Schrif­te­lijke vragen inzake schoon vervoer en schone lucht in Amsterdam


Indiendatum: jul. 2011

Schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake schoon vervoer en schone lucht in Amsterdam

Amsterdam, 19 juli 2011

Aan het college van burgemeester en wethouders

In het Parool van 18 juli was een ingezonden brief te lezen van de heer R. Haffmans met de titel ‘E-taxi’ (p.18). De briefschrijver stelt dat enerzijds de gemeente Amsterdam elektrisch vervoer stimuleert door meer oplaadpalen voor elektrische auto’s aan te leggen, terwijl anderzijds het openbaar vervoer nog veelvuldig gebruik maakt van vervuilende dieselbussen. De heer Haffmans stelt tevens dat andere steden gebruik maken van schonere alternatieven zoals de trolleybus, die schoon is en waarvoor geen opslag van elektriciteit nodig is. Daarnaast merkt de briefschrijver op dat de milieuzone die Amsterdam heeft ingesteld voor vrachtverkeer binnen de A10 niet geldt voor het RAI-terrein heen, waarvan Amsterdam mede-eigenaar is.

Op de website van de gemeente Amsterdam is over de milieuzone het volgende te lezen: De milieuzone in Amsterdam geldt voor het gebied binnen de Ring A10 met enkele uitzonderingen. Stadsdeel Amsterdam-Noord is uitgezonderd omdat hier geen luchtkwaliteitknelpunten zijn. De bedrijventerreinen RAI, De Schinkel, Cruquius, Amstel en Amstel Business Park zijn uitgezonderd omdat het vrachtverkeer dat hier komt meestal geen bestemming elders in de stad heeft.

Daarnaast blijkt dat de milieuzone geen garantie biedt dat zeer vervuilend vervoer ook daadwerkelijk buiten de A10 blijft. In het rapport van de Rekenkamer ‘Luchtkwaliteit in Amsterdam’ is het volgende te lezen: Volgens het landelijke onderzoek naar de effecten van de milieuzone uit 2010 voldoet in Amsterdam 23% van de vrachtwagens niet aan de normen voor de milieuzone. Het overgrote deel zou hiervoor een landelijke of lokale ontheffing hebben (bijna 80% van de 23%). (p.24)

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. Voor de uitzonderingen van de milieuzone wordt op de website van gemeente Amsterdam als reden gegeven dat het vrachtverkeer dat naar deze uitzonderingen toe rijdt, ‘meestal geen bestemming elders in de stad heeft’. Waar blijkt dat uit, welke onderzoeken zijn er gedaan, wanneer, en geldt dat nog steeds? Is dit in alle gevallen de enige reden geweest om een uitzondering te maken?
2. Heeft de wethouder inzicht in de aard van het verkeer dat de RAI aandoet? Zo ja, hoeveel vrachtwagens zouden de RAI niet kunnen bereiken wanneer het terrein binnen de milieuzone zou liggen en hoeveel procent is dat van het totaal aan vrachtverkeer dat RAI aandoet?
3. Voor hoeveel procent is gemeente Amsterdam eigenaar van RAI en/of het gebied waarin RAI is gelegen?
4. In welke van de andere uitzonderingen op de milieuzone is gemeente Amsterdam mede-eigenaar?
5. Uit het rapport van de Rekenkamer ‘Luchtkwaliteit in Amsterdam’ blijkt dat in Amsterdam 23% van de vrachtwagens die wel binnen de milieuzone rijden, een lokale of landelijke ontheffing hebben. Hoeveel ontheffingen geeft gemeente Amsterdam per jaar uit? Aan welke voorwaarden moet door de aanvrager worden voldaan om een ontheffing te verkrijgen? Op welke manier wordt de hoogte van de leges bepaald?
6. Gemeente Amsterdam streeft naar maximaal duurzaam inkopen. In hoeverre is het vervoer van leveranciers die aan gemeente Amsterdam leveren of zakelijke partners van de gemeente in dit streven opgenomen?
7. Verleent gemeente Amsterdam milieuzone ontheffingen aan eigen leveranciers of zakelijke partners?
Zo ja, hoeveel zijn dat er op jaarbasis en wat is hiervoor de reden?
8. Briefschrijver noemt trolleybussen als een voorbeeld van schoon openbaar vervoer in andere steden omdat trolleys geen batterijen nodig hebben en op groene stroom kunnen rijden. Gemeente Amsterdam zet in op elektrische taxi’s en oplaadpunten. Hoe staat de wethouder tegenover het verfrissen van de bussenvoorraad door middel van het vervangen met trolleybussen?

