Schrif­te­lijke vragen inzake exploi­tatie dot Amsterdam tople­veldomein


Indiendatum: jul. 2015

Schriftelijke vragen van het raadslid de heer van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake exploitatie dot Amsterdam topleveldomein

Amsterdam, 22 juli 2015

Aan het college van burgemeester en wethouders

Sinds dit jaar is het mogelijk om een domein naam te registreren met het top level domein .Amsterdam. De uitvoering van de registratie en exploitatie is in handen geven van een privaat bedrijf.

Uit onderzoek blijkt dat dit bedrijf een vergoeding betaald aan de Gemeente Amsterdam bestaande uit 3 componenten:

1) Eenmalig te betalen exploitatievergoeding bij sluiten concessieovereenkomst van 75.000 euro.

2) Vanaf het 2e jaar een jaarlijks te betalen exploitatievergoeding van 25.000 euro.

3) Een jaarlijks te betalen percentage van de omzet van DotAmsterdam BV. Voor de afdracht in het kader van het jaarlijks te betalen percentage van de omzet geldt dat, ongeacht de feitelijke hoogte van de omzet, concessienemer verplicht is om minimaal 3 euro per onder het TLD geregistreerde second level domeinnaam af te dragen.

Uit navraag bij een aantal partijen blijkt dat slechts een enkel domein voor enkele tienduizenden euro’s verkocht wordt.

Daarbij is het bij de Partij voor de Dieren aangegeven dat een aantal merkrecht houders de mogelijkheid hebben gekregen om hun [MERK].Amsterdam te kunnen verkrijgen voor een aantal duizend euro of meer, en als zij dat niet deden, dat specifieke domein geveild zou worden.

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de PvdD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. Kan het college aangeven of het klopt dat de gemeente slechts 3 bovenstaande componenten als vergoeding verkrijgt voor het Amsterdamse topleveldomein?
1a. Zo niet, kan het college aangeven hoe de vergoeding voor gemeente Amsterdam dan wel in elkaar steekt?

2. Klopt het dat de commerciële exploitatie door slechts één bedrijf wordt gedaan?
2a. Zo ja, welk bedrijf is dit? Zo nee, welke bedrijven zijn dat dan wel?
2b. Indien wel, zou ten behoeve van concurrentie en het tegengaan van woekerprijzen, het niet beter zijn geweest als er meer dan één bedrijf de commerciële exploitatie zou uitvoeren?

3 Kan het college aangeven wat de hoogte is van het percentage van de omzet die gemeente Amsterdam zou krijgen?

4 Kan het college aangeven wat de geraamde opbrengsten voor de gemeente Amsterdam zullen zijn voor het komende jaar, de komende drie jaar en de komende vijf jaar?

5. Kan het college aangeven wat de kosten waren voor het aanschaffen van het topleveldomein en de eventueel jaarlijkse kosten?

6. Kan het college aangeven hoe zij tot de keuze van de huidige concessienemer zijn gekomen? En kan de gemeente aangeven welke selectiecriteria hiervoor zijn bekeken en zijn gewogen?

7. Kan het college aangeven wat de opdracht is of eisen zijn die de gemeente aan de concessienemer heeft meegegeven over de prijs en uitgifte van de domeinen? En daarbij ingaan op:
- welke domeinnamen als premium namen verkocht mogen worden
- wat is de hoogte van de prijzen die concessienemer mag vragen

8. Kan het college een oordeel geven over de prijzen die gevraagd worden voor een domein?

9. Kan het college een oordeel geven over de verhouding tussen de prijzen die gevraagd worden, en wat de gemeente er zelf aan verdient?

10. Kan het college aangeven of het correct is dat domeinen van merkhouders toch geveild gaan worden op het moment dat de merkrechthouder het domein niet aanschaft?

11. Indien het antwoord op vraag 10 bevestigend is, kan het college oordelen wat zij daarvan vinden?

12. Kan het college aangeven wat het doel is van de gemeente m.b.t. het topleveldomein, en of dat tot uiting lijkt te komen via de gekozen constructie?

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: jul. 2015
Antwoorddatum: 7 sep. 2015

1. Kan het college aangeven het klopt dat de gemeente slechts 3 bovenstaande componenten als vergoeding verkrijgt voor het Amsterdamse toplevel domein?
a. Zo niet kan het college aangeven hoe de vergoeding voor gemeente Amsterdam dan wel in elkaar steekt?

