Schrif­te­lijke vragen inzake afval­pro­ble­matiek in Amsterdam


Indiendatum: 14 apr. 2021

Toelichting:

Op 5 november 2020 heeft wethouder Ivens, met de portefeuille Reiniging, de raad een brief gestuurd waarin hij constateert dat Amsterdam kampt met een afvalprobleem en daartoe door het college een Afvaloffensief gelanceerd is met vierledige aanpak[i]. We zijn inmiddels enkele maanden verder, maar de fractie van de Partij voor de Dieren ziet helaas nog geen verbetering van de situatie. Sterker nog: containers en prullenbakken zijn vol en de Amsterdamse straten en parken liggen vaak vol zwerfvuil. De wethouder gaf op 13 april 2021 een schriftelijke update aan de gemeenteraad over de aanpak waarin ook hij aangeeft dat we er nog lang niet zijn[ii]. De fractie betreurt dat Amsterdammers veel overlast ondervinden, maar vooral dat via het water plastic en andere stukken rommel vol schadelijke stoffen in de natuur en de zee belanden, met uiteindelijk zeer nadelige (gezondheids)effecten voor mens en dier tot gevolg.

Bovendien maakt de fractie zich zorgen over het onnodige dierenleed dat wordt veroorzaakt doordat de gemeente haar vuilnis gerelateerde taken niet op orde heeft. Naast de piek in het huisafval van het afgelopen jaar is er een vergelijkbare piek in het aantal rattenmeldingen waar te nemen, zo schrijft het college[iii]. Overal in de stad zijn lopende buffetten ontstaan voor ratten. Uit de onlangs beantwoorde schriftelijke vragen inzake ‘tafeltje dek je voor ratten in de Rivierenbuurt’ van ondergetekende blijkt dat door de GGD klemmen worden geplaatst. Ook in andere stadsdelen worden ratten gedood met klemmen. Op foto’s gemaakt door bewoners in Noord zijn zelfs open en bloot op straat geplaatste rattenvallen te zien, waardoor mogelijk ook andere (huis)dieren en kinderen gevaar lopen.

Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van Partij voor de Dieren, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

1. De Amsterdamse openbare ruimte staat sinds de coronacrisis meer onder druk. Met name de parken worden (nog) drukker bezocht, waardoor vuilnisbakken snel vol raken. Door volle prullenbakken in parken en straten belandt afval in de natuur.

  • Hoe vaak en op welke tijdstippen worden vuilnisbakken in parken geleegd? Graag een toelichting per park.
  • Hoe vaak en op welke tijdstippen worden andere publieke vuilnisbakken in de openbare ruimte geleegd?
  • Acht het college de frequentie voldoende? Zo ja, hoe beargumenteert zij dit? Zo nee, is zij van plan de frequentie aan te passen?
  • Hoe is tot deze frequentie besloten? Wordt er rekening gehouden met piekmomenten, zoals bijv. het weekend, of met andere factoren zoals het weer? Zo ja, hoe wordt daarop aangesloten? Zo nee, waarom niet?
  • In hoeverre slaagt de gemeente erin vuilnisbakken te legen voordat deze (over)vol zijn?
  • Wordt er actief toegezien door handhavers dat vuilnisbakken niet vol zijn?
  • Indien de vorige vraag met ‘ja’ is beantwoord, hoe snel wordt er gemiddeld gehandeld nadat een handhaver een volle vuilnisbak gesignaleerd heeft?

2. Een grote ergernis onder Amsterdammers zijn volle containers voor afval en karton en de vuilnisbergen die hierdoor op straat ontstaan.

  • Is het college het met de fractie van de Partij voor de Dieren eens dat containers nog steeds veel te vaak vol zijn? Zo nee, waarom niet?
  • Hoe vaak worden containers geleegd?
  • Worden containers vaker geleegd dan eerder het geval was?
  • Acht het college de frequentie momenteel voldoende? Zo ja, hoe beargumenteert zij dit? Zo nee, is zij van plan de frequentie aan te passen?
  • Hoe is tot deze frequentie besloten?

3. De gemeente vraagt inwoners om telefonisch of via een digitaal formulier melding te maken van volle containers. De fractie van de Partij voor de Dieren ontvangt berichten van bewoners dat er echter niet of (veel) te laat gereageerd wordt op meldingen over volle containers of verkeerd aangeboden afval. Er zou bijv. niet eerder dan op de toch al geplande ophaaldag worden gehandeld. Het college schrijft dat meldingen binnen 72 uur (!) worden afgehandeld. Dat wil zeggen dat een container maar liefst drie dagen onbruikbaar kan zijn en verkeerd geplaatst vuilnis op straat blijft liggen, met alle gevolgen van dien.

  • Klopt het dat het dagen duurt voordat de gemeente actie onderneemt na een melding over een volle container of verkeerd geplaatst afval? Herkent het college de gang van zaken in het hierboven geschetste beeld? Graag een toelichting.
  • Wanneer een volle container gemeld wordt door een inwoner, hoe lang duurt het dan gemiddeld voordat de betreffende container wordt geleegd en eventueel aanwezig rondslingerend vuil dat naast de containers is geplaatst wordt opgehaald? Acht het college dit snel en adequaat genoeg?
  • Kan er sneller worden gehandeld na een melding? Zo ja, waarom gebeurt dit nog niet? Zo nee, waarom niet?
  • Hoe beoordeelt het college de meldingsbereidheid van Amsterdammers en in hoeverre wil de gemeente eigenlijk afhankelijk zijn van meldingen van inwoners over volle containers om hiervan op de hoogte te zijn?
  • Is onderzocht of het melden van volle containers of afval op straat voldoende toegankelijk is voor inwoners?
  • Is de mogelijkheid tot melden bij inwoners voldoende bekend? Zo ja, waar wordt dit op gebaseerd? Zo nee, is het college van plan de bekendheid te vergroten en hoe?
  • Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat de mogelijkheid tot het maken van een melding vereenvoudigd kan worden via een QR code op containers (waarbij gegevens zoals o.a. het adres voorafgaand al zijn ingevuld)? Zo ja, is zij bereid deze mogelijkheid te onderzoeken en/of toe te passen via een pilot?
  • In een raadsbrief[iv] van 16-03 geeft wethouder Ivens aan geen 1 op 1 relatie te zien tussen de toename van het aantal meldingen en de kwaliteit van de openbare ruimte, maar zou de toename te verklaren zijn doordat de meldingsbereidheid is gestegen omdat de gemeente het makkelijker heeft gemaakt om te melden. Kan worden toegelicht waarom de toename volgens het college niet voornamelijk te maken heeft met de verergering van de afvalproblematiek?

4. Naast volle vuilnisbakken en containers geplaatste afvalzakken vormen een uitnodigend buffet voor ratten. Steeds vaker ontvangt de fractie bezorgde berichten van inwoners over geplaatste rattenvallen. Inwoners geven aan nieuwsgierige jonge katten aan te treffen bij de klemmen en maken zich zorgen over de gevaren voor o.a. kinderen, egels en vogels.

