Schrif­te­lijke vragen van het lid Van Lammeren inzake de deelname van de gemeente Amsterdam aan het ‘KLM Corporate Biofuel Programma’


Indiendatum: 9 dec. 2020

KLM Corporate Biofuel Programme
Op 19 juni 2012 kondigde de KLM trots het ‘KLM Corporate Biofuel Programma’ (verder: KCBP) aan. Het KCBP stelt bedrijven en overheden met een corporate contract in staat om een deel van hun vliegreizen te laten uitvoeren op ‘duurzame biokerosine’. Partners in het KCBP betalen een toeslag die het verschil in prijs tussen biokerosine en traditionele kerosine overbrugt. Deze investering wordt gebruikt voor de aanschaf van biobrandstof dat vervolgens op de luchthaven Schiphol wordt toegevoegd aan het brandstofsysteem van het vliegtuig.1

Via dit programma hoopt KLM de CO2-uitstoot per passagier in 2020 met 20% te verminderen (ten opzichte van 2011) door vliegtuigen te vernieuwen, ‘duurzame biokerosine’ te gebruiken en de vlucht efficiëntie te verhogen.2

Greenwashing
Sinds 2010 experimenteert KLM met biokerosine-vluchten. Doordat KLM de ‘groene brandstof’ importeerde uit Californië, en daarmee de CO2-winst teniet werd gedaan,
kwam er veel kritiek op de biokerosine-vluchten.3 Om deze kritiek te tackelen heeft KLM in 2019, in samenwerking met SkyNRG de eerste “duurzame kerosinefabriek”
van Europa in Delfzijl gebouwd.4 Toch is het maar de vraag of deze centrale de luchtvaartmaatschappij veel zal verduurzamen. De biokerosine die van de fabriek in Delfzijl zal komen is goed voor duizend vluchten per jaar van Amsterdam naar Rio de Janeiro. Ter vergelijking: KLM voert jaarlijks zo’n 130 duizend vluchten uit. Het effect is dus marginaal, zeker vergeleken met de bombarie waarmee het project werd aangekondigd.5

Dit soort greenwashingpraktijken komen we helaas vaak tegen bij (fossiele) bedrijven. Bedrijven pronken met een ‘groene maatregel’, maar tegelijkertijd wordt het marginale effect op de totale uitstoot doelbewust verzwegen. Als KLM werkelijk voor een duurzame toekomst staat, zou zij niet alleen biokerosinefabrieken bouwen, maar vooral kerosinebelasting eisen, haar vloot afschalen, en zich uitspreken tegen de nodeloze uitbreiding van Schiphol. Doordat KLM dit nalaat valt het KCBP simpelweg te classificeren als een greenwashing-project.

Deelname gemeente Amsterdam
De gemeente Amsterdam besloot in november 2012 als eerste overheidsinstelling aan het KCBP deel te nemen, omdat het zou bijdragen aan ‘de doelstelling duurzaam
inkopen’.6 De gemeente is acht jaar partner geweest van het KCBP. In 2020 heeft het college, vrij geruisloos, een einde gemaakt aan het partnerschap met de KLM.

Via een WOB-verzoek van derden heeft vragensteller het contract tussen de gemeente Amsterdam en KLM ingezien. Naar aanleiding van deze informatie heeft vragensteller behoefte aan een aantal verhelderende antwoorden.

1. Hoeveel geld heeft het KCBP de gemeente Amsterdam in totaal gekost?

2. Wat heeft deelname aan het programma (van 2012-2020) de gemeente concreet opgeleverd aan CO2-reductie? Graag uitgebreide toelichting.

3. Waarom is de gemeente in 2020 gestopt met deelname aan dit programma? Heeft het college na acht jaar ingezien dat het medeplichtig is aan greenwashing van de KLM? Zo nee, welke andere reden(en) zijn er gegeven voor het stoppen van de deelname?

4. Is er een persbericht vanuit het college geweest over de beëindiging van de deelname aan het KCBP? Zo nee, waarom is dit zo geruisloos stopgezet?

5. Het contract tussen KLM en de gemeente Amsterdam bevat ook afspraken over ‘gezamenlijk optrekken in de communicatie’. In andere woorden: de gemeente betaalt en verplicht zichzelf om het KCBP aan te prijzen met behulp van content dat door KLM wordt aangeleverd.

