Vragen inzake effecten van het gebruik van Roundup in Amsterdam
Indiendatum: nov. 2014
Schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake effecten het gebruik van Roundup in Amsterdam
Amsterdam, 26 november 2014,
Aan het college van burgemeester en wethouders,
In 2011 nam de Tweede Kamer een motie aan die vroeg om een verbod op non-commercieel gebruik van het onkruidbestrijdingsmiddel Roundup (glyfosaat). Dit verbod treedt in werking in 2015. Op binnenlandsbestuur.nl is het volgende te lezen: ‘in 2017 volgt een verbod van onkruidgif op sport- en recreatieterreinen en overige terreinen zoals parken. Voor die terreinen is een eerder verbod niet haalbaar, meent de staatssecretaris, omdat nog weinig erving is opgedaan met alternatieven, vooral in het beheer van bossen.
Overigens blijven er uitzondering op het verbod. Bijvoorbeeld om de eikenprocessierups en de Aziatische boktor te kunnen bestrijden.’
Er is een toenemende hoeveelheid wetenschappelijk onderzoek die vraagtekens zet bij de veiligheid van Roundup. Producten op basis van glyfosaat hebben ernstige effecten op de gezondheid van mensen en dieren. Zo wordt de stof in verband gebracht met geboorteafwijkingen, hormoonverstoringen, kankersoorten zoals non-Hodgkinlymfoom (een vorm van lymfeklierkanker) en aantastingen van het zenuwstelsel.
Enkele stadsdelen gebruikten de afgelopen jaren Rondup op stoepen en straten. Op aandringen van de Partij voor de Dieren is toenmalig wethouder Van Poelgeest in gesprek getreden met stadsdelen om het middel te bannen. Uit beantwoording van eerdere schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren blijkt dat alle stadsdelen is gebleken in 2013 waren gestopt met het gebruik van Roundup voor het bestrijden van onkruid op verhardingen. Het middel werd in de meeste stadsdelen nog wel beperkt gebruikt op sport- en recreatieterreinen en op overige terreinen zoals parken.
Op At5 verscheen op 26 november het bericht dat de gemeente Amstelveen wil op initiatief van BBA-wethouder Peter Bot doorgaan met het gebruik van RoundUp. Amstelveen zou door willen gaan met het gebruik van RoundUp omdat het een stuk sneller en goedkoper is dan andere middelen, zoals het schrobben van de straten met staalborstels.
Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:
1. Kan het college aangeven op welke locaties binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam nog Roundup wordt gebruikt en onder wiens verantwoordelijkheid dit gebeurt (gemeente, bestuurscommissie, recreatieschap, et cetera) voor elk van de onderstaande toepassingen:
1. op verhardingen
2. buiten verhardingen
3. op sport- en recreatieterreinen
4. in parken
5. voor de bestrijding van plaagonkruid
6. voor het afsmeren van stobben van zieke iepen
7. voor de bestrijding van de eikenprocessierups
8. voor de bestrijding van de Aziatische boktor
2. Kan het college aangeven wat de gevolgen zijn van recente besluiten rond het gebruik van Roundup door de landelijke overheid voor groenbeheer in Amsterdam? Wanneer moet binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam uiterlijk gestopt zijn met het gebruik van Roundup:
1. op verhardingen
2. buiten verhardingen
3. op sport- en recreatieterreinen
4. in parken
5. voor de bestrijding van plaagonkruid
6. voor het afsmeren van stobben van zieke iepen
7. voor de bestrijding van de eikenprocessierups
8. voor de bestrijding van de Aziatische boktor
3. In de schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren over Roundup in 2013 gaf het college het volgende antwoord met betrekking tot recreatieschappen:
‘In de recreatieschappen waarin Amsterdam deelneemt wordt het middel Roundup Evolution gebruikt. Het gaat om de recreatieschappen Spaarnwoude en Groengebied Amstelland. Het gebruik ervan is daar nog geen discussiepunt gebleken. Amsterdam is tot nu toe terughoudend geweest in het aankaarten hiervan omdat alternatieve lees mechanische bestrijdingsmethoden hoogstwaarschijnlijk de beheerkosten zullen opdrijven of ten koste gaan van de gewenste kwaliteitsniveaus. Niettemin verklaart het college zich bereid om dit onderwerp in de recreatie- schappen te agenderen, al was het maar om tijdig te anticiperen op een wettelijk verbod van Roundup. Een dergelijk verbod zal in beheerbestekken van de recreatieschappen moeten worden verwerkt evenals de daaraan gekoppelde gevolgen voor kosten en/of beheerbeelden.’