  • Heeft het college actueel in beeld waar binnen de gemeente rattenvallen worden gebruikt, hoeveel en wat voor soort?
  • Op de website van het merk van de in Noord op straat geplaatste rattenklemmen wordt nadrukkelijk benoemd dat voor het gebruik van klemvallen goede kennis vereist is om ze zo te plaatsen dat “ratten er wel inlopen, maar dat andere dieren, huisdieren en kinderen geen gevaar lopen”[v]. Hoe wordt voorkomen dat kinderen en andere (huis)dieren gevaar lopen door geplaatste rattenklemmen? Wordt hier toezicht op gehouden? Zo ja, hoe en door wie? Zo nee, is het college bereid te onderzoeken of binnen de gemeente geplaatste rattenvallen gevaarlijk zijn voor andere (huis)dieren en kinderen?
  • In de beantwoording van de schriftelijke vragen inzake ‘‘tafeltje dek je’ voor ratten in de rivierenbuurt’ schrijft het college dat er altijd kritisch wordt gekeken of klemmen nodig zijn en dat de focus altijd gericht is op preventie. Waarom acht het college het niet noodzakelijk om de afvalproblematiek eerst op te lossen in plaats van over te gaan tot dieronvriendelijke maatregelen?
  • Wat doet de gemeente op dit moment concreet wanneer er ergens ratten zijn gezien rondom vuilcontainers en vuilniszakken? En in hoeverre speelt het voorkomen van onnodig dierenleed hierin een rol?
  • In de beantwoording van de schriftelijke vragen inzake ‘‘tafeltje dek je’ voor ratten in de rivierenbuurt’ schrijft het college dat artikel 5.18 in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) de mogelijkheid biedt om gebieden aan te wijzen waar het verboden is om dieren te voeren om het aantrekken van dieren die overlast geven tegen te gaan. Echter kunnen uitsluitend de plekken waar problemen zich voordoen of verwacht worden – eventueel tijdelijk – worden aangewezen als verbodsgebied. Ziet het college, in het kader van preventief optreden om dierenleed (het gebruik van rattenklemmen) te voorkomen, aanleiding om de mogelijkheden te bekijken om eerder over te kunnen gaan tot het instellen van een voederverbod?
  • De IJsselbuurt vertoont volgens het college de hoogste mate van toename van het aantal vastgestelde rattenlocaties en daarom is recentelijk besloten hier een voederverbod in te stellen. Wat vindt het college ervan dat er pas zo laat wordt overgegaan tot het instellen van een voederverbod? Acht zij dit effectief genoeg?
  • Het college geeft aan “dicht groen” terug te brengen naar meer “open, goed schoon te houden en voor dieren minder aantrekkelijk groen” om de schuil- en nestgelegenheden van ratten te beperken. Wat is de invloed hiervan op andere dieren in de omgeving? Worden zij hierdoor niet benadeeld? In hoeverre zal deze aanpak effect hebben wanneer de vuilophaal niet op orde is; ofwel, kan het college beargumenteren waarom dit niet slechts een naïeve maatregel is waardoor groen onnodig verdwijnt?

5. Sinds juli 2020 controleren 14 handhavers de notoire afvallocaties in de stad. De handhavers rijden langs de bekende plekken, maken de achtergelaten vuilniszakken open en wroeten net zo lang in de vuilnis tot ze aanwijzingen vinden van wie die is. Veel gegevens die aangetroffen worden in de vuilniszakken komen niet overeenkomen met het adres van het huishouden dat in het basisregister van de gemeente staat. Via deze methode zijn er dus ook al veel boetes uitgedeeld voor adresfraude.[vi] Sinds de start (juli 2020) van de toezichthouders afval zijn er circa 30.000 afvalovertreders gevonden. Op dit moment zijn circa 16.000 boetes verzonden ter incasso en/of betaald. Hiervan is circa 94% voor bewoners en circa 6% voor bedrijven[vii].

  • Ziet het college deze manier van handhaving als een ‘noodgreep’ of als een toekomstig duurzame oplossing om het afvalprobleem te verminderen?
  • Hoe beoordeelt het college de effectiviteit van deze vorm van handhaving?
  • Valt deze manier van handhaven binnen de privacywetgeving? Is het geoorloofd om deze gegevens binnen de gemeente door te spelen (van afdeling Handhaving naar afdeling Wonen)?
  • 16.000 van de 30.000 afvalovertreders hebben een boete gekregen (53,3%). De backoffice is in de afgelopen periode uitgebreid zodat het college de instroom van constateringen aankunnen. Heeft het college een streefpercentage van uitgedeelde boetes voor afvalovertreders? Zo ja, wat is dat streefpercentage?

6. De aandacht van het Afvaloffensief gaat vooral naar 150 locaties die per stadsdeel zijn aangewezen: “ze worden bijna dagelijks bezocht, schoongemaakt, er wordt extra ingezet op communicatie naar bewoners, het motiveren van bewoners en er is extra inzet vanuit handhaving”.

  • Wat zijn de aangewezen 150 meest vervuilde locaties per stadsdeel? Gaat het daarbij om delen van straten, wijken of individuele containers die vaak vol zitten?
  • Is het mogelijk om een overzicht van de 150 locaties te ontvangen?
  • Heeft er al een evaluatie plaatsgevonden of die aangewezen 150 locaties voldoende zijn?
  • Kan het worden uitgebreid?
  • Ziet het college een relatie tussen de 150 locaties? Wat hebben zij met elkaar gemeen?
  • Wordt er bij de aangewezen 150 meest vervuilde locaties per stadsdeel ook specifiek aandacht besteed aan ratten? Zo ja, hoe?

7. In de brief over het Afvaloffensief valt te lezen dat de gemeente experimenten uitvoert op het gebied van afval.

  • In het najaar van 2020 zouden 100 nieuwe, grotere kartonkleppen zijn geplaatst op containers zodat er ook grote stukken karton doorheen kunnen. Heeft deze maatregel een positief effect gehad? Zo ja, zullen de kleppen op meer containers in de stad geplaatst worden? Zo nee, waarom niet?
  • Kan de wethouder aanvullende informatie geven over hoe de experimenteren met dynamisch inzamelen van afval gaan tot nu toe? Lukt het om de containers te legen op het juiste moment, als ze (bijna) vol zijn? Heeft het geleid tot een verbetering of juist niet?
  • Er zou efficiënter gebruik worden gemaakt gaan worden van voertuigen door de inzet van nieuwe technieken waarmee slimmere routes gepland kunnen worden, waardoor alleen naar containers gereden zou worden waar dat nodig is. Wordt er in de praktijk al efficiënter gebruik gemaakt van de voertuigen? Zorgt het ook voor minder vervoersbewegingen en tegelijkertijd een beter resultaat? Zo nee, op welke termijn denkt het college dat dit gaat lukken?
  • Hoe is de pilotfase over het gebruik van slimme technologie gegaan waarbij met een mobiele scan-app verkeerd geplaatst afval werd geregistreerd? Wat zijn de bevindingen tot nu toe?
  • Er hebben experimenten met beeldherkenning plaatsgevonden met als doel door middel van de beelden automatisch te weten wat de schoonheidsgraad in een buurt is[viii]. Kan de wethouder hier meer informatie over geven? Hoe en waar worden de beelden gemaakt en hoe worden de beelden geanalyseerd? Worden de beelden ook voor andere doeleinden gebruikt?

8. Er wordt geconstateerd dat een groot aantal bedrijven misbruik maakt van de gemeentelijke inzamelvoorzieningen. Een boete en/of de hoogte van de boete blijkt niet afdoende als prikkel om een afschrikwekkend effect te hebben. De wethouder geeft daarom aan te onderzoeken “of we dit misbruik en de kosten van het verwijderen van afval kunnen verhalen op de overtreder via (spoedeisende) bestuursdwang”. Voordat dit middel ingevoerd zou kunnen worden, zouden er volgens hem “nog een aantal knelpunten [moeten] worden opgelost”.

