Schrif­te­lijke vragen inzake ecolo­gische oevers en groene kademuren


Indiendatum: apr. 2019

In Amsterdam worden veel plannen gemaakt voor nieuwbouw en herinrichting van de openbare ruimte, ook aan het water. Het valt de Partij voor de Dieren hierbij op dat in projecten geen natuurlijkvriendelijke oevers worden verwerkt. Gangbaar lijken aanlegsteigers, betonnen of stalen damwanden of kademuren. Dit is te zien in de impressies van projecten, zoals de waterwoningen aan de Scheepsbouwweg en de herinrichting in Oostenburg.

De Partij voor de Dieren staat voor natuurinclusieve bouw en inrichting. Natuurlijke oevers hebben een flauw aflopend en begroeid talud en geven de ruimte aan verschillende (water)dieren. Ze leveren een belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit en hebben een positief effect op de waterkwaliteit. Het college heeft aangekondigd voor nieuwbouw natuurinclusieve eisen op te gaan nemen in tenders op basis van een puntensysteem. In het handboek Natuurinclusief Bouwen en Ontwerpen[1] worden de voordelen van natuurvriendelijke oevers wel benoemd, maar blijft het onduidelijk hoe het college deze structureel kan gaan realiseren.

Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

  1. Kan het college een overzicht geven van nieuwbouwprojecten en plannen voor de herinrichting aan waterkanten in Amsterdam?
  2. Kan het college bij elk project aangeven hoe de waterkant wordt ingericht?
  3. Hoe stimuleert het college momenteel het verwerken van natuurvriendelijke oevers bij ontwikkelingen aan het water?
  4. Kan het college per projectlocatie aangeven hoe de aanleg van natuurvriendelijke oevers aldaar is gestimuleerd?
  5. Wat kan het college op korte termijn nog meer doen om de aanleg van natuurvriendelijke oevers te realiseren?
  6. Zullen natuurvriendelijke oevers opgenomen worden in de natuurinclusieve eisen bij tenders? Zo ja, op welke manier? Zo niet, waarom niet?
  7. Wat zijn de plannen van het college om bestaande kademuren te vergroenen?

[1]Handboek Natuurinclusief Bouwen en Ontwerpen, oktober 2018.

Bijlage bij schriftelijke vragen ecologische oevers en groene kademuren

Indiendatum: apr. 2019
Antwoorddatum: 29 aug. 2019

1. Kan het college een overzicht geven van nieuwbouwprojecten en plannen voor de herinrichting aan waterkanten in Amsterdam?Antwoord: Op de gemeentelijke website staat een overzicht van alle werkzaamheden die de komende jaren worden uitgevoerd; link uitvoeringsprogramma 2019-2023. Daarnaast wordt met de kaart “meerjareninvesteringsprogramma 2018-2021”, https://maps.amsterdam.nl/mip/ ook inzicht gegeven in de woningbouwplannen voor de komende jaren.

Er wordt niet separaat bijgehouden bij welk project kades of oevers worden meegenomen. Wel wordt bijgehouden welke kades, als onderdeel van de Programmatische aanpak Bruggen en Kades, de komende jaren vervangen gaan worden. Dit overzicht is bijgevoegd, zie bijlage 1.

2. Kan het college bij elk project aangeven hoe de waterkant wordt ingericht?
Antwoord: Zoals bij antwoord 1 is vermeld wordt niet van alle werken of projecten apart geadministreerd of er een oever of kade bij is betrokken en het is ook niet eenvoudig aan te geven wat voor oever dan wordt gerealiseerd. Deze informatie verzamelen en inzichtelijk maken vraagt onevenredig veel tijd. Indien de openbare ruimte wordt aangepast als onderdeel van een project of ontwikkeling, dan wordt het ontwerp voor de openbare ruimte voorgelegd aan de raadscommissie. Daarin is dan ook aangegeven hoe de waterkant wordt ingericht.

