Aanvul­lende schrif­te­lijke vragen inzake het vergroten en verbe­teren van het Natuur­netwerk Nederland rondom de Gaas­perplas


Indiendatum: 21 apr. 2021

Toelichting:

Enkele maanden geleden bleek bij de bespreking van het Toekomstplan Gaasperplas dat het college horeca en een museale functie wenst te realiseren in het natuurgebied rondom de Gaasperplas. Aangezien dit officieel niet mogelijk is in het beschermde NatuurNetwerk Nederland (NNN)-gebied, is door het college een uitruil voorgesteld aan de provincie. Het college zou het NNN-gebied op een andere plek willen “vergroten en verbeteren” om de plannen toch doorgang te kunnen laten vinden. De fractie van de Partij voor de Dieren was erg benieuwd naar de mogelijkheden die het college ziet voor het verbeteren en vergroten van het NNN-gebied. Uit de beantwoording[i] van schriftelijke vragen blijkt het te gaan om gronden binnen de Gaasperzoom ten zuiden van het waterleidingterrein, aansluitend aan huidige NNN-gronden. Echter is in de beantwoording ook naar voren gekomen dat het college het NNN-gebied alleen wil vergroten en verbeteren ter compensatie van “verbetering van de recreatieve mogelijkheden” bij de Gaasperplas. Het college schrijft: "Indien het NNN wordt vergroot zonder dat een horeca- en museale functie mogelijk wordt gemaakt, is dat later niet meer mogelijk omdat de gemeente Amsterdam beperkt ruimtelijke mogelijkheden heeft NNN-gronden te compenseren." Ondergetekenden vinden het opmerkelijk dat het gebied achter de hand wordt gehouden om uitsluitend ingezet te worden als troef om planologische functies zoals horeca en intensieve recreatieplannen mogelijk te maken.

Daarnaast vindt de fractie van de Partij voor de Dieren het vreemd dat het college per se horeca bebouwing wil toevoegen, terwijl zij tegelijkertijd de al bestaande gewaardeerde horecalocatie boerderij Langerlust, die geen overlast of schade aan de natuur veroorzaakt, laat verdwijnen om een opvanglocatie voor ex verslaafden en psychiatrische patiënten te realiseren (ondanks tegenstand van veel buurtbewoners en een negatief advies van de stadsdeelcommissie Zuidoost) en maakt de fractie van de Partij voor de Dieren zich zorgen over de komst van mobiele horecavoorzieningen in het natuurgebied.

Gezien het vorenstaande stellen ondergetekenden, namens de fractie van Partij voor de Dieren, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

1. Het college ziet slechts kansen om bij de gronden binnen de Gaasperzoom ten zuiden van het waterleidingterrein het NNN te verbeteren en vergroten ter compensatie van “verbetering van de recreatieve mogelijkheden” bij de Gaasperplas.

  • Waarom is het college alleen bereid om de gronden binnen de Gaasperzoom, ten zuiden van het waterleidingterrein, aansluitend aan huidige NNN gronden, aan te merken als NNN-gebied en te verbeteren wanneer dit gepaard gaat met de mogelijkheid tot het realiseren van horeca en een museale functie binnen het natuurgebied rondom de Gaasperplas? Deelt het college niet de mening van de Partij voor de Dieren dat de Gaasperzoom als NNN-gebied aangewezen zou moeten worden zonder hier iets voor terug te moeten ruilen?
  • Wat zou het “verbeteren” van de gronden volgens het college precies inhouden? Wat zou er veranderen ten opzichte van de huidige situatie in het genoemde gebied?
  • Waarom kiest het college er niet voor om hoe dan ook te pleiten voor uitbreiding en verbetering van het NNN-gebied op de hierboven genoemde locatie?
  • Klopt het dat het college de gronden ook achter de hand wil houden als compensatielocatie voor eventuele plannen voor functies in NNN-gebieden, anders dan het Toekomstplan Gaasperplas?
  • Het college geeft aan dat er in het kader van het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor de Gaasperplas in 2021 ambtelijk overleg plaatsvindt met de provincie. Heeft dit overleg al plaatsgevonden? Zo ja, wat zijn de conclusies? Zo nee, wanneer staat dit overleg gepland en is het college bereid om de raad zo spoedig mogelijk op de hoogte te brengen van de uitkomsten?