  • Kan de wethouder al conclusies delen naar aanleiding van het onderzoek?
  • Welke knelpunten moeten er nog worden opgelost om dit misbruik en de kosten voor het verwijderen van afval te kunnen verhalen op de overtreder via bestuursdwang? Op welke termijn denkt het college dit te kunnen bewerkstelligen?
  • Heeft het college nog andere opties laten onderzoeken om bedrijven te kunnen bestraffen of om overlast door bedrijven te voorkomen? Zo ja, welke kansen ziet zij? Zo nee, is zij van plan dit nog te doen?
  • Denkt het college dat de problematiek tijdens de coronacrisis is verergerd doordat horecaondernemers om te besparen ophaalcontracten hebben opgezegd toen zij dicht moesten, terwijl zij wel afhaal- en bezorgmaaltijden zijn blijven uitserveren?
  • De wethouder geeft aan dat een aanpassing van het Reinigingsrecht op de middellange termijn een betere oplossing kan zijn die momenteel wordt uitgewerkt[ix]. Aan wat voor wijziging denkt het college en wanneer wordt de raad hierover geïnformeerd?

9. Zwerfvuil komt in het water terecht, met grote gevolgen voor met milieu.

  • Wat is de gemeentelijke opruimcapaciteit voor zwerfafval in water?
  • Wat gaat de gemeente precies doen op het gebied van handhaving op het water?
  • Is er een inschatting hoeveel vuil er in de grachten eindigt? Zo ja, om hoeveel tonnage gaat het? Wordt dat bijgehouden en is er trend te zien in hoeveel we eruit halen?

10. In het in december 2020 vastgestelde nieuwe uitvoeringsprogramma afval en grondstoffen 2020-2025[x] is te lezen dat bewoners bij het maken van een afspraak voor de ophaal van grofvuil informatie krijgen over alternatieven die er zijn zoals kringloopwinkels, (tweedehands) marktplaatsen, recyclepunten etc., om bewustwording over andere herbestemmingen voor de afgedankte spullen te vergroten. Ook staat er dat er de komende jaren geïnvesteerd zal worden in het verbeteren van de mogelijkheden om grof afval aan te melden. Ziet het college kansen om als gemeente een brug te slaan tussen kringloopwinkels en de aanbieder van spullen, bijv. via een app? Wil de gemeente dit onderzoeken?

11. In de brief van wethouder Ivens is capaciteit van de vuilnisophaaldiensten niet als probleem genoemd. In de beantwoording op de schriftelijke vragen van het lid Naoum Néhmé van de VVD (24 maart) stelt het college dat er pre-corona geen capaciteitsgebrek was en dat er nu tijdelijk een extern bedrijf is ingehuurd.

  • Waarom is er gekozen voor het inhuren van een externe partij? Welke kosten zijn er gemoeid met het inhuren van deze partij? Is er een termijn gekoppeld aan deze samenwerking? Is er een kans dat deze externe partij ook actief blijft na coronatijd?
  • Is het college van mening dat de inzet van de externe partij het capaciteitsprobleem oplost? Zo niet, waarom is er niet gekozen voor opschaling van de eigen organisatie?
  • Wordt er rekening gehouden met het scenario dat er in post-corona tijd nog steeds veel thuisgewerkt wordt, en daarmee nog meer huisvuil te verwachten is dan voorheen? Zo ja, hoe wordt er ingespeeld op die ontwikkelingen? Blijven externe partijen in dienst of vindt er een opschaling plaats bij de afvalmedewerkers?

12. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) toont aan dat Amsterdammers in vergelijking met andere inwoners van G4-steden, de hoogste afvalstoffenheffing betalen (in 2021 200 euro per inwoner)[xi] In het Uitvoeringsprogramma Afval en Grondstoffen wordt gesteld dat de investeringen in voorzieningen in 2020 van € 2.626.000 naar € 3.551.000 in 2022 gaat.

  • Amsterdam heeft per duizend inwoners circa 0,5 afvalmedewerkers in dienst. Voldoet dit aantal afvalmedewerkers in coronatijd?
  • Er wordt meer geïnvesteerd in voorzieningen, zo worden er tot 2024 elk jaar ongeveer 350 glas- en papiercontainers bijgeplaatst. Betekent dit niet dat er ook een opschaling moet plaatsvinden van het aantal afvalmedewerkers?
  • Amsterdammers betalen de hoogste afvalstoffenheffing van de G4, verdienen zij dan ook niet een hoge kwaliteit afvalservice in de stad?

Het lid van de gemeenteraad,

A.L. Bakker


[i] https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9535289/1/20201102%20afvalbrief%20schoon%20vdef

[ii] https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/10004573/1/20210413%20afvaloffensief%20raadsbrief%20def

[iii] https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9702237/2/SV75_21_Beantwoording%20schriftelijke%20vragen%20A_L_%20Bakker%20inzake%20ratten%20in%20de%20Rivierenbuurt

[iv] https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9965209/1/09012f978340a3cf

[v] https://www.rentokil.com/nl/blog/gifvrije-knaagdierbestrijding/

[vi] https://www.parool.nl/amsterdam/offensief-gemeente-ruim-2400-afvalboetes-in-een-maand-tijd~b341e2de/

[vii] https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/10004573/1/20210413%20afvaloffensief%20raadsbrief%20def

[viii] https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/10004573/1/20210413%20afvaloffensief%20raadsbrief%20def

[ix] https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/10004573/1/20210413%20afvaloffensief%20raadsbrief%20def

[x] https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9464603/1/09012f978321b0ce

[xi] https://www.cbs.nl/nl-nl/cijfe...

Indiendatum: 14 apr. 2021
Antwoorddatum: 29 sep. 2021

1. De Amsterdamse openbare ruimte staat sinds de coronacrisis meer onder druk. Met name de parken worden (nog) drukker bezocht, waardoor vuilnisbakken snel vol raken. Door volle prullenbakken in parken en straten belandt afval in de natuur.

a. Hoe vaak en op welke tijdstippen worden vuilnisbakken in parken geleegd? Graag een toelichting per park.

Over het algemeen worden de prullenbakken in de parken en daarbuiten minstens 1 keer per dag op rustige dagen en 2 keer per dag op drukke dagen geleegd. Het legen van de prullenbakken gebeurt deels informatiegestuurd. De vullingsgraad van de prullenbakken wordt regelmatig gemonitord door de schouwers van de gemeente. Deze informatie wordt gebruikt om de beschikbare capaciteit zo efficiënt mogelijk in te zetten.

b. Hoe vaak en op welke tijdstippen worden andere publieke vuilnisbakken in de openbare ruimte geleegd?

Zie het antwoord op de vorige vraag.

c. Acht het college de frequentie voldoende? Zo ja, hoe beargumenteert zij dit? Zo nee, is zij van plan de frequentie aan te passen?

Met de hierboven uiteengezette werkwijze wordt gemiddeld 90% niveau B behaald. Dit is volgens de landelijke CROW systematiek. Dit houdt in dat in 90% van de schouwmomenten de prullenbak aan niveau B voldoet. Niveau B staat in dit kader voor een afvalbak die maximaal 80% gevuld is en waar geen afval uit steekt. Desalniettemin kan het voorkomen dat op sommige momenten in drukbezochte gebieden de prullenbakken vol zijn.

d. Hoe is tot deze frequentie besloten? Wordt er rekening gehouden met piekmomenten, zoals bijv. het weekend, of met andere factoren zoals het weer? Zo ja, hoe wordt daarop aangesloten? Zo nee, waarom niet?

Op basis van het beleidskader ‘1Amsterdam Heel en Schoon’ is in de begroting als doel opgenomen voor het beheer van de openbare ruimte 80% niveau B. Om de openbare ruimte ook in de drukke zomermaanden schoon te houden zijn extra prullenbakken en afvalpiramides in verschillende parken en recreatiegebieden geplaatst. Deze bakken en piramides worden ook geschouwd en de frequentie van legen wordt aangepast aan de hand van de verzamelde data.

e. In hoeverre slaagt de gemeente erin vuilnisbakken te legen voordat deze (over)vol zijn?

