Schrif­te­lijke vragen inzake visver­gun­ningen


Indiendatum: jul. 2011

Schriftelijke vragen van het raadslid de heer Van Lammeren (PvdD) inzake uitgifte van visvergunningen

Amsterdam, 13 juli 2011

Aan het college van burgemeester en wethouders

In de nota Amsterdam Dierenwelzijn (2006) staat het volgende over vissen:
”De eigenaar is verantwoordelijk voor het visstandbeheer. De eigenaren verhuren vaak het visrecht, bijvoorbeeld aan een Hengelsportvereniging, en dragen de zorg voor de visstand en de vergunningverlening over aan de huurder.”

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de PvdD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. Hoeveel visvergunningen zijn er in Amsterdam afgegeven? Hoeveel zijn binnen Amsterdamse stadsgrenzen en hoeveel voor Amsterdams grondgebied?
2. Hoeveel water is er in beheer van de Gemeente Amsterdam? Hoeveel water is er in beheer bij een derde partij?
3. Op welke wateren in Amsterdam worden vergunningen uitgegeven om te vissen?
4. Bij welke wateren zijn er visrechten uitgegeven aan een derde partij met dien verstande dat deze de uitgifte van visvergunningen voor dat water beheert? Bij welke wateren doet Gemeente Amsterdam dit zelf?
5. Hoeveel visvergunningen zijn er uitgegeven aan particulieren?
6. Aan welke eisen moeten particulieren voldoen om voor een visvergunning in aanmerking te komen?
7. Wie controleert dit? Hoe vaak wordt het gecontroleerd?
8. Hoe veel overtredingen hebben er de afgelopen vijf jaar per jaar plaatsgevonden? Wat is de top 5 overtredingen en hoe frequent vinden deze plaats?
9. Hoeveel boetes zijn er per jaar afgelopen 5 jaar uitgegeven?
10. Worden vergunningen automatisch verlengd? Zo ja, waarom? Zo nee, hoe lang is een vergunning valide? En op basis van welke gegevens of voorwaarden wordt een vergunning verlengd?

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: jul. 2011
Antwoorddatum: 14 okt. 2011

1. Hoeveel visvergunningen zijn er in Amsterdam afgegeven? Hoeveel zijn binnen Amsterdamse stadsgrenzen en hoeveel voor Amsterdams grondgebied?

Antwoord:
De Amsterdamse Hengelsport Vereniging (AHV) heeft een ledenbestand dat jaarlijks schommelt tussen de 15.000 en 16.000 leden. Tevens is zij aangesloten via een federatief verband bij Sportvisserij Nederland. Dit betekent dat - naast de eigen leden van de vereniging - de georganiseerde leden die over een Vispas beschikken (zo’n 1,5 tot 2 miljoen vissers!) welkom zijn op de meeste wateren in de gemeente Amsterdam.

2. Hoeveel water is er in beheer van de gemeente Amsterdam? Hoeveel water is er in beheer bij een derde partij?

Antwoord:
De gemeente is eigenaar van de meeste wateren in Amsterdam, uitgezonderd de wateren die eigendom zijn van derden zoals het Hoogheemraadschap van Rijnland of van Rijkswaterstaat (zoals het Amsterdam-Rijnkanaal). Na verpachting van het visrecht is de gemeente geen beheerder meer in de zin van de visserijwet. De AHV houdt toezicht op de Visserijwet en overige van belang zijnde wetgeving en draagt zorg voor visplannen en visserijkundig onderzoek van de visstapel, het zogeheten visstandsbeheer.
3. Op welke wateren in Amsterdam worden vergunningen uitgegeven om te vissen?

Antwoord:
Op nagenoeg alle wateren in Amsterdam geeft de AHV vergunningen uit.

4. Bij welke wateren zijn er visrechten uitgegeven aan een derde partij met dien verstande dat deze de uitgifte van visvergunningen voor dat water beheert? Bij welke wateren doet gemeente Amsterdam dit zelf?

Antwoord:
De gemeente Amsterdam geeft zelf geen vergunningen uit. Een aantal wateren worden door de gemeente verhuurd aan een beroepsvisser, waarvan de AHV weer als derde partij de vergunningen verleent en voor handhaving zorgt. Het betreft de Sonthaven, Westhaven, Bosporushaven, Suezhaven, Beringhaven, Hornhaven, Moezelhaven, Mainhaven en Zijkanaal F.

