Schrif­te­lijke vragen inzake het behoud van groen en de woning­schaarste in Amsterdam


Indiendatum: jan. 2014

Aan het college van burgemeester en wethouders,

Op 5 januari 2014 heeft Burgemeester Van der Laan in het programma Buitenhof de volgende uitspraken gedaan:

Ten aanzien van groen in Amsterdam:

“Al het groen moet blijven. Je moet eigenlijk van tevoren zeggen: We gaan geen spriet groen verspelen de komende decennia.”

Ten aanzien van de potentiële locatie voor hoogbouw in Amsterdam:

“Ik denk bijvoorbeeld aan Amsterdam Noord, daar is nog héél veel ruimte. Amsterdam is natuurlijk fysiek voor driekwart af, voor zover een stad ooit af is, want dat is ie natuurlijk niet, maar fysiek is alles wel een beetje vol. Maar Noord heeft nog veel ruimte, Zuid-Oost nog, Nieuw-West, het Havengebied niet te vergeten.”

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

  1. Kan het college bevestigen dat de komende decennia geen groen verloren zal gaan?
  2. Kan het college bevestigen dat dit betekent dat groen uit de Hoofdgroenstructuur dat verloren gaat bij ruimtelijke ontwikkelingen op zijn minst één op één zal worden gecompenseerd?
  3. Kan het college aangeven hoe de uitspraak van de Burgemeester zich verhoudt met het verloren gaan van groen in de Hoofdgroenstructuur in de huidige collegeperiode?
  4. Kan het college bevestigen of de uitspraak van de Burgemeester betekent dat er meer groen onder het beschermingskader van de Hoofdgroenstructuur gaat vallen?
  5. Hoe zie het college het behoud van groen in relatie tot de verdichtingsopgave in de Structuurvisie?
  6. Kan de Burgemeester uitleggen wat hij bedoelt met zijn uitspraak dat er bijvoorbeeld in Noord en Zuid-Oost nog genoeg ruimte voor woningbouw is en hoe dit zich verhoudt met de Burgemeester zijn uitspraak over het behoud van groen?

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: jan. 2014
Antwoorddatum: 24 mrt. 2013

1. Kan het college bevestigen dat de komende decennia geen groen verloren zal gaan?

Antwoord:
In 2011 heeft de gemeenteraad de laatste structuurvisie van de gemeente Amsterdam vastgesteld. In de structuurvisie is op hoofdlijnen de ruimtelijke ontwikkeling van de stad tot 2040 vastgelegd. In de structuurvisie is op voorstel van het College de Hoofdgroenstructuur uitgebreid en wordt ingezet op het verder verbeteren van de kwaliteit en toegankelijkheid van het groen. Het groen wordt in de structuurvisie gezien als een belangrijke kwaliteit voor een leefbare stad en als een belangrijke voorwaarde om ook internationaal concurrerend te kunnen zijn. Dit College is op geen enkele manier van plan de Raad voor te stellen de structuurvisie aan te passen.

2. Kan het college bevestigen dat dit betekent dat groen uit de Hoofdgroenstructuur dat verloren gaat bij ruimtelijke ontwikkelingen op zijn minst één op één zal worden gecompenseerd?

Antwoord:
Het is ter afweging aan de volgende gemeenteraad hoe zij met de Hoofdgroenstructuur wil omgaan. Dit college heeft zich op het standpunt gesteld zeer terughoudend te zijn met compensatie-verplichtingen, aangezien kwalitatieve compensatie vrijwel niet meetbaar is en kwantitatieve compensatie in m2’s lang niet overal mogelijk is en tot toevoeging van stukjes groen aan de Hoofdgroenstructuur kan leiden die daar feitelijk niet in thuishoren.

3. Kan het college aangeven hoe de uitspraak van de burgemeester zich verhoudt met het verloren gaan van groen in de Hoofdgroenstructuur in de huidige collegeperiode?

Antwoord:
Aantasting van de Hoofdgroenstructuur kan alleen bij hoge uitzondering. De burgemeester heeft dat nog eens onderstreept met zijn uitspraken.

4. Kan het college bevestigen of de uitspraak van de burgemeester betekent dat er meer groen onder het beschermingskader van de Hoofdgroenstructuur gaat vallen?

Antwoord:
Het is ter afweging aan de volgende gemeenteraad hoe zij met de omvang van de Hoofdgroenstructuur wil omgaan. Bij een herziening van de Structuurvisie zal opnieuw bezien worden welke stukken in aanmerking komen om aan de Hoofdgroenstructuur toe te voegen c.q. eruit te verwijderen.

5. Hoe zie het college het behoud van groen in relatie tot de verdichtingsopgave in de Structuurvisie?

Antwoord:
Juist omdat we het groen willen behouden zullen we moeten verdichten. De structuurvisie zoals in 2011 vastgesteld laat zien hoe zeer deze twee doelstellingen in elkaars verlengde liggen. Verdichting is een bewuste keuze om een compacte en dus duurzame stad te maken, met korte lijnen tussen wonen, werken en recreëren. Daarnaast kan zo het landschap rondom Amsterdam worden gespaard. Amsterdam wordt omgeven door een zeer divers landschap. Dit landschap dringt ver de stad in via de groene scheggen. Deze verhogen de aantrekkelijkheid van de stad, en geven Amsterdam de mogelijkheid om binnen bestaand stedelijk gebied sterk te verdichten en toch leefbaar te blijven.

6. Kan de burgemeester uitleggen wat hij bedoelt met zijn uitspraak dat er bijvoorbeeld in de stadsdelen Noord en Zuidoost nog genoeg ruimte voor woningbouw is en hoe dit zich verhoudt met de uitspraak van de burgemeester over het behoud van groen?

Antwoord:
Naoorlogse stadsvernieuwingswijken hebben een andere stedenbouwkundige opzet en zijn ruimer van opzet dan de vooroorlogse grachtengordel. Stadsdelen als Noord en Zuidoost bieden vanuit dat oogpunt nog ruimte om verder te verdichten. Daarnaast zijn er met name in Noord nog grote bedrijventerreinen die (deels) getransformeerd kunnen worden tot gemengde woon/werkgebieden.

A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake de inzet van het leger/legertechnieken bij inbraakpreventie in Noord

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake subsidie aan Artis en het fokbeleid

Lees verder

    Word actief Doneer