Vragen inzake de Streetfishing competitie finale
Indiendatum: apr. 2016
Schriftelijke vragen van het lid J.F.W. van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake de Streetfishing competitie finale
Aan het college van burgemeester en wethouders
Inleiding
Op de website van Sportvisserij Midwest Nederland staat een streetfishing competitie aangekondigd, waarvan de finale op 26 juni in Amsterdam plaats zou vinden. Tijdens deze competitie worden jeugdige hengelaars tussen de 10 en 21 jaar aangemoedigd om binnen bepaalde tijd zoveel mogelijk vissen uit het water te hengelen vanaf de kades in de stad. De dieren moeten worden gemeten en op de foto worden gezet en het team dat zo veel en zo groot mogelijke vissen vangt wint. Door de tijdsdruk worden vissen tijdens wedstrijden nog ruwer en sneller op de kant getrokken en onthaakt, vissen worden met droge handen gepakt, vislijnen breken en haakjes met aas worden ingeslikt. Het vangen van zoveel mogelijk dieren in zo kort mogelijke tijd is een grove ontkenning van de intrinsieke waarde van dieren.
Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:
1. Op welke manier houdt het college toezicht op de organisatie van dit soort evenementen?
2. Klopt het dat kleinschalige viswedstrijden met aangewezen organisator niet vergunningplichtig zijn? Zo ja, is het college bereid om alle viswedstrijden vergunningplichtig te maken zodat elke keer een zorgvuldige afweging gemaakt kan worden?
3. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het welzijn van de vissen er niet gebaat bij zal zijn als groepen jongeren en kinderen in korte tijd zoveel mogelijk vissen proberen te vangen, meten en fotograferen? Zo ja, is het college bereid dit evenement omwille van dierenwelzijn te verbieden? Zo nee, waarom niet?
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
Indiendatum:
apr. 2016
Antwoorddatum: 14 jun. 2016
1. Op welke manier houdt het college toezicht op de organisatie van dit soort evenementen?
2. Klopt het dat kleinschalige viswedstrijden met aangewezen organisator niet vergunningplichtig zijn? Zo ja, is het college bereid om alle viswedstrijden vergunningplichtig te maken zodat elke keer een zorgvuldige afweging gemaakt kan worden?
Antwoord vragen 1 en 2:
Toezicht op evenementen, zoals viswedstrijden, vindt plaats via het evenementenbeleid. In de APV is aangegeven voor welke evenementen een vergunning moet worden aangevraagd en voor welke een melding volstaat (Art. 2.40 en 2.41 APV). Voor kleine eenvoudige buitenevenementen tussen 9.00 en 23.00 uur die niet langer dan één dag duren, niet op de rijbaan worden gehouden, autoverkeer en scheepvaart niet belemmeren, en met minder dan 100 bezoekers op het drukste moment volstaat een melding en hoeft geen evenementenvergunning te worden aangevraagd. Het college wil daarbij geen uitzondering maken om alle viswedstrijden vergunningplichtig te maken. Deze specifieke viswedstrijd leidt volgens het college ook niet tot een verhoogd risico op verstoring van de openbare orde en veiligheid die aanvullende regels of extra inzet op handhaving noodzakelijk maakt.
3. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het welzijn van de vissen er niet gebaat bij zal zijn als groepen jongeren en kinderen in korte tijd zoveel mogelijk vissen proberen te vangen, meten en fotograferen? Zo ja, is het college bereid dit evenement omwille van dierenwelzijn te verbieden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Om te mogen vissen moet een sportvisser een geldige VISpas in bezit hebben. Dit geldt zowel voor een individuele visser als voor deelnemers aan viswedstrijden. In de wettelijke regels en de voorwaarden verbonden aan de VISpas zijn mede eisen voor dierenwelzijn opgenomen. Handhaving en controle op het bezit van de juiste visdocumenten en de naleving van de voorwaarden en wettelijke regels met betrekking tot sportvisserij gebeurt onder andere door de organisatie van de viswedstrijd, de Amsterdamse Hengelsportvereniging en buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’S). Het college is niet van mening dat vanwege dierenwelzijn viswedstrijden moeten worden verboden.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen inzake kunstgras sportvelden en de plastic soep
Lees verderVragen inzake het Amsterdams Erfgoed Overleg dat pleit voor een vuurwerkverbod in Amsterdam
Lees verder