Antwoord:
Ja. Dit zijn de enige drie componenten die de gemeente als concessievergoeding ontvangt.

2. Klopt het dat de commerciële exploitatie door slechts 1 bedrijf wordt gedaan?
a. Zo niet, welke bedrijven zijn dat dan wel?
b. Indien wel, zou ten behoeve van concurrentie en het tegengaan van woekerprijzen, het niet beter zijn geweest als er meer dan 1 bedrijf de commerciële exploitatie zou uitvoeren?

Antwoord:
Ja. De commerciële exploitatie van het .amsterdam Top Level Domain is na een Europese aanbesteding vergund aan één partij. Op 23 mei 2014 heeft toenmaligwethouder Economische Zaken de raad schriftelijk geïnformeerd over het resultaat van de openbare aanbesteding, waarbij de gemeente een overeenkomst is aangegaan met MijnDomein.nl BV. De gemeente heeft MijnDomein.nl contractueel verplicht om de exploitatie onder te brengen in een aparte juridische entiteit, namelijk DotAmsterdam BV. DotAmsterdam BV heeft vervolgens contracten afgesloten met meerdere registrars in Nederland en in het buitenland, die als wederverkopers van domeinnamen dienen. MijnDomein.nl BV is zelf een
van de registrars die door DotAmsterdam BV gecontracteerd zijn. MijnDomein.nl BV en andere registrars hanteren verschillende prijzen voor de registratie.


3. Kan het college aangeven wat de hoogte is van het percentage van de omzet die gemeente Amsterdam zou krijgen?


Antwoord: Het college kan deze informatie vanwege het concurrentiegevoelige karakter van het geoffreerde percentage niet openbaar maken. Indien raadsleden de cijfers vertrouwelijk willen inzien zal er een kopie van het contract, ter inzage bij de griffie worden gelegd.


4. Kan het college aangeven wat de geraamde opbrengsten voor de gemeente Amsterdam zijn voor het komende jaar en de komende 3 en 5 jaar?

Antwoord:
Voorafgaande aan de aanbesteding zijn ramingen opgesteld voor diverse scenario’s. Zelfs in het meest negatieve scenario werd aannemelijk geacht dat introductie van het .amsterdam Top Level Domain de gemeente uiteindelijk geen geld zou gaan kosten. Doordat concurrentie in de aanbesteding vervolgens onder andere plaatsvond op basis van het over de omzet aan de gemeente geoffreerde afdrachtpercentage hebben de oorspronkelijke ramingen nog weinig relevantie. Er zijn door de gemeente na contractering van de concessienemer geen nieuwe ramingen opgesteld. Het college verwacht dat de exploitatie van het .amsterdam TLD de gemeente naast vele (city)marketing voordelen voor de gemeente en haar inwoners uiteindelijk ook structureel financiële opbrengsten zal opleveren. De gemeente verwacht in vrijwel elk scenario in ieder geval de gedane investeringen terug te verdienen. Het college zal de raad jaarlijks achteraf informeren over de totale afdracht die DotAmsterdam BV aan de gemeente gedaan heeft. De omzet van DotAmsterdam BV bestaat niet alleen uit de vergoedingen die registrars per geregistreerde domeinnaam per jaar aan DotAmsterdam BV betalen. De omzet bestaat eveneens uit de hogere tarieven die eindgebruikers voor voorbehouden premium domeinnamen aan DotAmsterdam BV betalen.

5. Kan het college aangeven wat de kosten waren voor het aanschaffen van het topleveldomein en de eventueel jaarlijkse kosten?

Antwoord:
Op 2 mei 2012 heeft toenmalig wethouder Economische Zaken de raad schriftelijk geïnformeerd over de aanvraag en investering voor het top level domein. Daarin is gemeld dat de investering €140.000 bedraagt. In de jaren 2013, 2014 en 2015 zijn aanvullend uitgaven ter hoogte van €30.000 gedaan uit de lopende begroting van Economie. Voor de technische registrydienstverlening (het technisch beschikbaar maken van domeinnamen op internet) betaalt de gemeente aan SIDN een jaarlijkse vergoeding. Voor registry data escrowdienstverlening (het fungeren als backup van de domeinnamendatabase voor het geval SIDN onverhoopt in technische of organisatorische problemen komt) betaalt de gemeente jaarlijks een vergoeding aan Escrow4all. De verplichting tot het sluiten van een dergelijke escrowovereenkomst vloeit voort uit de met ICANN gesloten overeenkomst.