Zie het antwoord bij vraag c. De vastgestelde norm wordt over het algemeen behaald.

f. Wordt er actief toegezien door handhavers dat vuilnisbakken niet vol zijn?Toezien op de vullingsgraad van de publieke prullenbakken behoort niet tot het takenpakket van handhavers. Het monitoren van de vullingsgraad van de prullenbakken wordt gedaan door een team van schouwers.

g. Indien de vorige vraag met ‘ja’ is beantwoord, hoe snel wordt er gemiddeld gehandeld nadat een handhaver een volle vuilnisbak gesignaleerd heeft?

Zie antwoord op de vorige vraag.

2. Een grote ergernis onder Amsterdammers zijn volle containers voor afval en karton en de vuilnisbergen die hierdoor op straat ontstaan.

a. Is het college het met de fractie van de Partij voor de Dieren eens dat containers nog steeds veel te vaak vol zijn? Zo nee, waarom niet?

Ja, het college vindt dat het altijd nog beter kan en dat te vaak containers vol zijn. Voortdurende monitoring is van belang en waar nodig wordt direct geacteerd.

b. Hoe vaak worden containers geleegd?

De ledigingsfrequentie hangt af van de vulgraad. In het algemeen wordt een container één keer per week geleegd en vaker indien nodig.

c. Worden containers vaker geleegd dan eerder het geval was?

Bij antwoord b is aangegeven dat containers één keer per week worden geleegd en vaker indien nodig is.

d. Acht het college de frequentie momenteel voldoende? Zo ja, hoe beargumenteert zij dit? Zo nee, is zij van plan de frequentie aan te passen?

Op veel plekken is de inzamelfrequentie in orde, maar waar sprake is van een structureel knelpunt, wordt de frequentie aangepast.

e. Hoe is tot deze frequentie besloten?

De vulgraad van de containers wordt continu gemonitord. Op basis daarvan worden de inzamelroutes ingepland en wordt de inzamelfrequentie bepaald.

3. De gemeente vraagt inwoners om telefonisch of via een digitaal formulier melding te maken van volle containers. De fractie van de Partij voor de Dieren ontvangt berichten van bewoners dat er echter niet of (veel) te laat gereageerd wordt op meldingen over volle containers of verkeerd aangeboden afval. Er zou bijv. niet eerder dan op de toch al geplande ophaaldag worden gehandeld. Het college schrijft dat meldingen binnen 72 uur (!) worden afgehandeld. Dat wil zeggen dat een container maar liefst drie dagen onbruikbaar kan zijn en verkeerd geplaatst vuilnis op straat blijft liggen, met alle gevolgen van dien.

a. Klopt het dat het dagen duurt voordat de gemeente actie onderneemt na een melding over een volle container of verkeerd geplaatst afval? Herkent het college de gang van zaken in het hierboven geschetste beeld? Graag een toelichting.

Meldingen worden of nog dezelfde dag of de dag na ontvangst doorgezet naar de Inzameling voor afhandeling op straat. Dit gebeurt zo veel als mogelijk direct en anders de dag erna. Alleen als de betreffende container op diezelfde dag is ingepland voor lediging wordt de melding niet doorgezet naar de Inzameling. Dan staat de container immers al op de inzamelroute. Er wordt direct actie ondernomen.

b. Wanneer een volle container gemeld wordt door een inwoner, hoe lang duurt het dan gemiddeld voordat de betreffende container wordt geleegd en eventueel aanwezig rondslingerend vuil dat naast de containers is geplaatst wordt opgehaald? Acht het college dit snel en adequaat genoeg?

Volle containers worden zoveel als mogelijk direct gecheckt en geledigd, als ze vol zitten (er kan ook sprake zijn van een stremming). Dit om verkeerd aangeboden afval zo veel als mogelijk te voorkomen. Binnen de mogelijkheden is dat snel en adequaat.

c. Kan er sneller worden gehandeld na een melding? Zo ja, waarom gebeurt dit nog niet? Zo nee, waarom niet?

Meldingen worden via het Meldpunt gecheckt, “ontdubbeld” en tweemaal per dag uitgezet bij de Inzameling voor afhandeling op straat. Voor de stadsdelen Centrum, West, Nieuw West en Noord geldt de afspraak dat meldingen voor 12 uur doorgezet nog die middag worden afgehandeld. Meldingen na 12 uur worden in de volgende ochtend op route gezet en meegenomen. Voor de stadsdelen Zuidoost, Oost en Zuid, waar dynamisch wordt ingezameld, geldt dat meldingen direct op route worden gezet indien er capaciteit is of anders de volgende ochtend. Naast meldingen wordt er geschouwd op straat om meldingen voor te zijn. Daarnaast is er een pilot objectdetectie waar data wordt verzameld met het oog op preventie. Uit bovenstaande blijkt dat het college er alles aan doet om de meldingen zo spoedig mogelijk af te handelen.

d. Hoe beoordeelt het college de meldingsbereidheid van Amsterdammers en in hoeverre wil de gemeente eigenlijk afhankelijk zijn van meldingen van inwoners over volle containers om hiervan op de hoogte te zijn?

Bij het vorige antwoord is aangegeven dat er op straat wordt geschouwd. De eigen medewerkers geven hiernaast ook meldingen door. De conclusie dat het college afhankelijk is van de meldingen van bewoners is niet juist. De meldingsbereidheid is in het algemeen groot, maar het college wil niet alleen afhankelijk zijn van meldingen om dat de meldingsbereidheid wel verschilt per wijk, en niet altijd correspondeert met het schoonheidsniveau van die wijk.

e. Is onderzocht of het melden van volle containers of afval op straat voldoende toegankelijk is voor inwoners?

Inwoners kunnen zelf een melding online maken, het contactcenter bellen om een melding te maken of dit op een stadsloket doen. Het college acht dit voldoende.

f. Is de mogelijkheid tot melden bij inwoners voldoende bekend? Zo ja, waar wordt dit op gebaseerd? Zo nee, is het college van plan de bekendheid te vergroten en hoe?

Het college kent signalen over onbekendheid van bewoners om een melding te doen bij de gemeente. Regelmatig zijn er campagnes gericht op het doen van allerlei meldingen. Daartoe worden ook stickers aangebracht op de containers.

g. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat de mogelijkheid tot het maken van een melding vereenvoudigd kan worden via een QR code op containers (waarbij gegevens zoals o.a. het adres voorafgaand al zijn ingevuld)? Zo ja, is zij bereid deze mogelijkheid te onderzoeken en/of toe te passen via een pilot?

De mogelijkheid om te melden via een QR code is onderzocht en is vanwege allerlei privacy issues niet verder uitgewerkt. Zo is het mogelijk om iets te wijzigen in de QR code of eroverheen te plakken zodat men niet naar een site van de gemeente gaat maar naar bijvoorbeeld een phishing website die lijkt op een site van de gemeente.

h. In een raadsbrief[1] van 16-03 geeft wethouder Ivens aan geen 1 op 1 relatie te zien tussen de toename van het aantal meldingen en de kwaliteit van de openbare ruimte, maar zou de toename te verklaren zijn doordat de meldingsbereidheid is gestegen omdat de gemeente het makkelijker heeft gemaakt om te melden. Kan worden toegelicht waarom de toename volgens het college niet voornamelijk te maken heeft met de verergering van de afvalproblematiek?