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: jul. 2011
Antwoorddatum: 22 sep. 2011

1. Voor de uitzonderingen van de milieuzone wordt op de website van gemeente Amsterdam als reden gegeven dat het vrachtverkeer dat naar deze uitzonderingen toe rijdt, ‘meestal geen bestemming elders in de stad heeft’. Waar blijkt dat uit, welke onderzoeken zijn er gedaan, wanneer, en geldt dat nog steeds? Is dit in alle gevallen de enige reden geweest om een uitzondering te maken?

Antwoord:
Op basis van een onderzoek uitgevoerd door Buck Consultants International is in 2007 besloten een aantal bedrijventerreinen niet op te nemen in de milieuzone. In het onderzoek zijn de effecten van het uitsluiten van 6 verschillende bedrijfsterreinen buiten de milieuzone onderzocht. Het gaat hierbij om:
• RAI
• Schinkel
• Food Centre Amsterdam
• Amstel Business Park
• Cruquius
• Westpoort

De conclusie van het onderzoek luidde dat de drukste gebieden Foodcenter en Westpoort in potentie de grootste verbetering kunnen realiseren van de luchtkwaliteit op de belangrijke knelpuntstraten ( J. v. Galenstraat, Haarlemmerweg, Spaarndammerstraat en Stadhouderskade). Deze gebieden zijn uiteindelijk ook opgenomen in de milieuzone. Wat betreft de overige gebieden luidde de conclusie dat de bijdrage van deze gebieden aan de luchtvervuiling op knelpuntlocaties gering is. In het geval van de RAI is geen sprake van grote stromen vrachtvervoer waardoor de bijdrage van RAI aan de luchtverontreiniging ook gering is.
Wat echter ook mee weegt zijn de economische gevolgen voor het bedrijfsleven. Deze kosten voor bedrijven bedragen bij doorvoer van een totale milieuzone nu naar schatting 11 miljoen euro. Bij restrictieve maatregelen is het reëel deze kosten mee te wegen in de afweging tot doorvoering van de maatregel.

2. Heeft de wethouder inzicht in de aard van het verkeer dat de RAI aandoet? Zo ja, hoeveel vrachtwagens zouden de RAI niet kunnen bereiken wanneer het terrein binnen de milieuzone zou liggen en hoeveel procent is dat van het totaal aan vrachtverkeer dat RAI aandoet?

Antwoord:
De wethouder heeft geen inzicht in de aard van het verkeer dat specifiek de RAI aandoet. De verkeersgegevens van type en aantallen vrachtverkeer in heel Amsterdam zijn wel beschikbaar. De verwachting is dat de aard van het vrachtverkeer dat de RAI aandoet niet veel zal verschillen van het vrachtverkeer in heel Amsterdam. In 2009 is aan de hand van tellingen binnen en buiten de milieuzone het effect van de milieuzone berekend. Uit de tellingen blijkt dat er eind 2009 19,5% van de vrachtwagens die buiten de milieuzone reden (dus de RAI) niet voldeden aan de normen van de milieuzone en dus geweerd zouden worden. Binnen de milieuzone voldeed in 2009 11,0% niet aan de eisen van de milieuzone. Deze vrachtwagens hadden een ontheffing of waren in overtreding.

Binnenkort wordt u via een raadsbrief in meer detail geïnformeerd over de effectiviteit van de milieuzone.

3. Voor hoeveel procent is gemeente Amsterdam eigenaar van RAI en/of het gebied waarin RAI is gelegen?

Antwoord:
Gemeente Amsterdam is 25% aandeelhouder in RAI Holding B.V. Het terrein is door de Gemeente Amsterdam in erfpacht uitgegeven aan Amsterdam RAI B.V.