2. Het college wil dat de door bezoekers en omwonenden gewaardeerde horecalocatie boerderij Langerlust plaatsmaakt voor een opvanglocatie voor ex verslaafden en psychiatrische patiënten.

  • Waarom kiest het college ervoor om boerderij Langerlust van bestemming te laten veranderen?
  • Waarom kiest het college ervoor om een geliefde horecalocatie op een plek aan de rand van het park, zonder negatief effect op de natuur en de biodiversiteit, te laten verdwijnen om vervolgens te gaan bouwen midden in een natuurgebied met alle negatieve gevolgen van dien?
  • Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het beter is om onnodige verharding door horeca in een natuurgebied te voorkomen en dat het hierdoor van belang is de bestemming van boerderij Langerlust te heroverwegen?

3. In de afdoening van motie 1297 van raadslid Van Pijpen van GroenLinks[ii] is te lezen dat voor de toepassing van mobiele horeca planologisch niets geregeld hoeft te worden, er geen omgevingsvergunning nodig is en het NNN en de omgevingsverordening NH 2020 dus “geen obstakels vormen” voor mobiele horeca in het natuurgebied.

  • Is het college bereid de eerder gepresenteerde plannen voor horeca bebouwing en een museale functie te laten vallen nu bekend is geworden dat het natuurgebied sowieso al onder druk zal komen te staan door de komst van foodtrucks?
  • Volgens het college is er van mobiele horeca weinig of geen nadelig effect te verwachten op de waardevolle ecologie en rust in het park. Waar is dit precies op gebaseerd? Graag een toelichting.
  • Hoe gaat het college voorkomen dat de mobiele horecavoorzieningen het natuurgebied vervuilen met zwerfvuil?
  • De bevoegdheid voor het verlenen van standplaatsvergunning of ventvergunningen voor mobiele horeca ligt bij de beheerder van het gebied: Recreatieschap Groengebied Amstelland. Wordt er een maximaal aantal uit te geven vergunningen voor het gebied vastgelegd? Zo ja, om hoeveel vergunningen gaat het? Zo nee, waarom niet en is het college bereid de mogelijkheid hiertoe te onderzoeken om schade aan de natuur en overlast zoveel mogelijk te beperken?

De leden van de gemeenteraad,

J.F. Bloemberg-Issa

A.L. Bakker


[i] https://amsterdam.raadsinformatie.nl/modules/4/schriftelijke%20vragen/630949

[ii] https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9965211/1/09012f978342c894

Indiendatum: 21 apr. 2021
Antwoorddatum: 4 jun. 2021

1. Het college ziet slechts kansen om bij de gronden binnen de Gaasperzoom ten zuiden van het waterleidingterrein het NNN te verbeteren en vergroten ter compensatie van “verbetering van de recreatieve mogelijkheden” bij de Gaasperplas.

a. Waarom is het college alleen bereid om de gronden binnen de Gaasperzoom, ten zuiden van het waterleidingterrein, aansluitend aan huidige NNN gronden, aan te merken als NNN-gebied en te verbeteren wanneer dit gepaard gaat met de mogelijkheid tot het realiseren van horeca en een museale functie binnen het natuurgebied rondom de Gaasperplas? Deelt het college niet de mening van de Partij voor de Dieren dat de Gaasperzoom als NNN-gebied aangewezen zou moeten worden zonder hier iets voor terug te moeten ruilen?