Kan het college aangeven of inmiddels gesprekken zijn gevoerd binnen deze recreatieschappen over het afbouwen van Roundup-gebruik en wat de uitkomsten hiervan waren? Indien Amsterdam het onderwerp daar nog niet heeft aangekaart, kan het college aangeven wanneer het voornemens is om dit te doen?
4. Heeft het college plannen voor het toewerken naar het volledig staken van het gebruik van Roundup binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam?
5. Welke niet-chemische, milieuvriendelijke vormen van onkruidbestrijding (of onkruidtolerantie) worden op dit moment gebruikt in Amsterdam en op welke locaties?
6. Acht het college het mogelijk dat door gebruik van Roundup binnen de gemeente Amstelveen dit bestrijdingsmiddel in het oppervlaktewater van Amsterdamse wateren terecht komt en wat vindt het college daarvan? Zo ja, hoe gaat het college hiermee om, is het college bereid om met de gemeente Amstelveen hierover in gesprek te treden? Zo nee, waarom niet?
7. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat behalve over milieuvriendelijke bestrijding van onkruid wellicht ook nagedacht kan worden over een andere manier van inrichten van de openbare ruimte die minder behoefte aan onkruidbestrijding met zich meebrengt (bijvoorbeeld halfopen bestrating, meer ruimte voor groen, gebruik van grotere tegels, gebruik van worteldoek, et cetera)?
8. Is het college bereid om het onderwerp afbouwen van Roundup-gebruik en het anders inrichten van de openbare ruimte te bespreken met de commissie Infrastructuur & Duurzaamheid? Zo ja, op welke termijn?
Zo nee, waarom niet?
Indiendatum:
nov. 2014
Antwoorddatum: 1 jan. 1970
1. Kan het college aangeven op welke locaties binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam nog Roundup wordt gebruikt en onder wiens verantwoordelijkheid dit gebeurt (gemeente, bestuurscommissie, recreatieschap, et cetera) voor elk van de onderstaande toepassingen:
- op verhardingen;
- buiten verhardingen;
- op sport- en recreatieterreinen;
- in parken;
- voor de bestrijding van plaagonkruid;
- voor het afsmeren van stobben van zieke iepen;
- voor de bestrijding van de eikenprocessierups;
- voor de bestrijding van de Aziatische boktor.
Antwoord vraag 1:
De bestuurscommissies zijn verantwoordelijk voor het gebruik van het middel Roundup binnen het stadsdeel, ongeacht waar het middel wordt gebruikt (op of buiten verhardingen, plaagonkruiden en/of stobben). Het gebied Westpoort is sedert dit jaar (2015) inmiddels verdeeld over de stadsdelen West en Nieuw-West. In 2014 werd het beheer en onderhoud van de openbare ruimte (verhard en onverhard) nog gedaan in opdracht van Havenbedrijf Amsterdam. In de stadsdelen wordt het middel niet meer gebruikt in en buiten verhardingen of op plaagonkruiden met uitzondering van enkele sportvelden in het Amsterdamse bos en in stadsdeel Nieuw-West.
Roundup wordt nog wel gebruikt voor het afsmeren van stobben van zieke iepen omdat er nog geen alternatief middel zonder het werkzame middel glyfosaat - dat ook het kernbestanddeel is van Roundup - beschikbaar is voor het bestrijden van de iepziekte. Op jaarbasis gaat het om enkele liters die op een uiterst zorgvuldige manier worden toegepast om schadelijke effecten voor mens en milieu respectievelijk verspreiding te voorkomen. Het middel wordt alleen op de randen van afgezaagde stammen gesmeerd.