Het aantal meldingen neemt al een aantal jaar toe, zo ook in het afgelopen jaar. 2020 was een bijzonder jaar waarin de druk op de openbare ruimte sterk toe nam. Dit verklaart echter maar ten dele de toename van het aantal meldingen. De objectieve metingen van de kwaliteit van de openbare ruimte geven namelijk elk jaar min of meer hetzelfde beeld. Van groter belang is daarom de meldingsbereidheid onder bewoners. Deze neemt ook toe, maar verschilt per gebied. Zo kan het dat in een stadsdeel waar de openbare ruimte van hoge kwaliteit is, een groot aantal meldingen wordt gemaakt. Bovendien wordt deze toename in het aantal meldingen ook in de andere steden in de G4 geconstateerd. De informatie van meldingen wordt gebruikt in het onderhoud van de openbare ruimte, om overlast door afval te verhelpen, of zwerfafval te kunnen voorkomen.

4. Naast volle vuilnisbakken en containers geplaatste afvalzakken vormen een uitnodigend buffet voor ratten. Steeds vaker ontvangt de fractie bezorgde berichten van inwoners over geplaatste rattenvallen. Inwoners geven aan nieuwsgierige jonge katten aan te treffen bij de klemmen en maken zich zorgen over de gevaren voor o.a. kinderen, egels en vogels.

a. Heeft het college actueel in beeld waar binnen de gemeente rattenvallen worden gebruikt, hoeveel en wat voor soort?

Ja. De afdeling dierplaagbeheersing van de GGD heeft een actueel beeld van alle lopende acties waar wordt gewerkt met de mechanische methode (klemmen). Er wordt in de openbare ruimte uitsluitend gebruik gemaakt van stalen kisten. Na gebruik worden kisten op nieuwe locaties hergebruikt. Gelet op deze doorloop in gebruik, vernieuwing van kapotte kisten en voorraden wordt geen registratie van absolute aantallen kisten bijgehouden.

b. Op de website van het merk van de in Noord op straat geplaatste rattenklemmen wordt nadrukkelijk benoemd dat voor het gebruik van klemvallen goede kennis vereist is om ze zo te plaatsen dat “ratten er wel inlopen, maar dat andere dieren, huisdieren en kinderen geen gevaar lopen”[2]. Hoe wordt voorkomen dat kinderen en andere (huis)dieren gevaar lopen door geplaatste rattenklemmen? Wordt hier toezicht op gehouden? Zo ja, hoe en door wie? Zo nee, is het college bereid te onderzoeken of binnen de gemeente geplaatste rattenvallen gevaarlijk zijn voor andere (huis)dieren en kinderen?

De medewerkers hebben een opleiding gevolgd en zijn gediplomeerd en gecertificeerd bestrijdingstechnicus. Gezien het jarenlange gebruik en de ervaringen in en uit de praktijk ziet het college geen directe aanleiding voor het instellen van een onderzoek.

c. In de beantwoording van de schriftelijke vragen inzake ‘‘tafeltje dek je’ voor ratten in de rivierenbuurt’ schrijft het college dat er altijd kritisch wordt gekeken of klemmen nodig zijn en dat de focus altijd gericht is op preventie. Waarom acht het college het niet noodzakelijk om de afvalproblematiek eerst op te lossen in plaats van over te gaan tot dieronvriendelijke maatregelen?

Het college heeft het Afvaloffensief ingezet dat mede een aantal preventieve maatregelen omvat. Desalniettemin kan het nodig zijn om bij het bestrijden van een rattenplaag specifieke aanvullende maatregelen te nemen.

d. Wat doet de gemeente op dit moment concreet wanneer er ergens ratten zijn gezien rondom vuilcontainers en vuilniszakken? En in hoeverre speelt het voorkomen van onnodig dierenleed hierin een rol?

Het college kiest voor de aanpak van het ontstaan van het probleem (overlast door ratten). De rat is een belangrijke indicator van onderliggende problemen zoals het actief voeren van dieren, het verkeerd aanbieden van eetbaar afval, schuil- en nestelgelegenheid onder dichte bosschages en in tuinen, bouwkundige gebreken en gebreken aan het rioolstelsel. Ratten worden hierdoor zichtbaar en verschaffen zich toegang tot tuinen en woningen. Ratten horen bij iedere stad en bij de stadsnatuur en kunnen niet verdwijnen. Bij meldingen van ratten wordt altijd onderzoek ingesteld en bij overlast situaties wordt waar mogelijk en nodig ratten bestreden.

e. In de beantwoording van de schriftelijke vragen inzake ‘‘tafeltje dek je’ voor ratten in de rivierenbuurt’ schrijft het college dat artikel 5.18 in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) de mogelijkheid biedt om gebieden aan te wijzen waar het verboden is om dieren te voeren om het aantrekken van dieren die overlast geven tegen te gaan. Echter kunnen uitsluitend de plekken waar problemen zich voordoen of verwacht worden – eventueel tijdelijk – worden aangewezen als verbodsgebied. Ziet het college, in het kader van preventief optreden om dierenleed (het gebruik van rattenklemmen) te voorkomen, aanleiding om de mogelijkheden te bekijken om eerder over te kunnen gaan tot het instellen van een voederverbod?

Nee. Het instellen van alleen een voederverbod is onvoldoende. Het vereist een integraal gecoördineerde aanpak die inhaakt op de woonomstandigheden; nestelmogelijkheden bij het groen en water; het gedrag van de bewoners en ondernemers; en het voedsel-, en afvalaanbod.

f. De IJsselbuurt vertoont volgens het college de hoogste mate van toename van het aantal vastgestelde rattenlocaties en daarom is recentelijk besloten hier een voederverbod in te stellen. Wat vindt het college ervan dat er pas zo laat wordt overgegaan tot het instellen van een voederverbod? Acht zij dit effectief genoeg?

Zie antwoord vraag 4e

g. Het college geeft aan “dicht groen” terug te brengen naar meer “open, goed schoon te houden en voor dieren minder aantrekkelijk groen” om de schuil- en nestgelegenheden van ratten te beperken. Wat is de invloed hiervan op andere dieren in de omgeving? Worden zij hierdoor niet benadeeld? In hoeverre zal deze aanpak effect hebben wanneer de vuilophaal niet op orde is; ofwel, kan het college beargumenteren waarom dit niet slechts een naïeve maatregel is waardoor groen onnodig verdwijnt?

Zie antwoord vraag 4e. Alleen waar sprake is van overlast wordt deze maatregel in een gecoördineerde aanpak overwogen.

5. Sinds juli 2020 controleren 14 handhavers de notoire afvallocaties in de stad. De handhavers rijden langs de bekende plekken, maken de achtergelaten vuilniszakken open en wroeten net zo lang in de vuilnis tot ze aanwijzingen vinden van wie die is. Veel gegevens die aangetroffen worden in de vuilniszakken komen niet overeenkomen met het adres van het huishouden dat in het basisregister van de gemeente staat. Via deze methode zijn er dus ook al veel boetes uitgedeeld voor adresfraude.[3] Sinds de start (juli 2020) van de toezichthouders afval zijn er circa 30.000 afvalovertreders gevonden. Op dit moment zijn circa 16.000 boetes verzonden ter incasso en/of betaald. Hiervan is circa 94% voor bewoners en circa 6% voor bedrijven.[4]

a. Ziet het college deze manier van handhaving als een ‘noodgreep’ of als een toekomstig duurzame oplossing om het afvalprobleem te verminderen?

