Schrif­te­lijke vragen inzake Lucht­ha­ven­in­de­ling­be­sluit Schiphol


Indiendatum: apr. 2012

Uit de website van Schiphol , het bosplan van Amsterdam en het Luchthavenindelingsbesluit (LIB) Schiphol kan opgemaakt worden dat er nagedacht wordt over vogels en verkeersveiligheid*.

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. In artikel 2.2.3. van het Luchthavenindelingsbesluit staat dat vogelreservaten en natuurreservaten, moerasgebieden en oppervlaktewateren groter dan 3 hectare niet zijn toegestaan in een gebied vastgelegd in bijlage 5 (hier) rondom Schiphol. Zoals bekend valt het Amsterdamse Bos helemaal onder dit gebied. Wat heeft dit besluit tot nu toe voor de natuurontwikkeling in het Amsterdamse Bos betekend? Hebben bepaalde natuurontwikkelingen die eventueel noodzakelijk zijn voor bijvoorbeeld de EHS (Ecologische Hoofdstructuur) hierdoor geen doorgaan kunnen vinden?
2. Uit het bosplan blijkt dat een herziening van het LIB invloed kan hebben op het Amsterdamse bos. Wanneer zal deze herziening rond zijn? Heeft de gemeente Amsterdam nog invloed op deze herziening?
3. Wat is de definitie van vogelreservaten en van natuurreservaten? En wat is de definitie van moerasgebieden?
4. Is het vogelontwikkelingsgebied in polder Meerzicht een vogelreservaat?
5. Wanneer is besloten een vogelontwikkelingsgebied in polder Meerzicht te laten ontstaan? Was dit voor de aanname van LIB 2002?
6. Is er middels een verklaring van geen bezwaar art 8.9 WL aangetoond dat het vogelontwikkelingsgebied niet leidt tot een toename van het risico voor de vluchtoperatie?
a. Zo ja, wat zijn de redenen daarvoor?
b. Zo nee waarom was een verklaring van geen bezwaar niet nodig?
c. Zo ja, hoe staat de gemeente tegenover deze verklaring met het oog op de opmerking uit het Bosplan dat “sinds enige jaren het aantal weidevogels sterk terug loopt in de polder Meerzicht terwijl het aantal grauwe ganzen sterk toeneemt.”?
7. Wat is de gemeente Amsterdam voornemens te ondernemen aan de toenemende grauwe ganzen populatie in de Meerzicht polder?
8. In een inspectierapport van Verkeer en Waterstaat (evaluatie rapport over Schiphol ) staat dat:”er een wettelijk instrument ontbreekt tot het verplicht stellen van beheersmaatregelen in het geval dat door de groei van de vogelpopulatie het risico voor de luchtvaart toeneemt.” Dit rapport dateert uit 2005.
a. Zijn er op het moment wel wettelijke instrumenten?
b. Zo ja, wat is de gemeente Amsterdam verplicht te ondernemen aan groeiende grauwe gans populaties op het grondgebeid van Amsterdam binnen de 6 km straal?
9. Uit het bosplan blijkt dat “in 2008 met Schiphol en de provincie Noord-Holland afspraken gemaakt zijn om de ganzenpopulatie zoveel mogelijk te beperken. In de Oeverlanden en Schinkelbos bijv. gebeurt dat door het behandelen van de ganzeneieren.”
a. Waar worden ganzeneieren nog meer behandeld in het Amsterdamse bos?
b. Heeft de gemeente alternatieve plannen om de gebieden in Amsterdam binnen de 6 km straal minder gans aantrekkelijk te maken?
10. Natuurlijk vijanden van ganzen zijn vossen en haviken. Onderneemt de gemeente Amsterdam iets op dit gebied?

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

* Op de website van Schiphol staat het volgende:

“Het landingsterrein van Schiphol kan zich meten met een echt natuurgebied, en het is zelfs een ecologische eenheid met de omgeving. Meer dan tweehonderd soorten planten en bloemen, waaronder enkele beschermde, en meer dan tachtig soorten dieren zijn er te vinden. … Maar ook gewonere soorten zoals vossen, muskusratten, hazen en hermelijnen leven op het landingsterrein…

Vogels vormen een aparte categorie in natuurgebied Schiphol. Meer dan zeventig vogelsoorten foerageren en broeden op het luchthaventerrein. Natuurlijk horen vogels thuis in een natuurgebied, maar op een luchthaven kunnen ze vooral gevaar opleveren…De grasterreinen worden gedraineerd zodat er geen plassen water op blijven staan, want die trekken watervogels aan.”

