Schrif­te­lijke vragen inzake de nage­stuurde plannen van de Amster­damse Hengel­ver­e­niging en de voort­du­rende proble­matiek van rond­slin­gerend visdraad, lood en haken waardoor dieren gewond raken, stikken of verdrinken.


Indiendatum: 12 mei 2020

De Amsterdamse Hengelvereniging (AHV) heeft het visstandbeheerplan voor Nieuw-West aan de gemeenteraad gestuurd: de eerste van een aantal beheerplannen voor de hele stad voor de periode 2018-2024i. Indiener zou het logisch vinden dat beheerplannen worden opgesteld voor de start, maar het college is er schijnbaar mee akkoord gegaan dat er beheerplannen worden opgesteld als de pachtovereenkomst bijna is afgelopen en de vis reeds is weggehengeldii. Het plan insinueert ook dat de AHV er vanuit kan gaan nog een periode langer de visrechten te zullen krijgen.

De warme taal die in het stuk wordt gesproken over natuurbeheer en het rapen van zwerfafval staat in schril contrast met de werkelijkheid. Hengelaars laten regelmatig vistuig achter en dit heeft kwalijke gevolgen voor dieren. Wie de berichten van de Dierenambulance Amsterdam op sociale media volgt, heeft gezien dat dieren regelmatig (dodelijk) verwond raken in vistuig. Zo was het afgelopen weekend weer raak met een meerkoet die verstrikt zat in draad en vishaak. Ook de vogelopvang herkent dit beeld. Gewonde dieren door vistuig kosten dierenopvangorganisaties veel tijd en geld.

De toegestuurde stukken roepen bij de fractie van de Partij voor de Dieren meer vragen op als het gaat om het vrijwel onbeperkt toestaan van het meenemen van vissen; de werking van het vissterfteprotocol en de uitgesproken wens van de AHV om waardevolle schuin aflopende taluds (natuurlijke oevers) af te breken om comfortabeler op een visstoeltje op een steiger te kunnen zitten.

Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

1. Waarom heeft het college met de AHV afgesproken dat zij de hele pachtperiode (2018-2024) de tijd hebben om voor alle Verpachte wateren een visstandbeheerplan op te stellen, met in de planning zelfs nog een beheerplan voor eens stadsdeel medio 2024?
2. Hoe beoordeelt het college het ontbreken van visstandbeheerplannen voor alle andere delen van de stad met het oog op de afspraken in de pachtovereenkomst?
3. Wat is volgens het college de toegevoegde waarde van visstandbeheerplannen?
4. Hoe beoordeelt het college de waarde van een nieuw beheerplan bij een aflopende pachtovereenkomst?
5. Gaat het college er al vanuit dat de pachtrechten opnieuw aan de AHV zullen worden gegeven na de huidige periode of houdt het college de ruimte open voor een goed politiek debat? Graag een toelichting.

Inleiding voor vragen over zwerfafval:
De AHV schrijft in het beheerplan dat de vereniging zelf zorgt voor controleurs die op de naleving van de regels toezien: vrijwilligers en een eigen buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) die voor 10 uur per week in dienst is bij de AHV. Op pagina 11 van het beheerplani staat dat er in 2019 diverse waarschuwingen zijn uitgedeeld voor afval. Toch blijft het een vaak voorkomend probleem: dieren raken verstrikt in het snijdende visdraad, slikken lood in en raken verwond, stikken of verdrinken. Uit navraag blijkt dat de AHV zich niet laat informeren door de Dierenambulance als het gaat om het signaleren van gevallen en probleemgebieden.

6. Onderschrijft het college de zorgen van de fractie van de Partij voor de Dieren over de kwalijke gevolgen van achtergelaten visgerei voor de gezondheid van andere dieren en alle bijkomende kosten van de Dierenambulance en vogelopvang De Toevlucht zoals de ritkosten, dierenartskosten en wekenlange opvangkosten?
7. Is het college bereid om de AHV te verzoeken schadevergoedingen te betalen aan de betrokken hulporganisaties voor de genoemde kosten die de zorg met zich meebrengt? Indien nee, waarom niet?
8. Is het college bereid de AHV aan te sporen zich structureel te laten informeren door de Dierenambulance over de problematiek en de probleemgebieden waar leden zich niet aan de regels lijken te houden? Indien nee: waarom niet?
9. Wordt er in de praktijk bij het constateren van een overtreding de politie ingeschakeld of blijft het altijd bij een waarschuwing? 10. Controleren er ook gemeentelijke (onafhankelijke) BOA’s bij hengelaars of zij zich houden aan de regels? Indien nee: waarom niet?

