Schrif­te­lijke vragen inzake grote binnen­vaart­schepen bij de Sumatra en Suri­na­mekade


Indiendatum: apr. 2016

Haven Amsterdam is voornemens om de bestaande afmeervoorziening voor binnenvaartschepen bij de Sumatra en Surinamekade binnenkort ruimtelijk te herschikking middels de aanleg van steigers haaks op de kade. Door de schaalvergroting in de binnenvaart zullen de afmetingen van de daar af te meren schepen (max. 24 stuks) aanzienlijk groter zijn dan de schepen die daar tot dusver hebben gelegen.

Dit voornemen heeft op KNSM- en Javaeiland tot forse onrust en protesten van bewoners geleid.

In hun perspectief zal de situatie daar drastisch veranderen. Het voornemen van de Haven lijkt te passen binnen het bestemmingsplan. Echter de vraag is of het ook wenselijk is dat de Haven dit voornemen op deze plek uitvoert gezien de zorgen over geluid- en milieubelasting.

Gezien het vorenstaande stellen ondergetekenden, namens de fracties van PvdA en Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

Vragen:

1. Heeft het College een beeld van het effect van de plannen op de luchtkwaliteit aan de Sumatra en Surinamekade en in de nabije omgeving? Zo ja, wat zijn de schattingen en voldoen deze aan de doelstellingen van de Agenda Duurzaamheid?
2. Kan de Wethouder aangeven wat voor soorten vracht er door de schepen vervoerd zullen worden die gebruik gaan maken van de nieuwe steigers?
3. Kan de Wethouder de alternatieve locaties die door het Havenbedrijf zijn onderzocht aangeven met de precieze redenen waarom deze niet geschikt zijn bevonden inclusief kostenplaatje?
4. Ziet de Wethouder nog mogelijke andere, niet onderzochte locaties waar de afmeerplaats minder overlast geeft?
5. Kan de Wethouder aangeven op welke momenten het Havenbedrijf rechtstreeks en actief met de buurt heeft gecommuniceerd met betrekking tot dit voornemen, met name ten aanzien van de ruimtelijke contouren van het steigerplan en van de dimensies van de af te meren schepen?
6. Hoe beoordeelt de wethouder de mate en inhoud van de communicatie van het Havenbedrijf richting bewoners?
7. Kan de wethouder, mocht blijken dat er echt geen alternatieve locaties zijn, het Havenbedrijf verzoeken om met bewoners in overleg te treden om middels bijvoorbeeld verlegging van de toegangssteigers richting het Noorden waardoor er tussen de kade en een aan te leggen dwarssteiger als nieuwe “kade” een ruime strook open water ontstaat, meer draagvlak bij omwonenden voor het steigerplan te creëren?

Indiendatum: apr. 2016
Antwoorddatum: 25 mei 2018

Uit de brief van de wethouder met betrekking tot de stand van zaken van de termijnagendapunten:
Stand van zaken: Met het ondertekenen van een vaststellingsovereenkomst op 28 november 2016 hebben alle betrokken partijen een periode van mediation over de Surinamekade afgesloten. De onenigheid, die was ontstaan rond het verlenen van een omgevingsvergunning aan het Havenbedrijf Amsterdam voor het bouwen van steigers, behoort nu tot het verleden. Deze brief en voordracht zijn voor kennisgeving aangenomen in de raadscommissie RO van 14 december 2016. Hiermee beschouw ik de beantwoording van de schriftelijke vragen reeds als afgedaan.