Het college zet in op een balans tussen de kernpunten van het Afvaloffensief: basis op orde, communicatie en handhaven. Dit legt evenzeer een verantwoordelijkheid bij de gemeente als bij de bewoners. De inzet van handhaving op het probleem van verkeerd aangeboden afval blijkt echter nog steeds nodig. Pas als de Amsterdammer het afval juist aanbiedt, kunnen we de inzet hierop ook verminderen. De inzet van de toezichthouders blijkt een efficiënte manier van handhaving, waarbij handhavers en inzamelaars nauw samenwerken zodat een locatie snel schoon is en de pakkans bovendien is vergroot.

b. Hoe beoordeelt het college de effectiviteit van deze vorm van handhaving?

Het college laat een effect van de interventies uit de Aanpak Bijplaatsingen (ABP) op het aanbiedgedrag onderzoeken. Handhaving is één van de te meten interventies. Over de uitkomsten wordt de raad geïnformeerd.

c. Valt deze manier van handhaven binnen de privacywetgeving? Is het geoorloofd om deze gegevens binnen de gemeente door te spelen (van afdeling Handhaving naar afdeling Wonen)?

Ja. Dat is geregeld in het convenant Meldpunt Zoeklicht. Dat is een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeentelijke organisaties. Daarin is opgenomen dat als een partij bekend is met (een vermoeden van) woonfraude op een adres, deze informatie mag worden gedeeld met andere partijen, in dit geval dus van THOR naar directie Wonen.

d. 16.000 van de 30.000 afvalovertreders hebben een boete gekregen (53,3%). De backoffice is in de afgelopen periode uitgebreid zodat het college de instroom van constateringen aankunnen. Heeft het college een streefpercentage van uitgedeelde boetes voor afvalovertreders? Zo ja, wat is dat streefpercentage?

Nee; de ambitie is om de straten schoner te krijgen. Het opleggen van een boete is een van de middelen om dit doel mede te bereiken.

6. De aandacht van het Afvaloffensief gaat vooral naar 150 locaties die per stadsdeel zijn aangewezen: “ze worden bijna dagelijks bezocht, schoongemaakt, er wordt extra ingezet op communicatie naar bewoners, het motiveren van bewoners en er is extra inzet vanuit handhaving”.

a. Wat zijn de aangewezen 150 meest vervuilde locaties per stadsdeel? Gaat het daarbij om delen van straten, wijken of individuele containers die vaak vol zitten?

De Aanpak bijplaatsingen dankt zijn succes aan een structurele en systematische inzet van middelen om (aanbied)locaties met bijplaatsingen op orde te hebben als gemeente en parallel daaraan de Amsterdammer te informeren, motiveren en activeren om het juiste aanbiedgedrag te vertonen. In het bepalen van de meest vervuilde locaties en de gerichte inzet op die locaties, is gebleken dat er geen stabiele lijst van locaties per stadsdeel ontstaat. De lijst blijkt nog te fluctueren. De Aanpak bijplaatsingen blijft daarom actief op de 150 meest vervuilde locaties in elk stadsdeel tot de lijst wel stabiliseert. Deze 150 locaties per stadsdeel wisselen elke 5 weken.

b. Is het mogelijk om een overzicht van de 150 locaties te ontvangen?

Van de 150 locaties niet, wel van de locaties waar op dit moment de (gedrags) interventies lopen. Zie de bijlagen.

c. Heeft er al een evaluatie plaatsgevonden of die aangewezen 150 locaties voldoende zijn?

Op dit moment zijn we bezig met een eerste effectmeting over de inzet van onze interventies. Als we dit hebben kunnen we ook beter beoordelen of dit voldoende is.

d. Kan het worden uitgebreid?

Het kan worden uitgebreid, dit kost echter wel tijd, geld en capaciteit.

e. Ziet het college een relatie tussen de 150 locaties? Wat hebben zij met elkaar gemeen?

Deze correlatie kunnen we wellicht in een later stadium leggen na de effectmeting. Wel kunnen we nu al zeggen dat het belangrijk is dat de ‘basis op orde’ is. Onder andere hoe een locatie eruit ziet is mede van invloed op het aanbiedgedrag. Om die reden werken we er ook aan om ze zorgen dat locatie schoon en heel zijn.

f. Wordt er bij de aangewezen 150 meest vervuilde locaties per stadsdeel ook specifiek aandacht besteed aan ratten? Zo ja, hoe?

Nee. Wel zijn onze data beschikbaar gesteld aan de GGD om te kijken of er een relatie is tussen rattenoverlast en locaties van onze aanpak.

7. In de brief over het Afvaloffensief valt te lezen dat de gemeente experimenten uitvoert op het gebied van afval.

a. In het najaar van 2020 zouden 100 nieuwe, grotere kartonkleppen zijn geplaatst op containers zodat er ook grote stukken karton doorheen kunnen. Heeft deze maatregel een positief effect gehad? Zo ja, zullen de kleppen op meer containers in de stad geplaatst worden? Zo nee, waarom niet?

De evaluatie van de kartonklep is nog bezig en daarom is er op dit moment nog geen definitieve conclusie die gedeeld kan worden.

b. Kan de wethouder aanvullende informatie geven over hoe de experimenteren met dynamisch inzamelen van afval gaan tot nu toe? Lukt het om de containers te legen op het juiste moment, als ze (bijna) vol zijn? Heeft het geleid tot een verbetering of juist niet?

De applicatie die voor dynamisch inzamelen wordt gebruikt voorspelt het volloopmoment van containers steeds accurater. Dagelijks voorspelt de applicatie wanneer de containers dreigen vol te lopen. Er wordt altijd een veiligheidsmarge aangehouden en de containers worden vóór het volloopmoment ingepland voor lediging. D0or uitval van voertuigen en personeel is het uitvoeren van de planning niet altijd gelukt. Daardoor werden containers te laat opgehaald. De invoering van het dynamisch inzamelen is bovendien met kinderziekten gepaard gegaan. Medewerkers hebben tijd nodig om te wennen aan de nieuwe manier van werken en de digitale werkomgeving. Om dit te verbeteren wordt beter ingezet op het opvangen van uitval en vindt er intensieve begeleiding plaats. Er wordt veel aandacht besteed aan de vraagstukken van de chauffeurs en teamleiding in het algemeen.

c. Er zou efficiënter gebruik worden gemaakt gaan worden van voertuigen door de inzet van nieuwe technieken waarmee slimmere routes gepland kunnen worden, waardoor alleen naar containers gereden zou worden waar dat nodig is. Wordt er in de praktijk al efficiënter gebruik gemaakt van de voertuigen? Zorgt het ook voor minder vervoersbewegingen en tegelijkertijd een beter resultaat? Zo nee, op welke termijn denkt het college dat dit gaat lukken?

Containers worden efficiënter ingepland en er wordt efficiënter gebruik gemaakt van de werkdagen. Mede door de grote aanpassing aan de nieuwe manier van werken en de gewenningsproblemen (zie het antwoord op de vorige vraag) vinden optimalisaties geleidelijk plaats. Bovendien moet een gebied ‘onder controle’ zijn zodat de nieuwe manier van werken niet leidt tot volle containers en overlast voor de Amsterdammer. De geleidelijke optimalisatie moet de aanpassing naar dynamisch inzamelen ten goede komen. Er zijn al voldoende handvatten om resultaten te gaan boeken. In Oost en Zuidoost is de inzet per dag van de voertuigen gedaald. Dezelfde hoeveelheid afval wordt dan opgehaald met minder inzet. Deze resultaten zullen later merkbaar zijn in de hele stad en leiden dan ook tot een kleiner wagenpark en minder vervoersbewegingen. Er wordt steeds stap voor stap toegewerkt naar een optimalere situatie. Het is overigens wel zo dat een individueel voertuig meer kilometers kan gaan rijden. Het gaat er om dat de totale som van vervoersbewegingen wordt teruggedrongen.

d. Hoe is de pilotfase over het gebruik van slimme technologie gegaan waarbij met een mobiele scan-app verkeerd geplaatst afval werd geregistreerd? Wat zijn de bevindingen tot nu toe?