In het Bosplan staat dat:

-“ In 2008 zijn met Schiphol en de provincie Noord-Holland afspraken gemaakt om de ganzenpopulatie zoveel mogelijk te beperken (In de Oeverlanden en Schinkelbos gebeurt dat door het behandelen van de ganzeneieren). Momenteel is deze discussie weer bijzonder actueel. Dit kan consequenties hebben voor bijvoorbeeld grote, afgesloten terreinen natte natuur.”

-“ Open weidelandschap polder Meerzicht (22 hectare) = voedselrijke en vochtige/ schralere graslandtypen Rode-Lijstsoorten: grutto en tureluur gericht op botanische ontwikkeling graslanden in combinatie met goede omstandigheden weidevogels.

Er wordt opgemerkt dat “sinds enige jaren loopt het aantal weidevogels sterk terug, terwijl het aantal grauwe ganzen sterk toeneemt.”

- “Op dit moment wordt het LIB ( luchthaven indelingsbesluit) herzien. De herziening van het LIB kan gevolgen hebben voor het Amsterdamse Bos.”

In het Luchthavenindelingsbesluit van Schiphol staat:

“Gelet op de vogelaanvaringsstatistieken heeft Schiphol te kampen met grote vogeloverlast. Het vogelaanvaringsgevaar wordt onder andere veroorzaakt door de
aanwezigheid van gebieden met een sterke vogelconcentratie in de nabijheid van de
luchthaven. Gebieden met een sterke vogelconcentratie en het uitstralingseffect daarvan zijn een gevaar voor die delen van de aan- en uitvliegroutes waar vliegtuigen zich op lagere hoogte bevinden. Van de in artikel 2.2.3 opgenomen vormen van grondgebruik en bestemmingen, zoals bijvoorbeeld viskwekerijen met extramurale bassins, kan in redelijkheid worden aangenomen dat deze, door te dienen als locatie met voedselaanbod, rustplaats of slaapplaats, grote vogelconcentraties kunnen aantrekken. Het toevoegen van zaken of activiteiten die een sterke aantrekkingskracht op vogels
hebben, kan de situatie op en rond de luchthaven verslechteren. Daarom bepaalt artikel 2.2.3 dat nieuwe gevallen van gebruik of bestemming binnen deze categorieën niet zijn toegestaan. Gebruik of bestemming binnen de genoemde categorieën is wel toegestaan indien dat gebruik of die bestemming rechtmatig is op het moment van inwerkingtreding van het luchthavenindelingbesluit. De omvang van het gebied waar beperkingen gelden voor het aantrekken van vogels, is zodanig dat de afstand tussen de grens van het gebied en iedere baan minimaal 6 km bedraagt. Bij de bepaling van de omvang is uitgegaan van de bescherming van dat gebied rond het banenstelsel waarin, statistisch gezien, de meeste vogelaanvaringen plaatsvinden. Ook in dit geval kan een gebruik of bestemming binnen de genoemde categorieën wel gerealiseerd worden als overeenkomstig artikel 8.9 van de wet een verklaring van geen bezwaar is verleend. Als een verklaring van geen bezwaar is afgegeven kan het bestemmingsplan met deze verklaring in overeenstemming worden gebracht.

Artikel 2.2.3
1 Op de gronden die zijn aangewezen op de kaart in bijlage 5 bij dit besluit is een grondgebruik of een bestemming binnen de volgende categorieën niet toegestaan:

a industrie in de voedingssector met extramurale opslag of overslag;
b viskwekerijen met extramurale bassins;
c opslag of verwerking van afvalstoffen met extramurale opslag of verwerking;
d natuurreservaten en vogelreservaten;
e moerasgebieden en oppervlaktewateren groter dan 3 hectare.

2 In afwijking van het eerste lid is dit grondgebruik of deze bestemming toegestaan voor zover dit gebruik of deze bestemming rechtmatig is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

3 In afwijking van het eerste lid is dit grondgebruik of deze bestemming eveneens toegestaan voor zover dit in overeenstemming is met een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 8.9 van de wet.

