Schrif­te­lijke vragen inzake de proce­dures bij illegale bomenkap


Indiendatum: 1 okt. 2020

Via een inspraaktekst liet de Bomenstichting onlangs weten een aantal knelpunten te zien in de uitvoering van de Amsterdamse bomenverordening i. De Bomenstichting ziet in de praktijk dat er te gering wordt opgetreden tegen illegale bomenkap. Zij hebben meermaals meegemaakt dat er geen herplant wordt opgelegd na een melding van illegale kap. Slechts nadat een handhavingsverzoek wordt ingediend volgt er dan een onderzoek en soms een last onder dwangsom tot herplant, waarbij de compensatieregelingii niet wordt toegepast. Daarnaast zou de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (hierna OD NZKG) niet bevoegd zijn om een bestuurlijkestrafbeschikking uit te vaardigen. De fractie van de Partij voor de Dieren wil graag opheldering over de juiste procedures bij illegale bomenkap.

Gezien het vorenstaande stelt het lid A.L. Bakker, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders:

1. Klopt het dat bij illegale kap de overtreder slechts hoeft te voldoen aan de last tot herplant, zonder toepassing van de compensatieregeling, en verder geen sanctie(s) krijgt opgelegd? Zo ja, wat vindt het college ervan dat overtreders hierdoor financieel voordeliger uit lijken te zijn dan aanvragers van velvergunningen die leges moeten betalen?

2. Staat het college op het standpunt dat bij illegale kap zoveel mogelijk moet worden vastgehouden aan de compensatieregeling? Zo ja: is het college bereid dit met nadruk aan de stadsdelen te communiceren? Zo nee: waarom niet?

3. Klopt het dat de OD NZKG bij illegale kap met een bestuurlijke strafbeschikking een boete van € 500 kan opleggen wegens milieufeit BM 700a (het kappen van 1–5 bomen voor zover daarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing vereist is)?

4. Klopt het dat het opleggen van een boete met de onder vraag 3 genoemde bestuurlijke strafbeschikking niet tot de basistaken behoort van de OD NZKG en het ook geen opgedragen plustaak is zoals de directeur van de OD NZKG volgens de Bomenstichting beweert? Graag een toelichting.

5. Indien het uitvaardigen van een bestuurlijke strafbeschikking in verband met milieufeit BM 700a niet tot de taken van de OD NZKG behoort, is het college bereid hier verandering in te brengen? Graag een toelichting.

6. In de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen van ondergetekende gaf het college aan dat er vanaf 2019 een nieuw integraal meldingssysteem wordt gebruikt waarin ook meldingen van illegale kap worden geregistreerdiii. Kan het college vanaf dat moment een overzicht geven van dit type meldingen met de daarbij behorende uitkomst wat betreft strafrechtelijke of bestuursrechtelijke
handhaving?

7. In juli 2019 is tijdens bespreking van het jaarverslag van de TAC 2018 een motie van de fractie van de Partij voor de Dieren aangenomen (motie 1310.19 van het lid Bloemberg-Issa). Hierdoor zou bij het nieuwe handhavingsbeleid Wabo ook ingezet worden op het attenderen/voorlichten van de ambtelijke organisatie op inzetten van (privaatrechtelijke) instrumenten bij het beschermen van groen. Kan het college een update geven over de status van de uitvoering van deze motie?

i https://amsterdam.raadsinforma...
ii Met de compensatieregeling bedoelt de Bomenstichting de notitie ‘Compensatie en herplant van bomen, Eenduidig ‐ operationeel ‐
flexibel’. De gemeenteraad heeft op 14 september 2016 besloten akkoord te gaan met deze notitie als uitwerking van de
Bomenverordening, Gemeenteblad van 5 oktober 2016, nr. 137295
iii https://amsterdam.raadsinforma...

Indiendatum: 1 okt. 2020
Antwoorddatum: 13 apr. 2021


1.Klopt het dat bij illegale kap de overtreder slechts hoeft te voldoen aan de last tot herplant, zonder toepassing van de compensatieregeling, en verder geen sanctie(s) krijgt opgelegd? Zo ja, wat vindt het college ervan dat overtreders hierdoor financieel voordeliger uit lijken te zijn dan aanvragers van velvergunningen die leges moeten betalen?

