Schrif­te­lijke vragen inzake reptie­len­opvang


Indiendatum: jan. 2012

Aan het college van burgemeester en wethouders

In Metro van 13 januari 2012 was te lezen dat de gecertificeerde reptielenopvang in Zwanenburg vanaf 1 april dakloos zal zijn. In hetzelfde artikel was te lezen dat een deel van de reptielen van Stichting Imperator, na de dood van Ad Schelleman, bij deze opvang zijn ondergebracht

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de PvdD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. De reptielenopvang in Zwanenburg is gecertificeerd. Welk certificaat heeft deze opvang?
a. Door wie is deze afgegeven?
b. Wie controleert of Zwanenburg zich aan de eisen van het certificaat houdt?
2. In de gemeentelijke Bijzondere subsidieverordening Dierenwelzijn 2008 staat aangegeven dat voor de opvang van zwervende gezelschapsdieren uitsluitend een subsidie wordt verstrekt aan aanvragers die beschikken over een asiel met een rechtsgeldige vergunning en dat voldoet aan de vereisten van het Honden- en Kattenbesluit 1999. In antwoorden op vragen van Partij voor de Dieren (24 augustus 2010) staat dat de subsidie in ieder geval wordt geweigerd indien de instelling van aanvrager niet over een vergund en toegestaan asiel beschikt. Kan een certificatie die de opvang in Zwanenburg heeft, gezien worden als een vereiste voor subsidie aanvraag in de gemeente Amsterdam?
a. Zo nee, waarom niet?
b. Zo ja, zou de subsidieverordening er dan niet op aangepast moeten worden?
3. Zijn de reptielen van Stichting Imperator na de dood van Ad Schelleman inderdaad ook naar reptielenopvang in Zwanenburg gebracht?
4. Worden nieuw gevonden Amsterdamse reptielen, naast de reptielenopvang in Haarlem, ook naar Zwanenburg gebracht?
5. Wie draagt de kosten voor het vervoer en de opvang van de Amsterdamse reptielen?
6. Uit vorige antwoorden op vragen rondom het thema reptielen blijkt dat de Dierenambulance geen geld van de gemeente Amsterdam ontvangt voor het weghalen van reptielen uit de openbare ruimte. De reden hiervoor is dat de Dierenambulance geen subsidie krijgt voor het vervoeren van gezonde dieren met een kennelijke eigenaar.
a. Wie is er verantwoordelijk voor het weghalen van de reptielen uit de openbare ruimte?
b. Wie geeft de opdracht voor het verwijderen van deze dieren?
c. Is de opdrachtgever ook degene die voor de kosten van het verwijderen van reptielen uit de openbare ruimte zou moeten opdraaien?
d. Is er een wettelijke verplichting voor de dierenambulance om deze dieren op te halen? Zo ja, door wie is deze verplichting ingesteld? Zo nee, wie moet de verantwoordelijkheid dragen voor het weghalen van de reptielen uit de openbare ruimte?
7. Uit vorige antwoorden op vragen blijkt dat de gemeente meent dat reptielen geen zwerfdieren zijn, omdat ze een kennelijke eigenaar hebben. Daarom wordt de opvang en het vervoeren van reptielen gezien als een niet-wettelijke taak. De gemeente schrijft: “Reptielen en amfibieën afkomstig van particulieren en in bewaring afgestaan door de politie zijn geen zwervende gezelschapsdieren zonder kennelijke eigenaar. De reptielen en amfibieën die door de Dierenambulance zijn binnengebracht betreffen grotendeels terrariumdieren die in Nederland buitenshuis niet of nauwelijks kunnen overleven en zullen derhalve vooral door de eigenaar zijn aangebracht of afgedankt”.
a. Is de gemeente het eens met de gedachte dat alle niet-inheemse dieren een kennelijke eigenaar hebben? Zo nee waarom niet?
b. Zo ja, wat betekent dit dan voor de invulling van de wettelijke zorgplicht op grond van artikel 8, lid 3 BW?
c. Zijn er nog meer dieren/diersoorten (bijvoorbeeld spinachtigen) waarvan de gemeente Amsterdam al op voorhand aangeeft dat ze ‘geen zwervende gezelschapsdieren zonder kennelijke eigenaar’ zijn, of zijn de amphibia de enige? Zo ja om welke categorieën gaat het?
d. Welke dieren vallen volgens de gemeente Amsterdam onder de categorie ‘zwervende gezelschapsdieren zonder kennelijke eigenaar’?
e. In antwoorden op vragen van de Partij voor de Dieren (12 augustus 2010) stelt de gemeente invulling aan haar wettelijk taak te geven door voor zwervende huisdieren met een vermoedelijke eigenaar deze taak uit te laten voeren door de asielen. Vallen reptielen niet ook onder deze wettelijk taak?
f. Waar baseert de gemeente Amsterdam het argument op dat reptielen grotendeels terrariumdieren zijn die niet buiten kunnen overleven en daarom geen zwerfdieren zijn? Zijn dit wettelijk vastgestelde argumenten? Of wetenschappelijke?
g. In het geval dat de gemeente zich op voor genoemde argument berust, wat is dan de mening over reptielen die wel in buitenshuis kunnen overleven? Zijn dat dan wel zwerfdieren?
h. In het geval dat de gemeente meent dat het niet haar taak is om voor reptielen met een kennelijke eigenaar te zorgen, wie heeft er dan wel verantwoordelijkheid voor de opvang van deze dieren?
i. Is de wethouder bereid het probleem van zwerfreptielen bij de tweede kamer aan te kaarten opdat er strengere regels komen voor het verkopen en houden van exotische reptielen? Dit met als doel dat er minder reptielen in het bezit van mensen kunnen komen, zodat er minder dieren op straat belanden. Zo nee, waarom niet?
Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: jan. 2012
Antwoorddatum: 16 feb. 2012

