Aanvul­lende schrif­te­lijke vragen inzake een dier­vrien­delijk duiven­beleid voor Amsterdam


Indiendatum: 26 aug. 2022

Afgelopen mei heeft de fractie van de Partij voor de Dieren aandacht gevraagd voor duivenwelzijn in Amsterdam door middel van schriftelijke vragen. In de beantwoording schrijft het college dat Amsterdammers bij het zien van duiven in nood de dierenambulance moeten bellen, die de vogels vangen en naar Wildopvang De Toevlucht vervoeren.[1] Het vangen en zelf vervoeren van de vogels wordt afgeraden.

Ondergetekende heeft onlangs in de praktijk ervaren dat dit advies op het moment niet strookt met de praktijk. Bij het signaleren van een gewonde duif belde zij de Dierenambulance, zoals geadviseerd door het college. Deze hulporganisatie vertelde haar echter de duif alleen op te kunnen halen wanneer zij deze al zelf gevangen had. Door het geldende voerverbod is het zelf vangen van duiven op dit moment, zonder lokmiddelen in de vorm van voer, erg lastig.

Het is natuurlijk niet de bedoeling dat het duivenwelzijn in het geding komt door onduidelijkheid over afspraken. De Partij voor de Dieren-fractie hoopt dat het college hierover helderheid wil scheppen, aangezien zij een zorgplicht heeft ten aanzien van de duiven. Het bieden van voldoende (financiële) middelen en goede afspraken met de waardevolle organisaties die de dieren redden en/of opvangen, zoals de Dierenambulance en De Toevlucht, geven invulling aan die zorgplicht.

Gezien het vorenstaande stelt het lid Krom op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

1. Wat zijn op dit moment de afspraken van het college met de Dierenambulance aangaande het vangen en/of verzorgen van gewonde duiven?

2. Hoe verhoudt dit zich tot de ervaring van indiener van deze vragen dat de Dierenambulance alleen kan/mag rijden voor gewonde duiven die al gevangen zijn?

3. Is het college van mening dat een uitzondering op het voerverbod nodig is in gevallen waar het lokken van gewonde dieren met voer noodzakelijk is om de dieren medische verzorging te kunnen bieden? Zo ja, op welke manier gaat het college hier invulling aan geven? Zo nee, waarom niet?

In antwoord op de schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren-fractie in mei schreef het college in gesprek te gaan met de NS over een diervriendelijk duivenbeleid op stations.[2]

4. Heeft het college inmiddels contact gehad met de NS over haar werkwijze ten aanzien van duiven? Is het college bereid om hiervan verslag te doen aan de raad?

5. Heeft het college, net als de Partij voor de Dieren-fractie, bij de NS bevestigd gekregen dat zij inderdaad duiven de nek omdraaien? Is het college naar aanleiding hiervan, zoals beloofd in de beantwoording, met de NS aan het verkennen hoe er diervriendelijk gehandeld kan worden?

Indiener(s)

J.M. Krom (Partij voor de Dieren)

Zie hier voor een link naar de eerdere schriftelijke vragen inzake een diervriendelijk duivenbeleid.

[1] Zie schriftelijke vragen inzake een diervriendelijk duivenbeleid voor Amsterdam, dd. 2 mei 2022.

[2]https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/11533563/1/Beantwoording_sv_Bakker_diervriendelijk_duivenbeleid_voor_Amsterdam

Indiendatum: 26 aug. 2022
Antwoorddatum: 6 dec. 2022


1. Wat zijn op dit moment de afspraken van het college met de Dierenambulance aangaande het vangen en/of verzorgen van gewonde duiven?

