Schrif­te­lijke vragen over het vullen van konij­nen­holen met koud­schuim


Indiendatum: apr. 2013

Amsterdam, 9 april 2013

Aan het college van burgemeester en wethouders,

Inleiding.

Uit het artikel "ProRail gaat konijnen aanpakken en spuit holen vol schuim” (in Het Parool van 23 maart 2013) blijkt dat ProRail voornemens is om nog voor juli konijnenholen langs de Amsterdamse spoorbanen te gaan volspuiten met koudschuim. Dit omdat de gegraven holen spoorverzakkingen opleveren.

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. Is de wethouder bekend met het artikel?

2. Is er een ontheffing Flora- en Faunawet nodig voor het volspuiten van de holen? Zo ja, is deze aangevraagd, zo nee, waarom niet? Is er sprake van een generieke ontheffing?

3. Welke stappen heeft ProRail reeds ondernomen om konijnenoverlast bij de spoortaluds tegen te gaan?

4. Welke andere methoden zijn door ProRail onderzocht om konijnenoverlast tegen te gaan? Worden er dit jaar nog meer maatregelen tegen konijnen getroffen?

5. Zijn er ook ruimtelijke oplossingen onderzocht? Zo ja, welke?

6. Werkt ProRail volgens een plan in het tegengaan van konijnenoverlast? Zo ja, is dit inzichtelijk voor derden?

7. Waarom is uiteindelijk gekozen voor de behandeling met koudschuim?

8. Welk effect wordt er beoogd met het vullen van konijnenholen met koudschuim? Wordt tegelijkertijd tegengegaan dat de konijnen nieuwe holen graven? Zo ja, op welke manier?

9. Worden konijnen voorafgaand aan de behandeling met koudschuim verjaagd, zodat zij de gelegenheid krijgen te vluchten en naar alternatieve holen te zoeken? Zo ja, op welke manier vindt verjaging plaats? Zo nee, waarom niet?

10. De voortplantingstijd valt globaal in de periode van januari tot in juli, maar konijnen kunnen het hele jaar door nestjes hebben. Deze bevinden zich in het uiteinde van een zijgang van het hol, of in een aparte gang.
a. Worden de konijnenholen vooraf gecontroleerd op aanwezigheid van nestjes met jongen?
b. Worden konijnenholen waarin zich nestjes bevinden uitgesloten van de behandeling met koudschuim? Zo nee, waarom niet?
c. Indien het antwoord op 4a of 4b nee luidt: is de wethouder het met ons eens dat de door ProRail gekozen methode een zeer lugubere manier is om konijnenoverlast tegen te gaan?

11. Uit welke bestanddelen en chemische verbindingen bestaat het koudschuim?

12. Een gedeelte van het talud in kwestie is gelegen in de Hoofdgroenstructuur (groentype corridor) en maakt onderdeel uit van een ecologische verbindingszone. Veel spoor grenst aan groen dat onderdeel uitmaakt van Hoofdgroenstructuur. Beschouwt de wethouder, mede in dit kader, het aanbrengen van koudschuim in de grond als een milieuvriendelijke oplossing? Zoja, is aangetoond dat dit materiaal geen risico’s voor de omgeving vormt (te denken valt aan het kapot maken van het schuim door dieren om het bijvoorbeeld te gebruiken als nestmateriaal, waardoor het zich zal verspreiden in de openbare ruimte en de natuur, ook te denken valt aanvervuiling van het grondwater of de bodemecologie)? Zo nee, is de wethouder het met ons eens dat dit eerst goed onderzocht dient te worden?

Volgens de principes van de natuur is de voortplanting van het konijn afgestemd op zijn omgeving. Wanneer de omgeving aantrekkelijk is plant hij zich sneller voort dan als de omgeving onaantrekkelijk is. Wanneer de konijnenstand kunstmatig, dat wil in dit geval zeggen: door afschot, omlaag wordt gebracht, zorgen overgebleven konijnen voor extra aanwas van jongen om de ecologische balans te herstellen.

13. Bij de aanleg van spoortaluds kan rekening worden gehouden met de aanwezigheid van konijnen door de taluds voor hen ontoegankelijk te maken. Dit kan door het ingraven van doeken in de grond en het plaatsen van de juiste hekken. Deze oplossing kan voorkomen dat op dieronvriendelijke wijze, namelijk het doodschieten van de konijnen of het afsluiten van hun holen moet worden gekozen
a. Is er overleg geweest tussen ProRail en de stads(deel)ecoloog over het op duurzame en diervriendelijke wijze voorkomen van overlast? Zo ja, is er een advies gegeven en hoe luidde dit advies?
b. Zijn er plannen om in Amsterdam spoortaluds te vernieuwen of op duurzame wijze aan te passen aan de aanwezigheid van konijnen? Zo ja, hoe zien deze plannen eruit? Zo nee, waarom zijn die er niet?

Indiendatum: apr. 2013
Antwoorddatum: 10 apr. 2013

Onderwerp

Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren van 9 april 2013 inzake het volspuiten van konijnenholen met koudschuim door ProRail.

Amsterdam, 5 juli 2013

Aan de gemeenteraad

Inleiding van vragensteller.

Uit het artikel "ProRail gaat konijnen aanpakken en spuit holen vol schuim” (in Het Parool van 23 maart 2013) blijkt dat ProRail voornemens is om nog voor juli 2013 konijnenholen langs de Amsterdamse spoorbanen te gaan volspuiten met koudschuim. Dit omdat de gegraven holen spoorverzakkingen opleveren.

Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 9 april 2013, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht:

1. Is de wethouder bekend met het artikel?

Antwoord: Ja.

2. Is er een ontheffing Flora- en Faunawet nodig voor het volspuiten van de holen? Zo ja, is deze aangevraagd, zo nee, waarom niet? Is er sprake van een generieke ontheffing?

Antwoord: Ja, er is ontheffing aangevraagd bij de Provincie Noord Holland ex artikel 68 Flora- en faunawet (kenmerk 157723) voor: ‘het doden, verwonden, vangen, bemachtigen en met het oog daarop opsporen, opzettelijk verontrusten en het vernielen, uithalen, wegnemen en verstoren van holen van konijnen langs een aantal specifieke spoortrajecten in Amsterdam’. De provincie en het Faunafonds zien er, in het kader van de ontheffing, op toe dat er zorgvuldig gehandeld wordt, zoals bedoeld in de Flora- en faunawet.

3. Welke stappen heeft ProRail reeds ondernomen om konijnenoverlast bij de spoortaluds tegen te gaan?

Antwoord: Zie het antwoord op vraag 4.

4. a. Welke andere methoden zijn door ProRail onderzocht om konijnenoverlast tegen te gaan?

Antwoord vragen 3 en 4: ProRail heeft de volgende methoden onderzocht:

− jagen en fretteren: niet effectief , niet gewenst bij veel konijnen;

− het aanbrengen van een dikke kleilaag: konijnen graven hierdoorheen;

− geurkorrels (CHF) met predatorgeur: blijkt effectief;

− talud bekleden met gaas/doek: het afgraven van het talud is een ingrijpende en kostbare maatregel en vernietiging van de aanwezige flora en fauna;

− talud omheinen met raster: blijkt effectief.

Tevens is ProRail bezig om uit veiligheidsoverwegingen de bermen te ontdoen van struikgewas. Een positief bijeffect van deze algemene maatregel is dat de berm minder aantrekkelijk voor konijnen wordt.

b. Worden er dit jaar nog meer maatregelen tegen konijnen getroffen?

Antwoord: Nee.

5. Zijn er ook ruimtelijke oplossingen onderzocht? Zo ja, welke?

Antwoord: Als spoorbeheerder is ProRail verantwoordelijk voor een veilig en beschikbaar spoor. Op het moment dat er risico’s zijn en het veilig verkeer over de spoorweg in gevaar kan komen, zoals spoorverzakkingen, dan neemt ProRail haar verantwoordelijkheid door op zoek gaan naar een oplossing om de risico’s op verzakking te voorkomen of beperken. Het zoeken naar ruimtelijke oplossingen is naar mening van ProRail een zaak van samenwerking tussen partijen, waar de faunabeherende instantie een trekkersrol in heeft. Als terreinbeheerder wil ProRail daar graag haar bijdrage aan leveren.

6. Werkt ProRail volgens een plan in het tegengaan van konijnenoverlast? Zo ja, is dit inzichtelijk voor derden?

Antwoord: Er is geen concreet plan op papier. De beleidsrichting is op dit moment als volgt: ProRail wil zoveel mogelijk dat de natuur zichzelf in evenwicht houdt. In de rol van spoorbeheerder kan ProRail niet optreden als faunabeheerder. ProRail verkent op dit moment de mogelijkheden om met andere terreinbeheerders samen te werken in gebieden waar konijnen een algemeen probleem zijn. In stedelijke omgeving, waar de natuurlijke vijand van het konijn ontbreekt, is gekozen voor herstel van het dijklichaam als de risico’s te groot worden en op het moment dat de baan weer hersteld is de omgeving onaantrekkelijk te maken met maatregelen genoemd in de reactie op vraag 8. Verder heeft ProRail een ontheffing voor de jacht op konijnen. In verband met de risico’s t.a.v. veilig werken langs het spoor wil ProRail de aanwezigheid van de jagers langs het spoor tot een minimum beperken. Tot dit jaar beschikte ProRail eveneens over een algemene fretteerontheffing. Omdat het nut en de veiligheidsrisico’s van het fretteren niet tegen elkaar opwegen is besloten te stoppen met fretteren als algemene maatregel.

7. Waarom is uiteindelijk gekozen voor de behandeling met koudschuim?

Antwoord: De behandeling van koudschuim wordt pas toegepast als de konijnenholen leeg zijn. Het koudschuim is in feite een vervanging van het zand, waar het dijklichaam normaliter uit bestaat. Zand inspuiten is geen optie, omdat de vereiste verdichtingsgraad met zijdelings inbrengen bij lange na niet behaald kan worden. Met het milieuvriendelijke koudschuim lukt dat wel.

8. a. Welk effect wordt er beoogd met het vullen van konijnenholen met koudschuim?

Antwoord: De functie van het baanlichaam is: het opvangen van de krachten die het gevolg zijn van het treinverkeer. Een dijklichaam dat dooraderd is met een gangenstelsel biedt minder stabiliteit tegen deze krachten. Als een van de gangen instort dan zal het dijklichaam, met daarop het spoor, verzakken. Door de gangen permanent op te vullen wordt de stabiliteit van het dijklichaam gegarandeerd en daarmee een veilig spoor en een (meer) betrouwbare dienstregeling.

b. Wordt tegelijkertijd tegengegaan dat de konijnen nieuwe holen graven? Zo ja, op welke manier?

Antwoord: Ja. In dit project worden CHF-korrels gestrooid en wordt begroeiing zo veel mogelijk verwijderd. De korrels verstrekken een geur van roofdieren, waardoor de konijnen minder snel terug komen. De korrels zijn niet giftig. Verder wordt, waar het hekwerk als afscheiding van ProRail-terrein staat, gaas aangebracht tot 0,5 meter onder maaiveld.

9. Worden konijnen voorafgaand aan de behandeling met koudschuim verjaagd, zodat zij de gelegenheid krijgen te vluchten en naar alternatieve holen te zoeken? Zo ja, op welke manier vindt verjaging plaats? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Voorafgaand aan de behandeling met koudschuim worden de konijnen met behulp van fretten uit de holen verdreven. De konijnen worden levend gevangen in een net en daarna meteen gedood om ze uit hun lijden te verlossen. De ontheffingverlener heeft op de vraag van ProRail, of het wenselijk en mogelijk is de konijnen levend te verplaatsen naar een gebied met een konijnentekort, aangegeven dat eerdere pogingen daartoe mislukt zijn, in die zin dat de konijnen hierbij veel stress ervaren en het merendeel de verplaatsing niet overleeft. Ook is hiervoor een nieuwe ontheffingaanvraag nodig, met de gebruikelijke doorlooptijd. Voor een aantal trajecten is het niet wenselijk de werkzaamheden nog langer uit te stellen in verband met de veilige berijdbaarheid van de spoorbaan. Tevens worden, vóór het vullen van de holen door middel van het blazen van lucht, teruggekeerde konijnen verjaagd uit de holen.

10. De voortplantingstijd valt globaal in de periode van januari tot in juli, maar konijnen kunnen het hele jaar door nestjes hebben. Deze bevinden zich in het uiteinde van een zijgang van het hol, of in een aparte gang.

a. Worden de konijnenholen vooraf gecontroleerd op aanwezigheid van nestjes met jongen?

Antwoord: Ja, de opdrachtnemer zal nestjes indien mogelijk ook wegvangen. Echter, als de fret wordt ingezet en een nestje blijkt dieper in de holen verborgen te zitten, dan is daar helaas niets aan te doen. De kans dat de fret het nest aanvalt is dan groot.

b. Worden konijnenholen waarin zich nestjes bevinden uitgesloten van de behandeling met koudschuim? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Uiteindelijk worden alle konijnenholen gevuld met koudschuim, maar dat gebeurt pas als de holen leeg zijn.

c. Indien het antwoord op 4a of 4b nee luidt: is de wethouder het met ons eens dat de door ProRail gekozen methode een zeer lugubere manier is om konijnenoverlast tegen te gaan?

