Schrif­te­lijke vragen inzake de plas­ticsoep in grachten


Indiendatum: dec. 2015

Schriftelijke vragen van het raadslid Johnas van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake de plasticsoep in grachten

Amsterdam, 27-11-2015

Aan het college van burgemeester en wethouders

Op 27 november werd op Binnenlands Bestuur een artikel geplaatst waaruit blijkt dat dat de hoeveelheid fijne plastic deeltjes in het water van de Amsterdamse grachten, Amstel, Noordzeekanaal en IJsselmeer van ongeveer dezelfde omvang en vaak zelfs vele male hoger is dan zout water op zee.[i] Deze resultaten blijken uit een nog niet gepubliceerd onderzoek van het Instituut voor Milieuvraagstukken aan de VU en kennisinstituut Deltares, maar werden door professor D. Vethaak al gedeeld op het Amsterdam Water Science congres. Hij deelde ook dat er wel tot tienduizend fijne deeltjes plastic in een kilo zoetwatermosselen worden gevonden. Via dieren komen op die manier de plastic deeltjes ook in de voedselketen terecht. Waterzuiveringsinstallaties houden ongeveer zeventig procent tegen, maar de rest stroomt met het effluent weg. In Amsterdam komt dit effluent onder meer in het grachtenwater terecht.

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. Heeft het college kennis genomen van de voorlopig gedeelde resultaten van professor Vethaak over de aanwezigheid van zeer hoge concentraties microplastics in de Amsterdamse grachten? Zo ja, deelt het college de zorgen over deze gegevens?
Welke maatregelen voert het college reeds uit om de plastic soep in de Amsterdamse grachten tegen te gaan?
a. Welke maatregelen neemt het college om te voorkomen dat er plastic in de grachten terecht komt?
b. Welke maatregelen neemt het college om de huidige plastic soep in de grachten te verminderen?
2. Is het college voornemens om een plan van aanpak op te stellen om de hoge concentraties microplastics in Amsterdamse grachten tegen te gaan, zowel gericht op het verminderen van de hoge concentraties plastic nu als op het voorkomen van de uitbreiding van de hoge concentraties plastic?
3. Is het college bereid om met de waterschappen op het Amsterdamse grondgebied in gesprek te gaan over de hoeveelheid microplastics in water?
a. Zo ja, is het college bereid om samen met de waterschappen een plan op te stellen om de hoeveelheid plastic in de Amsterdamse wateren te verminderen?
4. Is het college bereid om normen op te stellen voor de hoeveelheid plastic in Amsterdamse grachten, zodat daar naartoe gewerkt kan worden?
5. Op welke manier wordt de aanpak van fijne deeltjes plastic meegenomen in de Watervisie?

Gelieve bij ieder antwoord de bron te vermelden.

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

[i] http://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/nieuws/ook-plasticsoep-aan-de-amsterdamse-grachten.9502460.lynkx

Indiendatum: dec. 2015
Antwoorddatum: 27 jan. 2016

1. Heeft het college kennisgenomen van de voorlopig gedeelde resultaten van professor Vethaak over de aanwezigheid van zeer hoge concentraties microplastics in de Amsterdamse grachten? Zo ja, deelt het college de zorgen over deze gegevens?

Antwoord: Ja, het college heeft hiervan kennis genomen. De aanwezigheid van microplastics in het water is een mondiaal milieuvraagstuk. Het college volgt nieuwe inzichten en onderzoekspublicaties hieromtrent met grote belangstelling.

2. Welke maatregelen voert het college reeds uit om de plastic soep in de Amsterdamse grachten tegen te gaan?
a. Welke maatregelen neemt het college om te voorkomen dat er plastic in de grachten terecht komt?
b. Welke maatregelen neemt het college om de huidige plastic soep in de grachten te verminderen?

Antwoord: Microplastics in het water zijn deels afkomstig uit huishoudelijk afvalwater. Deze plastics komen onder andere vrij bij wasbeurten, door kledingslijtage, en door plastic toevoegingen in cosmeticaproducten. Een ander deel bestaat uit grotere afmetingen plastics die in het milieu terecht zijn gekomen, bijvoorbeeld door zwerfafval. Een deel daarvan stroomt waarschijnlijk vanuit het Rijnstroomgebied via open waterverbindingen naar de Amsterdamse grachten. Dit betekent ook dat dit onderwerp grotendeels buiten de invloedssfeer van de gemeente ligt. Er is sprake van een complexe problematiek waarbij over de omvang en de mogelijkheden voor een aanpak nog veel onzekerheden bestaan.