In de Metro van 13 januari 2011 was te lezen dat de gecertificeerde reptielenopvang in Zwanenburg vanaf 1 april 2011 dakloos zal zijn. In hetzelfde artikel was te lezen dat een deel van de reptielen van Stichting Imperator, na de dood van Ad Schelleman, bij deze opvang zijn ondergebracht.

Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 16 januari 2012, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht:

1. De reptielenopvang in Zwanenburg is gecertificeerd. Welk certificaat heeft deze opvang?
a. Door wie is deze afgegeven?
b. Wie controleert of Zwanenburg zich aan de eisen van het certificaat houdt?

Antwoord:
De reptielenopvang in Zwanenburg is onder de naam Stichting Dierenhulpdienst Nederland bekend bij het VOND (Verenigde Opvangcentra Niet inheemse Diersoorten) en bezig met de certificatie categorie 1. Deze certificatie is per 1 juli 2012 verplicht, althans in de categorie 0, 1, 2 of 3. Om aan deze certificatie te voldoen gelden regels die door het ministerie zijn opgesteld en waar de reptielenopvang al enige tijd aan voldoet. De Algemene Inspectie Dienst heeft onlangs de reptielenopvang bezocht en goedgekeurd. Dit is tevens (naast de medewerkers van VOND) de instantie die de certificering beoordeelt en regelmatig keurt.

2. In de gemeentelijke Bijzondere subsidieverordening Dierenwelzijn 2008 staat aangegeven dat voor de opvang van zwervende gezelschapsdieren uitsluitend een subsidie wordt verstrekt aan aanvragers die beschikken over een asiel met een rechtsgeldige vergunning en dat voldoet aan de vereisten van het Honden- en Kattenbesluit 1999. In antwoorden op schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren van 24 augustus 2010 staat dat de subsidie in ieder geval wordt geweigerd indien de instelling van aanvrager niet over een vergund en toegestaan asiel beschikt (Gemeenteblad 2010, afd. 1, nr. 409). Kan een certificatie die de opvang in Zwanenburg heeft, gezien worden als een vereiste voor subsidie aanvraag in de gemeente Amsterdam?
a. Zo nee, waarom niet?
b. Zo ja, zou de subsidieverordening er dan niet op aangepast moeten worden?

