Vragen inzake verdronken katten bij bouw­project Twiske Zuid


Indiendatum: mei 2014

Schriftelijke vragen van het raadslid Johnas van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake verdronken katten bij bouwproject Twiske Zuid

Amsterdam, 15 mei 2014

Aan het college van burgemeester en wethouders

Op At5 en Dichtbij.nl is te lezen dat in een sloot in Noord aan de achterkant van huizen die in de Stoombootweg staan, meerdere katten zijn verdronken. De sloot is gegraven met aan weerszijden damwanden ter versteviging om te kunnen baggeren, ten behoeve van het bouwproject Twiske Zuid. Katten die hierin vallen kunnen er niet meer uit komen. De door Dichtbij.nl en At5 geraadpleegde bewoners hebben al twee katten verloren aan verdrinking in de sloot. Ook buren van deze bewoners hebben een kat verloren aan de sloot.

Het team Kat uit de Gracht (een van oorsprong Leids initiatief) geeft op zijn website diverse oorzaken aan voor het in de gracht (of ander water) vallen van katten. Bijvoorbeeld schrik, ziekte of ouderdom, harde wind, uitglijden, nieuwe beschoeiing, aanrijding, nieuwsgierigheid, hormonen, water willen drinken, jachtinstinct volgen en rollen bij de waterkant.

Buurtbewoners proberen zelf om de situatie te verbeteren door provisorische oplossingen aan te brengen, maar dit lijkt nog geen succes te hebben. Het artikel vermeldt dat er al minimaal drie katten zijn verdronken.

Jelle Prins, projectleider van Twiske-Zuid is op de hoogte van het probleem noemt het ‘opmerkelijk’ dat dit probleem zich voordoet aan de Stoombootweg maar niet bij andere projecten in Noord waar ook sloten met damwanden liggen. Hij zegt in het artikel op Dichtbij.nl te hebben aangeboden om bij te dragen in eventuele voorzieningen die aangebracht moeten worden.

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekenden de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. Is het college bekend met het artikel?

2. Kan het college bevestigen dat er huisdieren van omwonenden zijn verdronken in dit water? Om hoeveel huisdieren gaat het? (Indien van toepassing: zijn ook dode wilde dieren gevonden?)

3. Acht het college de situatie op dit moment veilig voor (huis)dieren ?

4. Wie is de eindverantwoordelijke voor het neerzetten van deze damwand?

5. Zijn de omwonenden van de sloot met damwand door de verantwoordelijke van het bouwproject geïnformeerd over de risico’s die deze constructie heeft voor katten en eventuele andere dieren? Zo ja, wanneer en op welke manier? Zo nee, waarom niet?

6. Kan het college aangeven wat de eindverantwoordelijke tot nu toe heeft ondernomen om verdrinking van (huis)dieren tegen te gaan?

7. Kan het college verklaren waarom bij andere bouwprojecten met sloten en damwanden, zoals bij de Klaprozenweg en Papaverweg het probleem niet werd herkend? Zijn hier geen dieren verdronken voor zover bekend?

8. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat de gemeente garant moet staan voor een veilige openbare ruimte, ook voor de huisdieren van haar bewoners?

9. De drie katten die het slachtoffer zijn geworden van de damwand worden gemist door hun eigenaren en kunnen spijtig genoeg niet meer worden teruggehaald. Echter, kan het college aangeven of de kosten die buurtbewoners hebben gemaakt om nieuwe verdrinkingsgevallen van (huis)dieren tegen te gaan zijn/worden vergoed? Zo niet, is het college bereid om met de omwonenden in gesprek te gaan om hierover tot een oplossing te komen?

10. Hoe gaat het college in de toekomst het verdrinken van dieren voorkomen? Is het college bereid om op dit punt informatie in te winnen met experts en deze te delen met projectteams van bouwprojecten waar gebaggerd wordt?

11. Is het college bekend met andere risicovolle situaties voor (huis)dieren in Amsterdam? Is het college bereid om een risico-inschatting te maken van verdrinking van (huis)dieren in andere situaties, zoals bij grachten?

Gezien de aard van het onderwerp verzoekt de Partij voor de Dieren het college deze vragen zo spoedig mogelijk in behandeling te nemen.

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: mei 2014
Antwoorddatum: 15 mei 2014

Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren van 15 mei 2014 inzake verdronken katten bij het bouwproject Twiske Zuid.

1. Is het college bekend met het artikel?

Antwoord:
Ja.

2. Kan het college bevestigen dat er huisdieren van omwonenden zijn verdronken in dit water? Om hoeveel huisdieren gaat het? (Indien van toepassing: zijn ook dode wilde dieren gevonden?)

Antwoord:
Het betreft twee dode katten. Er zou ook sprake zijn van een derde kat. Er is tevens een melding van een dode egel. De omstandigheden waaronder de dieren om het leven zijn gekomen zijn niet duidelijk.

