Vragen inzake Fort Benoorden Spaarndam


Indiendatum: mei 2014

Schriftelijke vragen van het raadslid de heer van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake Fort Benoorden Spaarndam

Amsterdam, 13 mei 2014,

Aan het college van burgemeester en wethouders

Op 7 mei is aan de bestuurders van het Recreatieschap Spaarnwoude een brief gestuurd namens twee stichtingen en namens de Verontruste Spaarndammers aangaande het voorontwerp bestemmingsplan Recreatiegebied Spaarnwoude en meer specifiek de consequenties die dit bestemmingsplan heeft voor de verkeersontsluiting.

Deze brief heeft de volgende strekking:

Op dit moment ligt in de gemeente Velsen ter inzage: het voorontwerp bestemmingsplan Recreatiegebied Spaarnwoude.

Dit bestemmingsplan heeft consequenties voor de verkeersontsluiting van het Landal huisjespark.

Formeel is Fort Benoorden Spaardam niet opgenomen in dit bestemmingsplan, maar het naastgelegen Villa Westend, dat gebruik maakt van dezelfde ontsluitingsweg (via Haarlem) als beoogd voor Landal, is dat wel.

Villa Westend krijgt in het voorontwerp de bestemming: “Horecabedrijf met een grote verkeer aantrekkende werking”. Villa Westend had deze bestemming (in het vigerende bestemmingsplan) niet.

De ontsluiting van Villa Westend (naast het Fort) loopt via Haarlem (Vergiedeweg, Slaperdijk, Dammersweg, Oostlaan en Westlaan).

Dat is dezelfde ontsluitingsweg die het Recreatieschap beoogt voor Landal, en die Haarlem (bij herhaalde moties) wil tegenhouden

Als dit voorontwerp bestemmingsplan nu wordt vastgesteld, dan krijgt Villa Westend het recht van de verkeersontsluiting die ook voor Landal beoogd is en via Haarlem loopt.

Villa Westend kan dan een claim indienen als Haarlem straks bezwaar maakt tegen de ontsluiting van Landal over Haarlems grondgebied. Ook kan Haarlem dan de toegangswegen naar de Slaperdijk (lees naar Spaarndam ) niet meer afsluiten zonder claim van Villa Westend.

Hiermee lijkt de randvoorwaarde die door Amsterdam, Haarlem, en Haarlemmerliede en omstreken is gesteld voor het verkeer voor Landal, te worden omzeild. Op zijn minst ontstaat bij het aannemen van het bestemmingsplan een bestuurlijk ongewenste situatie.

Het betreft hier een voorontwerp bestemmingsplan. Aanpassen kan nu dus nog, zonder problemen.

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de PvdD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. Is het college bekend met deze brief en de daarin geschetste ontwikkeling?

2. Hoewel dit college niet gaat over dit voorontwerp, is het college het wel eens met de vragensteller dat doorgang van dit ontwerp kan leiden tot ongewenste effecten, namelijk dat:
- Villa West End en Landal Bungalowpark beide een verkeersaantrekkende werking hebben;
- Beide vooralsnog over dezelfde ontsluitingswegen gaan;
- Beide vooralsnog over Haarlem;

3. Is het college het ermee eens dat hierdoor een ontwikkeling kan worden ingezet die later als onzorgvuldig bestuur kan worden bestempeld, namelijk dat door een voorontwerp een bestemming van een functie verandert, waardoor een andere bestemming, gelegen naast de eerste bestemming, ineens mogelijk wordt, die daarvoor niet mogelijk was?

4. Onderschrijft het college de in de brief geschetste gevaren met betrekking tot de verkeersafwikkeling over Haarlems grondgebied en mogelijke claims van Villa Westend?

5. Is het college bereid om in het bestuur van het recreatieschap druk uit te oefenen op de gemeente Velsen om Villa Westend, het munitiebos en Fort Benoorden in één bestemmingsplan onderbrengen zodat bovenstaande effecten, bedoeld of onbedoeld, niet zullen optreden?