4. In welke van de andere uitzonderingen op de milieuzone is gemeente Amsterdam mede-eigenaar?

Antwoord:
Zoals genoemd in uw inleiding zijn Amsterdam Noord en de bedrijventerreinen RAI, De Schinkel, Cruquius, Amstel en Amstel Business Park uitgesloten van de Milieuzone Goederenvervoer. Amsterdam is grondeigenaar van de openbare en de in erfpacht uitgegeven gronden. Daarnaast deze gebieden is Amsterdam eigenaar en mede-eigenaar van diverse gebouwen zoals het Stadsdeelkantoor in Amsterdam Noord en het kantoor van Waternet in bedrijventerrein Amstel. Tot slot staan er in diverse gemeentelijke opstallen zoals gemeentewerven, maatschappelijke voorzieningen en nutsvoorzieningen.

5. Uit het rapport van de Rekenkamer ‘Luchtkwaliteit in Amsterdam’ blijkt dat in Amsterdam 23% van de vrachtwagens die wel binnen de milieuzone rijden, een lokale of landelijke ontheffing hebben. Hoeveel ontheffingen geeft gemeente Amsterdam per jaar uit? Aan welke voorwaarden moet door de aanvrager worden voldaan om een ontheffing te verkrijgen? Op welke manier wordt de hoogte van de leges bepaald?

Antwoord:
U noemt in de vraag dat 23% van de vrachtwagen in Amsterdam niet voldoet aan de milieuzone. Deze cijfers zijn niet correct. Uit analyse van de kentekenscanners voor een werkdag in mei 2011 (3226 voertuigregistraties) blijkt dat het vrachtverkeer binnen de milieuzone als volgt is samengesteld (op basis van de geregistreerde kentekens):
• 89,2% van de vrachtvoertuigen voldoet aan de milieuzonecriteria;
• 2,1% van alle vrachtvoertuigen is in overtreding;
• 6,1% van de vrachtvoertuigen heeft een landelijke ontheffing;
• 2,6% van de vrachtvoertuigen heeft een lokale ontheffing.
o Hiervan heeft 40% (dat is ca. 1% van alle vrachtvoertuigen) een dagontheffing;
o Hiervan heeft 60% (dat is ca. 1,5% van alle vrachtvoertuigen) een ontheffing in het kader van de hardheidsclausule .
Op basis van bovenstaande cijfers mag worden geconcludeerd dat de milieuzone in Amsterdam goed functioneert. In vergelijking met andere milieuzonegemeenten doet Amsterdam (met 2,1% overtreders) het buitengewoon goed. In 2010 lag in andere steden het aandeel overtreders gemiddeld op 10 a 15% (bron: Landelijke Effectstudie Milieuzones, Goudappel Coffeng, oktober 2010).

Het aantal lokaal door Amsterdam vergeven ontheffingen is relatief klein(2,6%) ten opzichte van 6,1% landelijke ontheffingen binnen de milieuzone. Het grootste deel van de ontheffingen wordt verleend op basis van een landelijk convenant met de vervoerssector waarbinnen voor specifieke voertuigen een uitzondering wordt gemaakt. Het gaat daarbij bijvoorbeeld over specifieke voertuigen die in de bouw worden gebruikt (betonmolens e.d.). Een overzicht van het aantal verleende ontheffingen vindt u hieronder.

Aantal ontheffingen Milieuzonering Amsterdam, januari 2010 t/m december 2010

Dagontheffingen : 7.427 € 25,- leges p/s.
Uitzonderingsgevallen : 151 € 150,- leges p/s.
Hardheidsclausule : 209 € 150,- leges p/s.
Lokaal tijdelijk (exceptioneel transport) : 53 kosteloos.

Aantal ontheffingen Milieuzonering Amsterdam, januari 2011 t/m juni 2011

Dagontheffingen : 4.216 € 25,- leges p/s.
Uitzonderingsgevallen : 103 € 150,- leges p/s.
Hardheidsclausule : 109 € 150,- leges p/s.
Lokaal tijdelijk (exceptioneel transport) : 12 kosteloos.

Voor de verschillende ontheffingen die er zijn moet aan verschillende voorwaarden worden voldaan. In de bijlage vind je de laatste aanpassing in het beleid van Amsterdam.

De leges voor de dagontheffing zijn landelijk bepaald (€ 25,-) De leges voor langdurige ontheffing zijn op dit moment de hoogste van Nederland en zijn dit al vanaf het starten van de milieuzone (€ 150, -) De rede hiervoor is dat de gemeente Amsterdam een adviescommissie heeft ingesteld, waardoor voor het beoordelen van de aanvragen uitgebreide administratieve handelingen nodig zijn.

