Vragen inzake het vangen van duiven voor consumptie, op Amsterdams grond­gebied


Indiendatum: nov. 2013

NB: de Tweede Kamerfractie van de Partij voor de Dieren heeft hier eveneens vragen over gesteld. Er is vanuit het college van burgemeester en wethouders een correctie op de antwoorden gekomen op 27 januari, deze staat onderaan de antwoorden.

Schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake het vangen van duiven voor consumptie, op Amsterdams grondgebied

Amsterdam, 6 november 2013

Aan het college van burgemeester en wethouders,

In het programma ‘De wilde keuken’ van Wouter Klootwijk van vrijdag 13 september 2013 is te zien hoe in Amsterdam duiven worden gelokt en gevangen door Duke Faunabeheer. Een medewerker strooit duivenvoer op de stoep, waarna de duiven met behulp van een schietnet worden gevangen. De duiven worden later in het programma geslacht en verwerkt door de poelier.

De Dierenbescherming Amsterdam heeft een handhavingsverzoek bij de NVWA ingediend en aangifte gedaan bij de politie, omdat zij meent dat misbruik is gemaakt van de ontheffing voor gebruik van het schietnet. Er zou zonder aanwijsbare reden, zonder dat er gecheckt is of aan voorwaarden is voldaan, en zonder dat de juiste route is bewandeld zijn gehandeld.

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. Is de wethouder bekend met bovengenoemd programma?
2. Kan het college aangeven wat de wettelijke status is van de duiven in Amsterdam?
3. Mogen de op het grondgebied van Amsterdam gevangen duiven gebruikt worden voor commerciële doeleinden, bijvoorbeeld de verkoop door poeliers of restaurants?
4. Welke (wettelijke) toestemmingen zijn hier voor nodig?
5. Moet de gemeente Amsterdam toestemming geven aan de ‘gebruiker’ (vangen/doden/consumeren) van de duif, mede gezien het vangen plaatsvindt op gemeentelijk grondgebied en openbare gronden?
6. Hoe verloopt de keuring van het duivenvlees?
7. Kan het college aangeven hoeveel duiven er in Amsterdam op jaarbasis worden gevangen, wat er met deze duiven gebeurt, en wie hiervan de opdrachtgevers zijn?
8. Wie is de opdrachtgever of zijn de opdrachtgevers geweest van het vangen van de duiven (in het televisieprogramma De wilde Keuken)?
9. GGD Amsterdam stelt dat duiven vangen en vervolgens duiven doden niet in de visie van Dierplaagbeheersing past. Dierplaagbeheersing doodt geen vogels. Kan het college deze visie bevestigen en onderschrijven?
10. In de Richtlijnen Dierplaagbeheersing van de GGD staat: ‘Aangezien stadsduiven over het algemeen afstammeling zijn van de gedomesticeerde rotsduiven (vaak ontsnapte duiven van duivenhouders) wordt gesproken van verwilderde gedomesticeerde rotsduiven en betreft het dus een soort die niet beschermd is. In het kader van volksgezondheid en openbare veiligheid is het toegestaan om zonder ontheffing stadsduiven te vangen (en te doden). Door artikel 16f is een vrijstelling verleend van artikel 15 FFW, tweede lid, voor het gebruik van vangkooien voor het vangen van onder andere verwilderde duiven. De vrijstelling geldt slechts voor het vangen van verwilderde duiven binnen de bebouwde kom. Vormden de duiven die in het programma werden gevangen en gedood een bedreiging voor de volksgezondheid of openbare veiligheid? Of zijn er andere gronden waarop deze dieren gevangen en gedood mochten worden?
11. Kan het college een update geven over de situatie rond stadsduiven in Amsterdam? Is er sprake van overlast, zo ja, waar en in welke mate? Op welke manieren wordt overlast tegengegaan? Is de populatie de laatste jaren stabiel?
12. Wat is de mening van het college over het vangen van duiven door bepaalde bedrijven op Amsterdams grondgebied?
13. Is het college bereid contact op te nemen met het bedrijf in kwestie, Duke Faunabeheer, om deze zaak te bespreken? Zo ja, kan de wethouder de uitkomsten van dit gesprek per brief mededelen aan de gemeenteraad? Zo nee, waarom niet?
14. Sommige gemeenten stellen wanneer er overlast is van een bepaalde diersoort een voerverbod in via de APV om overlast tegen te gaan. Het bedoeld en onbedoeld verspreiden van voedsel trekt immers allerlei soorten stadsdieren aan. Ziet de wethouder potentie om een verbod op het voeren van stadsduiven (en eventueel andere in het wild levende dieren) op te nemen in de APV? Zo ja, kan hij hier een voorstel voor doen en naar de raad sturen? Zo nee, waarom niet?

