Vragen inzake de rol van de gemeente Amsterdam in de winning van stads­koude


Indiendatum: mrt. 2011

Het informerende rapport over stadskoude is actueel en informatief, een mooi stuk, waarvoor dank. Het rapport werpt wel een hoop vragen op. Stadskoude kan een belangrijke bijdrage leveren aan een klimaatneutraal Amsterdam. Maar er zijn nog veel onduidelijkheden over de effecten van koudewinning en organisatorische vragen die beantwoord moeten worden. De Gemeente heeft nog geen bestuurlijk standpunt ingenomen. Wel blijkt uit het rapport dat Amsterdam geïnteresseerd is in uitbreiding van de koudewinning. Onze fractie deelt deze interesse, maar wil graag meer duidelijkheid over een aantal zaken.

1) In het rapport wordt de vraag gesteld of de gemeente een rol wil spelen bij stimulering van stadskoude.
a. Hoe gaat de procedure verlopen waarin deze vraag beantwoord moet worden:
b. door wie
c. wanneer?

2) Staat er een expertmeeting op het programma over de financiële, organisatorische en ecologische aspecten van koudewinning, of heeft de wethouder deze voor een later stadium van de besluitvorming gepland?

Vervolg vraag 2)
Verder weten we dat de ecologie van diepe meren zeer kwetsbaar is en gemakkelijk verstoord kan worden door kleine temperatuurverschillen. Eenmaal verstoord, kan de ecologie van het meer zich niet meer herstellen. Bovendien heeft een slechte ecologie van het water al snel effect op alle organismen die in het water leven. In het ergste geval gaan veel vissen dood en belemmert blauwalg recreatief gebruik van het water.

3) Is de wethouder van mening dat er al genoeg bekend is over de ecologische effecten van koudewinning in meren, of bent u het met ons eens dat hier meer onderzoek naar gedaan moet worden?

4) NUON hanteert andere, dat wil zeggen, soepelere normen dan het waterschap als het gaat om bewaking van de ecologie. Dit verbaast ons niet, aangezien NUON winst kan maken op het gebruik van deze stadskoude. Bent u het met ons eens dat monitoring en exploitatie niet in handen moet zijn van hetzelfde bedrijf dat de bron exploiteert?

5) Hoe ziet de wethouder de toekomstige rol van gemeente als het gaat om de bewaking van de ecologie van de meren?

Indiendatum: mrt. 2011
Antwoorddatum: 24 mei 2011

Het informerende rapport over stadskoude is actueel en informatief, een mooi stuk, waarvoor dank. Het rapport werpt wel een hoop vragen op. Stadskoude kan een belangrijke bijdrage leveren aan een klimaatneutraal Amsterdam. Maar er zijn nog veel onduidelijkheden over de effecten van koudewinning en organisatorische vragen die beantwoord moeten worden. De Gemeente heeft nog geen bestuurlijk standpunt ingenomen. Wel blijkt uit het rapport dat Amsterdam geïnteresseerd is in uitbreiding van de koudewinning. Onze fractie deelt deze interesse, maar wil graag meer duidelijkheid over een aantal zaken.

1) In het rapport wordt de vraag gesteld of de gemeente een rol wil spelen bij stimulering van stadskoude.
a. Hoe gaat de procedure verlopen waarin deze vraag beantwoord moet worden:
b. door wie
c. wanneer?

Stadskoude is een duurzame, grootschalige techniek voor koeling van gebouwen en datacenters. De CO2 reductie bedraagt 75% ten opzichte van conventionele koeling, en het gebruik van schadelijke koelvloeistoffen wordt drastisch gereduceerd. Stadskoude is dus een wezenlijk onderdeel van het verduurzamen van de koudevoorziening van de stad. In Amsterdam wordt stadskoeling toegepast door Nuon vanuit de Nieuwe Meer (Waterschap: Rijnland) en Ouderkerkerplas (Waterschap: AGV). De koude capaciteit van de huidige meren en andere meren maakt uitbreiding van deze duurzame vorm van koudewinning mogelijk. De investeringen zijn echter hoog en er zijn onzekerheden bij het terugverdienen van de investeringen. Nuon is om deze redenen terughoudend met uitbreiden van stadskoude en wil eerst de resultaten van de huidige netten verbeteren.

Het rapport “Stadskoude is hot” geeft een aantal mogelijke vervolgacties voor de gemeente. Enkele daarvan zijn relatief eenvoudig uit te voeren en passen binnen de huidige werkzaamheden (bijvoorbeeld ‘bemiddelen bij tarieven’), anderen zijn complex en vergen een langjarig traject (bijvoorbeeld concessieverlening, aansluitplicht en/of deelneming). Verschillende diensten zijn verantwoordelijk voor de mogelijk uit te voeren taken. Hierover is nog geen procedure afgesproken. Wel is er ambtelijk overleg. Na de zomer is hier meer duidelijkheid over.