6. Kan het college aangeven, hoe zij tot de keuze van de huidige concessienemer zijn gekomen? En kan de gemeente aangeven welke selectiecriteria hiervoor zijn bekeken en zijn gewogen?

Antwoord:
Hiervoor verwijzen wij naar de raadsbrief van 23 mei 2014. Kern van deze brief was dat College destijds heeft gekozen voor een openbare aanbesteding van de concessie voor de commerciële exploitatie van het .amsterdam top level domein (TLD). Deze openbare aanbesteding is destijds georganiseerd, nadat HUB Uitgevers B.V., waar de gemeente aanvankelijk de concessie aan gegund had, failleerde. In totaal hadden twee partijen, te weten MijnDomein B.V. en OpenTLD B.V., een inschrijving gedaan OpenTLD voldeed niet aan een aantal door de gemeente gestelde geschiktheidseisen. De gemeente Amsterdam was genoodzaakt de inschrijving van de OpenTLD als niet geschikt terzijde te leggen. Omdat MijnDomein als enige een geldige inschrijving had gedaan, gold deze als de Economisch Meest Voordelige Inschrijving en is de concessie op 21 mei voorlopig aan MijnDomein vergund. De belangrijkste kwalitatieve selectiecriteria die zijn gesteld waren:

- Visie op de markt van Amsterdam en de Metropoolregio Amsterdam.

- Aanpak met betrekking tot het verm vermarkten en de marketing van het TLD

- Samenwerken met Registrars

7. Kan het college aangeven wat de opdracht is, of eisen die de gemeente aan de concessienemer heeft meegegeven. Over de prijs en uitgifte van de domeinen:

- welke domeinnamen als premiumnamen verkocht mogen worden?

- wat is de hoogte van de prijzen die concessienemer mag vragen?

Antwoord:
Op 13 januari 2015 heeft het college het uitgiftebeleid vastgesteld. Op 18 februari heeft de raadscommissie WE hier kennis van genomen. Conform dit beleid heeft de concessienemer het recht om vraagprijzen voor premium domeinnamen zelf te bepalen. De gemeente laat dit ‘vanwege de kennis van de markt’ bewust over aan de expertise van concessienemer.

8. Kan het college een oordeel geven over de prijzen die gevraagd worden voor een domein?

Antwoord:
De eindgebruikersprijzen die per jaar voor ‘vrij beschikbare domeinnamen’ betaald dienen te gaan worden, verschillen per registrar die domeinnamen aanbiedt aan eindgebruikers. De prijzen zijn vergelijkbaar met de prijzen die in de begintijd van .nl domeinnamen per jaar betaald werden en beduidend lager dan de vraagprijzen voor veel van de domeinnamen met een van de andere nieuwe TLD’s. De prijzen zullen de komende jaren mogelijk verder dalen. De keuzes hieromtrent zijn echter aan de concessienemer en zullen vermoedelijk mede afhangen van het kwantitatieve succes van het .amsterdam TLD. Hoe meer domeinnamen er verkocht worden, hoe goedkoper de domeinnaamregistraties immers kunnen zijn. De vraagprijzen voor ‘premium domeinnamen’ komen in de praktijk veelal tot stand na onderhandelingen tussen geïnteresseerde koper en DotAmsterdam BV. Het college vertrouwt hieromtrent op de expertise van concessienemer. Voor een deel van de premium domeinnamen zal vermoedelijk gelden dat concessienemer deze zal verkopen via een openbare veiling. De koopprijs die aldus tot stand komt, zal de minimale waarde die de specifieke .amsterdam-domeinaam voor de betreffende koper heeft weerspiegelen.

9. Kan het college een oordeel geven over de verhouding tussen de prijzen die gevraagd worden, en wat de gemeente er zelf aan verdient?

