Schrif­te­lijke vragen inzake onkruid­be­strij­dings­middel Roundup


Indiendatum: aug. 2011

Schriftelijke vragen van het raadslid de heer Van Lammeren (PvdD) inzake het gebruik van Roundup

Amsterdam, 11 augustus 2011

Aan het college van burgemeester en wethouders

Inleiding.

Roundup is een onkruidbestrijdingsmiddel. De werkzame stof in Roundup is glyfosaat. De belangrijkste fabrikant van glyfosaat is Monsanto, die het verkoopt onder diverse merknamen: Roundup, RoundupReady en Roundup Evolution Het middel werkt systemisch: alle planten die niet resistent zijn worden gedood. (bron: website vroege vogels).

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de PvdD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen.

1. a. Wordt het middel Roundup in Amsterdam gebruikt?
b. Zo ja in welke stadsdelen wordt dit middel gebruikt en met welk doel?
c. Welke soort Roundup wordt gebruikt?
d. Sinds wanneer wordt Roundup gebruikt in Amsterdam? Is het bekend of er al
onkruid resistent is geworden in Amsterdam door het gebruik van Roundup?

2. Is voor het toepassen van Roundup een certificatie nodig? Zo ja, welke en waarom? Wat zijn de toepassingseisen van Roundup?

3. a. Wordt Roundup in de nabijheid van water gebruikt, zoals vijvers, grachten en
sloten?
b. Wordt Roundup gebruikt kort voordat het gaat regenen of tijdens regenbuien?
c. Wordt Roundup gebruikt op plekken die direct afwateren op sloot, vijver of gracht?
d. Is het college bekend met het feit dat Roundup en glyfosaat giftig en dodelijk
kunnen zijn voor vissen en amfibieën? Zo ja, wat is het beleid van de gemeente
om er voor te zorgen dat Roundup niet in het water en/of grondwater komt?

4. Is het college bekend met het feit dat blootstelling aan glyfosaat bij dieren onder
andere aantasting van lever en nieren veroorzaakt alsmede irritatie van de huid, ogen en ademhalingswegen? Zo ja, wat is het beleid ten opzichte van het gebruik van Roundup en in de openbaar ruimte verblijvende dieren zoals honden?

5. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Cbgt) heeft Roundup toegelaten en geregistreerd.

Milieudefensie schrijft in 2009 dat “toelating niet zonder meer betekent dat een middel veilig gebruikt kan worden. Naar aanleiding van bezwaarschriften van zowel Stichting Natuurverrijking als Stichting Natuur en Milieu, melde het Cbgt in november 2004 dat er momenteel geen beoordelingsmethodiek bestaat om de blootstelling van bestrijdingsmiddelen aan mensen in de woonomgeving te kunnen bepalen. Toch wordt het middel in Nederland tamelijk intensief gebruikt. In sommige gemeenten wordt zelfs onverdunde Roundup gespoten. Hierbij is niet alleen het contactrisico groter, maar wordt ook onnodig veel middel gebruikt. Daarnaast is de toelating van Roundup niet getoetst aan de regeling Winning drinkwater van oppervlaktewater omdat hiervoor geen goede gegevens beschikbaar zijn”.

Daarnaast blijkt uit een groot aantal wetenschappelijke onderzoeken dat Roundup en glyfosaat in hoeveelheden lager dan aanbevolen dodelijk zijn voor menselijke cellen, de werking van hormonen verstoren en effecten hebben op het DNA.
a. Hoe beziet het college het gebruik van Roundup met het oog op bovengenoemde opmerkingen?
b. Hoe ziet het college de uitkomsten van de verschillende onderzoeken over Roundup in verband met de volkgezondheid?
c. Kan het college aangeven dat het gebruik van Roundup geen gevaar oplevert voor respectievelijk de volksgezondheid, het milieu en de gezondheid van dieren? Zo nee, wat is het college van plan te ondernemen met betrekking tot het gebruik van Roundup?

6. Is het college bekend met het feit dat Monsanto al meerdere malen door de reclame code commissie op de vingers is getikt in verband met het maken van misleidende reclame over Roundup waarbij ten onrechte in de reclame de indruk werd gewekt dat Roundup veilig is voor mens en dier en milieuvriendelijk terwijl het een wezenskenmerk van Roundup is om organismen te bestrijden?

7. Is er voordat Roundup werd toegepast in Amsterdam gekeken naar een milieuvriendelijk (niet giftig/omstreden) alternatief? Zo ja, wordt dit ook gebruikt (zoja: waar en met welke doeleinden, zo nee: waarom niet?)? Zo nee, waarom is er niet gezocht naar een milieuvriendelijk alternatief?