Antwoord:
Met een certificaat voldoet de reptielenopvang niet aan de vereisten voor de opvang van zwervende gezelschapsdieren. Daarvoor moet het asiel op basis van de Bijzondere Subsidieverordening Dierenwelzijn 2008 immers voldoen aan het Honden en Kattenbesluit. De reptielenopvang kan op basis van deze verordening wel een aanvraag voor subsidie indienen, maar dan als organisatie die zich richt op educatie en voorlichting met betrekking tot gezelschapsdieren en de bevordering van het dierenwelzijn.

3. Zijn de reptielen van Stichting Imperator na de dood van Ad Schelleman inderdaad ook naar reptielenopvang in Zwanenburg gebracht?

Antwoord:
De Dierenambulance heeft reptielen naar de reptielenopvang in Zwanenburg gebracht.

4. Worden nieuw gevonden Amsterdamse reptielen, naast de reptielenopvang in Haarlem, ook naar Zwanenburg gebracht?

Antwoord:
De Dierenambulance heeft ook na de sluiting van De Imperator reptielen naar de reptielenopvang in Zwanenburg gebracht.

5. Wie draagt de kosten voor het vervoer en de opvang van de Amsterdamse reptielen?

Antwoord:
De gemeente Amsterdam subsidieert de Dierenambulance. Voor de opvang van reptielen heeft de gemeente in 2011 subsidie verstrekt aan Stichting De Imperator. De reptielenopvang in Zwanenburg had bij de gemeente Amsterdam nog geen subsidieverzoek ingediend.

6. Uit vorige antwoorden op vragen rondom het thema reptielen blijkt dat de Dierenambulance geen geld van de gemeente Amsterdam ontvangt voor het weghalen van reptielen uit de openbare ruimte. De reden hiervoor is dat de Dierenambulance geen subsidie krijgt voor het vervoeren van gezonde dieren met een kennelijke eigenaar.
a. Wie is er verantwoordelijk voor het weghalen van de reptielen uit de openbare ruimte?
b. Wie geeft de opdracht voor het verwijderen van deze dieren?
c. Is de opdrachtgever ook degene die voor de kosten van het verwijderen van reptielen uit de openbare ruimte zou moeten opdraaien?
d. Is er een wettelijke verplichting voor de dierenambulance om deze dieren op te halen? Zo ja, door wie is deze verplichting ingesteld? Zo nee, wie moet de verantwoordelijkheid dragen voor het weghalen van de reptielen uit de openbare ruimte?

Antwoord:
De Dierenambulance krijgt van de gemeente niet alleen subsidie voor het vervoer van zwerfdieren maar ook voor zorgtaken. Kosten kunnen worden verhaald als er voor het verwijderen van reptielen uit de openbare ruimte een eigenaar bekend is. Er is geen wettelijke verplichting voor de Dierenambulance om reptielen op te halen. Eigenaren van reptielen die ontsnappen hebben de verantwoordelijkheid voor het weghalen van reptielen uit de openbare ruimte.