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: nov. 2013
Antwoorddatum: 1 jan. 1970

1. Is de wethouder bekend met bovengenoemd programma?

Antwoord:
Ja.

2. Kan het college aangeven wat de wettelijke status is van de duiven in Amsterdam?

Antwoord:
Ja, het college kan aangeven wat de wettelijke status is van de duiven. De duiven in Amsterdam stammen over het algemeen af van de gedomesticeerde rotsduiven. Deze duif komt in alle steden ter wereld voor; grootte 30-35 cm.; hoofdkleur vaak grijs, echter veel kleurvariëteiten. De verwilderde gedomesticeerde rotsduif is niet beschermd (in artikel 4 Flora- en faunawet wordt voor enkele vogelsoorten, waaronder de rotsduif, een uitzondering gemaakt indien die dieren gedomesticeerd zijn). Met de gedomesticeerde rotsduif wordt zowel op de postduif als op de stadsduif – een verwilderde vorm van de gedomesticeerde rotsduif – gedoeld.

3. Mogen de op het grondgebied van Amsterdam gevangen duiven gebruikt worden voor commerciële doeleinden, bijvoorbeeld de verkoop door poeliers of restaurants?

Antwoord:
Het college gaat niet over het wel of niet gebruiken van eenmaal gevangen duiven voor commerciële doeleinden. Zie voor het wel of niet mogen vangen van duiven onderstaande antwoorden.

4. Welke (wettelijke) toestemmingen zijn hier voor nodig?

Antwoord:
In geval het om stadsduiven gaat, zijn de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet niet van toepassing. Wel geldt de algemene zorgplichtbepaling, neergelegd in artikel 2 Flora- en faunawet (eenieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving). Deze bepaling die geldt voor alle in het wild levende dieren, houdt in dat een dier niet zinloos gedood, verontrust of gevangen mag worden. Conform artikel 16f in het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten, is voor het vangen met vangkooien van verwilderde duiven binnen de bebouwde kom een uitzondering gemaakt op het verbod, bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de Flora- en Faunawet.

5. Moet de gemeente Amsterdam toestemming geven aan de ‘gebruiker’ (vangen/doden/consumeren) van de duif, mede gezien het vangen plaatsvindt op gemeentelijk grondgebied en openbare gronden?

Antwoord:
Voor het gebruik van een schietnet is een ontheffing nodig van Dienst Regelingen, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De ontheffing geldt voor heel het grondgebied van Nederland en voor een periode van vijf jaar. Op dit moment zijn drie ontheffingen verleend, waarvan de laatste loopt tot 10 juli 2018. De gemeente Amsterdam moet toestemming geven aan de ‘gebruiker’ van het schietnet voor het vangen/doden van de duiven, aangezien uit onderzoek/rapportage moet blijken of aan een van de drie voorwaarden voor het gebruik van het schietnet in de openbare ruimte is voldaan:
− gevaar verkeersveiligheid;
− gevaar voedselveiligheid (lees: volksgezondheid);
− gevaar voor het betreffende dier (ondraaglijk lijden).

6. Hoe verloopt de keuring van het duivenvlees?

Antwoord:
Voor zover het college bekend is er geen specifieke keuring voor duivenvlees.

7. Kan het college aangeven hoeveel duiven er in Amsterdam op jaarbasis worden gevangen, wat er met deze duiven gebeurt, en wie hiervan de opdrachtgevers zijn?

Antwoord:
De stadsdelen van de gemeente Amsterdam zijn verantwoordelijk voor de openbare ruimte. Zij hebben voor de openbare ruimte een contract met de GGD. De GGD heeft hierbij een adviesfunctie. De afgelopen jaren zijn er geen adviesaanvragen voor het vangen van duiven bij de GGD ingediend.

8. Wie is de opdrachtgever of zijn de opdrachtgevers geweest van het vangen van de duiven (in het televisieprogramma ‘De wilde keuken’)?

Antwoord:
Het is het college niet bekend wie de opdrachtgever(s) zijn geweest. Bij het opstellen van een rapportage, zoals beschreven onder antwoord 5, zou het stadsdeel c.q. de GGD zeker betrokken zijn, waarna het stadsdeel (formeel gezien) opdracht zou kunnen geven voor de vangactie. Een dergelijke rapportage en/of opdracht ontbreekt.

9. GGD Amsterdam stelt dat duiven vangen en vervolgens duiven doden niet in de visie van dierplaagbeheersing past. Dierplaagbeheersing doodt geen vogels. Kan het college deze visie bevestigen en onderschrijven?

