Vragen inzake de ambitie voor een fossielvrij Amsterdam


Indiendatum: feb. 2016

Aan het college van burgemeester en wethouders

In een bericht van het Parool is te lezen dat het gemeentebestuur Amsterdam fossielvrij wil maken.[1] Dit door middel van een oproep aan het ambtenarenpensioenfonds ABP om niet meer te investeren in bedrijven die handelen in fossiele brandstoffen. Hoe dit zit met bijvoorbeeld de haven en de investering in de zeesluis is minder duidelijk. Zeker gezien de Amsterdamse haven een van de grootste benzine haven ter wereld is.

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. Kan het college aangeven waarom er nog geen jaartal wordt vastgelegd waarin Amsterdam een fossielvrije stad is?[2]

2. Heeft het college al concrete maatregelen benoemd, om de doorvoer van fossiele brandstoffen te verminderen? Graag vermelden in welke Agenda en/of ander beleidsstuk van het college.

3. Vindt het college het geloofwaardig om aan de ene kant te zeggen de ambitie te hebben om fossielvrij te worden, maar aan de andere kant te investeren in de fossiele industrie middels een enorme financiële bijdrage aan uitbreiding van de zeesluis?

4. Is het college bereid om te herzien of de grote financiële investeringen in de zeesluis met deze huidige ontwikkelingen nog wel zo verstandig zijn, en deze investering terug te draaien? Zo nee, waarom niet?

Gelieve bij ieder antwoord de bron te vermelden. We gaan ervan uit dat beantwoording binnen 4 weken plaatsvindt en wanneer dit niet lukt dit ter kennis wordt gebracht.

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

[1] http://www.parool.nl/amsterdam/amsterdam-wil-stad-fossielvrij-maken~a4250191

[2] http://www.amsterdamfossielvrij.nl/wp-content/uploads/2016/02/brf-college-antwoord-ff020-Jan2016.pdf

Indiendatum: feb. 2016
Antwoorddatum: 10 jun. 2016

1. Kan het college aangeven waarom er nog geen jaartal wordt vastgelegd waarin Amsterdam een fossielvrije stad is?

Antwoord:
Het college heeft de ambitie om te komen tot een fossielvrije economie. Voor het realiseren van een fossielvrije economie is Amsterdam afhankelijk van andere hogere overheden, die via hun beleid en regelgeving ons de ruimte moeten bieden om de transitie te realiseren, en de ontwikkelingen in de marktsector. Wij benutten onze rol om de noodzakelijke verandering te bewerkstelligen. Bovendien vertrouwen wij op de innovatiekracht en verantwoordelijkheid van de markt om de transitie naar de fossielvrije economie te realiseren. Vanwege de afhankelijkheid van andere overheden en de markt kunnen wij ons niet vastleggen op een jaartal waarop de transitie gerealiseerd is.

2. Heeft het college al concrete maatregelen benoemd heeft, om de doorvoer van fossiele brandstoffen te verminderen? Graag vermelden in welke Agenda en/of ander beleidsstuk van het college.

Antwoord:
Het Havenbedrijf streeft in de Visie 2030 naar een duurzame groei van de Haven. Als college delen wij deze ambitie. Het college zal er op toezien dat dit het streven blijft. Als college hebben we ten aanzien van het strategisch plan 2014-2017 een nadere concretisering van de duurzaamheidsambitie gevraagd. Ook bij de beoordeling van het Strategisch Plan 2016-2020 zal het college kijken naar de mate waarin het Havenbedrijf bijdraagt aan de transitie van de economie. Als eerste haven in Europa heeft Amsterdam al in 2008 de keuze gemaakt om geen ruimte beschikbaar te stellen voor de vestiging van nieuwe terminals voor kolen en olie. Die koers blijft onverminderd van kracht.

Het college zal bij de beoordeling van het Strategisch Plan 2016-2020 meewegen of de groei in nietfossiele ladingstromen en een meer diverse, minder fossiele, mix van lading duidelijk is opgenomen. Hierbij wordt ook bekeken in hoeverre deze ladingstromen een bijdrage kunnen leveren aan de transitie naar een circulaire economie. Het college zal bij de beoordeling van het Strategisch Plan 2016-2020 ook de
aangenomen moties D’ (ketenverantwoordelijkheid), F (toetsing financieeleconomische effecten fossiele investeringen) en G (afbouw fossiel) betrekken.

3. Vindt het college het geloofwaardig om aan de ene kant te zeggen de ambitie te hebben om fossielvrij te worden, maar aan de andere kant te investeren in de fossiele industrie middels een enorme financiële bijdrage aan uitbreiding van de zeesluis?
Antwoord:


Op 26 november 2014 heeft de gemeenteraad ingestemd met een financiële bijdrage aan het project Zeetoegang IJmond. Amsterdam draagt bij aan versnelling van het vergroten van de zeesluis, zodat de nieuwe generatie grotere zeeschepen kan worden geschut en geen stagnatie optreedt van de groei van ladingstromen. De nieuwe zeesluis bevordert economische (regionale) groei en werkgelegenheid.
De diversificatie en verduurzaming van ladingstromen is een belangrijke opgave voor het Havenbedrijf. Zie ook het antwoord op vraag 2.


4. Is het college bereid om te herzien of de grote financiële investeringen in de zeesluis met deze huidige ontwikkelingen nog wel zo verstandig zijn, en deze investering terug te draaien? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee. De bijdrage aan de vergrote en versnelde vernieuwing van de Zeetoegang IJmond is een robuuste keuze zoals ook onderbouwd in het raadsbesluit van 26 november 2014.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake het verplaatsen van evenementen naar de Ouderkerkerplas

Lees verder

Vragen inzake de vondst van een gruwelijk verminkte ree in het centrum van Amsterdam

Lees verder

    Word actief Doneer