Inleiding voor vragen over het onttrekken van vis:

In artikel 9.2.3 staat dat er geen beperking is op de hoeveelheid vis die mag worden “onttrokken” (gedood). Daarna volgen er toch enkele: van snoekbaarzen mogen alleen exemplaren van 55 tot 70 cm worden meegenomen met een maximum van 2 per dag en karpers en snoeken mogen niet worden meegenomen i. Daarnaast wordt het meeneemverbod van paling genoemd. Een korte zoekactie leert dat andere hengelorganisaties strengere regels hebben over het aantal vissen dat meegenomen mag worden.

11. Wat is de reden dat er geen limieten gelden voor het vangen en doden van alle overige vissoorten?
12. Hoe beoordeelt het college het dat alle 13.000 leden van de AHV onbeperkt brasem, blankvoorn, ruisvoorn, bittervoorn, zeelt, stekelbaars, giebel, riviergrondel, vetje, zwartbekgrondel, kolblei mogen vangen en doden? 1
3. Waarom wordt voor zeelt geen minimummaat genoemd, gezien dit wel wettelijk is vastgelegd in art. 5b van de ‘uitvoeringsregeling visserij’?iii
14. Hoe wordt er gemonitord of een vissoort niet wordt overbevist en wat is de werkwijze wanneer er signalen zijn dat dit het geval is?

Inleiding voor vragen over aalscholvers en oevers:
In de plannen van de AHV staat bij diverse locaties dat natuurlijke oevers en aalscholvers als een belemmering worden gezien voor hun leden i. Om die reden zou de AHV planten verwijderd willen zien en vissteigers willen waar nu nog waardevolle natuurvriendelijke oevers zijn.

15. Wat is de status van de “gewenste maatregelen” zoals aangegeven door het AHV om het water beter behengelbaar te maken ten koste van natuurlijke oevers?
16. Is er met een akkoord op dit stuk ook akkoord op de gewenste maatregelen of gaat dit via een ander traject? Zo ja, hoe?
17. Deelt het college de visie van de fractie van de Partij voor de Dieren dat er zoveel mogelijk natuurlijke oevers aangelegd moeten worden en behouden moeten blijven en dat het van de gekke zou zijn om aalscholvers te gaan verjagen ter bevordering van de onderwaterjacht? Zo nee: waarom niet?

Inleiding voor vragen over het vissterfteprotocol:

De AHV schrijft in het visstandbeheerplan: “In de preventieve fase is de AHV ook proactief: daar waar bewoners, vissers dan wel anderen de AHV attenderen dat werkzaamheden plaatsvinden (b.v. droogleggen van sloten) waardoor vissterfte kan plaatsvinden, treedt de AHV in samenwerking met haar ketenpartners actief op.

18. Is het standaard protocol om vissen elders onder te brengen voorafgaand aan werkzaamheden waardoor vissterfte plaats kan vinden?
19. Indien bij 18 ja het antwoord is: hoe verklaart de wethouder het dat de AHV zegt hierop geattendeerd te worden door omwonenden of vissers (niet door de gemeente) en dan pas op te treden? Indien bij vraag 18 nee het antwoord is: kan dit alsnog worden geregeld?

Indiendatum: 12 mei 2020
Antwoorddatum: 15 jun. 2020

1. Waarom heeft het college met de AHV afgesproken dat zij de hele pachtperiode (2018-2024) de tijd hebben om voor alle verpachte wateren een visstandbeheerplan op te stellen, met in de planning zelfs nog een beheerplan voor eens stadsdeel medio 2024?
Antwoord: Met de totstandkoming van de Pachtovereenkomst 2018 - 2023, die toen alle bestaande 13 pachtovereenkomsten tussen de AHV en de stadsdelen verving, werd het mogelijk om uniforme afspraken te maken over inhoud en vorm van visstand beheerplannen. Begin 2019 hebben AHV, Waternet en gemeente hiertoe een format ontwikkeld. De visstand beheerplannen worden opgesteld door vrijwilligers van de AHV, die daarvoor ter plekke onderzoek moeten doen. Omdat dit allemaal nog nieuw was, is in 2018 afgesproken dat de vrijwilligers van AHV in 2019 en 2020 ervaring op zouden kunnen doen met deze vorm. Vanaf 2021 kan, met de toegenomen kennis en ervaring, sneller worden gewerkt en kunnen er jaarlijks meerdere visstand beheerplannen door de AHV worden opgeleverd.

2. Hoe beoordeelt het college het ontbreken van visstandbeheerplannen voor alle andere delen van de stad met het oog op de afspraken in de pachtovereenkomst?