Het college deelt deze mening niet. Het hele Toekomstplan Gaasperplas is erop gericht om de Gaasperplas weer 40 jaar te laten mee gaan voor een groeiende groep recreanten uit Amsterdam en omliggende gemeenten (zoals Weesp). Het gebied is destijds aangelegd als recreatiegebied en als Floriadeterrein. De gebouwen die bij de aanleg zijn gebouwd, staan er niet meer. Daarin onderscheidt de Gaasperplas zich van andere grotere parken en recreatiegebieden in en nabij Amsterdam: er zijn geen bestaande gebouwen waar functies zoals horeca een plek kunnen krijgen. Horeca is een nadrukkelijke wens die uit de participatie naar voren kwam. De enige manier om dat planologisch mogelijk te maken, is om andere delen in de NNN te brengen. Bovendien zijn in het Toekomstplan voorstellen gedaan om de natuur te versterken; weliswaar niet in areaal, maar wel door de bestaande natuurwaarden te verhogen en zonering voor verdere natuurontwikkeling aan te brengen.

b. Wat zou het “verbeteren” van de gronden volgens het college precies inhouden? Wat zou er veranderen ten opzichte van de huidige situatie in het genoemde gebied?

Dat is nu nog niet bekend. Met de stadsecologen zal t.z.t. gekeken worden wat de ecologische waarden zijn van dit gebied en met welke maatregelen (beheer en/of inrichting) die verbeterd kunnen worden.

c. Waarom kiest het college er niet voor om hoe dan ook te pleiten voor uitbreiding en verbetering van het NNN-gebied op de hierboven genoemde locatie?

Zie de beantwoording onder a.

d. Klopt het dat het college de gronden ook achter de hand wil houden als compensatielocatie voor eventuele plannen voor functies in NNN-gebieden, anders dan het Toekomstplan Gaasperplas?

Dat klopt niet. Dat laat onverlet dat niet kan worden uitgesloten dat dit in de toekomst ooit aan de orde zal zijn.

e. Het college geeft aan dat er in het kader van het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor de Gaasperplas in 2021 ambtelijk overleg plaatsvindt met de provincie. Heeft dit overleg al plaatsgevonden? Zo ja, wat zijn de conclusies? Zo nee, wanneer staat dit overleg gepland en is het college bereid om de raad zo spoedig mogelijk op de hoogte te brengen van de uitkomsten?

Het overleg vindt medio juni 2021 plaats. Het college is bereid de raad te informeren over de uitkomsten van dit overleg.

2. Het college wil dat de door bezoekers en omwonenden gewaardeerde horecalocatie boerderij Langerlust plaatsmaakt voor een opvanglocatie voor ex verslaafden en psychiatrische patiënten.

a. Waarom kiest het college ervoor om boerderij Langerlust van bestemming te laten veranderen?

Voor de locatie is gekozen omdat uit ambtelijke adviezen bleek dat er geen andere locatie beschikbaar is die aan de locatie-eisen voor een dergelijke functie voldoet. Het college zou niet voor Langerlust hebben gekozen als er goede alternatieven waren.

b. Waarom kiest het college ervoor om een geliefde horecalocatie op een plek aan de rand van het park, zonder negatief effect op de natuur en de biodiversiteit, te laten verdwijnen om vervolgens te gaan bouwen midden in een natuurgebied met alle negatieve gevolgen van dien?

De wens om op meerdere locaties in het Gaasperplasgebied horeca te ontwikkelen, is veelvuldig naar voren gekomen in het participatietraject voor de Gaasperplas. In die periode speelde een mogelijke andere invulling van Langerlust nog niet. De horeca in het Toekomstplan Gaasperplas is altijd als aanvullend op Langerlust gezien, niet als vervangend.

c. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het beter is om onnodige verharding door horeca in een natuurgebied te voorkomen en dat het hierdoor van belang is de bestemming van boerderij Langerlust te heroverwegen?

Het is nooit de intentie geweest dat de horeca die in het Toekomstplan is opgenomen in de plaats komt van Langerlust. Het college ziet geen reden om dat te heroverwegen, ook niet mocht de zorgfunctie in de panden van Langerlust om welke reden dan ook niet haalbaar blijken te zijn.