3. Hoe stimuleert het college momenteel het verwerken van natuurvriendelijke oevers bij ontwikkelingen aan het water?
Antwoord:
In de praktijk wordt in een project de stadsecoloog en ontwerpers betrokken die het handboek “Natuurinclusief Bouwen en Ontwerpen” toepassen bij het implementeren van natuurvriendelijke maatregelen. Het uiteindelijk ontwerp en de implementatie daarin van natuurvriendelijke maatregelen is een coproductie tussen opdrachtgever, stadsecologen, ontwerpers en assetmanagement. Daarbij wordt zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van de ideeën die in het handboek zijn omschreven. Het handboek is pas recent beschikbaar (vastgesteld in oktober 2018) dus er zijn nog geen projecten in uitvoering waarbij voorbeelden uit het handboek zijn toegepast.

Natuurinclusief ontwerpen wordt ondertussen al wel toegepast. Zo wordt bij de ontwikkeling van de Houthavens een pilot uitgevoerd met een groene kadewand. Deze kadewand is ook als voorbeeld opgenomen in het handboek “Natuurinclusief Bouwen en Ontwerpen”. Bij de ontwikkeling bij de Duivendrechtsekade gaat deze groene kadewand toegepast worden. Rond IJburg wordt maximaal ingezet op het realiseren van natuurlijke oevers en bij de bruggen van de IJdoornlaan en Haarlemmerweg (brug 1722 en brug 397), is een faunapassage onder de brug gerealiseerd.

Op dit moment wordt ook gewerkt aan een Groenvisie op hoofdlijnen voor de lange termijn (tot 2050) en deze vormt input voor de Omgevingsvisie 2050. Eén van de belangrijke pijlers van de Groenvisie wordt biodiversiteit. Daarbij zetten we in op het zoveel mogelijk creëren van biodiversiteit in de stad door onder andere ecologisch beheer en inrichting, met als doel een natuur inclusievere stad te ontwikkelen.

4. Kan het college per projectlocatie aangeven hoe de aanleg van natuurvriendelijke oevers aldaar is gestimuleerd?
Antwoord: Zie de antwoorden op de vragen 2 en 3. Er wordt niet separaat, per project, bijgehouden welke natuurvriendelijke maatregelen worden genomen. De werken die zijn genoemd in het overzicht betreffen vervanging van bestaande kadewanden. Gezien de beperkt beschikbare ruimte op die locaties is een natuurvriendelijke oever op die locaties geen optie.

5. Wat kan het college op korte termijn nog meer doen om de aanleg van natuurvriendelijke oevers te realiseren?
Antwoord: Met de aanpak omschreven in antwoord 3 is toegelicht dat bij projecten een balans wordt gezocht tussen de aanleg van natuurvriendelijke oevers en de overige doelen die behaald moeten worden. In het kader van duurzaam Grond, Weg en Waterbouw wordt bij projecten
tegenwoordig het ambitieweb toegepast. Het ambitieweb is een hulpmiddel om de ambitie in duurzaamheid concreet te maken (zie bijlage 2). Het ambitieweb wordt bij de aanvang van een project of wanneer een team van start om een duurzaamheidsambitie te bepalen, via een stappenplan ingevuld. In stap 1 van het stappenplan worden de ambities per aspect geanalyseerd. In stap 3 worden de duurzaamheidsambities en –doelstellingen vastgelegd en in een volgende stap uitgewerkt in concrete eisen en/of (gunnings)criteria. De voor natuurvriendelijke oevers relevante aspecten van het ambitieweb zijn klimaatadaptatie en biodiversiteit.

6. Zullen natuurvriendelijke oevers opgenomen worden in de natuurinclusieve eisen bij tenders? Zo ja, op welke manier? Zo niet, waarom niet?

Antwoord: Bij grootschalige projecten wordt, zoals omschreven bij antwoord 3, in coproductie tussen opdrachtgever, stadsecologen, ontwerpers en assetmanagement, een ontwerp voor de oever gemaakt. Dit ontwerp is dan uitgangspunt bij de tender van het werk.
Het ambitieweb wordt een verplicht onderdeel in de voorbereiding van projecten. Zoals omschreven bij antwoord 5 leidt het formuleren van de duurzaamheidsambities uiteindelijk tot concrete eisen en/of (gunnings)criteria.

7. Wat zijn de plannen van het college om bestaande kademuren te vergroenen?
Antwoord: Zie de antwoorden op de vragen 2, 3 en 6.

Beantwoording schriftelijke vragen inclusief bijlages

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen over de bouw van een nieuwe collegezaal op het miniparkje ‘Petit Versailles’

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake wéér een nieuwe diersoort in Artis

Lees verder

    Word actief Doneer