Schriftelijke vragen inzake een steiger aan de Harmoniehof in Zuid die in strijd met de wet die nesten van gebouwbewonende diersoorten blokkeert
Indiendatum: 27 mei 2020
Schriftelijke vragen van het lid A.L. Bakker inzake een steiger aan de Harmoniehof in Zuid die in strijd met de wet die nesten van gebouwbewonende diersoorten blokkeert Aan het college van burgemeester en wethouders
Toelichting door vragenstelster:
Wederom is er een steiger opgetuigd voor werkzaamheden aan een gevel waarin zich de nesten bevinden van gierzwaluwen, mussen of vleermuizen. Dit keer gaat het om de Harmoniehof in Zuid voor de nummers 66, 67, 68 en 69 en blokkeert de steiger de vliegingang voor de gierzwaluwen en huismussen die het gebouw bewonen. Dit is in strijd met de wet Natuurbescherming waarmee deze dieren en hun nesten worden beschermd. Aannemers mogen ergens pas een steiger plaatsen nadat is vastgesteld dat er op die locatie geen dieren nestelen en de opdrachtgever is hiervoor verantwoordelijk.
Vragenstelster heeft recentelijk in de raadsvergadering van 19 mei 2020 mondelinge vragen gesteld over eenzelfde soort situatie in de Rubensstraat in Zuid waarbij het om een blokkade van gierzwaluwnesten ging. Blijkbaar is de wetgeving onbekend,onduidelijk of wordt deze niet serieus genomen. Waarnemend wethouder voor de portefeuilles Groen/Dierenwelzijn Van Doorninck kondigde in de raadsvergadering aan dat de gemeente online beter gaat informeren. Vragenstelster vraagt zich af of er geen grondigere aanpak nodig is.
Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:
1. Is het college bekend met de steigers aan de Harmoniehof en klopt de omschreven situatie?
2. Vragenstelster heeft begrepen dat de woningbouwvereniging die hiervoor verantwoordelijk is, vorig jaar ook al voor deze problemen heeft gezorgd en dus op de hoogte zou moeten zijn van de geldende regels. Klopt dit? Zo ja: heeft dit nog zwaardere consequentie wat betreft handhaving? Welke stappen kan de gemeente nemen zodat dit vanuit deze opdrachtgever in de toekomst niet meer gebeurt?
3. Geeft het college nog steeds uitvoering aan het in de Agenda Dieren (2015) vastgestelde en doorlopende actiepunt om externen, zoals woningcorporaties, actief te bewegen om zich aan te sluiten bij de gemeentelijke gedragscode omtrent flora en fauna dan wel om een eigen gedragscode te ontwikkelen? Zo ja: hoe? Zo nee: waarom niet?
4. Wat is de juiste plek voor Amsterdammers om terecht te kunnen met een melding van (vermoedelijk) onterecht geplaatste steigers vanwege verstoring van gebouwbewonende dieren?
5. Op welke manier communiceert de gemeente over waar Amsterdammers hiermee terecht kunnen? Hoe kan dit worden verbeterd?
Inleiding over het vergunningvrij plaatsen van steigers:
Voor het plaatsen van een steiger voor kleine werkzaamheden volstaat een melding van vijf minuten vooraf en is geen vergunning nodig. Melders worden niet gewezen op hun verantwoordelijkheid voor het vooraf uitvoeren van een controle en er wordt hen ook niet gevraagd om een verklaring waaruit blijkt dat er een controle heeft plaatsgevonden. In de laatste raadsvergadering werd aangekondigd dat de informatievoorziening verbeterd zou worden.
6. Op welke manier en wanneer wordt de informatievoorziening hierover op de website van de gemeente verbeterd?
7. Is het mogelijk om melders die een steiger gaan plaatsen vanuit de gemeentelijke organisatie te vragen om een verklaring waaruit blijkt dat er geen gebouwbewonende soorten aanwezig zijn op de desbetreffende locatie? Graag een toelichting.
8. Is het mogelijk om het plaatsen van steigers altijd vergunningplichtig te maken, zodat expliciet om de benodigde controle op gebouwbewonende soorten kan worden gevraagd? Graag een toelichting.
Het lid van de gemeenteraad,
A.L. Bakker
1. Is het college bekend met de steigers aan de Harmoniehof en klopt de omschreven situatie?
Antwoord: Ja.
2. Vragenstelster heeft begrepen dat de woningbouwvereniging die hiervoor verantwoordelijk is, vorig jaar ook al voor deze problemen heeft gezorgd en dus op de hoogte zou moeten zijn van de geldende regels. Klopt dit? Zo ja: heeft dit nog zwaardere consequentie wat betreft handhaving? Welke stappen kan de gemeente nemen zodat dit vanuit deze opdrachtgever in de toekomst niet meer
gebeurt?
Antwoord: Sinds 1 januari 2017 (datum inwerkintreding Wet Natuurbescherming) bepalen de provincies voor hun gebied wat wel en niet mag in de natuur. Zij zijn verantwoordelijk voor vergunningen en de ontheffingen. Ook de handhaving is een verantwoordelijkheid van de provincies. In opdracht van de provincie NoordHolland wordt de handhaving in de regio Amsterdam uitgevoerd door de
Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. Gemeenten hebben op dit terrein geen bevoegdheden. Informatie over (eerdere) overtredingen en eventuele handhavingsacties worden door deze handhavingsinstanties niet met derden gedeeld. Gemeente Amsterdam is in gesprek met de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord om aandacht te vragen voor adequate handhaving van de Wet Natuurbescherming in Amsterdam.
