Schrif­te­lijke vragen inzake extra kosten voor Haven­be­drijf en gemeente door opening zeesluis IJmuiden


Indiendatum: 3 mei 2022

In januari van dit jaar is de zeesluis bij IJmuiden geopend. Deze sluis moet voor een vergroting van de overslagcapaciteit richting Amsterdam en het achterland zorgen. De Noordersluis zou in 2029 worden vervangen, maar er is besloten een grotere en bredere sluis te bouwen die een snellere doorgroei van de Amsterdamse haven mogelijk zou maken. De Gemeente Amsterdam is enig aandeelhouder van het Havenbedrijf en ontvangt jaarlijks dividend uit deze deelneming.

Uit een brief van toenmalig minister van infrastructuur en waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen Wijbenga, blijkt dat er in oktober 2020 echter problemen werden verwacht na opening van de nieuwe sluis bij IJmuiden. De minister constateerde dat “de huidige dimensionering van de vaarweg niet voor alle verkeerssituaties op alle locaties voldoende is.”[1] Een toename van het aantal lange, brede en diepe schepen op het na opening van de nieuwe sluis zou voor problemen zorgen in het Noordzeekanaal, met name boven de Velserspoortunnel. De minister verwachtte toen dat er structurele maatregelen ter verbetering van de situatie konden worden genomen en stelde dat deze getroffen moesten worden voordat de nieuwe sluis open zou gaan.

Uit een brief van minister van infrastructuur en waterstaat Barbara Visser uit november 2021[2] blijkt echter dat de situatie ingewikkelder was dan verwacht, waardoor uitgebreid aanvullend onderzoek noodzakelijk was. Dit onderzoek is volgens de brief pas in het najaar van 2022 gereed. De zeesluis bij IJmuiden is ondertussen al geopend. De Partij voor de Dieren-fractie heeft vernomen dat er tijdelijke maatregelen van kracht zijn zoals een sleepbootverplichting en een snelheidsbeperking, die worden gefinancierd door de Amsterdamse haven. De indiener van deze vragen wil graag duidelijkheid over de situatie en de gevolgen voor de gemeente Amsterdam.

Gezien het vorenstaande stelt het lid Van Lammeren op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

1. Wat zijn de kosten van deze tijdelijke maatregelen, die getroffen worden om de vaarweg Noorzeekanaal te ontzien?
2. Hebben deze kosten, die betaald worden door het Havenbedrijf Amsterdam, direct en/of indirect effect op de inkomsten van de gemeente Amsterdam als enig aandeelhouder in de haven?
3. Hoe lang gaat deze situatie nog duren en is er al zicht op een oplossing? Zo ja, hoe gaat deze oplossing eruit zien?
4. Welk type boten en/of ladingen veroorzaken met name deze problematiek? Gaat het daarbij met name om passagiersschepen of vrachtschepen?
5. Uit de brief van de minister dd. 05-10-2020 blijkt dat deze problemen al verwacht werden en stelde de minister dat er structurele oplossingen moesten komen voordat de sluis zou worden geopend. Kan hieruit worden geconcludeerd dat de sluis eigenlijk te vroeg is geopend en wie heeft hiertoe besloten? Wat was de rol van het havenbedrijf en de gemeente Amsterdam bij deze beslissing?
6. Gezien de wereldwijde trend van steeds groter wordende schepen, valt uit te sluiten dat de Velserspoortunnel in de toekomst vervangen moet worden door een lager gelegen tunnel om de grootste schepen toegang tot de haven te kunnen blijven garanderen? Zo ja, op grond waarvan kan dit worden uitgesloten? Zo nee, wanneer is de verwachting dat de tunnel vervangen moet worden?

Indiener(s)

J.F.W. Van Lammeren


[1] Brief aan de Tweede Kamer nav onderzoek dimensionering noordzeekanaal 05-10-2020.

[2] Brief aan de Tweede Kamer door minister Barbara Visser 23-11-2021.

Indiendatum: 3 mei 2022
Antwoorddatum: 14 jul. 2022

1. Wat zijn de kosten van deze tijdelijke maatregelen die getroffen worden om de vaarweg Noorzeekanaal te ontzien?

Antwoord: De inzet van de extra sleepboten brengt ongeveer € 65.000,- per jaar aan kosten met zich mee.