Het college benadrukt dat dit nog een experimentele fase is. De mobiele scan-app is gekoppeld aan een herkenningsmodel en deze is in staat om verkeerd geplaatst afval (zoals karton, vuilniszakken, grofafval en matrassen) te registreren. De resultaten zijn veelbelovend, maar op dit moment is de techniek nog niet volwassen genoeg om in de dagelijkse praktijk te brengen. Dat wil zeggen dat we op basis van de registraties van verkeerd aangeboden afval er nog onvoldoende houvast is om te bepalen welke operationele dienst er op een melding moet worden afgestuurd. Er moet nog een laatste ontwikkeling in het model worden gemaakt. Karton kan worden herkend maar het maakt uit of er één doos ligt of dat het er tien zijn. Voor het herkenningsmodel is dit onderscheid nog een essentiële ontwikkeling voordat daarmee een pilot kan worden georganiseerd.

e. Er hebben experimenten met beeldherkenning plaatsgevonden met als doel door middel van de beelden automatisch te weten wat de schoonheidsgraad in een buurt is[5]. Kan de wethouder hier meer informatie over geven? Hoe en waar worden de beelden gemaakt en hoe worden de beelden geanalyseerd? Worden de beelden ook voor andere doeleinden gebruikt?

Tot nu toe zijn er enkel experimenten geweest om de werking van de techniek te testen. De data zijn wel gebruikt om binnen de Aanpak Bijplaatsingen te adviseren op probleemof aandachtlocaties. Er kon objectief worden aangetoond welke containerlocaties veel verkeerd aangeboden afval aantrokken. Op deze wijze kan een objectieve indicatie worden gegeven van de schoonheidsgraad. Er wordt in 2021 gewerkt aan een pilot waarbij de beeldherkenning dagelijks wordt ingezet. Dit wordt dan gekoppeld aan de planning van werkzaamheden. Deze pilot zal plaatsvinden in het kader van de Aanpak Bijplaatsingen. Gedetecteerd verkeerd aangeboden afval moet dan leiden tot meldingen, deze meldingen kunnen dan door inzameling, stadswerken of toezichthouders worden opgevolgd.

8. Er wordt geconstateerd dat een groot aantal bedrijven misbruik maakt van de gemeentelijke inzamelvoorzieningen. Een boete en/of de hoogte van de boete blijkt niet afdoende als prikkel om een afschrikwekkend effect te hebben. De wethouder geeft daarom aan te onderzoeken “of we dit misbruik en de kosten van het verwijderen van afval kunnen verhalen op de overtreder via (spoedeisende) bestuursdwang”. Voordat dit middel ingevoerd zou kunnen worden, zouden er volgens hem “nog een aantal knelpunten [moeten] worden opgelost”.

a. Kan de wethouder al conclusies delen naar aanleiding van het onderzoek?

Uit de praktijk blijkt dat het zeer arbeidsintensief is om een ondernemer die misbruik maakt van de huishoudelijke inzamelvoorzieningen te beboeten. De bewijsvoering is lastig rond te krijgen. De pakkans is laag. Er mogen verschillende interventies tegelijk worden ingezet omdat ze verschillende doelen dienen. Als er een bestuurlijke boete wordt opgelegd (bestraffing van overtreding, waarbij de boete voor ondernemers 5x zo hoog is), kan daarnaast een last onder dwangsom worden opgelegd (om toekomstige overtredingen tegen te gaan) en/of kunnen de kosten van het verwijderen van afval via spoedeisende bestuursdwang worden verhaald op de overtreder (ongedaan maken van de overtreding). Met dat laatste zijn in Rotterdam goede ervaringen opgedaan. Ook al is de pakkans klein, een effectief sanctiebeleid is wel van belang.

9. Welke knelpunten moeten er nog worden opgelost om dit misbruik en de kosten voor het verwijderen van afval te kunnen verhalen op de overtreder via bestuursdwang? Op welke termijn denkt het college dit te kunnen bewerkstelligen?

Het college zet de komende tijd in op het vergroten van de pakkans en het onderzoeken of de boetes ook daadwerkelijk leiden tot ander aanbiedgedrag door het effect te meten. Daarnaast wordt een proef uitgevoerd met het opleggen van een last onder dwangsom.

10. Heeft het college nog andere opties laten onderzoeken om bedrijven te kunnen bestraffen of om overlast door bedrijven te voorkomen? Zo ja, welke kansen ziet zij? Zo nee, is zij van plan dit nog te doen? Op dit moment werkt het college een aantal scenario’s uit voor een toekomstige inrichting van het reinigingsrecht en de bedrijfsafvalcontracten. Daarbij kijkt het college nadrukkelijk ook naar de impact die een toekomstige inrichting van het reinigingsrecht heeft op het voorkomen van misbruik. Om dit misbruik enigszins in te perken is één van de randvoorwaarden voor het laten slagen van de scenario’s een effectievere en efficiëntere organisatie van controle, toezicht en handhaving. Dit omvat o.a. regelgeving, communicatie naar ondernemers, processen, systemen en personele capaciteit. Daarbij horen ook randvoorwaarden die ingevuld moeten zijn voor een succesvolle uitvoering. Zoals voldoende capaciteit en de juiste beschikbare gegevens. De grootste uitdaging blijft daarbij ons open toegankelijke systeem voor het aanbieden van huishoudelijk afval.

11. Denkt het college dat de problematiek tijdens de coronacrisis is verergerd doordat horecaondernemers om te besparen ophaalcontracten hebben opgezegd toen zij dicht moesten, terwijl zij wel afhaal- en bezorgmaaltijden zijn blijven uitserveren?

Het college heeft niet het beeld dat de coronacrisis heeft geleid tot dergelijke problematiek. Het huishoudelijk afval en dan met name het aanbod van karton heeft wel gevolgen ondervonden van de coronacrisis.

12. De wethouder geeft aan dat een aanpassing van het Reinigingsrecht op de middellange termijn een betere oplossing kan zijn die momenteel wordt uitgewerkt[6]. Aan wat voor wijziging denkt het college en wanneer wordt de raad hierover geïnformeerd?

Op dit moment werkt het college een aantal scenario’s uit voor een toekomstige inrichting van het reinigingsrecht en de bedrijfsafvalcontracten. Daarbij kijkt het college nadrukkelijk ook naar de impact die een toekomstige inrichting van het reinigingsrecht heeft op het voorkomen van misbruik. Zie ook antwoord op vraag c. De verwachting is dat de Raad voor het einde van het jaar over de verschillende scenario’s wordt geïnformeerd.

13. Zwerfvuil komt in het water terecht, met grote gevolgen voor met milieu.

a. Wat is de gemeentelijke opruimcapaciteit voor zwerfafval in water?

Het opruimen van zwerfafval in het water is een taak van Waternet. Dagelijks vissen drijfvuilvissers plastic en ander drijfvuil uit de grachten en meerdere keren per jaar worden schoonmaakronden gehouden door het buitengebied. Ook na bijvoorbeeld een evenement als de Canal parade wordt er extra op drijfvuil gevist.

b. Wat gaat de gemeente precies doen op het gebied van handhaving op het water?

In het vaarseizoen verschuift de inzet van handhaving op het water deels naar overlastbestrijding, zoals het handhaven op geluidsoverlast en vaarsnelheid. Reguliere handhavingswerkzaamheden op het water, die dan vooral in de ochtenduren plaatsvinden, richten zich met name op het vrijhouden van stremmingen, controle op doorvaartprofielen, optreden tegen gezonken en verkeerd aangemeerde vaartuigen en het aanpakken van illegaal passagiersvervoer.

c. Is er een inschatting hoeveel vuil er in de grachten eindigt? Zo ja, om hoeveel tonnage gaat het? Wordt dat bijgehouden en is er trend te zien in hoeveel we eruit halen?