Voorstel voor verbetering:
- Verduidelijken omschrijvingen van de beperkingen in de toelichting
- Wettelijke verplichting tot het verrichten van een fauna-effectstudie.
- Zo spoedig mogelijk ontwikkelen van een risicomodel om wijzigingen in de faunastand t.g.v. voorgenomen plannen op basis van het risico voor de luchtvaart te kunnen beoordelen.
- Wettelijke verplichtstelling tot het nemen beheersmaatregelen indien de vogelpopulatie en hiermee het risico voor de luchtvaart toeneemt.
- Opzetten van een handhavingsinstrument in relatie tot bovenstaande punt.

Indiendatum: apr. 2012
Antwoorddatum: 24 apr. 2012

Uit de website van Schipholi, het bosplan van Amsterdam en het Luchthavenindelingbesluit (LIB) Schipholiii kan opgemaakt worden dat er nagedacht wordt over vogels en verkeersveiligheid.


Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. In artikel 2.2.3. van het Luchthavenindelingbesluit staat dat vogelreservaten en natuurreservaten, moerasgebieden en oppervlaktewateren groter dan 3 hectare niet zijn toegestaan in een gebied vastgelegd in bijlage 5 (meegezonden) rondom Schiphol. Zoals bekend valt het Amsterdamse Bos helemaal onder dit gebied. Wat heeft dit besluit tot nu toe voor de natuurontwikkeling in het Amsterdamse Bos betekend?

Antwoord:
Nieuwe ontwikkelingen in het Amsterdamse Bos zijn getoetst aan het LIB. Hebben bepaalde natuurontwikkelingen die eventueel noodzakelijk zijn voor bijvoorbeeld de EHS (Ecologische Hoofdstructuur) hierdoor geen doorgang kunnen vinden?

Antwoord:
Nee, tot nog toe niet. Voor de Kluut II, dat als compensatie dient voor de aanleg van de Westrandweg en onderdeel is van de Groene AS (Ecologische Hoofdstructuur), is een verklaring van geen bezwaar aangevraagd. De fauna-effectrapportage, die volgens het vigerende LIB nodig is, is akkoord bevonden door de Inspectie Leefomgeving en Transport.

2. Uit het Bosplan blijkt dat een herziening van het LIB invloed kan hebben op het Amsterdamse Bos. Wanneer zal deze herziening rond zijn? Heeft de gemeente Amsterdam nog invloed op deze herziening?

Antwoord:
De laatste planning geeft aan dat besluitvorming over een vernieuwd LIB wordt voorzien tussen begin 2014 tot medio 2015. De grote marge heeft te maken met de vele afhankelijkheden die er zijn met andere lopende processen met betrekking tot luchtvaart. Wel kan tussentijds het huidige LIB op onderdelen worden gewijzigd wanneer de actualisatie vertraging oploopt. Het onderwerp vogels zou gezien de urgentie een van de onderwerpen kunnen zijn dat tussentijds wordt gewijzigd. De gemeente Amsterdam neemt deel aan de werkgroep voor de actualisatie van het LIB. In die zin praat Amsterdam mee en kan zij invloed uitoefenen.

3. Wat is de definitie van vogelreservaten en van natuurreservaten? En wat is de definitie van moerasgebieden?

Antwoord:
In het huidige LIB en andere relevante regelgeving is er geen vaststaande definitie voor vogelreservaat, natuurreservaat of moerasgebied. Het LIB richt zich op (het beperken van) bestemmingen en functies die een vogelaantrekkende werking hebben. Het gaat daarbij om de verschijningsvorm, zoals de omvang van water. Er is gekozen om regels op te stellen die gericht zijn op de verschijningsvorm en geen limitatieve lijst aan te leggen met definities. In het handboek Natuurdoeltypen worden per fysisch geografische regio een aantal natuurdoeltypen beschreven, die aan de definitie van moerasgebied voldoen. Een eenduidige definitie is er niet.

4. Is het vogelontwikkelingsgebied in polder Meerzicht een vogelreservaat?
5. Wanneer is besloten een vogelontwikkelingsgebied in polder Meerzicht te laten ontstaan? Was dit voor de aanname van LIB 2002?