Antwoord: Een overtreder moet bij illegale kap inderdaad voldoen aan de opgelegde last: het herplanten. Voldoet diegene niet of niet tijdig aan de last, dan wordt de dwangsom verbeurd. Inning van de eventuele verbeurde dwangsom vindt altijd plaats. De dwangsomprocedure is gericht op herplant. Wanneer de illegale bomenkap plaatsvindt in grootstedelijke gebieden, treedt de OD NZKG op in mandaat van het college. Toezicht op bomenkap vindt conform het huidige Handhavingsbeleid Wabo op dit moment reactief plaats: naar aanleiding van handhavingsmeldingen en andere signalen. Het huidige Handhavingsbeleid Wabo voorziet nog niet in het opleggen van sancties anders dan de last tot herplant. Het college deelt de mening dat het niet de bedoeling is dat overtreders – omdat zij geen leges hoeven te betalen - financieel voordeliger uit zijn dan aanvragers van kapvergunningen. In de herziening van het uitvoeringsbeleid van de VTH-taken voor 2022 wordt daarom de prioritering van toezicht en de handhavingsstrategie van bomenkap heroverwogen. Daarbij wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn voor het (anders) sanctioneren bij de bestuursrechtelijke handhaving van illegale kap. Uiteraard binnen de kaders van de Amsterdamse Bomenverordening en de uitwerking daarvan voor de compensatie en herplant van bomen.

2. Staat het college op het standpunt dat bij illegale kap zoveel mogelijk moet worden vastgehouden aan de compensatieregeling? Zo ja: is het college bereid dit met nadruk aan de stadsdelen te communiceren? Zo nee: waarom niet?

Antwoord: Herplant wordt in de Bomenverordening als uitgangspunt gehanteerd en standaard als vergunningsvoorwaarde opgenomen. Slechts indien herplant niet mogelijk is wordt de boomwaarde in een speciaal herplantfonds of in een vergelijkbare herplantregeling gestort (compensatie). De compensatieregeling wordt slechts toegepast bij vergunningaanvragen voor het kappen van bomen. Bij het handhaven van illegale kap wordt onder dreiging van een dwangsom een herplantplicht opgelegd en afgedwongen. De werkwijzen rondom toepassen compensatie en herplantplicht zijn bekend bij de stadsdelen. Dit behoeft niet aan de stadsdelen te worden gecommuniceerd.

3. Klopt het dat de OD NZKG bij illegale kap met een bestuurlijke strafbeschikking een boete van € 500 kan opleggen wegens milieufeit BM 700a (het kappen van 1–5 bomen voor zover daarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing vereist is)?

Antwoord: Dit is alleen mogelijk in de aangewezen grootstedelijke gebieden en in Westpoort. Omdat voor deze gebieden de VTH-taken gemandateerd zijn aan de OD NZKG. De gemeente is in eerste instantie het wettelijk bevoegd gezag voor de uitvoering van de Wabo-taken. Deze bevoegdheid is voor de grootstedelijke gebieden door gemandateerd aan de OD NZKG. In de uitvoering van die bevoegdheid wordt het beleid van Amsterdam gevolgd. In de Bomenverordening 2016 is gekozen voor bestuursrechtelijke handhaving als aanpak van overtredingen ten aanzien van bomenkap.

4. Klopt het dat het opleggen van een boete met de onder vraag 3 genoemde bestuurlijke strafbeschikking niet tot de basistaken behoort van de OD NZKG en het ook geen opgedragen plustaak is zoals de directeur van de OD NZKG volgens de Bomenstichting beweert? Graag een toelichting.

Antwoord: Ja, dat klopt. De basistaken zijn de taken die wettelijk bij de omgevingsdiensten zijn belegd. Het basistakenpakket bevat de meer complexe milieutaken. De plustaken zijn de taken waarvoor Amsterdam de OD NZKG aanvullend heeft gemandateerd. Het toezicht op de illegale bomenkap is uitsluitend in de grootstedelijke gebieden en in Westpoort aan de OD NZKG gemandateerd.

