Motie inzake geen kind meer in de asiel­nood­opvang

De Raad,

Gehoord de discussie over de situatie rondom kinderen in de asielnoodopvang

Constaterende dat:
● Het aantal kinderen in de noodopvang de afgelopen jaren sterk is toegenomen, met naar schatting 6.200 kinderen in 20241, waarvan ongeveer 2.500 alleenstaand zijn;
● De omstandigheden in veel noodopvanglocaties, zoals galmende geluiden, gedeelde ruimtes zonder privacy en beperkte speelmogelijkheden, niet voldoen aan de normen die nodig zijn voor een veilige en stabiele omgeving voor kinderen;
● In Amsterdam meer dan 200 kinderen worden opgevangen in de noodopvang en de kans groot is dat het aantal kinderen in de noodopvang toeneemt;
● Meerdere toezichthouders, waaronder de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd2, hebben geconstateerd dat kinderrechten in de noodopvang regelmatig worden geschonden door een gebrek aan stabiliteit, onderwijs en toegang tot medische zorg;
● Kinderartsen, jeugdartsen en het Kinderrechtencollectief3 waarschuwen dat de fysieke en mentale gezondheid van kinderen in de noodopvang ernstig wordt aangetast, met klachten zoals gewichtsverlies, gebrekkig toegang tot zorg, bedplassen, en angst;
● De noodopvang oorspronkelijk bedoeld was als een zeer tijdelijke oplossing, maar in de praktijk kinderen vaak maanden tot zelfs jaren in noodopvanglocaties verblijven;
● De standaarden in de noodopvang veel lager zijn dan in reguliere opvanglocaties, met een gebrek aan privacy, onvoldoende voorzieningen en een ongeschikte omgeving voor de ontwikkeling van kinderen;
● Veel kinderen in de noodopvang afkomstig zijn uit conflict- en oorlogsgebieden, wat hun kwetsbaarheid vergroot en de urgentie van stabiele opvangomstandigheden onderstreept.

Overwegende dat:
● Alle kinderen het recht hebben op een veilige, gezonde en stabiele omgeving;
● De huidige situatie onacceptabel is, en dat de gemeente Amsterdam het Rijk nodig heeft om structurele en landelijke oplossingen te realiseren die ervoor zorgen dat kinderen in de asielopvang de zorg en stabiliteit krijgen die zij nodig hebben;
● Het verblijf van kinderen in de noodopvang de kans vergroot op zeer blijvende negatieve effecten op hun ontwikkeling en welzijn, wat niet in lijn is met internationale kinderrechten.

Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
● De situatie van kinderen in de noodopvang actief te agenderen in overleg met het Rijk, en specifiek de zorgen van de gemeente Amsterdam over de schending van kinderrechten over te brengen;
● Het Rijk op te roepen om te zorgen voor structurele oplossingen, zoals kleinschalige en kindvriendelijke opvanglocaties, waar kinderen kunnen rekenen op stabiliteit, toegang tot onderwijs en goede medische zorg.

Indiener(s),
F. Abdi (PvdA)
K.S.N. van der Veen (GroenLinks)
A.S. Aslami (D66)
J. Krom (PvdD)
J. Broersen (VOLT)
R. Alberts (SP)
S. Khan (DENK)
M. von Gerhardt (VVD)
C. Kabamba (Lijst Kabamba)
J. Veldhuyzen (De Vonk)
R.B. Havelaar (CDA)