Antwoord:
Het college kan deze visie bevestigen en onderschrijven. In 2010 is in samenspraak met de stadsdelen een nota opgesteld waarin de uitgangspunten zijn verwoord voor het duurzaam, en zo diervriendelijk als mogelijk is, beheersen van overlast van dieren. Preventie is daarbij een belangrijk aspect, naast het zo min mogelijk gebruiken van gif én het niet onnodig doden van dieren.

10. In de Richtlijnen Dierplaagbeheersing van de GGD staat: ‘Aangezien stadsduiven over het algemeen afstammeling zijn van de gedomesticeerde rotsduiven (vaak ontsnapte duiven van duivenhouders) wordt gesproken van verwilderde gedomesticeerde rotsduiven en betreft het dus een soort die niet beschermd is. In het kader van volksgezondheid en openbare veiligheid is het toegestaan om zonder ontheffing stadsduiven te vangen (en te doden). Door artikel 16f is een vrijstelling verleend van artikel 15 FFW, tweede lid, voor het gebruik van vangkooien voor het vangen van onder andere verwilderde duiven. De vrijstelling geldt slechts voor het vangen van verwilderde duiven binnen de bebouwde kom. Vormden de duiven die in het programma werden gevangen en gedood een bedreiging voor de volksgezondheid of openbare veiligheid? Of zijn er andere gronden waarop deze dieren gevangen en gedood mochten worden?

Antwoord:
Het is het college niet bekend dat de betreffende duiven een bedreiging vormden voor openbare gezondheid of openbare veiligheid. Bij de GGD is daarvan geen melding bekend.

11. Kan het college een update geven over de situatie rond stadsduiven in Amsterdam? Is er sprake van overlast, zo ja, waar en in welke mate? Op welke manieren wordt overlast tegengegaan? Is de populatie de laatste jaren stabiel?

Antwoord:
De afdeling Dierplaagbeheersing van de GGD heeft in 2011 in opdracht van stadsdeel Centrum een inventarisatie stadsduiven uitgevoerd. Hieruit bleek dat in vergelijking met 2001 de populatie met ongeveer 300 duiven is afgenomen van 2.300 tot 2.000 duiven. Ook bleek dat bewust voeren zorgt voor grote populaties. De GGD schat in dat deze inventarisatie representatief is voor Amsterdam als geheel. Sinds oktober 2013 komen meldingen van overlast van duiven via MORA (Meldingen Openbare Ruimte Amsterdam) rechtstreeks binnen bij de afdeling Dierplaagbeheersing. Tot heden betreft 1 á 2 meldingen per week.

12. Wat is de mening van het college over het vangen van duiven door bepaalde bedrijven op Amsterdams grondgebied?

Antwoord:
Zoals de beantwoording van vraag 9 al duidt is het college het in algemene zin niet eens met het vangen van duiven op Amsterdams grondgebied zonder duidelijke en legitieme reden.

13. Is het college bereid contact op te nemen met het bedrijf in kwestie, Duke Faunabeheer, om deze zaak te bespreken? Zo ja, kan de wethouder de uitkomsten van dit gesprek per brief mededelen aan de gemeenteraad? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Van de zijde van de Dierenbescherming Amsterdam is aangifte gedaan bij de politie en melding gemaakt van deze situatie bij Dienst Regelingen van de NVWA.

14. Sommige gemeenten stellen wanneer er overlast is van een bepaalde diersoort een voerverbod in via de APV om overlast tegen te gaan. Het bedoeld en onbedoeld verspreiden van voedsel trekt immers allerlei soorten stadsdieren aan. Ziet de wethouder potentie om een verbod op het voeren van stadsduiven (en eventueel andere in het wild levende dieren) op te nemen in de APV? Zo ja, kan hij hier een voorstel voor doen en naar de raad sturen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
De huidige APV kent artikel 5.16 Duiven, lid 1. Het is verboden op of aan de weg duivenvoer te verkopen. Dit artikel heeft volgens de toelichting :”het streven om verdere groei van de (overlast gevende) duivenpopulatie tegen te gaan. De hoeveelheid beschikbaar voer is immers van invloed op de omvang van de populatie.” Stadsdeel Oost heeft borden met een verwijzing naar artikel 4.17, lid 1 Het is verboden de weg te verontreinigen. De toelichting bij artikel 4.17 spreekt over: “Zo is het algemene verbod in het eerste lid onder andere bedoeld voor het tegengaan van verontreiniging van de weg als gevolg van het bereiden van etenswaren in de openbare ruimte of van het repareren van voertuigen.” Op grond van dit artikel vindt handhaving plaats op overmatig voeren. De nieuwe voorlichtingscampagne ‘Afval is slecht voor dieren’ van de GGD, afdeling Dierplaagbeheersing, richt zich specifiek op het terugdringen van voedselaanbod voor dieren (voergedrag en huisvuil/zwerfvuil).