Antwoord: Gezien de omstandigheden is het verjagen van de konijnen met fretten de minst dieronvriendelijke oplossing. Dit moet worden afgezet tegen de veilige bereidbaarheid van het spoor en de treinreizigers. Het koudschuim is niet het middel om de konijnen te verwijderen, maar om de spoorbaan uiteindelijk te stabiliseren.

11. Uit welke bestanddelen en chemische verbindingen bestaat het koudschuim?

Antwoord: Het koudschuim is een milieuvriendelijk product: Benefil (type 4000). Dit schuim is door TNO getest en blijkt in een korte tijd een grote sterkte te ontwikkelen. Na productie voor tenminste 150 jaar stabiel. Het is niet ontvlambaar en tevens onbrandbaar. Het is een Aminoplast polymeer, is op waterbasis en is biodegradeerbaar. Tijdens het aanbrengen zijn geen bijzondere (hulp)- maatregelen benodigd; slechts een mondkapje in verband met stofvorming in het begin.

12. Een gedeelte van het talud in kwestie is gelegen in de Hoofdgroenstructuur (groentype corridor) en maakt onderdeel uit van een ecologische verbindingszone. Veel spoor grenst aan groen dat onderdeel uitmaakt van Hoofdgroenstructuur. Beschouwt de wethouder, mede in dit kader, het aanbrengen van koudschuim in de grond als een milieuvriendelijke oplossing? Zo ja, is aangetoond dat dit materiaal geen risico’s voor de omgeving vormt (te denken valt aan het kapot maken van het schuim door dieren om het bijvoorbeeld te gebruiken als nestmateriaal, waardoor het zich zal verspreiden in de openbare ruimte en de natuur, ook te denken valt aan vervuiling van het grondwater of de bodemecologie)? Zo nee, is de wethouder het met ons eens dat dit eerst goed onderzocht dient te worden?

Antwoord: Zie ook antwoord bij 11. ProRail is zich bewust van ecologische verbindingszones en houdt deze te allen tijde in stand. Het koudschuim zal afgedekt worden met teelaarde en wordt ingezaaid. Het schuim is door de hardheid lastig te beschadigen door dieren en de verwachting is dat dit ook niet zal plaatsvinden. Mocht dat op enige manier wel gebeuren dan zal het schuim het grondwater of bodemecologie niet aantasten. Stel dat het schuim wel wordt beschadigd, dan zal het materiaal door invloed van zon en regen vergaan als mest. ProRail wil overigens duidelijk maken dat de kern van de spoorbaan gezien wordt als een civieltechnische constructie en niet als natuurgebied. Op de oppervlakte van de taluds is natuur uiteraard toegestaan, maar in de kern van de spoorbaan niet. Daar is een groot krachtenspel gaande, dat niet verstoord mag worden. Volgens de principes van de natuur is de voortplanting van het konijn afgestemd op zijn omgeving. Wanneer de omgeving aantrekkelijk is plant hij zich sneller voort dan als de omgeving onaantrekkelijk is. Wanneer de konijnenstand kunstmatig, dat wil in dit geval zeggen: door afschot, omlaag wordt gebracht, zorgen overgebleven konijnen voor extra aanwas van jongen om de ecologische balans te herstellen.

13. Bij de aanleg van spoortaluds kan rekening worden gehouden met de aanwezigheid van konijnen door de taluds voor hen ontoegankelijk te maken. Dit kan door het ingraven van doeken in de grond en het plaatsen van de juiste hekken. Deze oplossing kan voorkomen dat op dieronvriendelijke wijze, namelijk het doodschieten van de konijnen of het afsluiten van hun holen moet worden gekozen.

a. Is er overleg geweest tussen ProRail en de stads(deel)ecoloog over het op duurzame en diervriendelijke wijze voorkomen van overlast? Zo ja, is er een advies gegeven en hoe luidde dit advies?

Antwoord: Nee.

b. Zijn er plannen om in Amsterdam spoortaluds te vernieuwen of op duurzame wijze aan te passen aan de aanwezigheid van konijnen? Zo ja, hoe zien deze plannen eruit? Zo nee, waarom zijn die er niet?

Antwoord: Nee, ProRail zal de taluds in Amsterdam en omgeving niet vernieuwen.

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester