Schrif­te­lijke vragen inzake hand­having van het rook­verbod in cafés


Indiendatum: feb. 2012

Inleiding

Op 1 februari 2012 meldden Sp!ts en De Telegraaf dat Clean Air Nederland een bodemprocedure is begonnen tegen de Nederlandse staat. De belangenvereniging wil dat de overheid stopt met het gedogen van roken in kleine cafés.

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. a. Kan het college een schatting geven van het aantal cafés (en indien van toepassing: andere horecagelegenheden) in Amsterdam waarin wordt gerookt? (per stadsdeel)
b. In hoeveel van deze gelegenheden geldt een uitzondering op het rookverbod zoals het kabinet-Rutte heeft beslist?

2. Op welke manier vindt handhaving van het rookverbod plaats in Amsterdam?

3. Hoe frequent wordt een gemiddeld café gecontroleerd op het naleven van het rookverbod?

4. Wie is verantwoordelijk voor de handhaving van het rookverbod in de horeca?

5. Welke prioriteit heeft handhaving van het rookverbod in cafés voor handhavers in Amsterdam?

6. Hoeveel boetes zijn er in Amsterdam uitgedeeld aan cafés die roken toestaan sinds het rookverbod van kracht is? (Aantal boetes per jaar en per stadsdeel). Wat was de hoogte van deze boetes?

7. Hoeveel cafés zijn vanwege het niet naleven van het rookverbod gesloten?

8. Is het college van plan om de controle op het rookverbod in horeca te intensiveren? Zo ja, per wanneer en op welke manier? Zo niet, waarom niet?

9. Is het college het met Clean Air Nederland eens dat er in Nederland, en dus ook in Amsterdam, weer een algeheel rookverbod moet gaan gelden in de horeca? Zo nee, waarom niet?

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: feb. 2012
Antwoorddatum: 26 jun. 2012

1. a. Kan het college een schatting geven van het aantal cafés (en indien van
toepassing: andere horecagelegenheden) in Amsterdam waarin wordt gerookt?
(Per stadsdeel).
b. In hoeveel van deze gelegenheden geldt een uitzondering op het rookverbod
zoals het kabinet-Rutte heeft beslist?

Antwoord 1a:
Het college kan geen schatting geven van het aantal cafés of andere
horecagelegenheden waar gerookt wordt. De reden daarvan is dat het college
geen toeziendhoudende taak heeft in de naleving van de tabakswet. Dit geldt ook
voor de stadsdelen. Het toezicht wordt landelijk uitgeoefend door de Nederlandse
Voedsel en Waren Autoriteit.
Antwoord 1b:
Ook dat is bij het college niet bekend.

2. Op welke manier vindt handhaving van het rookverbod plaats in Amsterdam?
Antwoord:
De handhaving van het rookverbod is opgedragen aan de Nederlandse Voedsel
en Waren Autoriteit (NVWA). Bij een eerste overtreding bedraagt de boete € 600.
Bij herhaalde overtredingen loopt de boete stapsgewijs op:
· tot € 1.200 bij een tweede soortgelijke overtreding binnen twee jaar nadat de
eerste boete onherroepelijk is geworden;
· tot € 2.400 bij een derde soortgelijke overtreding binnen drie jaar nadat de
eerste boete onherroepelijk is geworden;
· tot € 4.500 bij een vierde soortgelijke overtreding binnen vijf jaar nadat de
eerste boete onherroepelijk is geworden.

3. Hoe frequent wordt een gemiddeld café gecontroleerd op het naleven van het
rookverbod?
Antwoord:
Bij de NVWA is navraag gedaan over de controles in Amsterdam. In het
bijgaande antwoord van de NVWA is aangegeven dat in 2011 in Amsterdam ruim
1200 controles op het rookverbod in de horeca zijn uitgevoerd. Het merendeel
van deze controles is uitgevoerd bij de bereidende horeca, nu dit aspect door de
inspecteurs wordt meegenomen bij alle voedselveiligheidscontroles. Daarnaast
zijn er in 2011 circa 180 gerichte controles uitgevoerd bij cafés.
Omdat zich elders in het land enkele geweldsincidenten hebben voorgedaan bij
controles, heeft de leiding van de NVWA besloten geen controles meer te
verrichten zonder begeleiding van de politie. Daarvoor is bijstand aan de korpsen
gevraagd.

Het volledig vergezellen van de politie bij iedere controle van de NVWA heeft in
2011 niet kunnen plaatsvinden. De politie Amsterdam-Amstelland gaat ervan uit
dat de controlerende instantie zelfstandig de taak kan uitvoeren. Wel is het
mogelijk, zoals ook bij andere handhavende instanties het geval kan zijn, dat bij te
verwachten problemen operationele afspraken gemaakt kunnen worden en dat bij
voorkomende incidenten direct ondersteuning wordt geboden. Dat laatste heeft
de politie voor 2012 nog eens aan de NVWA bevestigd. NVWA meldt dat reeds
met een aantal politiebureaus afspraken zijn gemaakt.

4. Wie is verantwoordelijk voor de handhaving van het rookverbod in de horeca?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1a.

5. Welke prioriteit heeft handhaving van het rookverbod in cafés voor handhavers in
Amsterdam?
Antwoord:
De NVWA gaat uit van landelijke prioriteiten; rookverbod en leeftijdsgrenzen met
betrekking tot het verstrekken van alcoholhoudende dranken.

6. Hoeveel boetes zijn er in Amsterdam uitgedeeld aan cafés die roken toestaan
sinds het rookverbod van kracht is? (Aantal boetes per jaar en per stadsdeel).
Wat was de hoogte van deze boetes?
Antwoord:
De NVWA geeft aan dat in 2011 92 boeterapporten en 13 schriftelijke
waarschuwingen zijn opgemaakt in Amsterdam voor het overtreden van het
rookverbod in de horeca.

7. Hoeveel cafés zijn vanwege het niet naleven van het rookverbod gesloten?
Antwoord:
Voor zover het college bekend is, geen.

8. Is het college van plan om de controle op het rookverbod in horeca te
intensiveren? Zo ja, per wanneer en op welke manier? Zo niet, waarom niet?
Antwoord:
Zie het antwoord op 1a.

9. Is het college het met Clean Air Nederland eens dat er in Nederland, en dus ook
in Amsterdam, weer een algeheel rookverbod moet gaan gelden in de horeca?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1a.