Schrif­te­lijke vragen inzake water­dieren-welzijn en afspraken met de Amster­damse Hengel­sport Vere­niging


Indiendatum: 2 sep. 2022

In 2017 is er een pachtovereenkomst gesloten met de Amsterdamse Hengelsport Vereniging (AHV) voor de Amsterdamse wateren, met uitzondering van de Bosbaan. Voorwaarden bij deze pachtovereenkomst, die loopt tot 2024, zijn o.a. dat de AHV jaarlijkse rapportages aanlevert en visstand beheerplannen opstelt voor alle gebieden in Amsterdam.

In de Evaluatie Agenda Dieren wordt beschreven dat de AHV haar afspraken niet na is gekomen met betrekking tot zowel de jaarlijkse evaluaties als de visstand beheerplannen. De toenmalige wethouder Dierenwelzijn heeft hierover formeel zijn zorgen geuit richting de AHV. De AHV beloofde beterschap en verwachtte destijds “dat het aanleveren van de visstand beheerplannen voor alle gepachte wateren zal lukken binnen de duur van de overeenkomst.”[1]

Ook stond in de Evaluatie Agenda Dieren beschreven dat “de druk op het water lijkt te zijn toegenomen door recreatie en gemeentelijke opgaven zoals klimaatadaptatie en gebiedsontwikkelingen. Denk aan druk als gevolg van afval, overlast, beweging, trillingen en geluid. Vooralsnog is de aard en omvang van deze druk op de dieren in het water en de ecologie rondom de oevers nog niet in beeld. Wel weten we dat een redelijk deel van de vervoerde en opgevangen dieren, waterdieren zijn. Bovenal zijn er signalen dat recreatie en werkzaamheden de ecologische structuren kunnen beïnvloeden. Op basis van een analyse kunnen waar nodig passende afspraken met waterpartners worden gemaakt.”[2]

De Partij voor de Dieren-fractie vindt dit verontrustende signalen t.a.v. het welzijn van de waterdieren waar deze gemeente zorg voor draagt. Ondergetekende is benieuwd hoe het ervoor staat met het vissenwelzijn in Amsterdam, de samenwerking met de AHV, en of er meer kan worden gedaan om het aquatische dierenwelzijn te bevorderen.

Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van Partij voor de Dieren, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

1. Is de evaluatie van het effect van de toegenomen druk op het water, zoals beschreven in de Evaluatie Agenda Dieren, al in gang gezet? Zo nee, waarom niet en is het college van plan om dit zo snel mogelijk toch te doen? Zo ja, wanneer worden de resultaten verwacht en is het college bereid deze te delen met de raad?

2. Welke mogelijkheden ziet het college om het welzijn van waterdieren in Amsterdam te bevorderen in deze nieuwe collegeperiode? Graag een toelichting.

In februari 2020 werden de visstand beheerplannen voor Nieuw-West met de raad gedeeld. In de bijgevoegde raadsinformatiebrief werd beschreven dat de beheerplannen voor Oost, West en Noord in 2020 en 2021 klaar zouden zijn. Dit jaar zouden ook de plannen voor Zuid en Zuid-Oost volgen.[1] De Partij voor de Dieren-fractie kon deze plannen niet terugvinden.

3. Worden visstand beheerplannen op visvriendelijke wijze opgesteld (i.e. zonder dat vissen een haak door de lip wordt gejaagd)? Overlijden er wel eens vissen bij deze veldonderzoeken?

4. Liggen de beheerplannen voor Oost, West en Noord al bij het college, zoals de planning stelt? Zo nee, waarom niet en is daarover contact geweest met de AHV?

5. Hoe staat het nu met de voortgang van de afspraken die gemaakt zijn met de AHV in de pachtovereenkomst? Welke afspraken zijn wel/niet nagekomen? Is er nader contact geweest met de AHV aangaande eventueel niet-nagekomen afspraken en wat is daarbij besproken?

6. Hoe beoordeelt het college de samenwerking met de AHV op het gebied van de zorg voor de Amsterdamse wateren en de daarin levende vissen? Komt deze samenwerking volgens het college ten goede aan het welzijn en de leefomgeving van de Amsterdamse vissen?

Indiener,

J.M. Krom (Partij voor de Dieren)


[1] https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/8556363/1/09012f9782e36e9a.


[1] Evaluatie Agenda Dieren, p. 21.

[2] Evaluatie Agenda Dieren, p. 21.

Indiendatum: 2 sep. 2022
Antwoorddatum: 25 nov. 2022

1. Is de evaluatie van het effect van de toegenomen druk op het water, zoals beschreven in de Evaluatie Agenda Dieren, al in gang gezet? Zo nee, waarom niet en is het college van plan om dit zo snel mogelijk toch te doen? Zo ja, wanneer worden de resultaten verwacht en is het college bereid deze te delen met de raad?

Nee, de evaluatie van het effect van de toegenomen druk op het water is niet in gang gezet. In de Evaluatie Agenda Dieren zijn kansen geschetst voor de nieuwe bestuursperiode. Bij de formulering van de nieuwe Agenda Dieren worden diverse thema’s beschouwd en afgewogen welke het meest prioriteit hebben.