8. Is het college bereid om uit het voorzorgsprincipe het gebruik van Roundup te stoppen in de gemeente?

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: aug. 2011
Antwoorddatum: 1 jan. 1970

1. a. Wordt het middel Roundup in Amsterdam gebruikt?
b. Zo ja, in welke stadsdelen wordt dit middel gebruikt en met welk doel?
c. Welke soort Roundup wordt gebruikt?
d. Sinds wanneer wordt Roundup gebruikt in Amsterdam? Is het bekend of er al
onkruid resistent is geworden in Amsterdam door het gebruik van Roundup?

Antwoord vraag 1a:
Ja.

Antwoord vragen 1b en 1c:
Stadsdeel Oost: ja voor het afsmeren van stobben, verdund 20%.
Stadsdeel Nieuw West : niet.
Stadsdeel West: niet. Wel is Roundup in 2009 in Westerpark als proef toegepast voor onkruid op verharding. Deze proef moet nog geëvalueerd worden.
Stadsdeel Zuid: ja, Roundup Evolution, toepassing volgens de DOB-methode [Duurzaam onkruidbeheer op verhardingen]
Stadsdeel Zuidoost: Roundup Evolution, toepassing op element verharding volgens DOB methode.
Stadsdeel Noord: Alleen op industrieterreinen wordt gewerkt volgens de DOB methode met RoundUp Evolution volgens de DOB-methode.
Stadsdeel Centrum: Roundup Evolution sinds 2008 voor onkruid op verharding.
Westpoort: ja, Roundup Evolution, toepassing volgens de DOB-methode

Door de fusering van stadsdelen in de loop van de jaren (1998 en 2010) is niet goed meer na te gaan in welk jaar het middel Roundup voor het eerst in een stadsdeel of deelgebied van Amsterdam is toegepast. Uit de gemeentelijke ‘Milieuverkenning 1994’ naar het gebruik van bestrijdingsmiddelen door stadsdelen in 1993 blijkt dat het middel Roundup toentertijd al in enkele delen van de stad werd toegepast. Overigens waren er ook toen stedelijke gebiieden waarin helemaal geen onkruidbestrijdingsmiddelen werden gebruikt. Dat al dan niet gebruiken is in de loop van de tijd en per plaats soms weer veranderd.

Antwoord vraag 1d:
Het eerste gebruik van Roundup verschilt per stadsdeel en is voor bepaalde stadsdelen niet precies meer na te gaan. Voor zover bekend is er geen onkruid in Amsterdam resistent geworden als gevolg van het gebruik van het middel Roundup. Algemeen bekend is dat het middel Roundup op verhardingen in het onkruidseizoen verschillende keren moet worden toegepast omdat het alleen al aanwezig onkruid laat doodgroeien en geen effect heeft op kiemzaad van onkruiden dat na de spuitronde aanwaait en wortel schiet.

2. Is voor het toepassen van Roundup een certificatie nodig? Zo ja, welke en waarom? Wat zijn de toepassingseisen van Roundup?

Antwoord vraag 2:
Op 29 januari 2010 heeft het college voor de Toelating van gewasbeschermings-middelen en biociden (Ctbg) besloten om de professionele toepassing op gesloten en halfopen verhardingen van het onkruidbestrijdingsmiddel op basis van glyfosaat, Roundup Evolution, te binden aan een certificaat. Dit product is de enige toegestane vorm van glyfosaat.
Bij professionele toepassing van RoundUp Evolution (glyfosaat) voor onkruid-bestrijding op halfopen (losse elementen zoals tegels en klinkers) en randstroken/gaten van gesloten verhardingen (bijv. asfalt) is het verplicht te werken volgens de DOB richtlijnen. Dit staat in het wettelijk gebruiksvoorschrift/ gebruiksaanwijzing (WG/GA) en op het etiket. In de DOB-methodiek staat dat maximaal 1 liter per ha gebruikt mag worden.
Om de emissie van bestrijdingsmiddelen op basis van clyfosaat te verminderen dienen hoveniers, groenaannemers en terreineigenaren waaronder gemeenten het certificaat ‘toepassing glyfosaat op verhardingen’ te behalen. Het college toelating bestrijdingsmiddelen en biociden (Ctgb) besloot in mei 2011 dat het certificaat bij wet verplicht blijft.

3. a. Wordt Roundup in de nabijheid van water gebruikt, zoals vijvers, grachten en
sloten?
b. Wordt Roundup gebruikt kort voordat het gaat regenen of tijdens regenbuien?
c. Wordt Roundup gebruikt op plekken die direct afwateren op sloot, vijver of gracht?
d. Is het college bekend met het feit dat Roundup en glyfosaat giftig en dodelijk kunnen zijn voor vissen en amfibieën? Zo ja, wat is het beleid van de gemeente om er voor te zorgen dat Roundup niet in het water en/of grondwater komt?