3. In de afdoening van motie 1297 van raadslid Van Pijpen van GroenLinksii is te lezen dat voor de toepassing van mobiele horeca planologisch niets geregeld hoeft te worden, er geen omgevingsvergunning nodig is en het NNN en de omgevingsverordening NH 2020 dus “geen obstakels vormen” voor mobiele horeca in het natuurgebied.

a. Is het college bereid de eerder gepresenteerde plannen voor horeca bebouwing en een museale functie te laten vallen nu bekend is geworden dat het natuurgebied sowieso al onder druk zal komen te staan door de komst van foodtrucks?

Het college ziet de mobiele horeca kwalitatief als een andersoortige voorziening dan de uiteindelijk gewenste horeca. De mobiele horeca zal vooral in de zomermaanden een functie hebben in het gebied. Het college ziet mobiele horeca als een tijdelijke voorziening, zolang er nog geen definitieve horeca is. Uiteindelijk vindt het college definitieve horeca gewenst, omdat die jaarrond een functie heeft voor bezoekers en ook voor mensen met een fysieke beperking het bezoek aan de Gaasperplas aangenamer of zelfs mogelijk maakt.

b. Volgens het college is er van mobiele horeca weinig of geen nadelig effect te verwachten op de waardevolle ecologie en rust in het park. Waar is dit precies op gebaseerd? Graag een toelichting.

Dat is gebaseerd op het gegeven dat voor mobiele horeca geen bouwwerkzaamheden hoeven plaats te vinden. Ook zal mobiele horeca (overigens net zoals de beoogde permanente horeca) op de plekken komen waar de bezoekersaantallen het hoogste zijn, dichtbij de entrees/parkeerterreinen/openbaar vervoer.

c. Hoe gaat het college voorkomen dat de mobiele horecavoorzieningen het natuurgebied vervuilen met zwerfvuil?

De Gaasperplas is in beheer bij Groengebied Amstelland. Groengebied Amstelland is verantwoordelijk voor verzamelen en afvoeren van zwerfvuil in het gebied. Overigens komt zwerfvuil op drukke dagen ook nu voor in het park. Wellicht geeft mobiele horeca op drukke plekken juist meer gevoel van toezicht, en leidt het juist niet tot meer zwerfvuil. Bovendien is contractueel vastgelegd dat de ondernemers in het gebied 25 meter rond de foodtruck zelf het terrein moeten schoonhouden.

4. De bevoegdheid voor het verlenen van standplaatsvergunning of ventvergunningen voor mobiele horeca ligt bij de beheerder van het gebied: Recreatieschap Groengebied Amstelland. Wordt er een maximaal aantal uit te geven vergunningen voor het gebied vastgelegd?

Nee, in de algemene verordening van GGA en de gemeenschappelijke regeling van GGA (waarnaar wordt verwezen vanuit de algemene verordening voor evt. weigeringsgronden voor een vent/standplaatsvergunning) wordt geen maximum gegeven.

Zo ja, om hoeveel vergunningen gaat het? Zo nee, waarom niet en is het college bereid de mogelijkheid hiertoe te onderzoeken om schade aan de natuur en overlast zoveel mogelijk te beperken?

Op dit moment zijn uit 25 inschrijvers 3 ondernemers geselecteerd. Alle foodtrucks en alle uit Zuidoost. De locaties waar zij mogen staan zijn de noordoever, de waterspeelplaats en de zuidoever, dus de drukste plekken aan de Gaasperplas. Daarnaast verkoopt Ballorig consumpties vanuit het eigen pand. De foodtrucks mogen tot zonsondergang op hun locatie staan. Volgens het college is er van mobiele horeca weinig of geen nadelig effect te verwachten op de waardevolle ecologie en rust in het park (zie vraag 3b). Het college ziet daarom geen aanleiding om dit te onderzoeken.