Antwoord:
Polder Meerzicht is niet aangemerkt als vogelontwikkelingsgebied of vogelreservaat.

6. Is er middels een verklaring van geen bezwaar art 8.9 WL aangetoond dat het vogelontwikkelingsgebied niet leidt tot een toename van het risico voor de vluchtoperatie?
a. Zo ja, wat zijn de redenen daarvoor?
b. Zo nee waarom was een verklaring van geen bezwaar niet nodig?
c. Zo ja, hoe staat de gemeente tegenover deze verklaring met het oog op de opmerking uit het Bosplan dat “sinds enige jaren het aantal weidevogels sterk terug loopt in de polder Meerzicht terwijl het aantal grauwe ganzen sterk toeneemt.”?

Antwoord:
Nee, een verklaring van geen bezwaar is alleen nodig bij nieuwe gevallen van gebruik of bestemming.

7. Wat is de gemeente Amsterdam voornemens te ondernemen aan de toenemende grauwe ganzen populatie in de Meerzicht polder?

Antwoord:
De provincie is verantwoordelijk voor populatiebeheer in een straal van 10km. In de Nederlandse Regiegroep Vogelaanvaringen (NRV), waar Amsterdam niet in zit, worden maatregelen uitgewerkt. Het algemene standpunt van Amsterdam is dat in het kader van de NRV gezocht moet worden naar innovatieve duurzame oplossingen en structurele beheersmogelijkheden die effectief het risico op vogelaanvaringen beperken en perspectief bieden aan de landbouw rond de luchthaven.

8. In een inspectierapport van Verkeer en Waterstaat (evaluatie rapport over Schipholiv) staat dat:”er een wettelijk instrument ontbreekt tot het verplicht stellen van beheersmaatregelen in het geval dat door de groei van de vogelpopulatie het risico voor de luchtvaart toeneemt.” Dit rapport dateert uit 2005.
a. Zijn er op het moment wel wettelijke instrumenten?
b. Zo ja, wat is de gemeente Amsterdam verplicht te ondernemen aan groeiende grauwe gans populaties op het grondgebeid van Amsterdam binnen de 6 km straal?

Antwoord:
Er is een verplichting om een verklaring van geen bezwaar voor nieuwe vogelaantrekkende bestemmingen binnen een straal van 6km aan te vragen bij de Inspectie Leefomgeving en Transport. In de verklaring van geen bezwaar kunnen aanvullende voorwaarden worden opgenomen. De provincie is verantwoordelijk voor populatiebeheer in een straal van 10km.

9. Uit het bosplan blijkt dat “in 2008 met Schiphol en de provincie Noord-Holland afspraken gemaakt zijn om de ganzenpopulatie zoveel mogelijk te beperken. In de Oeverlanden en Schinkelbos bijv. gebeurt dat door het behandelen van de ganzeneieren.”
a. Waar worden ganzeneieren nog meer behandeld in het Amsterdamse bos?

Antwoord:
Op geen andere locaties worden ganzeneieren behandeld. Bij de ’Oeverlanden’ gaat het hier om zowel de zuidelijke oeverlanden van De Nieuwe Meer als de oeverlanden van de Amstelveense en Kleine Poel.
b. Heeft de gemeente alternatieve plannen om de gebieden in Amsterdam binnen de 6 km straal minder gans aantrekkelijk te maken?

Antwoord:
In het kader van de Nederlandse Regiegroep Vogelaanvaringen (NRV) wordt er gewerkt aan maatregelen. Amsterdam neemt niet deel aan het NRV. Binnen een straal van 10 km is de provincie verantwoordelijk voor het faunabeheer.

10. Natuurlijk vijanden van ganzen zijn vossen en haviken. Onderneemt de gemeente Amsterdam iets op dit gebied?

Antwoord: Vooralsnog niet. In de NRV worden nadere maatregelen uitgewerkt. Qua natuurlijke vijanden. Vossen hebben op eigen kracht het Amsterdamse Bos nog nauwelijks gevonden. Waarschijnlijk zijn er te veel (loslopende) honden voor de vos. Voor de havik is de biotoop goed, er zijn voldoende hoge bomen in het Amsterdamse Bos voor een haviksnest.