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester

----------------------------------------------------------------------------------------

Onderwerp

Correctie en aanvulling op de beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren van 6 november 2013 (Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 47) inzake het vangen van duiven voor consumptie op Amsterdams grondgebied.

Aan de gemeenteraad

Inleiding door vragensteller:

In het programma ‘De wilde keuken’ van Wouter Klootwijk van vrijdag 13 september 2013 was te zien hoe in Amsterdam duiven worden gelokt en gevangen door Duke Faunabeheer. Een medewerker strooit duivenvoer op de stoep, waarna de duiven met behulp van een schietnet worden gevangen. De duiven worden later in het programma geslacht en verwerkt door de poelier.

De Dierenbescherming Amsterdam heeft een handhavingsverzoek bij de NVWA ingediend en aangifte gedaan bij de politie, omdat zij meent dat misbruik is gemaakt van de ontheffing voor gebruik van het schietnet. Er zou zonder aanwijsbare reden, zonder dat er gecheckt is of aan voorwaarden is voldaan, en zonder dat de juiste route is bewandeld zijn gehandeld.

Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 6 november 2013, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, een veertiental schriftelijke vragen gesteld. Eén van de vragen luidde:
5. Moet de gemeente Amsterdam toestemming geven aan de ‘gebruiker’ (vangen/doden/consumeren) van de duif, mede gezien het vangen plaatsvindt op gemeentelijk grondgebied en openbare gronden?

Op 13 januari 2014 heeft wethouder Zorg hier als volgt op geantwoord (zoals is gepubliceerd op 17 januari 2014 onder nr. 47 van afdeling 1 van het Gemeenteblad):
“Voor het gebruik van een schietnet is een ontheffing nodig van Dienst Regelingen, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De ontheffing geldt voor heel het grondgebied van Nederland en voor een periode van vijf jaar. Op dit moment zijn drie ontheffingen verleend, waarvan de laatste loopt tot 10 juli 2018. De gemeente Amsterdam moet toestemming geven aan de ‘gebruiker’ van het schietnet voor het vangen/doden van de duiven, aangezien uit onderzoek/rapportage moet blijken of aan een van de drie voorwaarden voor het gebruik van het schietnet in de openbare ruimte is voldaan: gevaar verkeersveiligheid; gevaar voedselveiligheid (lees: volksgezondheid); gevaar voor het betreffende dier (ondraaglijk lijden).”

Sinds 13 januari 2014 heeft zowel binnen als buiten de gemeente een uitvoerige discussie plaatsgevonden. Deze discussie en de uitkomsten tot nu toe, hebben het college doen besluiten de raad nader te informeren, met name om het eerdere antwoord op vraag 5 verder te nuanceren.

Bij de aanvankelijke beantwoording is uitgegaan van de praktijk, zoals deze bekend was bij de GGD, in samenspraak met het betrokken stadsdeel.

Inmiddels is duidelijk dat het antwoord moet zijn:
‘Nee’.

In het onderstaande wordt dit nader toegelicht.

De praktijk voor de GGD is dat, als mensen bij het stadsdeel overlast melden mbt duiven, het stadsdeel aan de GGD vraagt een inventarisatie te doen op de gebieden/ voorwaarden van 1. Gevaar verkeersveiligheid,
2. Gevaar volksgezondheid (voedselveiligheid) en
3. Gevaar voor het betreffende dier (ondraaglijk lijden).
Als er sprake is van een of meerdere van deze voorwaarden kan het stadsdeel overgaan tot het (laten) verwijderen van de duiven. In de praktijk komt het niet voor dat de GGD afdeling Dierplaagbeheersing vogels doodt. Resultaat wordt over het algemeen bereikt met wering. Hiermee geeft de gemeente Amsterdam uitvoering aan het gemeentelijk beleid; het in principe niet doden van dieren.

Mensen kunnen zich echter ook direct wenden tot een organisatie die beschikt over een, door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, afgegeven ontheffing (voor het gebruik van schietnetten). Een dergelijke ontheffing geldt voor het hele land en in dat geval komt de gemeente niet in beeld. In een dergelijke beschikking staat als voorwaarde dat sprake moet zijn van:
1. gevaar verkeersveiligheid
2. gevaar volksgezondheid (voedselveiligheid)
3. gevaar voor het betreffende dier (ondraaglijk lijden).
Als voldaan wordt aan (één van) deze voorwaarden is het gebruik van een schietnet toegestaan ongeacht wat de gemeente er van vindt.

Zoals uit dit gecorrigeerde antwoord blijkt, zijn wij op een grijs gebied gestuit in de wet en regelgeving. De gemeente zal contact opnemen met het Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie om hierover van gedachten te wissel en daarbij het gemeentelijk beleid aangaande het doden van dieren over het voetlicht te brengen.