7. Uit vorige antwoorden op vragen blijkt dat de gemeente meent dat reptielen geen zwerfdieren zijn, omdat ze een kennelijke eigenaar hebben. Daarom wordt de opvang en het vervoeren van reptielen gezien als een niet-wettelijke taak. De gemeente schrijft: “Reptielen en amfibieën afkomstig van particulieren en in bewaring afgestaan door de politie zijn geen zwervende gezelschapsdieren zonder kennelijke eigenaar. De reptielen en amfibieën die door de Dierenambulance zijn binnengebracht betreffen grotendeels terrariumdieren die in Nederland buitenshuis niet of nauwelijks kunnen overleven en zullen derhalve vooral door de eigenaar zijn aangebracht of afgedankt”.
a. Is de gemeente het eens met de gedachte dat alle niet-inheemse dieren een kennelijke eigenaar hebben? Zo nee waarom niet?
b. Zo ja, wat betekent dit dan voor de invulling van de wettelijke zorgplicht op grond van artikel 8, lid 3 BW?
c. Zijn er nog meer dieren/diersoorten (bijvoorbeeld spinachtigen) waarvan de gemeente Amsterdam al op voorhand aangeeft dat ze ‘geen zwervende gezelschapsdieren zonder kennelijke eigenaar’ zijn, of zijn de amphibia de enige? Zo ja, om welke categorieën gaat het?
d. Welke dieren vallen volgens de gemeente Amsterdam onder de categorie ‘zwervende gezelschapsdieren zonder kennelijke eigenaar’?
e. In antwoorden op vragen van de Partij voor de Dieren (12 augustus 2010) stelt de gemeente invulling aan haar wettelijk taak te geven door voor zwervende huisdieren met een vermoedelijke eigenaar deze taak uit te laten voeren door de asielen. Vallen reptielen niet ook onder deze wettelijk taak?
f. Waar baseert de gemeente Amsterdam het argument op dat reptielen grotendeels terrariumdieren zijn die niet buiten kunnen overleven en daarom geen zwerfdieren zijn? Zijn dit wettelijk vastgestelde argumenten? Of wetenschappelijke?
g. In het geval dat de gemeente zich op voor genoemde argument berust, wat is dan de mening over reptielen die wel in buitenshuis kunnen overleven? Zijn dat dan wel zwerfdieren?
h. In het geval dat de gemeente meent dat het niet haar taak is om voor reptielen met een kennelijke eigenaar te zorgen, wie heeft er dan wel verantwoordelijkheid voor de opvang van deze dieren?
i. Is de wethouder bereid het probleem van zwerfreptielen bij de tweede kamer aan te kaarten opdat er strengere regels komen voor het verkopen en houden van exotische reptielen? Dit met als doel dat er minder reptielen in het bezit van mensen kunnen komen, zodat er minder dieren op straat belanden. Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
De meeste niet-inheemse reptielen, amfibieën, schorpioenen, spinachtigen en andere dieren die in een terrarium worden gehouden hebben een eigenaar. Maar er leven in de openbare ruimte van Amsterdam ook enkele niet-inheemse diersoorten zoals de roodwangschildpad. Onder zwervende gezelschapsdieren met een vermoedelijke eigenaar vallen kwijtgeraakte honden en katten. Reptielen, amfibieën, schorpioenen, spinachtigen (en andere dieren die in een terrarium worden gehouden) afkomstig van particulieren dan wel in bewaring afgestaan door de politie zijn geen zwervende gezelschapsdieren omdat de eigenaar bekend is. De eigenaar is verantwoordelijk voor de opvang van deze dieren. De reptielen die naar de reptielenopvang worden gebracht betreffen grotendeels dieren die volgens de gemeentelijke stadsecologen buiten nauwelijks zouden kunnen overleven. Het Reptielen Opvang Centrum Haarlem (Haarlem/Zwanenburg) geeft op haar website aan dat “ontsnapte hagedissen geen enkele overlevingskans hebben”; en “ontsnapte dieren zich in de eerste 24 uur (95% van de gevallen) bevinden binnen een straal van 10 meter rond het terrarium waar ze uit ontsnapt zijn”. De Partij voor de Dieren kan verzoeken om strengere regels voor het verkopen en houden van exotische reptielen direct bij de Tweede Kamer aankaarten via haar vertegenwoordigers in de Tweede Kamer.

In afwijking van de gestelde sluitingstermijn (november 2011) heeft de wethouder dierenwelzijn de reptielenopvang de gelegenheid geboden om een waarderingssubsidie voor 2012 aan te vragen. Daarvoor zijn aanvraagformulieren op 9 januari 2012 aan de reptielenopvang toegestuurd en is het door de reptielenopvang ingediende subsidieverzoek op 25 januari 2012 ontvangen.