De afspraak (via subsidie) met de Dierenambulance is dat zij vrijlevende dieren in nood vervoeren en dat zij vakbekwaam (vrijwillig) personeel hebben om meldingen op te pakken. Onder vrijlevende dieren worden ook vogels verstaan, waaronder duiven. Door dieren in nood te helpen wordt uitvoering gegeven aan de wettelijke zorgplicht (art 1.11 Wet Natuurbescherming). De zorgplicht stelt dat alleen dieren in nood mogen worden vervoerd omdat zij niet zelf in rust herstellen en daarmee (medische) hulp nodig hebben. a) Vervoer: Daar waar dieren cq. duiven niet in nood zijn geldt, als omgedraaid principe van de zorgplicht, voor een ieder de wettelijke afblijfplicht (Wet Natuurbescherming). De afspraak met Dierenambulance is dat dieren cq duiven dan niet mogen worden vervoerd. b) Vangen: Met de Dierenambulance zijn geen concrete afspraken gemaakt over de wijze van het vangen van dieren cq duiven. Dat de Dierenambulance inwoners verzoekt om kleine dieren zoals duiven veilig te stellen, wordt niet als aanleiding beschouwd om hier afspraken over te maken. Sterker nog: het rijden op kleine dieren cq duiven die niet zijn veiliggesteld levert in de praktijk een veel te groot aantal ritten op waar het dier al was weg gevlucht bij aankomst. Door kleine dieren en dus ook duiven te laten veiligstellen, kan de beperkte capaciteit gericht worden ingezet en daardoor zo veel mogelijk dieren worden geholpen. c) Verzorgen: De afspraak is dat de Dierenambulance tijdens het vervoeren de dieren kan verzorgen, maar dat de definitieve verzorging wordt verleend door de wildopvancentra.

2. Hoe verhoudt dit zich tot de ervaring van indiener van deze vragen dat de Dierenambulance alleen kan/mag rijden voor gewonde duiven die al gevangen zijn?

De ervaring van indiener komt overeen met de werkwijze van de Meldkamer Dierenambulance Amsterdam. Om een melding passend op te pakken, vraagt de meldkamer van de Dierenambulance door op signalen van het dier. In situaties met duiven wordt er dus doorgevraagd op signalen van de duif. Denk aan: wat ziet u aan de vogel, hoe gedraagt de vogel zich, waarom denkt u dat de vogel in nood is en kunt u de vogel vangen? Afhankelijk wat de melder omschrijft wordt een inschatting gemaakt of het dier echt in nood is en, in geval van vogels, of het een verdenking van vogelgriep is. Daar waar geen verdenking van vogelgriep is, wordt de melder verzocht om de vogel cq duif zelf veilig te stellen (denk aan: doos met gaten over vogel zetten) zodat de Dierenambulance de vogel kan vervoeren. Door deze werkwijze bij de Meldkamer Dierenambulance wordt uitvoering gegeven aan de zorgplicht én wordt kostbaar om gegaan met de vrijwillige capaciteit.

3. Is het college van mening dat een uitzondering op het voerverbod nodig is in gevallen waar het lokken van gewonde dieren met voer noodzakelijk is om de dieren medische verzorging te kunnen bieden? Zo ja, op welke manier gaat het college hier invulling aan geven? Zo nee, waarom niet?

Hierover hebben de aanvragers (Stichting Flora & Faunabescherming en Stichting Stadsduiven Hulp Groep) reeds mijn reactie ontvangen. Een uitzondering is niet nodig aangezien het lokken van gewonde dieren ten behoeve van hulp (in casu: bevrijden van beknellingen) buiten de juridische reikwijdte van het voerverbod valt. De intentie van deze activiteit is immers niet het actief voeren van de dieren (met de gevreesde overlast van dien), maar het lokken ter directe verzorging.

4. Heeft het college inmiddels contact gehad met de NS over haar werkwijze ten aanzien van duiven? Is het college bereid om hiervan verslag te doen aan de raad?