Antwoord vraag 3:
Zie ons antwoord op vraag 2 als het gaat om de toepassing van Roundup.
Als de gebruikers van Roundup zich houden aan de DOB-rlchtlijnen wordt de belasting van het oppervlaktewater door afstroming van Roundup tot een minimum beperkt. Aanvullend kan nog worden gemeld dat Waternet in de Wvo-vergunningen op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) - er zijn er in totaal vijf verleend voor verschillende delen van Amsterdam - als verplichting heeft opgenomen dat de stadsdelen een actieplan diffuse bronnen moeten opstellen waarin ook aandacht aan het gebruik van bestrijdingsmiddelen wordt gegeven. Het komt er op neer dat Waternet niet kan bepalen welke middelen wel of niet gebruikt mogen worden. Hiervoor is de bestrijdings-middelenwet: Roundup is een toegelaten bestrijdingsmiddel. Alle stadsdelen hebben intussen een actieplan ingediend, die Waternet heeft beoordeeld en akkoord bevonden. Daarbij worden taluds bij watergangen gerekend tot de watergang en niet tot het openbaar groen.

4. Is het college bekend met het feit dat blootstelling aan glyfosaat bij dieren onder
andere aantasting van lever en nieren veroorzaakt alsmede irritatie van de huid, ogen en ademhalingswegen? Zo ja, wat is het beleid ten opzichte van het gebruik van Roundup en in de openbaar ruimte verblijvende dieren zoals honden?

Antwoord vraag 4:
Ja, het college is bekend met deze onderzoeken. In Nederland zijn diverse middelen onder de naam Roundup toegelaten door het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen en biociden (CTGB).
Dat betekent overigens niet dat een middel veilig gebruikt kan worden. Er is geen beoordelingsmethodiek om de blootstelling van bestrijdingsmiddelen aan mensen in de woonomgeving te kunnen bepalen.

Het belangrijkste werkzame bestandmiddel van Roundup is glyfosaat, een organische fosforverbinding die als niet-selectief systemisch totaalherbicide zeer ruim wordt toegepast. Het Amerikaanse bedrijf Monsanto bracht dit product in de jaren 70 van de vorige eeuw op de markt. Buiten gebruik in de land- en tuinbouw gebruiken overheden dit middel om verhardingen in de openbare ruimte, spoorwegen en autowegen onkruidvrij te maken en te houden. Op zich heeft glyfosaat een lage toxiciteit, ook voor bijen, vogels of zoogdieren. Oplosmiddelen en andere toevoegingen in bestrijdingsmiddelen op basis van glyfosaat kunnen de toxische eigenschappen echter veranderen. Zuiver glyfosaat is irriterend voor de ogen en in mindere mate voor de huid. Een Frans onderzoek in 2002 heeft aangetoond dat blootstelling aan glyfosaat in Roundup tot schade aan menselijke cellen kan leiden. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat er meer en meer onkruiden resistent zijn (geworden) voor glyfosaat.
Roundup bevat ook niet actieve bestanddelen en die zijn soms actief giftiger dan de werkzame bestanddelen.

Om die reden geven wij als centrale stad de voorkeur aan het gebruik van andere – niet chemische c.q. mechanische - onkruidbestrijdingsmethoden zoals het borstelen, branden of de ‘heet water’ –methode. Nog beter is het om al bij de aanleg en inrichting van de openbare ruimte rekening te houden met het voorkomen van onkruid respectievelijk het verminderen van onkruidbestrijding door bijvoorbeeld minder verharding aan te leggen of de verharding anders (meer ‘onkruidproof’) aan te leggen. Maar zoals gezegd, buiten de grootstedelijke gebieden zijn de stadsdelen hierin bevoegd.

5. Het college voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Cbgt) heeft Roundup toegelaten en geregistreerd.

Milieudefensie schrijft in 2009 dat “toelating niet zonder meer betekent dat een middel veilig gebruikt kan worden. Naar aanleiding van bezwaarschriften van zowel Stichting Natuurverrijking als Stichting Natuur en Milieu, melde het Cbgt in november 2004 dat er momenteel geen beoordelingsmethodiek bestaat om de blootstelling van bestrijdingsmiddelen aan mensen in de woonomgeving te kunnen bepalen. Toch wordt het middel in Nederland tamelijk intensief gebruikt. In sommige gemeenten wordt zelfs onverdunde Roundup gespoten. Hierbij is niet alleen het contactrisico groter, maar wordt ook onnodig veel middel gebruikt. Daarnaast is de toelating van Roundup niet getoetst aan de regeling Winning drinkwater van oppervlaktewater omdat hiervoor geen goede gegevens beschikbaar zijn”.