2. Welke mogelijkheden ziet het college om het welzijn van waterdieren in Amsterdam te bevorderen in deze nieuwe collegeperiode? Graag een toelichting.

Zoals toegezegd in de raadscommissie Duurzaamheid en Circulaire economie op 12 oktober 2022 wordt dit thema meegenomen in de aankomende Agenda Dieren. In deze nieuwe collegeperiode wordt er verder gewerkt aan het ontwikkelen van een natuurinclusieve stad, met daarbij het verbeteren van de leefomgeving van dieren, ook voor waterdieren. Denk hierbij aan het creëren van meer ruimte waar dieren kunnen schuilen, foerageren, paaien, vluchten, paren, broeden en van leefgebied naar leefgebied trekken. Er wordt momenteel onder meer ingezet op de ontwikkeling van natuurvriendelijke oevers en het verbeteren van de ecologische waterkwaliteit. In samenwerking met de AHV, waterschap Amstel, Gooi en Vecht, en RAVON (natuurbeschermingsorganisatie voor amfibieën, reptielen en vissen) vindt een verkenning plaats naar een mogelijke nieuwe vispassage bij de Sloterplas ten behoeve van onder meer de aal.

3. Worden visstand beheerplannen op visvriendelijke wijze opgesteld (i.e. zonder dat vissen een haak door de lip wordt gejaagd)? Overlijden er wel eens vissen bij deze veldonderzoeken?

Met de Agenda Dieren 2015 – 2018 is in de pachtovereenkomst opgenomen dat er gevist wordt conform de gedragscode van Sportvisserij Nederland. Deze heeft als doelstelling: minimalisatie van de aantasting van het welzijn van recreatief gevangen vis. Voor het opstellen van de visstand beheerplannen worden er veldonderzoeken verricht. Bij deze onderzoeken overlijden in principe geen vissen. De gedragscode geldt ook voor de veldonderzoeken. Daarbij vinden de veldonderzoeken plaats in de wintermaanden om risico op aantasting van het welzijn van de vissen te minimaliseren. In deze periode is er meer zuurstof in het water en zijn vissen rustiger en ervaren minder stress.

4. Liggen de beheerplannen voor Oost, West en Noord al bij het college, zoals de planning stelt? Zo nee, waarom niet en is daarover contact geweest met de AHV?

In 2021 is in overleg met waternet, Amsterdamse Bos, V&OR, Ecologie R&D en Dierenwelzijn R&D afgesproken om op voorstel van de AHV de visstand beheerplannen per type water op te stellen in plaats van per stadsdeel. Een visstand beheerplan per type water is van meerwaarde omdat de vissoorten en het gewenste visstand beheer per type water vergelijkbaar is. Zo zullen er voornamelijk verschillen zijn per type water in plaats van per stadsdeel. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt tussen vier type wateren: boezemwater, diepe wateren, stadspolder en stadspark. Met het aanpassen van de vorm van de visstand beheerplannen zijn er nieuwe afspraken gemaakt met de AHV voor het aanleveren van deze plannen. De AHV komt deze nieuwe afspraken na. Het visstand beheerplan zal in haar geheel worden aangeleverd aan het college in het voorjaar van 2024.

5. Hoe staat het nu met de voortgang van de afspraken die gemaakt zijn met de AHV in de pachtovereenkomst? Welke afspraken zijn wel/niet nagekomen? Is er nader contact geweest met de AHV aangaande eventueel niet-nagekomen afspraken en wat is daarbij besproken?

Na het niet nakomen van de eerder gemaakte afspraken heeft toenmalig wethouder Dierenwelzijn in een brief op 3 maart 2021 zijn zorgen geuit over de samenwerking met de AHV. Naar aanleiding hiervan is het contact verstevigd met de AHV en zijn er nieuwe afspraken gemaakt over het aanleveren van de visstand beheerplannen. De frequentie van overleggen is van één keer per jaar verhoogd naar meerdere keren per jaar om elkaar goed op de hoogte te houden. Daarmee is het contact verbeterd en worden de afspraken regelmatig nagelopen. Tot aan heden komt de AHV de nieuw gemaakte afspraken na.

6. Hoe beoordeelt het college de samenwerking met de AHV op het gebied van de zorg voor de Amsterdamse wateren en de daarin levende vissen? Komt deze samenwerking volgens het college ten goede aan het welzijn en de leefomgeving van de Amsterdamse vissen?

Via de pachtovereenkomst zijn met de AHV afspraken gemaakt over zorg voor de Amsterdamse wateren en de daarin levende vissen. Deze afspraken worden nagekomen (zie antwoord vraag 5) en daarnaast komt de AHV ook met eigen initiatief, zoals de pilot loodvrij vissen en verkenning naar een mogelijk aalreservaat. Met deze inzet wordt bijgedragen aan ecologisch waterbeheer en een gezonde visstand. Bij de evaluatie van de pachtovereenkomst wordt naast de focus op samenwerking ook stil gestaan bij de toezegging om het welzijn van waterdieren een plek te geven in de nieuwe Agenda Dieren en welke passende ambities en/of rollen voor pachter hier mogelijk zijn.

Interessant voor jou

Aanvullende schriftelijke vragen inzake een diervriendelijk duivenbeleid voor Amsterdam

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake rookoverlast in Amsterdam

Lees verder

    Word actief Doneer