Schrif­te­lijke vragen inzake het subsi­diëren van reli­gieuze acti­vi­teiten


Indiendatum: nov. 2011

Inleiding.

In antwoord op de vragen van de heer Boomsma naar aanleiding van een artikel in de Groene Amsterdammer van 29 juni 2011 over het subsidiëren van gebedsruimte binnen het project Multifunctioneel Centrum (MFC) Jouberstraat schrijft wethouder Van Es dat: “in het algemeen kan worden gesteld dat de gemeente Amsterdam geen religieuze activiteiten subsidieert”:

Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 15 september 2011, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht:

1. Wat betekent de zinsnede ‘in het algemeen’ in het antwoord van wethouder Van Es?

2. Wat verstaat de gemeente Amsterdam onder ‘religieuze activiteiten’?

3. Kent de gemeente Amsterdam uitzonderingen op de zin “in het algemeen kan worden gesteld dat de gemeente Amsterdam geen religieuze activiteiten subsidieert”? Zo ja, welke zijn dit en wat is de reden dat voor deze activiteiten een uitzondering is gemaakt?

4. Sinds welke datum subsidieert Amsterdam geen religieuze activiteiten meer?

Indiendatum: nov. 2011
Antwoorddatum: 27 sep. 2011

Inleiding.

In antwoord op de vragen van de heer Boomsma naar aanleiding van een artikel in de Groene Amsterdammer van 29 juni 2011 over het subsidiëren van gebedsruimte binnen het project Multifunctioneel Centrum (MFC) Jouberstraat schrijft wethouder Van Es dat: “in het algemeen kan worden gesteld dat de gemeente Amsterdam geen religieuze activiteiten subsidieert”:

Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 15 september 2011, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht:

1. Wat betekent de zinsnede ‘in het algemeen’ in het antwoord van wethouder Van Es?

Antwoord:
Ons college handelt volgens de in 2008 door de Gemeenteraad van Amsterdam vastgestelde notitie Scheiding tussen Kerk en Staat. “Kerkelijke” activiteiten worden door het college niet gesubsidieerd.

2. Wat verstaat de gemeente Amsterdam onder ‘religieuze activiteiten’?

Antwoord:
Activiteiten die tot de kerntaken van de kerken behoren zoals godsdienstbelijdenis.
Geestelijk leven is en blijft een zaak van de kerkgenootschappen.

3. Kent de gemeente Amsterdam uitzonderingen op de zin “in het algemeen kan worden gesteld dat de gemeente Amsterdam geen religieuze activiteiten subsidieert”? Zo ja, welke zijn dit en wat is de reden dat voor deze activiteiten een uitzondering is gemaakt?

Antwoord:
Zie vraag 1. Er zijn geen uitzonderingen.

4. Sinds welke datum subsidieert Amsterdam geen religieuze activiteiten meer?

Antwoord:
Sinds 2008 handelt het College volgens de richtlijnen van de notitie Scheiding Kerk en Staat.