Daarnaast blijkt uit een groot aantal wetenschappelijke onderzoeken dat Roundup en glyfosaat in hoeveelheden lager dan aanbevolen dodelijk zijn voor menselijke cellen, de werking van hormonen verstoren en effecten hebben op het DNA.
a. Hoe beziet het college het gebruik van Roundup met het oog op bovengenoemde opmerkingen?
b. Hoe ziet het college de uitkomsten van de verschillende onderzoeken over Roundup in verband met de volkgezondheid?
c. Kan het college aangeven dat het gebruik van Roundup geen gevaar oplevert voor respectievelijk de volksgezondheid, het milieu en de gezondheid van dieren? Zo nee, wat is het college van plan te ondernemen met betrekking tot het gebruik van Roundup?

Antwoord vraag 5:
Zie ons antwoord op vraag 4.

6. Is het college bekend met het feit dat Monsanto al meerdere malen door de reclame code commissie op de vingers is getikt in verband met het maken van misleidende reclame over Roundup waarbij ten onrechte in de reclame de indruk werd gewekt dat Roundup veilig is voor mens en dier en milieuvriendelijk terwijl het een wezenskenmerk van Roundup is om organismen te bestrijden?

Antwoord vraag 6:
Ja, wij zijn hiermee bekend.

7. Is er voordat Roundup werd toegepast in Amsterdam gekeken naar een milieuvriendelijk (niet giftig/omstreden) alternatief? Zo ja, wordt dit ook gebruikt (zo ja: waar en met welke doeleinden, zo nee: waarom niet?)? Zo nee, waarom is er niet gezocht naar een milieuvriendelijk alternatief?

Antwoord vraag 7:
Bij het beheer en onderhoud van de openbare ruimte kijken de stadsdelen vanzelfsprekend ook naar alternatieven voor het gebruik van bestrijdings-middelen. Zoals bij voorgaande vragen is aangegeven zijn er andere methoden om onkruid in de openbare ruimte te bestrijden.
Onder meer vanwege de gevolgen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater hebben de stadsdelen en de centrale stad al in 2006 een Plan van aanpak diffuse bronnen gemaakt om te kunnen voldoen aan de eisen van de vergunningen op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) voor overstorten en hemelwateruitlaten. De stichting Milieukeur heeft om emissies van onkruidbestrijdingsmiddelen naar oppervlaktewater zoveel mogelijk te voorkomen, een certificering ontwikkeld. Doel ervan is de emissie van bestrijdingsmiddelen naar oppervlaktewater zo veel mogelijk terug te dringen en te voorkomen. De voormalige stadsdelen Slotervaart en Westerpark hebben het certificaat ‘De Barometer Duurzaam Terreinbeheer’ op het niveau van ‘brons’ gehaald. Bij deze certificering hoort onder meer het vaststellen van een (beeld) kwaliteit van onkruidbestrijding en hoe dat wordt gemonitord. Ook de verwachte onkruiddruk moet worden ingeschat. Wanneer het beeldkwaliteit minder is/wordt dan gewenst, wordt overgegaan tot onkruidbestrijding. Dit niveau verplicht tot een maximale frequentie van toepassing van niet-chemische onkruidbestrijding (branden, heet water, borstelen) en emissiebeperkte toepassing van bestrijdingsmiddelen op verhardingen. Daarmee voldoet het stadsdeel aan de gestelde eisen aan het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen. Het certificaat ‘toepassing glyfosaat op verhardingen’ stemt overeen met de DOB-methode [Duurzaam onkruidbeheer op verhardingen] voor wat betreft glyfosaat. De DOB-methode is evenwel breder dan alleen de toepassing van glyfosaat en beslaat alle onkruidbestrijdingsmiddelen en -mthoden in de openbare ruimte.
De stadsdelen Nieuw West en West hebben het voornemen om dit certificaat voor het hele stadsdeelgebied in te voeren. Wij zullen andere stadsdelen stimuleren om eveneens tot certificering over te gaan. Certificering betekent een regelmatige controle door de certificatie-instelling en daarmee garantie op de afgesproken werkwijze.

8. Is het college bereid om uit het voorzorgsprincipe het gebruik van Roundup te stoppen in de gemeente?

Antwoord vraag 8:
Het is de primaire bevoegdheid van de stadsdelen om een besluit te nemen over het (stoppen met het) gebruik van het middel Roundup. Zoals wij hiervoor al hebben aangegeven zien wij als centrale stad liever andere – niet chemische onkruidbestrijdingsmiddelen resp. – methoden toegepast. Als ontwikkelingen of onderzoeken met betrekking tot het middel Roundup daartoe aanleiding geven, zullen wij de stadsdelen adviseren het gebruik van dit middel in de openbare ruimte te stoppen.