Vragen inzake aanleg van een drijvend zwembad in het Amster­damse Bos


Indiendatum: apr. 2015

Schriftelijke vragen van het raadslid Johnas van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake aanleg van een drijvend zwembad in het Amsterdamse Bos

Amsterdam, 28 april 2015

Aan het college van burgemeester en wethouders

In het Parool van 28 april is te lezen dat in het Amsterdamse Bos, in De Poel, een drijvend zwembad wordt aangelegd met daarbij horeca. De gemeente Amstelveen beheert dit gedeelte van het Amsterdamse bos. In een brief aan de Amstelveense gemeenteraad van 10 maart 2015 is te lezen:

‘Een kans doet zich voor nu Waternet de in 2010 voor de campagne Schoon Water ontwikkelde pontons BadBuiten tegen een sterk gereduceerde prijs beschikbaar heeft: vijf aaneengeschakelde pontons met drijvend zwembad, sanitaire voorzieningen, kleedhokjes, een overdekte bar met keuken en terras met zitjes en loungebanken.’

En: ‘Er moet in korte tijd veel gebeuren: de benodigde vergunningen, geringe aanpassingen aan de oever, afspraken met het Amsterdamse Bos en participatie met Wijkplatform, Groenraad en ondernemers.’

De locatie waar het zwembad is gepland ligt in de Ecologische Hoofdstructuur.

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. Welke verantwoordelijkheid heeft de gemeente Amsterdam in haar hoedanigheid als grondbezitter van De Poel, ten aanzien van Ecologische Hoofdstructuur, waarin De Poel gesitueerd is?
2. In de EHS geldt een nee, tenzij-principe. Dit houdt in dat ruimtelijke ingrepen niet zijn toegestaan, tenzij er geen alternatieven zijn en er sprake is van een groot openbaar belang. De effecten van een ingreep moeten gecompenseerd worden.
a. Is het college van mening dat het bij het zwembad in De Poel om een groot openbaar belang gaat zonder alternatieven?
b. Op welke manier wordt deze ingreep gecompenseerd?
c. Vindt de compensatie plaats op Amsterdams grondgebied? Zo niet, is het college van mening dat dit zou moeten gebeuren in de EHS op Amsterdams grondgebied?
3. De gemeente Amsterdam is eigenaar van de grond waar De Poel en de geplande zwembadlocatie op zijn gesitueerd.
a. Op welke manier is de gemeente Amsterdam, als grondeigenaar of anderszins, betrokken geweest bij de planvorming voor het te plaatsen zwembad in De Poel?
b. Op welke manier(en) zal de gemeente Amsterdam in de toekomst betrokken zijn bij de uitvoering van het plan?
c. Wordt het plan (op onderdelen) nog voorgelegd aan de Amsterdamse gemeenteraad?
4. In de brief aan de Amstelveense gemeenteraad wordt gesteld dat er nog vergunningen moeten worden verleend om dit plan uit te voeren. Vallen hieronder ook vergunningen die bij de gemeente Amsterdam moeten worden aangevraagd? Zo ja welke?

Gelieve bij ieder antwoord de bron te vermelden.

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: apr. 2015
Antwoorddatum: 23 nov. 2015

1. Welke verantwoordelijkheid heeft de gemeente Amsterdam in haar hoedanigheid als grondbezitter van De Poel, ten aanzien van de EHS, waarin De Poel gesitueerd is?


Antwoord:
In haar hoedanigheid als grondbezitter van De Poel kan de gemeente Amsterdam een huurovereenkomst sluiten met de gemeente Amstelveen voor het plaatsen van het drijvend zwembad met pontons in de Amstelveense Poel. De toetsing van het Nationaal Natuur Netwerk (voormalig EHS) is een verantwoordelijkheid van de provincie.

2. In de EHS geldt een ‘nee, tenzij-principe’. Dit houdt in dat ruimtelijke ingrepen niet zijn toegestaan, tenzij er geen alternatieven zijn en er sprake is van een groot openbaar belang. De effecten van een ingreep moeten gecompenseerd worden.
a. Is het college van mening dat het bij het zwembad in De Poel om een groot openbaar belang gaat zonder alternatieven?