Antwoord: Er zijn geen afspraken in de pachtovereenkomst die onder spanning komen te staan door de planning van de aanlevering van de visstand beheerplannen.

3. Wat is volgens het college de toegevoegde waarde van visstandbeheerplannen?

Antwoord: De visstand beheerplannen leveren informatie over de waterstand, de visstand en nakoming aan de kaderrichtlijn water.


4. Hoe beoordeelt het college de waarde van een nieuw beheerplan bij een aflopende pachtovereenkomst?

Gezien het antwoord op vraag 3 hebben de visstand beheerplannen ook waarde bij een aflopende pachtovereenkomst. 5. Gaat het college er al vanuit dat de pachtrechten opnieuw aan de AHV zullen worden gegeven na de huidige periode of houdt het college de ruimte open voor een goed politiek debat? Graag een toelichting. Het college zal in 2023, ruim voordat de pachtovereenkomst afloopt (31 juli 2024), een politiek debat met de raad voeren over mogelijke vervolgopties.

5. Gaat het college er al vanuit dat de pachtrechten opnieuw aan de AHV zullen worden gegeven na de huidige periode of houdt het college de ruimte open voor een goed politiek debat? Graag een toelichting.
Het college zal in 2023, ruim voordat de pachtovereenkomst afloopt (31 juli 2024), een politiek debat met de raad voeren over mogelijke vervolgopties.

6. Onderschrijft het college de zorgen van de fractie van de Partij voor de Dieren over de kwalijke gevolgen van achtergelaten visgerei voor de gezondheid van andere dieren en alle bijkomende kosten van de Dierenambulance en vogelopvang De Toevlucht zoals de ritkosten, dierenartskosten en wekenlange opvangkosten?
Ja, het college onderschrijft deze zorgen.

7. Is het college bereid om de AHV te verzoeken schadevergoedingen te betalen aan de betrokken hulporganisaties voor de genoemde kosten die de zorg met zich meebrengt? Indien nee, waarom niet?

Dergelijke schadevergoedingen zijn niet kansrijk. Hiervoor is handhaving op heterdaad nodig tegen het individu, en kan de overkoepelende organisatie niet op worden aangepakt.

8. Is het college bereid de AHV aan te sporen zich structureel te laten informeren door de Dierenambulance over de problematiek en de probleemgebieden waar leden zich niet aan de regels lijken te houden? Indien nee: waarom niet?

De AHV heeft aangegeven het erg wenselijk te vinden om gecontacteerd te worden door de Dierenambulance om informatie uit te wisselen. De AHV kan dan bijvoorbeeld gebiedsgerichte controle en voorlichting uitvoeren.

9. Wordt er in de praktijk bij het constateren van een overtreding de politie ingeschakeld of blijft het altijd bij een waarschuwing?
Buitengewoon Opsporings Ambtenaren (BOA’s) zijn bevoegd tot het uitdelen van boetes. Naast de gemeentelijke BOA’s en de BOA van de AHV verrichten controleurs en BOA’s van sportvisser federaties controles op de naleving van de Visserijwet. Hierom is het niet nodig om de politie in te schakelen.

10. Controleren er ook gemeentelijke (onafhankelijke) BOA’s bij hengelaars of zij zich houden aan de regels? Indien nee: waarom niet?
De gemeentelijke BOA’s beboeten voor zwerfafval. Daarnaast hebben BOA’s bevoegdheden op grond van de Visserijwet om vissers te controleren, bijvoorbeeld de juiste papieren (de vispas), het gebruik van levend aas, of het gebruik van niet-toegestaan vistuig. De BOA’s controleren incidenteel.

11. Wat is de reden dat er geen limieten gelden voor het vangen en doden van alle overige vissoorten?
De bescherming van vissoorten is opgenomen in de Visserijwet en de Wet Natuurbescherming.

12. Hoe beoordeelt het college het dat alle 13.000 leden van de AHV onbeperkt brasem, blankvoorn, ruisvoorn, bittervoorn, zeelt, stekelbaars, giebel, riviergrondel, vetje, zwartbekgrondel, kolblei mogen vangen en doden?

Dit is in de landelijke wet zo geregeld.

13. Waarom wordt voor zeelt geen minimummaat genoemd, gezien dit wel wettelijk is vastgelegd in art. 5b van de ‘uitvoeringsregeling visserij’?iii
Zeelt kent een wettelijke minimummaat van 25 cm, deze geldt dus ook op AHV-wateren.

14. Hoe wordt er gemonitord of een vissoort niet wordt overbevist en wat is de werkwijze wanneer er signalen zijn dat dit het geval is?

De visstanden worden gemonitord door middel van visserijkundige onderzoeken. Deze worden deels uitgevoerd door de AHV, en worden deels uitgevoerd door externe deskundigen. Als er signaleren zijn dat er ergens aanzienlijke hoeveelheden vis onttrokken worden, dan wordt dit doorgegeven via de controleurs, de BOA en andere sportvissers. De kans op overbevissing via het visgerei van sportvissers is (zeer) gering. De AHV geeft aan dat die kans eventueel wel aanwezig is bij specifieke soorten zoals de snoekbaars, snoek en karper, waarbij de AHV zegt strengere regels te hanteren dan de landelijke wetgeving. Worden deze regels overtreden, dan kunnen er sancties worden opgelegd: een geldboete van €145, schorsing om te mogen vissen voor een bepaalde tijd of volledige schorsing.

15. Wat is de status van de “gewenste maatregelen” zoals aangegeven door het AHV om het water beter behengelbaar te maken ten koste van natuurlijke oevers?
Het college heeft geen plannen om natuurlijke oevers weg te halen om hier vissteigers te plaatsen. 16. Is er met een akkoord op dit stuk ook akkoord op de gewenste maatregelen of gaat dit via een ander traject? Zo ja, hoe? Nee, hier is geen akkoord op gegeven door het in ontvangst nemen van de visstand beheerplannen. Indien de AHV vissteigers aan wil leggen, moeten zij hiervoor de gepaste procedure volgen. Dit houdt onder andere de aanvraag van een omgevingsvergunning bij het stadsdeel en een watervergunning bij het betreffende waterschap in.

16. Is er met een akkoord op dit stuk ook akkoord op de gewenste maatregelen of gaat dit via een ander traject? Zo ja, hoe? Nee, hier is geen akkoord op gegeven door het in ontvangst nemen van de visstand beheerplannen. Indien de AHV vissteigers aan wil leggen, moeten zij hiervoor de gepaste procedure volgen. Dit houdt onder andere de aanvraag van een omgevingsvergunning bij het stadsdeel en een watervergunning bij het betreffende waterschap in.

17. Deelt het college de visie van de fractie van de Partij voor de Dieren dat er zoveel mogelijk natuurlijke oevers aangelegd moeten worden en behouden moeten blijven en dat het van de gekke zou zijn om aalscholvers te gaan verjagen ter bevordering van de onderwaterjacht? Zo nee: waarom niet?
Ja, het college deelt die visie. Het uitgangspunt van het college met betrekking tot natuurlijke oevers staat in de Agenda Dieren. Ecologische knelpunten dienen te worden opgelost en initiatieven gericht op het opvangen en weghalen van harde beschoeiingen langs waterpartijen, waardoor natuurlijke oevers ontstaan, dienen te worden gestimuleerd.

18. Is het standaardprotocol om vissen elders onder te brengen voorafgaand aan werkzaamheden waardoor vissterfte kan plaatsvinden?
Nee. Vissterfte treedt niet altijd op bij werkzaamheden. Indien het zeker is dat vissterfte op zal treden bij werkzaamheden, wordt hier proactief opgetreden. Er wordt daarbij volgens de Gedragscode Flora en Fauna gewerkt. Eerst wordt er onderzoek gedaan. Als de sloot gedempt wordt, wordt er één richting op gewerkt zodat de vissen kunnen wegzwemmen. Als het een doodlopende sloot is worden de vissen elders ondergebracht, conform de Gedragscode Flora en Fauna.

19. Indien bij vraag 18 ja het antwoord is: hoe verklaart de wethouder het dat de AHV zegt hierop geattendeerd te worden door omwonenden of vissers (niet door de gemeente) en dan pas op te treden? Indien bij vraag 18 nee het antwoord is: kan dit alsnog worden geregeld
?
Zoals in het antwoord bij vraag 18 aangegeven, wordt bij werkzaamheden altijd een inschatting gemaakt over mogelijke vissterfte. Indien vissterfte tegen de verwachting in toch optreedt, zal dit eerder door omwonenden gesignaleerd worden, dan door de gemeente. Preventief vissen overplaatsen terwijl er geen reden is om aan te nemen dat vissterfte zal optreden, is erg intensief en levert stress op bij de vissen.

Interessant voor jou

Schriftelijke vervolgvragen op de schriftelijke vragen van het lid De Jager van 6 april 2020 inzake maatregelen tegen de eikenprocessierups

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake de vernielingen van een natuurproject in het Gijsbrecht van Aemstelpark in Buitenveldert

Lees verder

    Word actief Doneer