankelijke, ondoorzichtige en ineffectieve organisatie?

Het Havenbedrijf acht het raadzamer om lid te blijven dan om haar lidmaatschap op te zeggen. Als lid heb je nog toegang tot informatie en kan je achter de schermen nog proberen om de situatie te verbeteren. Als je het lidmaatschap opzegt kan je niks meer doen. Inleiding: Pax en SOMO hebben samen met getroffen bevolkingsgroepen en slachtoffers een klacht ingediend bij het NCP OESO tegen de energiebedrijven RWE, Vattenfall, Uniper en Engie vanwege de afname van bloedkolen uit Colombia. Ook dienden zij een klacht in tegen de havens van Rotterdam en Amsterdam. In de brief schrijft het college: “Het Havenbedrijf en de gemeente Amsterdam werken volledig mee met dit proces. De gemeente roept de Amsterdamse kolenterminals en andere betrokkenen op dit ook te doen.”

5 Op welke manier roept de gemeente hiertoe op? Kan het college toelichten op welke manier dit concreet is gebeurd, gaande is of nog staat te gebeuren?

De oproep is kenbaar gemaakt door middel van de RIB ketenverantwoordelijkheid en mondeling aan het havenbedrijven van Amsterdam en Rotterdam en de HES kolenterminal. Er zal nog een brief uitgaan naar drie kolencentrales, waarvan bekend is dat zij tot voor kort kolen uit Colombia gebruikten5 . Hen zal ook worden gevraagd ook volledig mee te werken. Inleiding: Motie 558 van de leden Bakker, Veldhuyzen, Kabamba en Ernsting verzocht het college om Europese bedrijven, die zich voor de winning van kolen in Colombia schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen, op te roepen om de schade gedaan aan de oorspronkelijke bewoners passend te compenseren. En dit idealiter te doen in gezamenlijkheid met andere betrokken overheden zoals de gemeente Rotterdam en het Rijk. De motie wordt afgedaan door te verwijzen naar de lopende procedure omtrent de hierboven genoemde ingediende klacht bij NCP OESO met de mededeling dat “navraag bij diverse betrokkenen” het college leerde dat partijen eerst het oordeel van het NCP OESO af willen wachten en dat de gemeente Amsterdam en het Havenbedrijf deze ontwikkelingen zullen volgen. Ondergetekende van deze vragen vindt dit geen acceptabele afdoening.

6 Bij welke “diverse betrokkenen” heeft het college “navraag” gedaan voor de uitvoering van deze motie? En wat hield deze navraag precies in?

Het college heeft navraag gedaan bij de Havenbedrijven van Amsterdam en Rotterdam en de HES Bulk Terminal. Zij wachten het oordeel van het OESO Nationaal Contactpunt af.

7 Begrijp ik het goed dat het college dus géén oproep heeft gedaan aan Europese bedrijven, die zich voor de winning van kolen in Colombia schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen, om de schade gedaan aan de oorspronkelijke bewoners passend te compenseren?

Voor zover bekend bij de gemeente zijn er geen Europese bedrijven die kolen winnen in Colombia. Er zijn wel Europese bedrijven, met name energiebedrijven, die kolen hebben afgenomen uit Colombia en dus indirect medeverantwoordelijk zijn. Zoals genoemd bij het antwoord van vraag 5 zal de gemeente de betrokken energiebedrijven in een brief oproepen om mee te werken met de NCP OESO klachtenprocedure.

8 Onderschrijft het college hiermee dan ook de conclusie dat het verzoek van deze motie niet is uitgevoerd?

Zoals in de RIB Ketenverantwoordelijkheid staat vermeld, zullen de gemeente Amsterdam en het Havenbedrijf de ontwikkelingen volgen en de raad op de hoogte brengen van de beslissing van het NCP OESO. Wanneer deze beslissing valt is niet bekend. Daarmee heeft de gemeente haar verantwoordelijkheid genomen die past binnen het mandaat van de gemeente. Hoewel de gemeente de inzet van de indieners ondersteunt, verwijst het college naar de daarvoor gewezen organisatie: het Nationaal Contactpunt OESO.

9 Waarom gaat het college mee in de wens van “partijen” om eerst het oordeel van het NCP OESO af te willen wachten?

Zie antwoord op vraag 6 en 7.