5. Indien het uitvaardigen van een bestuurlijke strafbeschikking in verband met milieufeit BM 700a niet tot de taken van de OD NZKG behoort, is het college bereid hier verandering in te brengen? Graag een toelichting.

Antwoord: Het doel van de Bomenverordening is het behoud van het bomenbestand. In de Bomenverordening wordt aangegeven dat optreden tegen overtredingen via een aanschrijving plaatsvindt. De bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten (last onder dwangsom en last onder bestuursdwang) zijn daar passend bij. In de herziening van het uitvoeringsbeleid van de VTH-taken voor 2022 wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn voor het (anders) sanctioneren bij de bestuursrechtelijke handhaving van illegale kap.

6. In de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen van het lid A.L. Bakker gaf het college aan dat er vanaf 2019 een nieuw integraal meldingssysteem wordt gebruikt waarin ook meldingen van illegale kap worden geregistreerdiii. Kan het college vanaf dat moment een overzicht geven van dit type meldingen met de daarbij behorende uitkomst wat betreft strafrechtelijke of bestuursrechtelijke handhaving?

Antwoord: De stadsdelen zijn voor de toezichtstaken in het eerste kwartaal 2020 gefaseerd overgegaan op het nieuwe registratiesysteem voor de VTH-taken. Sinds de ingebruikname van dit registratiesysteem zijn er 97 handhavingsmeldingen van illegale bomenkap geregistreerd. In 74 van deze gevallen was er geen onderzoek nodig. Dat kan zijn omdat er een kapvergunning aanwezig was. Of dat er sprake was van toegestaan snoeien en niet van kappen. 23 handhavingsmeldingen zijn nog in behandeling. Er zijn nog geen handhavingstrajecten opgestart. Wanneer die worden opgestart, is dat wel te volgen via het nieuwe registratiesysteem.

7. In juli 2019 is tijdens bespreking van het jaarverslag van de TAC 2018 een motie van de fractie van de Partij voor de Dieren aangenomen (motie 1310.19 van het lid Bloemberg-Issa). Hierdoor zou bij het nieuwe handhavingsbeleid Wabo ook ingezet worden op het attenderen/voorlichten van de ambtelijke organisatie op inzetten van (privaatrechtelijke) instrumenten bij het beschermen van groen. Kan het college een update geven over de status van de uitvoering van deze motie?

Antwoord: In die motie is het college gevraagd om “ook bij het nieuwe handhavingsbeleid Wabo in te zetten op het attenderen/voorlichten van de ambtelijke organisatie op inzetten van (privaatrechtelijke) instrumenten bij het beschermen van het groen”. In de bijstelling 2020 van het Handhavingsbeleid Wabo zijn de aanvullende strategieën opgenomen:

· Signaaltoezicht naar relevante organisatieonderdelen bij constatering van (dreigende) aantasting van groen, met als doel om naast bestuursrechtelijke instrumenten ook privaatrechtelijke instrumenten in te zetten ter bescherming van groen.

· Voorlichting aan omgevingsvergunninghouders dat voor verstoring van leefgebieden, vellen van houtopstand, aantasting van groen et cetera een vergunning of ontheffing nodig kan zijn. En daarbij op wijzen dat de gemeente en/of de provincie bij illegale activiteiten zowel bestuursrechtelijke als privaatrechtelijke maatregelen kunnen nemen.

De bijstelling van het Handhavingsbeleid Wabo is op 24 november 2020 in concept vastgesteld. De inspraak- en adviesronde is onlangs afgerond. Na verwerking van de ingekomen reacties wordt de bijstelling ter definitieve vaststelling aangeboden aan het college. De implementatie van de aanvullende strategieën starten zodra de bijstelling definitief is vastgesteld. Naar verwachting wordt de bijstelling medio april 2021 door het college vastgesteld.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake schadelijke mondkapjes die mensen achteloos op straat en in de wc lozen

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake de participatiebijeenkomst over de nieuwe Meervaart

Lees verder

    Word actief Doneer