In het college-antwoord op de op 22 oktober 2013 gestelde vragen over het gebruik van Roundup werden de bestrijding van de eikenprocessierups en de Aziatische boktor in algemene zin aangehaald als door het Rijk al voorgedragen uitzonderingen op een algeheel verbod op de inzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Het college staat evenwel niet achter de toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen bij deze twee plagen, nu bekend is dat daar biologische alternatieven (Bacillus thuringiensis (Bt) en nematoden) voorhanden zijn. Het gebruik van Roundup staat hier los van. Roundup kan niet worden ingezet om insecten te bestrijden.
2. Kan het college aangeven wat de gevolgen zijn van recente besluiten rond het gebruik van Roundup door de landelijke overheid voor groenbeheer in Amsterdam? Wanneer moet binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam uiterlijk gestopt zijn met het gebruik van Roundup:
- op verhardingen;
- buiten verhardingen;
- op sport- en recreatieterreinen;
- in parken;
- voor de bestrijding van plaagonkruid;
- voor het afsmeren van stobben van zieke iepen;
- voor de bestrijding van de eikenprocessierups;
- voor de bestrijding van de Aziatische boktor.
Antwoord vraag 2:
Gemeenten mogen chemische gewasbeschermingsmiddelen zoals het middel Roundup vanaf november 2015 niet meer gebruiken op verhardingen. Dit verbod wordt in 2017 uitgebreid naar sport- en recreatieterreinen en overige terreinen zoals parken. Gemeenten kunnen aannemers in een bestek voorschrijven geen chemische middelen in het openbaar groen te gebruiken en in Amsterdam gebeurt dat voor zover het college weet ook. Het middel Roundup wordt in Amsterdam in de openbare ruimte niet meer toegepast met uitzondering van enkele sportvelden en bij de bestrijding van de iepziekte. Kortheidshalve wordt verder verwezen naar het antwoord op vraag 4. Daarnaast moet worden opgemerkt dat het niet is uit te sluiten dat particuliere terreineigenaren het middel Roundup nog op eigen terrein gebruiken zolang het nog legaal verkrijgbaar is.
In de beantwoording van de schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren van 27 juni 2013 over Roundup in 2013 (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 729) gaf het college het volgende antwoord met betrekking tot recreatieschappen: “In de recreatieschappen waarin Amsterdam deelneemt wordt het middel Roundup Evolution gebruikt. Het gaat om de recreatieschappen Spaarnwoude en Groengebied Amstelland. Het gebruik ervan is daar nog geen discussiepunt gebleken. Amsterdam is tot nu toe terughoudend geweest in het aankaarten hiervan omdat alternatieve lees mechanische bestrijdingsmethoden hoogstwaarschijnlijk de beheerkosten zullen opdrijven of ten koste gaan van de gewenste kwaliteitsniveaus. Niettemin verklaart het college zich bereid om dit onderwerp in de recreatie- schappen te agenderen, al was het maar om tijdig te anticiperen op een wettelijk verbod van Roundup. Een dergelijk verbod zal in beheerbestekken van de recreatieschappen moeten worden verwerkt evenals de daaraan gekoppelde gevolgen voor kosten en/of beheerbeelden.”
3. Kan het college aangeven of inmiddels gesprekken zijn gevoerd binnen deze recreatieschappen over het afbouwen van het gebruik van Roundup en wat de uitkomsten hiervan waren? Indien Amsterdam het onderwerp daar nog niet heeft aangekaart, kan het college aangeven wanneer het voornemens is om dit te doen?
Antwoord vraag 3:
Uit informatie van de recreatieschappen is ons gebleken dat geen van de recreatieschappen het middel Roundup nog gebruikt. Incidenteel wordt het middel nog bij de bestrijding van de iepziekte ingezet.
4. Heeft het college plannen voor het toewerken naar het volledig staken van het gebruik van Roundup binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam?