3. Acht het college de situatie op dit moment veilig voor (huis)dieren?

Antwoord:
Dit is lastig te beoordelen. Er is hier geen sprake van een bijzondere situatie. Overal in dit waterrijke gebied bestaan soortgelijke sloten met hoge en minder hoge beschoeiingen. In andere gebieden (zoals bijvoorbeeld de Weerenscheg, De Bongerd en Buiksloterham in Noord) komen dergelijke sloten / singels met damwanden ook voor. Uit deze andere gebieden zijn dergelijke voorvallen niet bekend. Misschien kan bij Twiske Zuid de hoge schutting aan de overkant van de sloot een rol gespeeld hebben. Deze schutting is in 2012 geplaatst om zandverstuiving en diefstal tegen te gaan. De projectmanager heeft met de bewoner afspraken gemaakt over het aanbrengen van eenvoudige voorzieningen (vlotjes met trapjes) en de vergoeding hiervan. Hiervan is er voor zover ons bekend één aangebracht. Binnenkort zal ook de hoge schutting aan de overkant van de sloot verwijderd worden.

4. Wie is de eindverantwoordelijke voor het neerzetten van deze damwand?

Antwoord:
De gemeente is hiervoor verantwoordelijk. Het betreft permanente damwanden die langs oude en nieuwe sloten geplaatst moesten worden in het kader van project Twiske Zuid, over een totale lengte van 1 kilometer. De damwanden zijn ook geplaatst om het gesaneerde gebied af te schermen van het ongesaneerde gebied. De meeste damwandplanken zijn 18 meter diep en rusten op de ‘tweede zandlaag’.

5. Zijn de omwonenden van de sloot met damwand door de verantwoordelijke van het bouwproject geïnformeerd over de risico’s die deze constructie heeft voor katten en eventuele andere dieren? Zo ja, wanneer en op welke manier? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
De sloten zijn in 2002/2003 mede op aandringen van omwonenden in het plan opgenomen. Zij wensten een sterke scheiding tussen hun woningen en tuinen en de nieuw te bouwen woningen. De omwonenden zijn in 2003/2004 en in de jaren daarna tijdens bewonersavonden ingelicht over de constructie. Maar niemand heeft ooit stilgestaan bij de mogelijkheid dat dit soort ongelukken zouden kunnen gebeuren. De sloten en de damwanden zijn in 2012 aangelegd.

6. Kan het college aangeven wat de eindverantwoordelijke tot nu toe heeft ondernomen om verdrinking van (huis)dieren tegen te gaan?

Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 3.

7. Kan het college verklaren waarom bij andere bouwprojecten met sloten en damwanden, zoals bij de Klaprozenweg en Papaverweg het probleem niet werd herkend? Zijn hier geen dieren verdronken voor zover bekend?

Antwoord:
Het college heeft hier geen verklaring voor. Er zijn ons geen andere gevallen van dit soort ongelukken bekend. Bij de Klaprozenweg/Papaverweg worden op dit moment woningen gebouwd.

8. Is het college het met de fractie van de Partij voor de Dieren eens dat de gemeente garant moet staan voor een veilige openbare ruimte, ook voor de huisdieren van haar bewoners?

Antwoord:
De gemeente kan niet garant staan voor de veiligheid van de openbare ruimte voor huisdieren. Zo kunnen katten die de openbare weg oversteken worden aangereden. Bij bouwprojecten met sloten en damwanden kan de veiligheid wellicht worden verbeterd door het aanbrengen van oplossingen waarbij dieren weer zelfstandig uit het water kunnen komen.

9. De drie katten die het slachtoffer zijn geworden van de damwand worden gemist door hun eigenaren en kunnen spijtig genoeg niet meer worden teruggehaald. Echter, kan het college aangeven of de kosten die buurtbewoners hebben gemaakt om nieuwe verdrinkingsgevallen van (huis)dieren tegen te gaan zijn/worden vergoed? Zo niet, is het college bereid om met de omwonenden in gesprek te gaan om hierover tot een oplossing te komen?

Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 3.

10. Hoe gaat het college in de toekomst het verdrinken van dieren voorkomen? Is het college bereid om op dit punt informatie in te winnen met experts en deze te delen met projectteams van bouwprojecten waar gebaggerd wordt?

Antwoord:
Ons college zal laten nagaan of bij de vergunningverlening van dergelijke projecten een verplichting kan worden opgenomen om voorzieningen aan te brengen. Hier bestaat op dit moment geen regelgeving voor. Ad hoc worden voorzieningen verzonnen en geplaatst.

11. Is het college bekend met andere risicovolle situaties voor (huis)dieren in Amsterdam? Is het college bereid om een risico-inschatting te maken van verdrinking van (huis)dieren in andere situaties, zoals bij grachten?

Antwoord:
Onaangelijnd verblijf van (huis)dieren in de openbare ruimte kan uiteraard risico’s met zich meebrengen. Dat geldt uiteraard ook voor het risico dat (huis)dieren in de gracht vallen en verdrinken. Daarvoor is geen risico-inschatting nodig.

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester