Schrif­te­lijke vragen inzake de nieuwe plannen van ‘hor­ror­boer­derij’ El Rief in Osdorp


Indiendatum: mei 2018

Aan het college van burgemeester en wethouders

Inleiding

De afgelopen jaren heeft de Partij voor de Dieren met regelmaat vragen gesteld aan de wethouder Dierenwelzijn over de toestanden op een boerderij in Osdorp. Op die multiculturele stadsboerderij genaamd El Rief werden in 2014 en 2015 ernstig verwaarloosde en dode dieren gevonden. Hierdoor zou een strafrechtelijke procedure wegens dierenleed lopen. In een brief van de wethouder op 28 oktober 2016 werd de stand van zaken beschreven[i]. De eigenaar moest in een bemiddelingstraject verbetering laten zien, maar door het niet nakomen van afspraken is dit traject gestaakt en zijn alle dieren door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) uiteindelijk weggehaald. Bij controles begin 2016 werden er in strijd met de exploitatievergunning illegale gebrekkige bouwwerken aangetroffen en bleken er illegale feesten gehouden te worden. Ook zat er een illegale slagerij die vanwege gevaar voor de volksgezondheid is gesloten. Het Dagelijks Bestuur (DB) van Nieuw-West zou in beraad zijn over de onwenselijke situatie en wil nog steeds stadslandbouw realiseren op deze locatie.

Nu is de fractie van de Partij voor de Dieren Amsterdam op de bekendmakingen website van de gemeente Amsterdam een vergunningaanvraag van El Rief tegengekomen[ii]. Het gaat om een verlenging van de exploitatievergunning voor een alcoholvrij horecabedrijf. De aanvraag is gepubliceerd voor inzage op 28 maart 2018.

Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

  1. Wat zijn de ontwikkelingen rondom El Rief geweest sinds de brief van de wethouder met stand van zaken op 28 oktober 2016? Graag ingaan op de volgende punten:
  2. Hoe is het contact verlopen tussen de gemeente en El Rief over de toekomst van het terrein?
  3. Zijn er nog controles geweest en wat waren de uitkomsten?
  4. Is de strafrechtelijke procedure wegens dierenleed afgerond? Wat was de uitkomst en heeft dit invloed op de toegestane activiteiten van El Rief?
  5. Hoe is de verlening van de exploitatievergunning na aanvraag verlopen? Zijn er bezwaren ingediend?
  6. Hoe beoordeelt het DB van Nieuw-West de aanvraag van El Rief? Zijn er andere gegadigden voor de exploitatie van het terrein voor de realisatie van stadslandbouw?
  7. Is de wethouder het met ons eens dat het, in het licht van de genoemde zorgwekkende gebeurtenissen, niet wenselijk is dat de vergunning van El Rief wordt verlengd? En dat er liever gezocht wordt naar een betrouwbare partij die werkelijk stadslandbouw op deze locatie gaat realiseren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat de wethouder zich hiervoor inzetten?

Gelieve bij ieder antwoord de bron te vermelden. We gaan ervan uit dat beantwoording binnen 4 weken plaatsvindt en wanneer dit niet lukt dit ter kennis wordt gebracht.

Het lid van de gemeenteraad,

A.L. Bakker (Partij voor de Dieren)

[i] https://amsterdam.partijvoordedieren.nl/data/files/2016/11/2016el_rief-281e6928.pdf

[ii] https://bekendmakingen.amsterdam.nl/bekendmakingen/stadsdeel-nieuw-west/2018/week-13/aanvragen/aanvraag-16/

Indiendatum: mei 2018
Antwoorddatum: 31 okt. 2018


1. Wat zijn de ontwikkelingen rondom El Rief geweest sinds de brief van de
wethouder Dierenwelzijn met stand van zaken op 28 oktober 2016? Graag
ingaan op de volgende punten:

a. Hoe is het contact verlopen tussen de gemeente en El Rief over de
toekomst van het terrein?

Antwoord:
In de brief van 28 oktober 2016 van wethouder Ivens aan de raadscommissie
Dierenwelzijn stond dat de illegale bebouwing was weggehaald, de
slachterij/slagerij niet meer in bedrijf was en er geen feesten meer werden
gehouden. Er was echter nog geen sprake van een stadsboerderij en er werd
slecht betaald. In zijn brief gaf de wethouder aan dat de gemeente zich ging
beraden over de verder te nemen stappen.
Op grond van alle tekortkomingen van de huurder en de niet door hem
nagekomen afspraken zag de gemeente geen andere mogelijkheid dan
beëindiging van de huurovereenkomst. Bij voorkeur met instemming van de
huurder en anders via een ontbindingsprocedure. De gemeente stelde de
huurder hiervan gemotiveerd in kennis in een brief van 31 maart 2017.
Hiermee was de huurder op de hoogte van het standpunt van de gemeente
dat de huurovereenkomst moest worden ontbonden.
Uit de reactie van de huurder, per brief van 27 april 2017, concludeerde de
gemeente dat niet tot beëindiging van de huurovereenkomst kon worden
gekomen met instemming van de huurder. Twee maanden later werd de
huurder per brief meegedeeld dat alle tekortkomingen, die zowel schriftelijk
als mondeling steeds uitvoerig met de huurder waren gecommuniceerd, ieder
voor zich ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigden.
In een daaropvolgend gesprek met de huurder erkende hij dat het gehuurde
niet werd gebruikt conform de overeengekomen bestemming stadsboerderij,
met de hieraan gerelateerde ondersteunende functies van speeltuin,
biologische boerderijwinkel en theeschenkerij met hapjes voor
boerderijbezoekers. Er waren op het gehuurde geen levende dieren meer
sinds deze op last van de NVWA waren weggehaald. Hij verklaarde er slechts
te wonen met zijn gezin en inkomsten te genereren uit een in Amstelveen
gevestigde slagerij. Huurder zei nog steeds het voornemen te hebben te
komen tot zijn droom, een multiculturele stadsboerderij op het gehuurde,
zoals partijen altijd voor ogen had gestaan. De gemeente legde huurder uit
dat hij als huurder verantwoordelijk was voor de juiste nakoming van zijn
huurverplichtingen, waaronder exploitatie conform de overeengekomen
bestemming van stadsboerderij met aanverwante functies en het op tijd
betalen van de huur. De gemeente herhaalde tijdens het overleg dat zij
vanwege alle tekortkomingen tot beëindiging van de huurovereenkomst wilde
komen, bij voorkeur met wederzijds goedvinden, anders via een
ontbindingsprocedure.

De gemeente heeft de inhoud van dit gesprek van 24 juli 2017 twee maanden
later aan huurder bevestigd bij brief met als bijlage een overzicht van de
betalingsachterstand. Daarbij werd huurder opnieuw gesommeerd binnen tien
dagen tot algehele betaling over te gaan van de huurachterstand. Voorts werd
huurder voor de laatste keer in de gelegenheid gesteld om op uiterlijk 20
oktober 2017 schriftelijk in te stemmen met huurbeëindiging en algehele

ontruiming van het gehuurde op zo kort mogelijke termijn, bij gebreke waarvan
een ontbinding- en ontruimingsprocedure zou worden gevoerd.
Op 20 december 2017 is de huurder gedagvaard om voor de rechter te
verschijnen. Op 4 september 2018 heeft de rechter vonnis gewezen waarbij
de gemeente in het gelijk is gesteld. De overeenkomst is ontbonden en het
gehuurde is 4 oktober 2018 leeg en ontruimd opgeleverd. Het pand wordt nu
tijdelijk beheerd (antikraak), terwijl gezocht zal worden naar een nieuwe
deskundige invulling wellicht combinatie stadsboerderij /zorg. Er is nog hoger
beroep mogelijk van het vonnis tot 4 december 2018, maar dat wordt niet
verwacht.

b. Zijn er na 28 oktober 2016 nog controles geweest en wat waren de
uitkomsten?

Antwoord:
Sinds de brief van 28 oktober 2016 hebben geen verdere controles door
Handhaving van stadsdeel Nieuw West plaatsgevonden. Medewerkers aan
het project Tuinen van West waren vaak op locatie aanwezig. Afgesproken
werd dat Handhaving direct zou controleren als een signaal van het
projectmanagement met betrekking tot een vermoeden van mogelijke
overtreding zou worden ontvangen. Medewerkers aan het project Tuinen van
West hebben sinds die tijd echter geen mogelijke overtreding geconstateerd,
zodat Handhaving niet langs hoefde te komen.

c. Is de strafrechtelijke procedure wegens dierenleed afgerond? Wat was
de uitkomst en heeft deze invloed op de toegestane activiteiten van
El Rief?

Antwoord:
Er zijn twee strafrechtelijke procedures geweest. Deze hebben geleid tot twee
vonnissen, op 11 maart 2016 en 14 oktober 2016. Wegens o.a. overtredingen
van wettelijke bepalingen op het gebied van dierenwelzijn en economische
mededinging heeft dit geleid tot een veroordeling tot 80 uur onbetaalde
taakstraf, subsidiair 40 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van
twee jaar, respectievelijk 40 dagen taakstraf subsidiair 20 dagen hechtenis
voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Voor één strafbaar feit is een
geldboete van € 250 subsidiair vijf dagen hechtenis opgelegd. Ook is een
voorwaardelijke ontzegging van twee jaar van de bevoegdheid tot het houden
van dieren opgelegd. De invloed van deze uitspraken op de toegestane
activiteiten van El Rief is dat de ontzegging van de bevoegdheid ingaat
wanneer nogmaals eenzelfde soort delict wordt gepleegd.

2. Hoe is de verlening van de exploitatievergunning na aanvraag verlopen?
Zijn er bezwaren ingediend?

Antwoord:
Er zijn meerdere aanvragen gedaan voor een exploitatievergunning voor horeca,
ondersteunend aan de stadsboerderij. In mei en oktober 2013 zijn twee
aanvragen niet gehonoreerd. In maart 2015 is wel een exploitatievergunning
verleend. Op 20 maart 2018 heeft huurder een verlenging van de horeca-
exploitatievergunning aangevraagd. Op 28 mei 2018 is door de teammanager
Vergunningen van Nieuw West besloten de aanvraag buiten behandeling te
stellen. De reden is het niet leveren van gevraagde informatie. Er zijn geen
bezwaren ingediend.

3. Hoe beoordeelt het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West de
aanvraag van El Rief? Zijn er andere gegadigden voor de exploitatie van
het terrein voor de realisatie van stadslandbouw?

Antwoord:
Het dagelijks bestuur is van mening dat de huurovereenkomst terecht is
ontbonden en de aanvraag niet moet worden gehonoreerd. Het dagelijks bestuur
wil dat met het vrijkomen van het perceel wordt gezocht naar een ondernemer
die een zorgboerderij of andere stadslandbouw onderneming wil opstarten. Dit is
in lijn met de visie van Tuinen van West, het recreatiegebied waarin de boerderij
is gelegen. Er zijn dus nog geen concrete gegadigden.

4. Is het college het met vragenstelster eens dat het, in het licht van de
genoemde zorgwekkende gebeurtenissen, niet wenselijk is dat de
vergunning van El Rief wordt verlengd? En dat er liever gezocht wordt naar
een betrouwbare partij die werkelijk stadslandbouw op deze locatie gaat
realiseren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat het college zich hiervoor
inzetten?

Antwoord:
Ja, het college is het hiermee eens en gaat zich hiervoor inzetten.

Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris

i https://amsterdam.partijvoorde...
ii https://bekendmakingen.amsterdam.nl/bekendmakingen/stadsdeel-nieuw-west/2018/week-
13/aanvragen/aanvraag-16/

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Aanvullende schriftelijke vragen inzake de import van verbrand afval uit het Verenigd Koninkrijk

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake vuurwerkoverlast buiten de jaarwisseling

Lees verder

    Word actief Doneer