Binnenkort wordt u via een raadsbrief in meer detail geïnformeerd over het ontheffingsbeleid van de milieuzone.

6. De gemeente Amsterdam streeft naar maximaal duurzaam inkopen. In hoeverre is het vervoer van leveranciers die aan gemeente Amsterdam leveren of zakelijke partners van de gemeente in dit streven opgenomen?

Antwoord:
Schoon vervoer is een vast onderwerp bij de aanbestedingen van de gemeente. Bij aanbesteding van diensten zoals beveiliging, post, papier, warme en koude drankautomaten worden eisen aan voertuigen van leveranciers gesteld.

Daarnaast werkt de gemeente in het kader van het actieplan ‘Slimme en schone stedelijke distributie’ op verschillende manieren aan schone distributie. Er zijn verschillende stadsdistributeurs in Amsterdam actief. Zij bundelen goederen van verschillende leveranciers aan de rand van de stad en leveren in een volgeladen schone (elektrische) vrachtwagen het hele pakket af bij de klant. Dit leidt tot een reductie van (vracht)voertuigbewegingen en heeft daarmee een direct effect op de luchtkwaliteit. Deze 'good practice' zou ook door de gemeente als opdrachtgever uitgedragen moeten worden. Onderzocht wordt of en waar binnen de gemeente gebundelde inkoop mogelijk is.

Bouwlogistiek vormt een dikke stroom aan goederenvervoer in Amsterdam. De gemeente heeft hierin ook een belangrijke rol als opdrachtgever. Gezien de hoeveelheid goederen is het van belang om te bezien of er in de bouw slimmer (gebundeld) en schoner kan worden gereden en of deze zaken beter geborgd kunnen worden in de aanbestedingsbestekken/contracten van de gemeente.
In juli 2011 is er een overleg georganiseerd om te bespreken waar de kansen en knelpunten liggen en welke concrete vervolgstappen er gezet kunnen worden. Uitkomst van dit overleg is dat er een marktconsultatie ingepland wordt: samen met een aantal aannemers en projectleiders worden toekomstige (of al lopende) bouwprojecten doorgenomen en bekeken waar de duurzame bouwlogistieke kansen liggen.

7. Verleent gemeente Amsterdam milieuzone ontheffingen aan eigen leveranciers of zakelijke partners?
Zo ja, hoeveel zijn dat er op jaarbasis en wat is hiervoor de reden?

Antwoord:
Ook bij verlening van ontheffingen voor eigen leveranties houdt Amsterdam zich aan dit convenant. Bij het verlenen van een lokale ontheffing wordt niet geregistreerd of het om een gemeentelijke levering gaat. Het is dus onbekend hoeveel ontheffingen er jaarlijks worden verstrekt voor leveringen aan de gemeente. Het convenant aanpassen is ingewikkeld en leidt tot nieuwe onderhandeling met de vervoerssector.

8. Briefschrijver noemt trolleybussen als een voorbeeld van schoon openbaar vervoer in andere steden omdat trolleys geen batterijen nodig hebben en op groene stroom kunnen rijden. Gemeente Amsterdam zet in op elektrische taxi’s en oplaadpunten. Hoe staat de wethouder tegenover het verfrissen van de bussenvoorraad door middel van het vervangen met trolleybussen?

Antwoord:
De benodigde investeringen in de infrastructuur voor trolleybussen zijn erg hoog. Ook het beheer van een trolleybus netwerk is erg duur. Bij de herijking van de Amsterdamse luchtkwaliteit maatregelen is onderzocht welke investeringen voor schone alternatieven voor stadsbussen het grootste effect hebben op verbetering van de luchtkwaliteit. Uit dit onderzoek is gebleken dat het subsidiëren van schone EEV+ bussen met een lage uitstoot lokaal op de Prins Hendrikkade een voldoende effect heeft om de investering te kunnen verantwoorden. Alternatieven zoals elektrische bussen en investeringen in meer tramverbindingen zijn ook onderzocht maar leveren per geïnvesteerde euro minder verschoning op voor de lucht.

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

H. de Jong, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake bromfietsen en luchtvervuiling

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake bijdrage waterschappen aan subsidieregeling voor groene daken

Lees verder

    Word actief Doneer