6. Is het college daarnaast bereid binnen de daartoe opengestelde termijn door de bestuurder van Amsterdam in het Recreatieschap Spaarnwoude een inspraakreactie op dit voorontwerp in te dienen bij de gemeente Velsen en te verzoeken om een gezamenlijke behandeling van het gehele gebied waar men het beoogde Landal bungalowpark in Unesco Erfgoed en deels in de Ecologische Hoofdstructuur wil gaan bouwen. Dit gezien het feit dat ontsluiting van dit gebied als een geheel moet worden bezien daar het dezelfde discussie rond de mogelijke ontsluitingsroute betreft en onder andere de gemeente Amsterdam de verkeersontsluiting, niet lopende over Haarlems grondgebied, altijd consequent voor Landal als één van de randvoorwaarden heeft gesteld?

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: mei 2014
Antwoorddatum: 14 mei 2014

1. Is het college bekend met deze brief en de daarin geschetste ontwikkeling?

Antwoord:
Het college is bekend met zowel brief als inhoud. De Wethouder Openbare Ruimte en Groen, die namens Amsterdam zitting heeft in het Algemeen Bestuur van Recreatieschap Spaarnwoude is hierover in kennis gesteld door zowel de Stichtingen als Recreatie Noord-Holland, die het secretariaat voert voor het recreatieschap.

2. Het voorontwerp bestemmingsplan Recreatiegebied Spaarnwoude is door de gemeente Velsen op reguliere wijze voor reactie aangeboden aan B&W van Amsterdam in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.

Hoewel dit college niet gaat over dit voorontwerp, is het college het wel eens met de vragensteller dat doorgang van dit ontwerp kan leiden tot ongewenste effecten, namelijk dat:

Villa West End en Landal Bungalowpark beide een verkeersaantrekkende werking hebben; beide vooralsnog over dezelfde ontsluitingswegen gaan; beide vooralsnog over Haarlem.

Antwoord:
Er ligt op dit moment bij de gemeente Velsen een voorontwerp bestemmingsplan ter inzage voor het recreatiegebied Spaarnwoude tot en met 5 juni 2014. In dit bestemmingsplan zijn het plangebied van het Fort benoorden Spaarndam en het munitiebos niet opgenomen. Voor het plangebied wordt een apart bestemmingsplan gemaakt. Met dit bestemmingsplan is nog niet begonnen.

Er is sprake van een conserverend bestemmingsplan waarin geen nieuwe recreatie mogelijk wordt gemaakt. Het betreft een actualisatie van het uit 2000 daterende bestemmingsplan. Slechts in de tussentijd gevolgde art. 19 afwijkingsprocedures zijn erin verwerkt. Alleen bestaande bedrijven kunnen binnen hun huidige bouwvlak verschillende vormen van dagrecreatie ontwikkelen. Dit is in lijn met de wens van het college van de gemeente Velsen om globaler te bestemmen en is eveneens in lijn met de regionale groenvisie Bufferzone Haarlem-Amsterdam. Een verruiming in diversiteit is mogelijk.

Villa Westend was er nog niet toen het bestemmingsplan medio 2000 werd gemaakt. Wel werd in dit bestemmingsplan de mogelijkheid geboden om Horeca I te vestigen van maximaal 800 m . Villa Westend is in een later stadium bestemd als Horeca I. In het nieuwe bestemmingsplan zijn de horecacategorieën specifieker gemaakt, overeenkomstig de methodiek zoals dat in al de nieuwe bestemmingsplannen van Velsen geschiedt. De categorieën Horeca I, II en III zijn hierbij vervangen door Horeca A, B en C. De categorie Horeca A bestaat uit vier onderdelen. Villa Westend valt gezien haar omvang (groter dan 250 m ) onder categorie A3 ‘Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking’.

Ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan wordt geen verruiming mogelijk gemaakt. Door een bouwblok voor Villa Westend op te nemen is zelfs sprake van een planologische inperking. Samengevat: er is niets veranderd aan de huidige situatie; de categorieën zijn alleen meer uitgesplitst zodat beter inzichtelijk is wat hier wordt toegestaan.