10 Vindt het college dan niet dat als energiebedrijven op de hoogte waren van de vreselijke misstanden, maar hier niets tegen deden of niets aan wisten te veranderen en alsnog doorgingen met importeren van bloedkolen, dat zij daarmee medeplichtig zijn aan mensenrechtenschendingen? En dat zij alsnog zo snel mogelijk stappen moeten ondernemen om de schade gedaan aan oorspronkelijke bewoners passend te compenseren? Graag een toelichting.

Zoals gezegd bij het antwoord op vraag 7 : hoewel het college de inzet van de indieners ondersteunt, verwijst het college naar de daarvoor gewezen organisatie: het Nationaal Contactpunt OESO.

11 Is het college bereid nogmaals naar deze motie te kijken en deze naar behoren uit te voeren? Graag een toelichting.

Het college heeft uitvoering gegeven aan de motie op een manier die past binnen het mandaat van de gemeente. Hoewel de gemeente de inzet van de indieners ondersteunt, verwijst het college naar de daarvoor gewezen organisatie: het Nationaal Contactpunt OESO. Inleiding: motie 559 van de leden Bakker, Veldhuyzen, Schmit en Ernsting riep het college op om zich in te spannen om de overslag en het gebruik van bloedkolen zo snel mogelijk te laten stoppen en om bedrijven in de haven en energiecentrales aan te spreken op hun ketenverantwoordelijkheid met het dringende verzoek om deze bloedkolen uit Cesar, Colombia te boycotten. De motie wordt afgedaan met een gesprek tussen de wethouder en de directie van HES Bulk Terminal waarin de wethouder de op- en overslag van steenkolen uit Cesar “ter sprake” heeft gebracht en heeft “gevraagd of het mogelijk is om deze te stoppen”. De directie heeft hierop verklaard geen zeggenschap te hebben over de kolen, omdat deze van de energiemaatschappijen zijn, en dat deze maatschappijen het recht hebben hiermee door te gaan vanwege lopende contracten. HES gaat de zorg van de gemeente wel onder de aandacht brengen bij de specifieke afnemers van de bloedkolen. Het college kondigt aan dat zij de op Amsterdams grondgebied gevestigde energiebedrijven zal vragen om de herkomst van hun grondstoffen te onderzoeken en te stoppen met de inkoop van grondstoffen waarbij mensenrechten worden geschonden. Ook deze motie is in de ogen van de Partij voor de Dieren nog niet naar behoren uitgevoerd.

12 Is het college het met de indiener eens dat “bedrijven in de haven en energiecentrales aan te spreken op hun ketenverantwoordelijkheid met het dwingende verzoek om deze bloed-kolen uit Cesar, Colombia te boycotten” niet hetzelfde is als bij de directie van één kolen-terminal te vragen of het mogelijk is om ermee te stoppen?

Er zijn op dit moment nog twee terminals die kolen overslaan. Het college heeft het onderwerp besproken met de HES Bulk Terminal en besloten om dit niet te doen bij de Rietlanden kolenterminal, omdat het Havenbedrijf op het zelfde moment in onderhandeling was met het bedrijf Rhenus over een eventuele overname. Hiermee deed zich een kans voor om juridische bindende afspraken te maken dat er vanaf 2030 geen kolen meer zouden worden op- of overgeslagen op de Rietlanden Terminal. (zie ook antwoord op vraag 13)

13 Waarom heeft het college de bedrijven JERA en Rhenus niet benaderd, in overeenstemming met de motie, aangezien in de haventerminal Rietlanden ook nog tot 2030 kolen mogen worden overgeslagen? Is het college bereid om alsnog de bedrijven JERA en Rhenus te benaderen en het actieve engagement in te zetten zoals beschreven in de brief over ketenverantwoordelijkheid, in overeenstemming met de motie?

Het hoofddoel van het college en het Havenbedrijf is om de op- en overslag van steenkolen, en daarmee ook van steenkolen uit Colombia, zo snel mogelijk te beëindigen. Op het moment van de motie, was het Havenbedrijf in serieuze onderhandelingen met de nieuwe eigenaar Rhenus over een wijziging van het ondererfpachtcontract. Het hoofddoel van het Havenbedrijf was om Rhenus te overtuigen dat het vanaf 2030 geen steenkolen meer zou overslaan. Met moeite is dat gelukkig gelukt. Het vraagt een behoorlijke inzet voor Rhenus om voor 2030 nieuwe ladingstromen binnen te halen. Om daar ruimte voor te bieden heeft het Havenbedrijf niet aangedrongen ook onmiddellijk te stoppen met steenkolen uit Colombia, omdat het havenbedrijf niet het risico wilde lopen dat Rhenus van de koop af zou zien.

14 Is het bij het college bekend of ook JERA en Rhenus in gesprek zijn geweest, zijn of gaan met de afnemende energiebedrijven over het bloedkolenvrij maken van hun keten? Is het college bereid om deze bedrijven hiertoe aan te sporen?

Nee, het is niet bekend of JERA en Rhenus hierover met hun afnemers hebben gesproken.

15 HES heeft dus toegezegd om de zorg van de gemeente over de bloedkolen onder de aandacht te brengen van de specifieke afnemers van kolen uit Cesar. a) Hebben zij dit al eens eerder gedaan? Zo ja: op welke manier? b) Hoe gaan zij hier nu invulling aan geven? Zijn zij bereid dit ook publiekelijk te doen?

De wethouder Haven heeft deze zorgen namens het college met HES besproken. HES bepaalt zelf hoe zij hiermee omgaan.

16 HES verwacht medio 2024 dat de kolenoverslag in tonnage minder dan de helft zal uitmaken van de totale overslag, aldus de brief van het college. Hoeveel procent van deze kolenoverslag zullen naar verwachting kolen zijn uit Cesar, Colombia?

Ten aanzien van de op- en overslag van steenkolen beschikt het Havenbedrijf alleen over totaalcijfers, en niet over een onderverdeling per terminal en hoeveel er direct per binnenvaartschip wordt doorgevoerd naar het achterland, zonder dat het bij een terminal heeft gelegen. De totaalcijfers zijn opgenomen in tabel 1. In de tabel is duidelijk te zien dat de kolenoverslag in 11 jaar tijd is afgenomen van 18,3 miljoen ton in 2013 naar 6,1 miljoen ton in 2023, een daling met 67%. De kolen uit Colombia zijn in die zelfde periode gedaald van 7,4 miljoen ton naar 1,2 miljoen ton, een daling met 84%.

kolen haven

17 Hoeveel procent van de kolenoverslag bij de Rietlandenterminal is medio 2024 naar verwachting afkomstig uit Cesar, Colombia?

Het Havenbedrijf beschikt alleen over geaggregeerde cijfers en niet over een uitsplitsing per terminal. Zoals blijkt uit de tabel is het aandeel van de kolen uit Colombia de afgelopen 11 jaar gedaald met 84%, van 7,4 miljoen ton naar 1.4 miljoen ton. Het aandeel Colombiaanse kolen op de totale kolenoverslag bedroeg in 2023 19,8%.

18 Kan het college bevestigen dat zij dus nog geen energiebedrijven heeft benaderd bij het afdoen van de motie? Wanneer is het college dit van plan te gaan doen? En wordt hierbij dus expliciet het dringende verzoek gedaan tot stoppen met de inkoop van bloedkolen?

Uit informatie van SOMO uit december 20226 blijkt dat er in drie Nederlandse elektriciteitscentrales kolen uit Colombia worden gebruikt voor de opwekking van elektriciteit. Dit zijn de Eemshavencentrale van RWE, de Maasvlaktecentrale van Uniper en de elektriciteitscentrale van Onyx-Power (voorheen Engie) in Rotterdam. Het college zal de drie centrale aanschrijven om hen te informeren over het SOMO-rapport en de NCP klachtenprocedure.

19 Wanneer en hoe gaat het college de raad informeren over de resultaten van deze verzoeken?

Zodra het college een reactie ontvangt van de drie Nederlandse elektriciteitscentrales zal de raad worden geïnformeerd.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen van de leden Bakker en Krom inzake turf

Lees verder

Schriftelijke vragen van het lid Bakker inzake de rol van de Amsterdamse Haven bij ontbossing voor soja en palmolie

Lees verder

    Word actief Doneer