Het beheer van de waterkwaliteit in de grachten is een taak van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). Dit geldt ook voor de zuivering van afvalwater. Waternet voert deze beide taken uit in opdracht van het waterschap en volgt de landelijke ontwikkelingen op de voet. Ten behoeve van het schoonhouden van de grachten worden door de gemeente in ieder geval de volgende maatregelen getroffen en initiatieven genomen of ondersteund:

· Bij het straatvegen wordt extra aandacht besteed aan het voorkomen van het in de gracht vegen van straatvuil.
· Waternet voert in opdracht van de gemeente het zogenaamde drijfvuilvissen in de grachten uit, waarmee ook een deel van de in het water drijvende en zwevende plastics worden verwijderd. Hiermee wordt voorkomen dat dit plastics in kleinere stukken uit elkaar kunnen vallen tot het formaat dat ze microplastics genoemd worden.
· Waternet laat de schoonheidsgraad meten. Deze schoonheidsgraad is een visuele beoordeling op aanwezigheid van drijfvuil van niet natuurlijke herkomst in grachten op een aantal vaste en variabele plekken in de stad.
· Het initiatief 'Amsterdam schoon' is gestart, waarin diensten van Amsterdam, Waternet, Afvalenergiebedrijf en de Plastic Soup Foundation onderzoeken hoe deze partijen elkaar kunnen versterken in het voorkómen van en het opruimen van zwerf- en drijfvuil.
· Amsterdam participeert in de landelijke campagne 'Nederland schoon'. Bij de jaarlijkse landelijke schoonmaakdag is het schoonhouden van oevers een terugkerend thema.

3. Is het college voornemens om een plan van aanpak op te stellen om de hoge concentraties microplastics in Amsterdamse grachten tegen te gaan, zowel gericht op het verminderen van de hoge concentraties plastic nu als op het voorkomen van de uitbreiding van de hoge concentraties plastic?

Antwoord: Het mondiale vraagstuk van de microplastics in water vraagt vooral om gerichte maatregelen bij de bron. Dat reikt verder dan de verantwoordelijkheden van de gemeente. Het college onderneemt wel een aantal maatregelen om de hoeveelheid plastic in het water tegen te gaan zoals verwoord in het antwoord op vraag 2.

4. Is het college bereid om met de waterschappen op het Amsterdamse grondgebied in gesprek te gaan over de hoeveelheid microplastics in water?
Zo ja, is het college bereid om samen met de waterschappen een plan op te stellen om de hoeveelheid plastic in de Amsterdamse wateren te verminderen?

Antwoord: In de praktijk is er reeds afstemming met de waterschappen via Waternet als gezamenlijke uitvoerende organisatie van de gemeente Amsterdam en het waterschap AGV. Er wordt geen gezamenlijk plan opgesteld specifiek voor de Amsterdamse grachten om de hoeveelheid plastic te verminderen. Dit aangezien deze problematiek landelijk, en zelfs Europees, aangepakt dient te worden. Een voorbeeld waarin dit gebeurt is het programma VANG (Van Afval naar Grondstof) van de landelijke overheid. Daar zijn de Raamovereenkomst verpakkingen, de Landelijke aanpak Zwerfafval en het Kunststofketenakkoord onderdeel van. (bron: Bekendmaking 1182, Tweede Kamer, antwoorden vragen van het lid Jacobi, 18 januari 2016)

5. Is het college bereid om normen op te stellen voor de hoeveelheid plastic in Amsterdamse grachten, zodat daar naartoe gewerkt kan worden.

Antwoord: Nee, het opstellen van normen ter zake is een verantwoordelijkheid van de wetgever. Overigens is er nog geen meetmethodiek beschikbaar waarop een landelijk normenkader gebaseerd kan worden. Het college ziet op gemeentelijk niveau vooralsnog meer effect in de maatregelen en initiatieven zoals beschreven bij het antwoord op vraag 2.

6. Op welke manier wordt de aanpak van fijne deeltjes plastic meegenomen in de Watervisie?

Antwoord: De Watervisie Amsterdam 2040 is een ruimtelijk-economisch lange termijn perspectief op het gebruik van het water met een uitvoeringsagenda tot 2018. De Watervisie gaat over een optimaal en duurzaam gebruik van het water en een goede ordening van het groeiend gebruik van water en oevers. Andere water aspecten, zoals waterbestendigheid, veiligheid, waterkwaliteit en ecologie zijn of worden uitgewerkt in ander beleid en andere programma’s. Aanpak van plastic in de Amsterdamse grachten is daarom geen onderdeel van de Watervisie.