Dat zowel Villa Westend als Landal Bungalowpark beide een verkeers- aantrekkende werking hebben valt niet te ontkennen. Uit verschillende verkeersonderzoeken is gebleken dat de hoeveelheid autoverkeer naar het park en het fort beperkt zal zijn (circa 350–450 auto’s per dag op de drukste dagen in de drukste maanden juli en augustus).

Of beide vooralsnog over dezelfde ontsluitingswegen over Haarlem gaan is nog onzeker. Er loopt namelijk in opdracht van de gemeente Velsen een verkeers- onderzoek naar de verkeersafwikkeling via Velserbroek. Dit recreatieve verkeer is in principe goed te combineren met het fietsverkeer dat gebruikmaakt van het Westbroekpad, het huidige fietspad.

3. Is het college het ermee eens dat hierdoor een ontwikkeling kan worden ingezet die later als onzorgvuldig bestuur kan worden bestempeld, namelijk dat door een voorontwerp een bestemming van een functie verandert, waardoor een andere bestemming, gelegen naast de eerste bestemming, ineens mogelijk wordt, die daarvoor niet mogelijk was?

Antwoord:
De bestemming van de functie blijft ongewijzigd. De inpasbaarheid van de recreatieve bestemming ter hoogte van Fort Benoorden moet blijken in het kader van het bestemmingsplan dat hiervoor nog gemaakt moet worden.

4. Onderschrijft het college de in de brief geschetste gevaren met betrekking tot de verkeersafwikkeling over Haarlems grondgebied en mogelijke claims van Villa West End?

Antwoord:
Het bestuur van Recreatieschap Spaarnwoude heeft zich in de AB vergadering van 24 april 2013 uitgesproken voor de ontwikkeling van Fort Benoorden. Daarbij werd tegelijkertijd – mede op aandringen van Amsterdam - geconstateerd dat de (huidige) verkeersproblematiek in Spaarndam een totaalbenadering vraagt met een intergemeentelijke samenwerking, om te komen tot integrale oplossingen. Of de verkeersafwikkeling via Haarlem zal geschieden, is op dit moment nog niet duidelijk. Naar standpunt van het college dienen speculaties over mogelijke schadeclaims hierbij niet als uitgangspunt te worden genomen. Er dient gefocust te worden op een integrale verkeersoplossing. Dit is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de gemeenten Velsen, Haarlem en Haarlemmerliede.

5. Is het college bereid om in het bestuur van het recreatieschap druk uit te oefenen op de gemeente Velsen om Villa Westend, het munitiebos en Fort Benoorden in eÌeÌn bestemmingsplan onderbrengen zodat bovenstaande effecten, bedoeld of onbedoeld, niet zullen optreden?

Antwoord:
Bij de actualisatie van het vigerende bestemmingsplan voor Spaarnwoude moet aandacht zijn voor de mogelijke ruimtelijke invloeden vanuit de omgeving. Dit plan dateert uit het jaar 2000 en vraagt vanuit de wet op de ruimtelijke ordening om actualisatie na 10 jaar. Aangezien met het aangrenzende bestemmingsplan nog een start gemaakt moet worden ligt het niet voor de hand om hierop te wachten.

6. Is het college daarnaast bereid binnen de daartoe opengestelde termijn door
de bestuurder van Amsterdam in het Recreatieschap Spaarnwoude een inspraakreactie op dit voorontwerp in te dienen bij de gemeente Velsen en te verzoeken om een gezamenlijke behandeling van het gehele gebied waar men het beoogde Landal bungalowpark in Unesco Erfgoed en deels in de Ecologische Hoofdstructuur wil gaan bouwen. Dit gezien het feit dat ontsluiting van dit gebied als een geheel moet worden bezien daar het dezelfde discussie rond

de mogelijke ontsluitingsroute betreft en onder andere de gemeente Amsterdam de verkeersontsluiting, niet lopende over Haarlems grondgebied, altijd consequent voor Landal als eÌeÌn van de randvoorwaarden heeft gesteld?

Antwoord:

Om de hiervoor genoemde redenen ziet het college hiertoe geen aanleiding. In het kader van de hiervoor reguliere procedure van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, wordt beoordeeld of het voorliggende plan aanleiding geeft voor het college tot het maken van bezwaren.

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester