Schrif­te­lijke vragen leden Havelaar, Bakker en Van Pijpen inzake het ontbreken van CSG en MVO richt­lijnen in statuten deel­ne­mingen

Indiendatum: nov. 2024

Toelichting:

De gemeente behartigt het publiek belang via haar deelnemingen. De gemeente borgt volgens de Nota beleidskader verbonden partijen dit belang via de kaders van de Corporate Governance Code en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. De nota noemt de statuten van verbonden partijen als middel om deze kaders te borgen. Uit een initieel vooronderzoek blijkt dat dit nu niet goed gebeurt. De vraag is of de governance structuur beter kan.

Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fracties van het CDA, Partij voor de Dieren en GroenLinks, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

1. Staat het publieke belang bij verbonden partijen nog steeds centraal volgens het college? Graag een toelichting.
   
   
2. Staat het college nog steeds achter het kader van de Corporate Governance Code? Graag een toelichting.
   
   
3. Staat het college nog steeds achter het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen? Graag een toelichting.
   
   
4. De Nota noemt expliciet de statuten van verbonden partijen als middel om de Corporate Governance Code en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen te bevorderen. Constateert het college, samen met indieners, dat deze kaders niet in de statuten van haar drie grootste deelnemingen worden genoemd?
   
   
5. Is het college het met indieners eens dat verwijzing in de (doelomschrijving) van de statuten van verbonden partijen naar de Corporate Governance Code en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen wenselijk is? Graag een toelichting.
   
   
6. In de Nota Deelnemingenbeleid 2022 schrijft de Rijksoverheid: ‘De staat verwacht dat de deelnemingen Nederlands beleid en wet- en regelgeving ruimhartig naleven. Dit geldt in het bijzonder voor beleid en wet- en regelgeving op de thema’s klimaat en milieu, veilige werkomgeving (inclusief brede diversiteit), mensenrechten en financiële transparantie & anticorruptie’. Een bepaling van deze aard staat niet in de Nota van de gemeente. Is het college het met indieners eens dat een dergelijke bepaling wenselijk is? Is het college het met indieners eens dat een dergelijke bepaling verwijzing in de (doelomschrijving) van de statuten van verbonden partijen wenselijk is? Graag een toelichting.
   
   
7. In arbeidsovereenkomsten van directieleden wordt vaak verwezen naar de statuten. Wordt in de arbeidsovereenkomsten van verbonden partijen verwezen naar de statuten? Zo nee, bent u het met indieners eens dat dit wenselijk zou zijn? Graag een toelichting.
   
   
8. In de Nota schrijft de gemeente: ‘De gemeente is bewust dat de verbonden partijen onderling verschillen in aard, omvang en zeggenschap van de gemeente. MVO en de sturing daarop verschilt dus per verbonden partij.’ Kan het college aangeven op welke wijze zij wijziging van statuten wenselijk acht bij kleinere verbonden partijen met een eenvoudigere governance structuur?