Antwoord vraag 2a:
Bij de laatste hervorming van de EHS is deze omgedoopt tot Nationaal Natuur Netwerk (NNN). De drijvende zwembad pontons grenzen direct aan de bebouwde kom van de gemeente Amstelveen, maar vallen wel binnen de NNN. Binnen de NNN geldt het nee, tenzij regime. De toetsing van het NNN principe is door de provincie uitgevoerd en de ontheffing is verkregen.
Om de effecten op de NNN te toetsen zijn huidige en potentiële waarden en kenmerken van het plangebied door adviesbureau ECO logisch in beeld gebracht. De aanwezige beschermde soorten vanuit de Flora en faunawet zijn daarbij als leidraad genomen. De provincie onderschrijft de conclusies van de NNN toetsing zwembad De Poel. “Door mitigerende maatregelen zijn mogelijke effecten voor de ringslang, kleine modderkruiper en diverse vleermuissoorten tot een minimum te beperken. Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt bijvoorbeeld een amfibieën en reptielen werend raster geplaatst. Het uitgerasterde gedeelte wordt wekelijks door een ecoloog onderzocht op de aanwezigheid van ringslangen. Ook worden de baggerwerkzaamheden uitgevoerd buiten de gevoelige periode van de kleine modderkruiper.
De aanleg van het drijvend zwembad met pontons heeft geen negatieve gevolgen voor de waarden en kenmerken van het gebied. De Amstelveense Poel is 130 hectare en het drijvend zwembad met pontons heeft een oppervlakte van 0,0514 ha. Significante verschillen voor het gebied, anders dan een zeer beperkt areaalverlies worden niet verwacht.”

b. Op welke manier wordt deze ingreep gecompenseerd?
Antwoord vraag 2b:
De toetsing van de NNN is een bevoegdheid van de provincie. De gemeente Amsterdam heeft hierin geen rol. De gemeente Amstelveen hoeft van de provincie geen compenserende maatregelen voor de aanleg van het drijvend zwembad met pontons te treffen. Ruimtelijke ingrepen op de noordoever van De Poel vallen overigens binnen de bebouwde kom van de gemeente Amstelveen en buiten de NNN.

c. Vindt de compensatie plaats op Amsterdams grondgebied? Zo niet, is het college van
mening dat dit zou moeten gebeuren in de EHS op Amsterdams grondgebied?

Antwoord vraag 2c:
Zie de beantwoording van vraag 2b.

3. De gemeente Amsterdam is eigenaar van de grond waar De Poel en de geplande zwembadlocatie op zijn gesitueerd.
a. Op welke manier is de gemeente Amsterdam, als grondeigenaar of anderszins, betrokken geweest bij de planvorming voor het te plaatsen zwembad in De Poel?

Antwoord vraag 3a:
Het Amsterdamse Bos is op 19 maart jl. geïnformeerd over de plannen voor het plaatsen van het drijvende zwembadponton in de Amstelveense Poel (zie situatietekening gemeente Amstelveen). Het plan draagt bij aan de verdere recreatieve ontwikkelingen van de Amstelveense Poel, naast de al bestaande voorzieningen zoals een restaurant, een avontuurlijke speelplaats en een landijsbaan.

b. Op welke manier(en) zal de gemeente Amsterdam in de toekomst betrokken zijn bij de
uitvoering van het plan?

Antwoord vraag 3b:
Het is een plan van de gemeente Amstelveen. De Amstelveense gemeenteraad heeft op 29 april 2015 besloten om een drijvend zwembad in De Poel te realiseren. Op 28 september is het drijvend zwembad tijdens een bestuurlijk overleg tussen wethouder Brandes (gemeente Amstelveen) en wethouder Choho besproken. Daarin is afgesproken dat Amstelveen alle onderzoeken met betrekking tot de Flora en Fauna zal overhandigen. Deze onderzoeken tonen aan dat aan alle wet- en regelgeving is voldaan.
Aangezien De Poel onderdeel is van het Amsterdamse Bos zal voor het gebruik van het water een huurovereenkomst met de gemeente Amsterdam moeten worden afgesloten. Hierin wordt de verantwoordelijkheid bij de gemeente Amstelveen neergelegd.

c. Wordt het plan (op onderdelen) nog voorgelegd aan de Amsterdamse gemeenteraad?
Antwoord vraag 3c:
De besluitvorming over het plan ligt bij de Amstelveense gemeenteraad.

4. In de brief aan de Amstelveense gemeenteraad wordt gesteld dat er nog vergunningen moeten worden verleend om dit plan uit te voeren. Vallen hieronder ook vergunningen die bij de gemeente Amsterdam moeten worden aangevraagd? Zo ja welke?
Antwoord vraag 4:
Bij de gemeente Amsterdam hoeven geen vergunningen worden aangevraagd.