Schriftelijke vragen inzake het Vuurtoreneiland
Indiendatum: jul. 2011
Amsterdam, 29 juli 2011
Aan het college van burgemeester en wethouders,
Inleiding
Op de voorpagina van het Parool van woensdag 27 juli was te lezen het artikel ‘In de aanbieding: eiland in IJmeer’. Staatsbosbeheer zoekt een beheerder voor het vuurtoreneiland bij Durgerdam. Staatsbosbeheer blijft eigenaar en bij het exploitatieplan worden ook de gemeente Amsterdam en de provincie Noord-Holland betrokken. Er zijn al meer dan dertig aanvragen binnengekomen. Er moet door de nieuwe exploitant rekening worden gehouden met ‘de kwetsbare natuur. Grootschalige recreatie is niet toegestaan.’
Het Vuurtoreneiland is onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Het is een plek waar diverse beschermde vogelsoorten, ringslangen en specifieke ‘fortvegetatie’ leven.
Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:
1. Is de wethouder bekend met bovengenoemd artikel?
2. Op welke manier is de gemeente Amsterdam betrokken in het exploitatieplan voor het Vuurtoreneiland?
3. Komt dit onderwerp op de gemeentelijke agenda? Zoja, wanneer? Zo niet, waarom niet?
4. Heeft de gemeenteraad een stem in de besluitvorming over de toekomst van het Vuurtoreneiland? Zo niet, waarom niet?
5. Kan de wethouder aangeven welke rol de beschermde vogelsoorten, ringslangen en specifieke ‘fortvegetatie’ hebben in de besluitvorming rond de keuze voor een exploitant, in andere woorden: op welke manier wordt in de voorwaarden voor exploitatie invulling gegeven aan de tekst ‘Daarna mogen gebouwen geschikt worden gemaakt voor commercieel gebruik, waarbij rekening moet worden gehouden met de kwetsbare natuur.’?
6. Durgerdam ligt in een stiltegebied. Kan de wethouder aangeven of het Vuurtoreneiland eveneens tot het stiltegebied behoort?
7. De Provinciale Milieuverordening Noord-Holland stelt dat naast de regels die zijn opgenomen in de PMV over de status stiltegebied, ook het gemeentelijke ruimtelijke ordening-beleid van groot belang is voor het garanderen van stilte en donkerte in stiltegebieden. Op welke manier komt dit tot uiting in het ruimtelijke ordening-beleid van de gemeente Amsterdam voor wat betreft het Vuurtoreneiland en de aanrijroute daarnaartoe?
8. Is de wethouder van mening dat het vraagstuk Vuurtoreneiland wat betreft inhoud, proces, omvang, gevolgen en besluitvorming overeenkomt met Fort Benoorden? Zo niet, kan de wethouder aangeven welke verschillen en overeenkomsten er zijn te noemen?
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
Indiendatum:
jul. 2011
Antwoorddatum: 1 aug. 2011
1. Is de wethouder bekend met vorengenoemd artikel?
Antwoord:
Ja.
2. Op welke manier is de gemeente Amsterdam betrokken in het exploitatieplan voor het Vuurtoreneiland?
Antwoord:
Staatsbosbeheer is als eigenaar verantwoordelijk voor het expoitatieplan. Voorzover bekend is Amsterdam hierbij nog niet betrokken.
In het ontwerp bestemmingsplan Landelijk Noord wordt wel geanticipeerd op eventuele herontwikkeling.
3. Komt dit onderwerp op de gemeentelijke agenda? Zo ja, wanneer? Zo niet, waarom niet?
Antwoord:
Het vuurtoreneiland ligt in de Hoofdgroenstructuur. Als een exploitatieplan een bestemmingsplanwijziging vereist zal de TAC om advies worden gevraagd en kan de wethouder RO besluiten om de gemeenteraad te raadplegen.
4. Heeft de gemeenteraad een stem in de besluitvorming over de toekomst van het Vuurtoreneiland? Zo niet, waarom niet?
Antwoord:
Staatsbosbeheer is als eigenaar verantwoordelijk voor het expoitatieplan. Voorzover bekend is Amsterdam hierbij nog niet betrokken.
In het ontwerp bestemmingsplan Landelijk Noord wordt wel geanticipeerd op eventuele herontwikkeling.