Deze gegevens zijn niet bekend.

14. In het in december 2020 vastgestelde nieuwe uitvoeringsprogramma afval en grondstoffen 2020-2025[7] is te lezen dat bewoners bij het maken van een afspraak voor de ophaal van grofvuil informatie krijgen over alternatieven die er zijn zoals kringloopwinkels, (tweedehands) marktplaatsen, recyclepunten etc., om bewustwording over andere herbestemmingen voor de afgedankte spullen te vergroten. Ook staat er dat er de komende jaren geïnvesteerd zal worden in het verbeteren van de mogelijkheden om grof afval aan te melden.

Ziet het college kansen om als gemeente een brug te slaan tussen kringloopwinkels en de aanbieder van spullen, bijv. via een app? Wil de gemeente dit onderzoeken?

Het college wil graag zoveel mogelijk voorkomen dat nog bruikbare spullen in het grof afval belanden. Zo zullen mensen in de toekomst een afspraak moeten maken voor het ophalen van hun grof afval. Bij het maken van een afspraak worden zij meteen gewezen op de mogelijkheden van o.a. (online) marktplaatsen, kringloop- en weggeefwinkels.

Op de huidige afvalpunten vindt er al inname van kringloopgoederen in samenwerking met kringloopwinkels plaats. En het college onderzoekt op dit moment samen met het Recycling Service Centrum en de twee grootste kringloop organisaties in Amsterdam de mogelijkheden om nog meer ingeleverde spullen een tweede leven te geven. Een app kan daarbij een middel zijn, maar is zeker geen doel op zich. Ook omdat er al de nodige apps zijn die in een vergelijkbare behoefte voorzien.

15. In de brief van wethouder Ivens is capaciteit van de vuilnisophaaldiensten niet als probleem genoemd. In de beantwoording op de schriftelijke vragen van het lid Naoum Néhmé van de VVD (24 maart) stelt het college dat er pre-corona geen capaciteitsgebrek was en dat er nu tijdelijk een extern bedrijf is ingehuurd.

a. Waarom is er gekozen voor het inhuren van een externe partij? Welke kosten zijn er gemoeid met het inhuren van deze partij? Is er een termijn gekoppeld aan deze samenwerking? Is er een kans dat deze externe partij ook actief blijft na coronatijd?

De inzet was niet structureel maar tijdelijk. Het is vanwege de onvoorspelbaarheid van de coronacisis niet te zeggen of er in de toekomst een beroep moet worden gedaan op externe inhuur. Deze kan voor een flexibele inzet noodzakelijk zijn. De kosten van deze tijdelijke inhuur bedroegen:

(Bedragen * € 1 milj.)


Inhuur personeel (voornamelijk Unique, Olympia):

Lasten 2020: 0,5

Lasten 2021: 0,2


Inhuur materialen en diensten:

( Voornamelijk J.Prijs, Kok Transport)

Lasten 2020: 0,6

Lasten 2021: 0,2


Totaal lasten 2020: 1,1

Totaal lasten 2021: 0,4


b. Is het college van mening dat de inzet van de externe partij het capaciteitsprobleem oplost? Zo niet, waarom is er niet gekozen voor opschaling van de eigen organisatie?

Opschaling was geen optie omdat er een acuut capaciteitsprobleem was en opschaling van de eigen organisatie veel tijd kost. Bovendien was er sprake van een tijdelijke oplossing.

c. Wordt er rekening gehouden met het scenario dat er in post-corona tijd nog steeds veel thuisgewerkt wordt, en daarmee nog meer huisvuil te verwachten is dan voorheen? Zo ja, hoe wordt er ingespeeld op die ontwikkelingen? Blijven externe partijen in dienst of vindt er een opschaling plaats bij de afvalmedewerkers?

Het college verwijst naar het antwoord onder a. Het is nu onzeker of er sprake is van een structurele wijziging in het aanbod van huishoudelijk aanbod. Het college houdt de ontwikkelingen in de gaten.

16. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) toont aan dat Amsterdammers in vergelijking met andere inwoners van G4-steden, de hoogste afvalstoffenheffing betalen (in 2021 200 euro per inwoner)[8] In het Uitvoeringsprogramma Afval en Grondstoffen wordt gesteld dat de investeringen in voorzieningen in 2020 van € 2.626.000 naar € 3.551.000 in 2022 gaat.

a. Amsterdam heeft per duizend inwoners circa 0,5 afvalmedewerkers in dienst. Voldoet dit aantal afvalmedewerkers in coronatijd?

Ja, op dit moment voldoet dit. Er is voldoende personeel in dienst. Bij incidentele tekorten wordt extern personeel ingehuurd.

b. Er wordt meer geïnvesteerd in voorzieningen, zo worden er tot 2024 elk jaar ongeveer 350 glas- en papiercontainers bijgeplaatst. Betekent dit niet dat er ook een opschaling moet plaatsvinden van het aantal afvalmedewerkers?

Neen, er wordt nu een efficiencyslag gemaakt. Door dynamisch in te zamelen en een verdere digitalisering van de inzameling kunnen er efficiëntere routes worden gereden. Per 1 januari jl is de inzameling van plastic gestopt, het plaatsen van extra containers kan daardoor voorlopig met de huidige bezetting worden opgevangen.

17. Amsterdammers betalen de hoogste afvalstoffenheffing van de G4, verdienen zij dan ook niet een hoge kwaliteit afvalservice in de stad?

De dienstverlening op het gebied van afval is in Amsterdam hoog. Grof afval wordt gratis opgehaald, via containers kunnen bewoners op ieder moment van de dag afval aanbieden. Er zijn 6 recyclepunten waar bewoners naar toe kunnen en Amsterdam ondersteunt kringloopwinkels om ‘spullen een tweede leven’ te geven. En al kan en zal de gemeente nog verbeterslagen moeten maken, zolang bewoners verkeerd aanbiedgedrag vertonen zal er hinder en overlast zijn. De hoogte van de afvalstoffenheffing van Amsterdam is overigens niet één op één te vergelijken met andere gemeenten. Kosten die in Amsterdam 100% onderdeel zijn van de afvalstoffenheffing zoals als solidariteitsheffing, overhead, handhaving en reiniging worden in andere steden anders toebedeeld in de gemeentebegroting. Ook de hoeveelheid woningen die zijn aangewezen op collectieve inzamelvoorzieningen is een factor; collectieve voorzieningen zijn namelijk per woning duurder. Amsterdam heeft de hoogste stedelijkheidsgraad en dus ook relatief dure inzamelvoorzieningen. Rotterdam heeft een vergelijkbare verstedelijkingsgraad, maar die betalen de solidariteitsheffing niet uit de afvalstoffenheffing.


[1] Iv https://amsterdam.raadsinforma...

[2] v https://www.rentokil.com/nl/bl...

[3] vi https://www.parool.nl/amsterda...

[4] vii https://amsterdam.raadsinforma... 0def

[5] Viii https://amsterdam.raadsinforma... 0def

[6] ix https://amsterdam.raadsinforma... 0def

[7] x https://amsterdam.raadsinforma...

[8] xi https://www.cbs.nl/nl-nl/cijfe...

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake de subsidie van Artis en de bezoldiging boven de WNT-norm van de directeur

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake het beschermen van de Amsterdamse tuinparken

Lees verder

    Word actief Doneer