Schrif­te­lijke vragen inzake vleer­muizen in de stad


Indiendatum: sep. 2011

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de PvdD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. Drie jaar geleden ging het niet goed met de vleermuis in Amsterdam. Hoe gaat het nu met deze diersoort in de stad?

2. Welke soorten vleermuizen wonen en hoeveel foerageren er in Amsterdam? Om hoeveel populaties gaat het en wat is de omvang van de populaties? (Graag de vleermuizenstand van 2008-2011 weergeven per jaar.)

3. Klopt het dat in het Olympiakwartier rustplaatsen, kraamkamers en nestplaatsen van vleermuizen en gierzwaluwen worden dichtgemaakt? Zo ja, in wiens opdracht gebeurt dit?

4. Worden er elders in de stad kraamkamers en nestplaatsen van vleermuizen en gierzwaluwen dichtgemaakt? Zo ja, in wiens opdracht gebeurt dit?

5. Worden er in het Olympiakwartier compenserende maatregelen getroffen zoals het plaatsen van hangholtes voor vleermuizen?

6. De Amsterdamse vleermuiswerkgroep doet onderzoek naar vleermuizen en probeert de bescherming van vleermuizen te verbeteren. Op welke manieren werkt de gemeente Amsterdam samen met de vleermuiswerkgroep?

7. Is er gemeentelijk beleid dat erop gericht is om de leefomstandigheden van vleermuizen in Amsterdam te verbeteren?

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: sep. 2011
Antwoorddatum: 4 nov. 2011

1. Drie jaar geleden ging het niet goed met de vleermuis in Amsterdam. Hoe gaat het nu met deze diersoort in de stad?

Antwoord:
De Dienst Ruimtelijke Ordening beschikt niet over gegevens waaruit duidelijk wordt dat het drie jaar geleden niet goed ging met de vleermuizen in Amsterdam. Op landelijk niveau gaat het steeds beter met de vleermuis door zijn Europees beschermde status. Ook in Amsterdam wordt er mede dankzij de kennis van ecologen die voor de gemeente werken steeds meer rekening gehouden met vleermuizen in een planologisch proces. Hoe het nu precies gaat met de verschillende vleermuissoorten in de stad is lastig in te schatten en daarom niet bekend.

2. Welke soorten vleermuizen wonen en hoeveel foerageren er in Amsterdam? Om hoeveel populaties gaat het en wat is de omvang van de populaties? (Graag de vleermuizenstand van 2008-2011 weergeven per jaar.)

Antwoord:
In Amsterdam komen acht soorten vleermuizen voor, namelijk de gewone dwergvleermuis, de ruige dwergvleermuis, de watervleermuis, de meervleermuis, de laatvlieger, de rosse vleermuis, de grootoorvleermuis en de tweekleurige vleermuis.
De gewone dwergvleermuis verblijft in gebouwen en is in de hele stad te vinden. Om hoeveel verblijfplaatsen het precies gaat is niet bekend. Ook de ruige dwergvleermuis komt in de hele stad voor, zij het in kleinere aantallen. De andere soorten komen meer aan de rand van de stad voor. De water- en de meervleermuis jagen boven water. De grootoorvleermuis en de tweekleurige vleermuis worden zelden gezien. Onderzoek naar vleermuizen is lastig uit te voeren. Dit gebeurt ’s nachts met batdetectoren.
In het kader van ruimtelijke projecten is er de afgelopen 15 jaar door enkele ecologische adviesbureaus en DRO onderzoek gedaan naar verblijfplaatsen van vleermuizen in Amsterdam. In stadsdeel Amsterdam-Noord is drie jaar geleden door stagiaires een onderzoek gedaan. Maar er is nog lang geen compleet beeld van de Amsterdamse vleermuispopulatie.

3. Klopt het dat in het Olympiakwartier rustplaatsen, kraamkamers en nestplaatsen van vleermuizen en gierzwaluwen worden dichtgemaakt? Zo ja, in wiens opdracht gebeurt dit?

Antwoord:
Woningbouwcorporatie Ymere is aan het renoveren. Daarbij komen nesten van gierzwaluwen en verblijfplaatsen van vleermuizen in het geding. Door Milieu- en Natuurteam De Pijp is de opzichter van Ymere op de hoogte gebracht van de aanwezigheid van beschermde verblijfplaatsen en is voorkomen dat deze verblijfplaatsen onbruikbaar zijn geworden.

4. Worden er elders in de stad kraamkamers en nestplaatsen van vleermuizen en gierzwaluwen dichtgemaakt? Zo ja, in wiens opdracht gebeurt dit?

Antwoord:
In opdracht van particulieren kan het voorkomen dat bij het isoleren van spouwmuren en daken, renoveren of slopen van een pand wel eens vergeten wordt dat er verblijfplaatsen van vleermuizen of nesten van gierzwaluwen aanwezig kunnen zijn.

5. Worden er in het Olympiakwartier compenserende maatregelen getroffen zoals het plaatsen van hangholtes voor vleermuizen?

Antwoord:
De opzichter van Ymere zoekt naar mogelijkheden om vervangende verblijfplaatsen aan te brengen.

6. De Amsterdamse vleermuiswerkgroep doet onderzoek naar vleermuizen en probeert de bescherming van vleermuizen te verbeteren. Op welke manieren werkt de gemeente Amsterdam samen met de vleermuiswerkgroep?

Antwoord:
De Dienst Ruimtelijke Ordening heeft contact met Floor van Vliet van de Amsterdamse vleermuiswerkgroep. Samen wordt gezocht naar mogelijkheden om bekende en potentiële verblijfplaatsen van vleermuizen in kaart te brengen.

7. Is er gemeentelijk beleid dat erop gericht is om de leefomstandigheden van vleermuizen in Amsterdam te verbeteren?

Antwoord:
Er is geen gemeentelijk beleid dat erop gericht is om de leefomstandig¬heden van vleermuizen in de stad te verbeteren.
Om vleermuizen en gierzwaluwen bij renovaties te ontzien zijn de volgende maatregelen genomen of in voorbereiding:
• de gemeente Amsterdam heeft voor haar eigen handelen een gedragscode Flora- en faunawet opgesteld. Deze gedragscode is vastgesteld door de toenmalige minister van LNV (nu EL&I) en beschrijft hoe om te gaan bij ingrepen waarbij verblijfplaatsen van vleermuizen in het geding komen;
• in samenwerking met Bureau IPC De groene ruimte geeft DRO aan beheerders en personen die zich met beheer en RO bezig houden cursus in Flora- en faunawet en gedragscode. Overigens geldt deze gedragscode niet voor particulieren en zo ook woningbouwcorporaties;
• in opdracht van DMB ontwikkelt DRO een beslisboom voor ambtenaren die WABO-aanvragen moeten beoordelen, zodat risicosituaties voor flora en fauna herkend worden;
• door DRO is met vertegenwoordigers van de Vogelwerkgroep Amsterdam en de Gierzwaluwwerkgroep het initiatief genomen om een bijeenkomst te organiseren voor woningbouwcorporaties. Deze bijeenkomst is bedoeld om ze te informeren over
i. in gebouwen voorkomende en door Flora- en faunawet beschermde soorten en
ii. over maatregelen om het leefgebied van soorten als huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen te verbeteren.