6. Kan het college een lijst geven met alle communicatie-uitingen die door de gemeente Amsterdam over KCBP zijn gedaan? Zo ja, hoeveel van deze communicatie uitingen zijn letterlijk of grotendeels overgenomen van de KLM?

7. Deelt het college de zorgen over deze zeer nauwe samenwerking tussen een gemeente en een fossiel bedrijf? Zijn er andere contracten met (fossiele) bedrijven gesloten waar er ‘gezamenlijk word

Indiendatum: 9 dec. 2020
Antwoorddatum: 31 mei 2021

1. Hoeveel geld heeft het KCBP de gemeente Amsterdam in totaal gekost?

Antwoord: Amsterdam nam met ingang van 1 januari 2013 deel aan het KLM Corporate Biofuel Programme (KCBP). In 2015 heeft KLM door omstandigheden niet kunnen voldoen aan de contractbepalingen voor dat jaar en zijn geen kosten doorberekend. De bijdrage van 2015* is gebruikt voor 2016. In totaal heeft de deelname aan het KCBP € 60.000 gekost.

2. Wat heeft deelname aan het programma (van 2012-2020) de gemeente concreet opgeleverd aan CO2-reductie? Graag uitgebreide toelichting.

Antwoord: Door de deelname van de Gemeente Amsterdam aan het KCBP heeft KLM in de periode 2013 tot en met 2019 70,35 ton duurzame kerosine kunnen aanschaffen in de plaats van fossiele kerosine. Daarmee heeft de Gemeente Amsterdam bijgedragen aan de reductie van in totaal
163,8 ton CO2:
2013 5,2 ton CO2
2014 6,1 ton CO2
2015* (zie beantwoording onder 1).
2016 29,1 ton CO2
2017 45,2 ton CO2
2018 44,4 ton CO2
2019 33,8 ton CO2

Bovenstaande CO2-besparing is mogelijk gemaakt doordat de aangeschafte biofuel, afhankelijk van de geproduceerde batch, tussen de 72% en 78% CO2-reductie heeft gerealiseerd ten opzichte van het gebruik van fossiele kerosine. De inleg die door Amsterdam jaarlijks aan KLM werd betaald is in de jaren 2013 tot en met 2019 gelijk gebleven. Door de tijd heen is een trend te zien van een prijsdaling, waardoor meer duurzame kerosine aangekocht kon worden voor dezelfde inleg. De gerealiseerde CO2-besparing correspondeert met de hoeveelheid brandstof die aangekocht kon worden en het specifieke reductie percentage van de batches. De prijs stabiliseerde in 2018 en steeg weer in 2019. Deze stijging in premium prijs van biofuel werd met name veroorzaakt door de hogere aankoopprijs, logistieke kosten en een nadelig koerseffect.

3. Waarom is de gemeente in 2020 gestopt met deelname aan dit programma? Heeft het college na acht jaar ingezien dat het medeplichtig is aan greenwashing van de KLM? Zo nee, welke andere reden(en) zijn er gegeven voor het stoppen van de deelname?

Antwoord: De hoofdreden in 2012 om deel te nemen aan het KCBP was het verduurzamen van de dienstvluchten van de gemeente. Bijkomende doelen waren de CO2-reductie van vliegtuigverkeer en het leveren van een bijdrage aan het creëren van een markt voor duurzame vliegtuigbrandstoffen. Sinds medio 2016 is het boeken van vliegreizen door ambtenaren en het college gecentraliseerd via een reisbureau. In het contract met het reisbureau was vastgelegd dat voor elke vliegreis CO2-compensatie moest plaatsvinden. Deze contractbepaling is toen ingevuld door de deelname aan het KCBP. De voornaamste reden om de samenwerking met het KCPB vanaf 1 januari 2020 niet te continueren is dat de inzet van bio-grondstoffen voor verschillende vormen van energie in
steeds grotere mate worden toegepast. Dat, terwijl de totale hoeveelheid duurzaam gewonnen biobrandstoffen per definitie beperkt is. Om deze reden heeft het college in de Routekaart Amsterdam (vastgesteld in de raad op 22 april 2020), een zeer terughoudende positie ingenomen ten aanzien van inzet van biomassa voor energieproductie. Het college is van mening dat het deelnemen aan het KCBP programma derhalve niet langer de beste
maatregel is ter compensatie van de CO2 uitstoot van de eigen dienstvluchten. Per 1 januari 2020 is een nieuwe contractperiode gestart met het reisbureau waarin bepalingen zijn opgenomen die toezien op het compenseren van CO2 voor vliegreizen. De compensatie moet voldoen aan de Gold Standard en/of de Verified Carbon Standard. Het is op dit moment nog niet bekend aan welk(e) project(en) dit zal worden besteed. Mede door de coronacrisis is er sinds maart 2020 bijna niet meer gevlogen.

4. Is er een persbericht vanuit het college geweest over de beëindiging van de deelname aan het KCBP? Zo nee, waarom is dit zo geruisloos stopgezet?

Antwoord Nee. Amsterdam heeft nooit, behalve een citaat van wijlen burgemeester Van der Laan in 2013 over de start van de deelname aan het KCBP op de website van KLM, en wellicht nog via andere communicatiekanalen die niet konden worden achterhaald, in haar interne en externe communicatie of in samenwerking met KLM actief over het KCBP gecommuniceerd. Er was geen reden om van deze lijn af te wijken bij de beëindiging van de samenwerking. Zie ook het antwoord op vraag 6.

5. Het contract tussen KLM en de gemeente Amsterdam bevat ook afspraken over ‘gezamenlijk optrekken in de communicatie’. In andere woorden: de gemeente betaalt en verplicht zichzelf om het KCBP aan te prijzen met behulp van content dat door KLM wordt aangeleverd.

Antwoord: Het college neemt deze opmerking voor kennisgeving aan.

6. Kan het college een lijst geven met alle communicatie-uitingen die door de gemeente Amsterdam over KCBP zijn gedaan? Zo ja, hoeveel van deze communicatie uitingen zijn letterlijk of grotendeels overgenomen van de KLM?

Antwoord: Nee, omdat aan de samenwerking met betrekking tot communicatie door de contractanten zoals dat in het contract wordt genoemd geen invulling is gegeven. Uitzondering daarop vormt het door de KLM gebruikte citaat van wijlen burgemeester Van der Laan aan het begin van de samenwerking (zie beantwoording vraag 4). Er is nadien niet samen met KLM opgetrokken in de communicatie over KCBP en er zijn door Amsterdam geen communicatieuitingen of materialen van KLM gebruikt. Wel heeft KLM in de periode 2013 tot en met 2019 de gemeente Amsterdam genoemd als samenwerkingspartner in interne en externe communicatie (website(s), kranten advertenties, nieuwsbrieven etc.). Sinds de beëindiging van de samenwerking wordt Amsterdam niet meer genoemd in de communicatie van KLM over het KCBP.

7. Deelt het college de zorgen over deze zeer nauwe samenwerking tussen een gemeente en een fossiel bedrijf? Zijn er andere contracten met (fossiele) bedrijven gesloten waar er ‘gezamenlijk word

Antwoord: In de beantwoording op vraag 3 is beschreven welke argumenten het toenmalige college had om de samenwerking met KLM aan te gaan en wat de redenen zijn voor het huidige college om de samenwerking te beëindigen. Overigens is het begrip fossiele bedrijven dermate breed dat gelet op de structuur van de huidige economie, en ondanks de beweging naar een op termijn circulaire CO2 neutrale economie, op dit moment het merendeel van de bedrijven als fossiel bedrijf gezien moet worden. Dus bijna elke samenwerking op welk gebied en van welke aard dan ook tussen gemeente en een bedrijf kan gezien worden als samenwerking dat valt onder deze noemer. Denk bijvoorbeeld aan Westpoort Warmte (WPW). WPW is onderdeel van de aanpak om Amsterdam aardgasvrij en klimaatneutraal te maken en de gemeente is sinds kort samen met Vattenfall aandeelhouder in dit warmtebedrijf. Er zijn hier overigens geen afspraken over gezamenlijke communicatiecampagnes of iets dergelijks gemaakt.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake bezoekersaantallen en leges evenementenvergunningen in stadsdeel West.

Lees verder

Schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake voorlichting en beleid omtrent het tegengaan van particuliere houtstook

Lees verder

    Word actief Doneer