5. Kan de wethouder aangeven welke rol de beschermde vogelsoorten, ringslangen en specifieke ‘fortvegetatie’ hebben in de besluitvorming rond de keuze voor een exploitant, in andere woorden: op welke manier wordt in de voorwaarden voor exploitatie invulling gegeven aan de tekst ‘Daarna mogen gebouwen geschikt worden gemaakt voor commercieel gebruik, waarbij rekening moet worden gehouden met de kwetsbare natuur.’?
Antwoord:
Het eiland en de gebouwen zijn in eigendom van Staatsbosbeheer. Elke gewenste ontwikkeling zal door de initiatiefnemer getoetst moeten worden op de aanwezige beschermde fauna en flora. Daarbij heeft de initiatiefnemer met zowel gebiedsbescherming als soortbescherming te maken.
Wat betreft soortenbescherming zal de initiatiefnemer moeten nagaan of het plangebied beschermde soorten (zowel planten als dieren) herbergt. De mogelijke negatieve effecten van de ingreep op betreffende soorten moeten worden beschreven en een (mogelijk) ontheffing moet worden aangevraagd bij het ministerie van Economie, Landbouw & Innovatie.
Door de ligging van het Vuurtoreneiland vlakbij het Natura 2000 gebied Markermeer & IJmeer en in de Ecologische Hoofdstructuur zal elk beoogd initiatief daarnaast getoetst moeten worden op het duurzaam in stand houden van het aanliggende Natura 2000 gebied en de EHS. Het bevoegd gezag is hier de provincie Noord-Holland en het ministerie van Economie, Landbouw & Innovatie.
6. Durgerdam ligt in een stiltegebied. Kan de wethouder aangeven of het Vuurtoreneiland eveneens tot het stiltegebied behoort?
Antwoord:
De Provinciale Milieuverordening Noord-Holland stelt dat naast de regels die zijn opgenomen in de PMV over de status stiltegebied, ook het gemeentelijke ruimtelijke ordening-beleid van groot belang is voor het garanderen van stilte en donkerte in stiltegebieden. Op welke manier komt dit tot uiting in het ruimtelijke ordening-beleid van de gemeente Amsterdam voor wat betreft het Vuurtoreneiland en de aanrijroute daarnaartoe?
Het vuurtoreneiland ligt niet in het stiltegebied. De polder IJdoorn wel. Deze polder is eigendom van Natuurmonumenten. Voorgenomen ruimtelijke ontwikkerlingen in de polder en op het vuurtoreneiland zullen door B & W worden getoetst aan de hoofdgroenstructuur. In het toetsingskader worden stilte en donkerte niet genoemd. Centraal staat het bewaken van de openheid van het landschap en het weren van voorzieningen met een verkeersaantrekkende werking.
7. De Provinciale Milieuverordening Noord-Holland stelt dat naast de regels die zijn opgenomen in de PMV over de status stiltegebied, ook het gemeentelijke ruimtelijke ordening-beleid van groot belang is voor het garanderen van stilte en donkerte in stiltegebieden. Op welke manier komt dit tot uiting in het ruimtelijke ordening-beleid van de gemeente Amsterdam voor wat betreft het Vuurtoreneiland en de aanrijroute daarnaartoe?
Antwoord:
Het vuurtoreneiland ligt niet in het stiltegebied. De polder IJdoorn wel. Deze polder is eigendom van Natuurmonumenten. Voorgenomen ruimtelijke ontwikkerlingen in de polder en op het vuurtoreneiland zullen door B & W worden getoetst aan de hoofdgroenstructuur. In het toetsingskader worden stilte en donkerte niet genoemd. Centraal staat het bewaken van de openheid van het landschap en het weren van voorzieningen met een verkeersaantrekkende werking.
8. Is de wethouder van mening dat het vraagstuk Vuurtoreneiland wat betreft inhoud, proces, omvang, gevolgen en besluitvorming overeenkomt met Fort Benoorden? Zo niet, kan de wethouder aangeven welke verschillen en overeenkomsten er zijn te noemen?
Antwoord:
De rol van Amsterdam is niet vergelijkbaar. Bij Fort Benoorden zit Amsterdam in het bestuur van de erfpachter het recreatieschap. Bij het vuurtoreneiland is dit niet het geval, staatsbosbeheer is een ZBO van het rijk.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen inzake urban heat island effect
Lees verderSchriftelijke vragen inzake blauwalg
Lees verder