3. Geeft het college nog steeds uitvoering aan het in de Agenda Dieren (2015) vastgestelde en doorlopende actiepunt om externen, zoals woningcorporaties, actief te bewegen om zich aan te sluiten bij de gemeentelijke gedragscode omtrent flora en fauna dan wel om een eigen gedragscode te ontwikkelen? Zo ja: hoe? Zo nee: waarom niet?
Antwoord: Eind 2016 is, samen met onder andere de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties, een themamiddag rondom beheer van vastgoed en de natuurwetgeving belegd. Ondermeer de onderwerpen natuurbescherming bij herstructurering en natuurinclusief bouwen zijn besproken. Na deze themamiddag is over deze onderwerpen incidenteel contact geweest met corporaties. Afgelopen twee jaar is door gezamenlijke gemeenten een nieuwe Gedragscode op basis van de Wet Natuurbescherming opgesteld. Momenteel ligt het concept voor goedkeuring bij het Rijk. Eind dit jaar zal de code gaan gelden voor alle gemeenten in het land. In de Gedragscode staan ondermeer stappenplannen over wat te doen als corporaties bij werkzaamheden nesten van vogels aantreffen
(en/of hoe hier eerder op te anticiperen). Zodra de Gedragscode is gepubliceerd, zal het college de nieuwe Gedragscode onder de aandacht van de Amsterdamse corporaties brengen.
4. Wat is de juiste plek voor Amsterdammers om terecht te kunnen met een melding van (vermoedelijk) onterecht geplaatste steigers vanwege verstoring van gebouwbewonende dieren?
Antwoord: (Mogelijke) Overtredingen van de Wet Natuurbescherming kunnen telefonisch of per mail bij de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord worden gemeld (Telefoonnummer (088 - 10 21 300) of mail (postbus@odnhn.nl)).
5. Op welke manier communiceert de gemeente over waar Amsterdammers hiermee terecht kunnen? Hoe kan dit worden verbeterd?
Antwoord: Komende maanden worden de pagina’s over dierenwelzijn op Amsterdam.nl aangepast/vernieuwd. Op de nieuwe pagina(‘s) zal ook aandacht worden besteed aan het belang van het niet-verstoren van vogelnesten. Zie ook het antwoord op vraag 6.
6. Op welke manier en wanneer wordt de informatievoorziening hierover op de website van de gemeente verbeterd?
Antwoord: In antwoord op mondelinge vragen van mevrouw Bakker (Partij voor de Dieren) heeft het college in de gemeenteraadsvergadering van 19 mei 2020 aangegeven dat het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de aanvrager van een
vergunning is om na te gaan of een handeling kan leiden tot nadelige gevolgen voor natuurwaarden. Indien de aanvrager meent dat dit het geval kan zijn, heeft de aanvragen een onderzoeksplicht. De gemeente Amsterdam helpt bewoners door op Amsterdam.nl informatie te publiceren over nestplekken van de beschermde soorten huismus en gierzwaluw2. Om toekomstige aanvragers van
vergunningen nog beter te informeren over de Wet Natuurbescherming heeft de gemeenten inmiddels ook informatie op de website geplaatst waar aannemers terecht komen als ze een steiger neer willen zetten.3
7. Is het mogelijk om melders die een steiger gaan plaatsen vanuit de gemeentelijke organisatie te vragen om een verklaring waaruit blijkt dat er geen gebouwbewonende soorten aanwezig zijn op de desbetreffende locatie? Graag een toelichting.
Antwoord: Er zijn erg veel voorwaarden waaraan voldaan moet worden. Het is niet logisch - en ook weinig klantvriendelijk - om één voorwaarde hier uit te lichten en daar aparte verplichtingen voor op te werpen, terwijl met alle andere voorwaarden wel
in een keer kan worden ingestemd. Om deze praktische redenen is het niet wenselijk om melders die een steiger gaan plaatsen te vragen om een verklaring waaruit blijkt dat er geen gebouwbewonende soorten aanwezig zijn op de desbetreffende locatie.
Daarbij komt dat de melder verplicht is om zelf onderzoek te doen naar de aanwezigheid van nesten van gebouwbewonende soorten (zie ook antwoord op vraag 6). Het doen van dit onderzoek is een randvoorwaarde voor de geldigheid van de melding. Om melders aan deze verplichting te herinneren en hen hierbij te helpen is inmiddels een broednest-melding (pop-up) op de betreffende site
geïmplementeerd. Deze pop-up licht prominent op bij het invullen van het formulier en bevat een verwijzing naar de online informatie en nest kaart. Ook wordt de melder hier gewaarschuwd dat bij overtreding het werk wordt stilgelegd.
8. Is het mogelijk om het plaatsen van steigers altijd vergunningplichtig te maken, zodat expliciet om de benodigde controle op gebouwbewonende soorten kan worden gevraagd? Graag een toelichting.
Antwoord: In 2018 is in het licht van deregulering in de gemeenteraad besloten dat in dit soort situaties kan worden volstaan met een melding4 . Het kunnen volstaan met een melding blijkt een veelgebruikt (en goedkoop) instrument voor
(bouw)ondernemers. De methode om te melden wordt ongeveer 2-3.000 keer per jaar gebruikt en bespaart de ondernemer €230 aan leges voor een objectvergunning.
1 Telefoonnummer (088 - 10 21 300) of mail (postbus@odnhn.nl)
2 https://maps.amsterdam.nl/voge...
3 https://www.amsterdam.nl/veelg...
4 Commissie Algemene Zaken, 22 februari 2018, Agendapunt 22. Evaluatie en afsluiting programma Minder Regeldruk (nr. BD2018-000170)
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Actualiteit van het raadslid Johnas van Lammeren (PvdD) inzake beslaglegging recycling installatie AEB
Lees verderSchriftelijke vragen inzake de uitbraak van iepziekte in het Vliegenbos
Lees verder