2. Hebben deze kosten, die betaald worden door het Havenbedrijf Amsterdam, direct en/of indirect effect op de inkomsten van de gemeente Amsterdam als enig aandeelhouder in de haven?

Antwoord: Deze uitgaven maken onderdeel uit van de reguliere bedrijfsvoering van het Havenbedrijf en hebben een minimale invloed op de dividenduitkering aan de aandeelhouder, die in 2021 € 51,5 miljoen bedroeg.

3. Hoe lang gaat deze situatie nog duren en is er al zicht op een oplossing? Zo ja, hoe gaat deze oplossing eruit zien?

Antwoord: Zolang de situatie ongewijzigd blijft zullen de huidige verkeersmaatregelen (afhankelijk van het type schip sleepbootgebruik en snelheidsbeperking) van kracht blijven. Er vinden constructieve gesprekken plaats met Rijkswaterstaat, wanneer deze tot een structurele oplossing leiden is onder andere afhankelijk van resultaten van het genoemde vervolgonderzoek.

4. Welk type boten en/of ladingen veroorzaken met name deze problematiek? Gaat het daarbij met name om passagiersschepen of vrachtschepen?

Antwoord: Het type lading of type schip is niet bepalend. De combinatie van breedte en diepte van het schip zijn hier de bepalende factoren. Aangezien passagiersschepen niet diep steken, gelden de verkeersmaatregelen hier niet voor. Het gaat om zo’n 200 schepen per jaar.

5. Uit de brief van de minister dd. 05-10-2020 blijkt dat deze problemen al verwacht werden en stelde de minister dat er structurele oplossingen moesten komen voordat de sluis zou worden geopend. Kan hieruit worden geconcludeerd dat de sluis eigenlijk te vroeg is geopend en wie heeft hiertoe besloten? Wat was de rol van het havenbedrijf en de gemeente Amsterdam bij deze beslissing?

Antwoord: Nee, de Zeesluis is niet te vroeg geopend. In de ideale situatie zouden al structurele maatregelen zijn getroffen. De strekking van het antwoord van de minister was dat de structurele maatregelen bij voorkeur zouden zijn gerealiseerd voor opening van de zeesluis. Aangezien dit niet mogelijk is gebleken, heeft minister Visser op 23 november 2021 aan de Tweede kamer laten weten dat de tijdelijke maatregelen blijven gelden (lagere snelheid en een uitgebreidere, verplichte sleepbootbegeleiding) totdat structurele maatregelen zijn genomen. Met deze tijdelijke maatregelen blijven de risico’s binnen verantwoorde marges. Rijkswaterstaat heeft het besluit genomen de Zeesluis IJmuiden open te stellen, nadat alle nautische betrokken partijen, waaronder het Centraal Nautisch Beheer, hebben verklaard voldoende toegerust te zijn om de sluis veilig in gebruik te nemen.

6. Gezien de wereldwijde trend van steeds groter wordende schepen, valt uit te sluiten dat de Velserspoortunnel in de toekomst vervangen moet worden door een lager gelegen tunnel om de grootste schepen toegang tot de haven te kunnen blijven garanderen? Zo ja, op grond waarvan kan dit worden uitgesloten? Zo nee, wanneer is de verwachting dat de tunnel vervangen moet worden?

Antwoord: Er bestaan geen plannen om de Velserspoortunnel te vervangen door een lagere tunnel. Daarvoor zijn twee redenen: 1) De naast gelegen Velserautotunnel ligt niet veel dieper. 2) De majeure kosten die hiermee gemoeid zijn, staan niet in verhouding tot de voordelen. Als de diepgang van de groter wordende schepen een probleem vormt, dan bestaat de mogelijkheid om deze schepen voor de zeesluis te “lichteren”, waarbij een deel van de lading wordt overgeslagen op een binnenvaartschip. Dit gebeurt nu al bij grote kolenschepen. Hiervoor is een speciale “lichterplaats” ingericht in de zeehaven van Tata-steel

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake een diervriendelijk duivenbeleid voor Amsterdam

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake de toename van adviezen door Veilig Thuis en vroegtijdige signalering van huiselijk geweld en kindermishandeling

Lees verder

    Word actief Doneer