5. Hoeveel visvergunningen zijn er uitgegeven aan particulieren?

Antwoord:
Aan particulieren worden door de AHV jaarlijks tussen de 15.000 en 16.000 vergunningen afgegeven. In Nederland beschikken zo’n 1,5 tot 2 miljoen vissers over een Vispas. Daarnaast worden er via het postkantoor nog zogeheten Kleine Vispassen (voorheen de sportvisakte) verkocht die nationaal geldig zijn en waarmee in een aantal wateren in Amsterdam gevist mag worden met 1 hengel met gewoon aas. Aantallen Kleine Vispassen zijn bij de AHV niet bekend.

6. Aan welke eisen moeten particulieren voldoen om voor een visvergunning in aanmerking te komen?

Antwoord:
Particulieren moeten om aan een vergunning te komen lid zijn van de AHV of een andere vereniging, of een Kleine Vispas bezitten voor een beperkt aantal wateren in Amsterdam. Bij lidmaatschap van de AHV wordt een vergunning verstrekt waarmee gevist mag worden. In deze vergunning zijn beperkende maatregelen genomen ter bescherming van de visstand en is de Visserijwet 1963 van kracht voor wat betreft minimum maten en gesloten tijden. Op diverse punten heeft de AHV deze maatregelen verzwaard in het belang van de visstand. Voorts geeft de AHV visles op scholen en aan ouderen zodat op een verantwoorde wijze met gevangen vis wordt omgegaan. Via voorlichtingsmateriaal en het verenigingsblad wordt ook aan voorlichting naar de eigen leden gedaan.

7. Wie controleert dit? Hoe vaak wordt het gecontroleerd?

Antwoord:
De AHV heeft een eigen opsporingsdienst die bestaat uit twee Buitengewoon Opsporings Ambtenaren (BOA’s) en een tiental verenigingscontroleurs. Controle en handhaving vindt dagelijks plaats in de gemeente Amsterdam en de gehele regio Amsterdam-Amstelland. Daarnaast wordt er samengewerkt met de regiopolitie, boswachters van andere organisaties en gemeentelijke BOA’s die ook weer stage lopen bij de opsporingsdienst van de AHV.

8. Hoe veel overtredingen hebben er de afgelopen vijf jaar per jaar plaatsgevonden? Wat is de top 5 overtredingen en hoe frequent vinden deze plaats?

Antwoord:
De AHV is voor “weidelijk vissen” wat inhoudt dat de sportvissers de gevangen vissen met respect dienen te behandelen en een goede verzorging dienen te geven. Vis die voor consumptie wordt behouden dient onmiddellijk gedood te worden. Ernstiger overtredingen zoals het vissen met levend aas en het niet doden van consumptievis die levend in zakken of emmers zonder water worden bewaard worden altijd geverbaliseerd op basis van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (dierenkwelling). Nadere informatie is te vinden in het jaarverslag 2010 van de Opsporingsdienst AHV.

9. Hoeveel boetes zijn er per jaar afgelopen 5 jaar uitgegeven?

Antwoord:
Het aantal opgemaakte processen-verbaal schommelt jaarlijks tussen de 300 en 400. In 2010 bedroeg het aantal zaken 341, terwijl in 189 gevallen waarschuwend/voorlichtend is opgetreden.

10. Worden vergunningen automatisch verlengd? Zo ja, waarom? Zo nee, hoe lang is een vergunning valide? En op basis van welke gegevens of voorwaarden wordt een vergunning verlengd?

Antwoord:
Vergunningen worden jaarlijks verlengd tenzij is opgezegd. Op deze wijze komt men tijdig in het bezit van de vereiste vergunning voor het lopende jaar. Via het verenigingsblad blijft de vergunninghouder op de hoogte van wijzigingen in wet- en regelgeving, verboden zaken en hoe om te gaan met gevangen vissen (visvriendelijk vissen). Voorts wordt er foldermateriaal beschikbaar gesteld ter educatie hierover.

Ter toelichting op vorenstaande vragen is het Jaarverslag 2010 van de Opsporingsdienst van de Amsterdamse Hengelsportvereniging bijgevoegd.