Antwoord:
Ja. Het college meent dat de gemeente een ‘goede deal’ heeft gesloten, Dit is mede te danken aan het feit dat het afdrachtpercentage door aanbesteding in concurrentie tot stand is gekomen.

10. Kan het college aangeven of het correct is dat domeinen van merkhouders toch geveild gaan worden op het moment dat de merkrechthouder het domein niet aanschaft?

Antwoord:
Alleen woorden die een generiek karakter hebben zijn op de lijst met premiumdomeinnamen geplaatst. Domeinnamen met een niet generiek karakter kunnen door de concessienemer dus niet geveild worden. De concessienemer heeft de vrijheid om domeinnamen van de lijst met premium-domeinnamen te veilen indien en wanneer haar dit voor de exploitatie nuttig lijkt. Indien onderhandelingen met betrekking tot specifieke domeinnamen niet tot een overeenkomst leiden, bijvoorbeeld omdat de geïnteresseerde partij de vraagprijs niet wenst te betalen,
dan kan inderdaad ook tot veiling worden overgegaan. Dat er tussen de geïnteresseerde partijen eventueel houders van een generieke merknaam zaten, maakt hierbij geen verschil.


11. Indien het antwoord op vraag 10 bevestigend is, kan het collega oordelen wat zij daarvan vinden?

Antwoord:
De kritiek die momenteel in de media te lezen valt, speelt alleen met betrekking tot ‘generieke domeinnamen die tevens een merknaam zijn’. Het hebben van een merknaam geeft geen recht om een domeinnaam met daarin hetzelfde woord (voor een laag bedrag) te kopen. Wél hebben sommige merkhouders (dankzij aanmelding bij het ‘Trademark Clearing House’) het recht om geïnformeerd te worden over het feit dat een andere partij de domeinnaam ‘met hun merk erin’ koopt. Bij eventueel merkenrechtelijk inbreuk makend gebruik van de betreffende domeinnaam door de koper ervan, kan de merkhouder dan sneller optreden. Voor generieke domeinnamen geldt echter dat ook andere partijen dan de merkhouder prima op een niet inbreuk makende manier van de domeinnaam in kwestie gebruik kunnen maken. Kortom: het hebben van een gewenste generieke merknaam betekent nog niet dat je ook recht hebt op die generieke domeinnaam met daarin ‘voor de punt’ hetzelfde woord. Een merknaam valt vrij eenvoudig en goedkoop te deponeren. Er zijn bijvoorbeeld meerdere partijen met de merknaam ‘voetbal’. Als de gemeente zou toestaan dat voetbal.amsterdam voor een laag bedrag aan een onderneming met een deponering voor het merk ‘voetbal’ werd verstrekt, dan zou dit vermoedelijk op kritiek kunnen rekenen.

12. Kan het college aangeven wat het doel is va de gemeente mbt het topleveldomain en of dat tot uiting lijkt te komen via de gekozen constructie?

Antwoord:
Op 24 februari 2012 heeft wethouder Asscher de raad schriftelijk geïnformeerd over dat doel: “Een eigen top level domein voor Amsterdam creëert de mogelijkheid om zelf domeinnamen uit te geven zoals gemeente.amsterdam,hotel.amsterdam, janjansen.amsterdam of bakkerklaasen.amsterdam. Het geeft de mogelijkheid een eigen markt te creëren die ten goede kan komen aan het mkb, de grote bedrijven en de non-profitsector. Het kan de verbondenheid van Amsterdammers met hun stad vergroten en draagt bij aan de internationale uitstraling van Amsterdam.” Naar oordeel van het college wordt door de gekozen exploitatieconstructie goed aan de doelstellingen van de gemeente voldaan. Daarnaast heeft de gemeente door de registratie voorkomen dat er in de toekomst misbruik gemaakt zou kunnen worden van .amsterdam door een willekeurige andere commerciële partij. Tenslotte benadrukt het College dat bewust is gekozen om het risico van de exploitatie bij de concessienemer te leggen. Dat is de reden geweest om de markt te benaderen en het College staat nog steeds achter de destijds gemaakte keuze.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake hotellodges op eilanden bij Sloterplas

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake het hoger beroep tegen de uitspraak inzake klimaatzaak Urgenda

Lees verder

    Word actief Doneer