2) Staat er een expertmeeting op het programma over de financiële, organisatorische en ecologische aspecten van koudewinning, of heeft de wethouder deze voor een later stadium van de besluitvorming gepland?

Vraag 2 is voor wat betreft financiële en organisatorische aspecten in feite een herhaling van vraag 1. De verwachting is dat hierover na de zomer meer duidelijkheid gegeven kan worden.

Voor wat betreft de ecologische aspecten het volgende. Momenteel is er ambtelijk overleg tussen de gemeente (Dienst Milieu en Bouwtoezicht, Zuidas), Waternet, Rijnland en NUON over het te voeren beleid en de daaraan gekoppelde vergunning voor koudewinning uit de Nieuwe Meer. Als de gemeente een standpunt heeft ingenomen kan eventueel een openbare expertmeeting of informatieavond met de belanghebbenden worden georganiseerd.


Vervolg vraag 2)
Verder weten we dat de ecologie van diepe meren zeer kwetsbaar is en gemakkelijk verstoord kan worden door kleine temperatuurverschillen. Eenmaal verstoord, kan de ecologie van het meer zich niet meer herstellen. Bovendien heeft een slechte ecologie van het water al snel effect op alle organismen die in het water leven. In het ergste geval gaan veel vissen dood en belemmert blauwalg recreatief gebruik van het water.

Er is een complexe samenhang tussen ecologie, temperatuur, algengroei, de aanwezigheid van fosfaat, stadskoeling en het aanwezige bellenscherm. De onderlinge relaties en de ‘oorzaak – gevolg ketens’ zullen tijdens de bovengenoemde expertmeeting / informatie-avond op het programma staan.

NUON en de bewonersorganisatie hebben Rijnland voor de rechter gebracht. Hier stonden verschillende onderwerpen ter discussie, zoals de feitelijke effecten van stadskoeling, de inhoud van het beleid en de bevoegdheid van instanties om normen te stellen. De Raad van State heeft onlangs een uitspraak gedaan1. Betrokkenen bezinnen zich nu op verdere stappen voortkomende uit deze genuanceerde uitspraak.


3) Is de wethouder van mening dat er al genoeg bekend is over de ecologische effecten van koudewinning in meren, of bent u het met ons eens dat hier meer onderzoek naar gedaan moet worden?

Zoals bij vraag 2 is gesteld is de relatie tussen de verschillende onderdelen complex. De waterschappen – Rijnland bij het Nieuwe Meer; Waterschap AGV bij de Ouderkerkerplas – zijn verantwoordelijk voor het monitoren van de waterkwaliteit, en geven vergunningen af voor de stadskoeling. In de Ouderkerkerplas is een uitgebreid onderzoeksprogramma over een nieuwe bestrijdingsmethode van de blauwalg door middel van zuurstof injectie. De gemeente heeft hier geen trekkende rol, en is niet verantwoordelijk voor verder onderzoek. Het is aannemelijk dat alle betrokken partijen verder onderzoek doen om de waterkwaliteit te blijven waarborgen en de winning van koude mogelijk te maken.

4) NUON hanteert andere, dat wil zeggen, soepelere normen dan het waterschap als het gaat om bewaking van de ecologie. Dit verbaast ons niet, aangezien NUON winst kan maken op het gebruik van deze stadskoude. Bent u het met ons eens dat monitoring en exploitatie niet in handen moet zijn van hetzelfde bedrijf dat de bron exploiteert?

Het Waterschap Rijnland is verantwoordelijk voor het handhaven van de waterkwaliteit in de Nieuwe Meer. AGV is verantwoordelijk voor de kwaliteit in de Ouderkerkerplas. NUON krijgt bepaalde normen van de verantwoordelijke Waterschappen opgelegd ingevolge de vergunning op grond van de Waterwet.

Het bepalen van de temperatuur van het meer is niet gemakkelijk. Er is een meetprogramma nodig voor de temperatuurreeksen in de tijd, op verschillende locaties (de ecologie aan de randen van het meer is van groter belang dan die onderin het meer), en op verschillende dieptes. Hiervoor wordt een model van Deltares gebruikt, een onafhankelijk wetenschappelijk bureau. Waterschap Rijnland en NUON accepteren de uitkomsten van dit model. Het model is geen onderwerp van controverse.

Er is dus sprake van de gewenste scheiding tussen exploitatie van de koude en monitoring van de waterkwaliteit.

5) Hoe ziet de wethouder de toekomstige rol van gemeente als het gaat om de bewaking van de ecologie van de meren?

De formele bevoegdheden liggen niet bij de gemeente, maar bij de Waterschappen. De eventuele rol van de gemeente zal vooral een regievoerende en wellicht een bemiddelende rol zijn in de te maken afwegingen. Zoals reeds genoemd stimuleert de gemeente overleg tussen de verschillende partijen.

1 Uitspraak Raad van State, zie: http://tinyurl.com/6975of4