Ja, het college heeft contact gehad met NS Stations (hierna: NS). De NS heeft aangegeven dat in eerste instantie preventieve maatregelen genomen als er duivenoverlast is op een station, zoals het plaatsen van netten en wering. Bij het ontwerp van nieuwbouw zoals de nieuwe Oosttunnel en rijwielstalling wordt bij het ontwerp al gekeken dat constructies niet uitnodigend zijn voor duiven. Als aanvulling op deze preventieve maatregelen, wordt periodiek in samenwerking met een gecertificeerde bestrijder een correctieve maatregel (vangen en euthanaseren) ingezet. Voor de correctieve inzet is geen afwegingskader van kracht, NS kiest voor deze periodieke aanvulling op basis van ervaring. NS is verantwoordelijk voor het beheer op stations in opdracht van de eigenaren: ProRail en NS Stations. Deze partijen bepalen op welke manier bestrijding vogeloverlast wordt ingevuld op het station waarbij te allen tijde binnen de kaders van de vigerende wet- en regelgeving wordt gehandeld. Met NS is afgesproken dat het college input kan leveren voor de formulering van de nieuwe aanbestedingsopdracht (gecertificeerde bestrijder). De intentie van het college hierin is om toe te werken naar een afwegingskader, bedoeld dat vangen zo lang mogelijk kan worden voorkomen. De Wet natuurbescherming geeft namelijk aan dat gevangen duiven (Columba Livia Domestica) niet elders vrijgelaten mogen worden. NS zal op basis van de input een afweging maken in hoeverre deze toepasbaar is binnen de stationsomgeving en bijdraagt aan het beheersbaar houden van de overlast. Verder wordt met NS verkend of er afspraken rondom zwerfafval wenselijk zijn, aangezien voedselresten duiven aantrekken.

5. Heeft het college, net als de Partij voor de Dieren-fractie, bij de NS bevestigd gekregen dat zij inderdaad duiven de nek omdraaien? Is het college naar aanleiding hiervan, zoals beloofd in de beantwoording, met de NS aan het verkennen hoe er diervriendelijk gehandeld kan worden?

Nee. De NS heeft bevestigd dat de duiven via een nekprocedure worden gedood. Echter betreft deze techniek niet ‘de nek omdraaien’, maar worden de verwilderde duiven (Columba Livia Domestica) door middel van ‘cervicale dislocatie’ gedood. Met cervicale dislocatie wordt zowel de benige als de bloedige verbinding tussen het hoofd en de romp verbroken. Ondanks dat er vanuit de wetenschap draagvlak is voor deze dodingstechniek, is er geen wetenschappelijke eenduidigheid over welke dodingsmethoden (door niet-dierenartsen) per diersoort het meest diervriendelijk zijn. Iedere passende dodingsmethode heeft kortgezegd zijn eigen voordelen en nadelen. Waar wél wetenschappelijke eenduidigheid over is, is dat bij cervicale dislocatie (i) vakbekwaamheid essentieel is voor de technisch zorgvuldige toepassing van de dodingsmethodiek en (ii) dat bedwelming van de dieren voorafgaand aan de dodingsmethode wenselijk is bij een gewicht vanaf 200gram. Hierover heeft NS aangegeven dat (i) de vakbekwaamheid is geborgd vanuit de jachtakte en (ii) dat geen bedwelming voorafgaand aan de dodingstechniek wordt toegepast omdat de dodingstechniek op zichzelf bedwelmend werkt. Daarom is het college voornemens om bij de input voor de aanbestedingsopdracht (zie antwoord vraag 4) tevensin te gaan op educatiemogelijkheden en welke mogelijkheden er zijn om bedwelming voorafgaand aan de cervicale dislocatie toe te passen. Als voorbereiding op deze input voor de nieuwe aanbestedingsopdracht rondom het doden van de duiven, blijft het college in gesprek met deskundigen. NS geeft aan te handelen binnen de geldende wetgeving maar open te staan voor effectieve alternatieven.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Aanvullende schriftelijke vragen inzake energiebesparende maatregelen

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake waterdieren-welzijn en afspraken met de Amsterdamse Hengelsport Vereniging

Lees verder

    Word actief Doneer