Antwoord vraag 4:
Behalve bij de bestrijding van de iepziekte wordt het middel Roundup Evolution binnen de stadsgrenzen alleen nog gebruikt op de randen van de kunsthockeyvelden en tennisbanen in het Amsterdamse bos. Ook sportvelden in het stadsdeel Nieuw-West worden nog chemisch behandeld. Zodra er een goed werkend niet chemisch bestrijdingsmiddel beschikbaar is, zal met het gebruik van Roundup worden gestopt. De ingangsdatum van het wettelijk verbod van chemische bestrijding van onkruiden geldt in alle gevallen als uiterste datum voor het beëindigen ervan.
5. Welke niet-chemische, milieuvriendelijke vormen van onkruidbestrijding (of onkruidtolerantie) worden op dit moment gebruikt in Amsterdam en op welke locaties?
Antwoord vraag 5:
In Amsterdam worden verschillende niet-chemische methoden toegepast om onkruiden te bestrijden. Het zijn: borstelen, heetwater- of wavemethode, vegen, bosmaaier, afdekken van boomspiegels, hete luchtbehandeling (zgn. HOBmethode), branden en gebruik van azijnwater. De eerste drie genoemde methoden worden het meest toegepast.
6. Acht het college het mogelijk dat door gebruik van Roundup binnen de gemeente Amstelveen dit bestrijdingsmiddel in het oppervlaktewater van Amsterdamse wateren terecht komt en wat vindt het college daarvan? Zo ja, hoe gaat het college hiermee om, is het college bereid om met de gemeente Amstelveen hierover in gesprek te treden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 6:
Amstelveen gebruikt het middel Roundup in 2015 alleen op verhardingen op 75% van het gemeentelijk areaal. Op 25% van het areaal worden al op een milieuvriendelijke wijze onkruiden bestreden. Daarnaast wordt zeer beperkt een chemisch bestrijdingsmiddel ingezet bij de bestrijding van de iepziekte. Als het verbod op chemische bestrijding op verhardingen in november 2015 ingaat, kunnen onkruiden op verhardingen voortaan alleen nog op niet chemische wijze worden bestreden. Voor zover Amstelveen Roundup in 2015 nog toepast, gebeurt dat onder dezelfde strenge condities (volgens de DOB (duurzaam onkruid beheer)-methode) als Amsterdam doet. Dat betekent dat er geen kans bestaat op vervuiling van het oppervlaktewater. Het middel kan dan ook niet in Amsterdamse wateren terecht komen. Het college ziet dan ook geen aanleiding om daarover met de gemeente Amstelveen in gesprek te gaan.
7. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat behalve over milieuvriendelijke bestrijding van onkruid wellicht ook nagedacht kan worden over een andere manier van inrichten van de openbare ruimte die minder behoefte aan onkruidbestrijding met zich meebrengt (bijvoorbeeld halfopen bestrating, meer ruimte voor groen, gebruik van grotere tegels, gebruik van worteldoek, enz.)?
Antwoord vraag 7:
Bij het inrichten van de openbare ruimte wordt al rekening gehouden met een preventieve werking waar het gaat om het voorkomen van onkruiden en/of het makkelijker maken om opgekomen onkruiden via niet chemische c.q. milieuvriendelijke bestrijdingsmiddelen te bestrijden. En in het groenbeheer is chemische onkruidbestrijding al enige jaren taboe. Ontwerpers en inrichters hebben al de opdracht meegekregen om de openbare ruimte zodanig in te richten dat onkruiden weinig tot geen kans krijgen. Zo worden boomspiegels al met onkruidwerend materiaal afgedekt en wordt in voegen rond obstakels waar onkruiden zich makkelijk kunnen vestigen, een onkruidwerend middel aangebracht.
8. Is het college bereid om het onderwerp afbouwen van het gebruik van Roundup en het anders inrichten van de openbare ruimte te bespreken met de raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 8:
De commissie gaat over haar eigen agenda.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Vragen inzake onderhoudswerkzaamheden Waternet bij Pieter Nieuwland College
Lees verderActualiteit inzake gestorven kalveren en de toestand van nog levende gehouden dieren op een adres aan de Osdorperweg
Lees verder