Schriftelijke vragen inzake de mogelijkheid voor het zwart verven van de wieken van windmolens
Indiendatum: 2 sep. 2020
Windmolens leveren duurzame energie. Toch zijn er veel (trek)vogels en vleermuizen die zich te pletter vliegen tegen de draaiende wieken, omdat ze die niet goed zien. Recent onderzoek van Universiteit Wageningen1 concludeert dat de gevolgen van aanvaringen met windmolens voor sommige vogelpopulaties desastreus kunnen zijn.
Vooral voor de spreeuw, de bruine kiekendief en de visdief zijn de effecten van windmolensterfte volgens de geldende ‘1-procentmortaliteitsnorm’ groter dan gedacht.
Volgens nieuw onderzoek2 van het Noorse Institute for Nature Research zou het verven van de wieken meer zichtbaar contrast opleveren, waardoor de vogels eerder kunnen uitwijken. Het idee daarvoor is afkomstig uit Amerikaanse onderzoek, waaruit bleek dat de Amerikaanse torenvalk het best reageert op contrast met zwart. De Noorse wetenschappers zien dat bevestigt na experimenten in het Noorse windmolenpark van Smøla. Verven van de wieken heeft daar geleid tot 70 procent minder vogelaanvaringen.3
Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders:
1. Is het college bekend met het artikel in de Volkskrant: “Te veel vogels krijgen klap van de windmolen, maar wieken verven kan helpen?”
2. Heeft het college cijfers over de vogelsterfte door windmolens in Amsterdam?
3. Zijn er manieren voor het college om te sturen op een ander uiterlijk van Amsterdamse windmolens? Zo ja, welke?
4. Wie is er verantwoordelijk voor de productie van windmolens in Amsterdam? Wat voor mogelijkheden zijn er voor het college om dit productieproces aan te passen, zodat de wieken van windmolens zwart worden?
5. Is het mogelijk om, net als in Eemshaven, ook in Amsterdam een proef te doen met zwarte wieken?
Indiendatum:
2 sep. 2020
Antwoorddatum: 29 sep. 2020
1. Is het college bekend met het artikel in de Volkskrant: “Te veel vogels krijgen klap van de windmolen, maar wieken verven kan helpen”?
Antwoord: Ja, daar heeft het college kennis van genomen.
2. Heeft het college cijfers over de vogelsterfte door windmolens in Amsterdam?
Antwoord: Het college heeft geen cijfers over de vogelsterfte door windmolens in Amsterdam in algemene zin.
Op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) staat dat windmolens een klein deel van de vogelslachtoffers veroorzaken die door menselijk handelen om het leven komen. Op basis van vindplaatsen van geringde vogels zijn hoge gebouwen en het verkeer voor roofvogels en uilen veel belangrijkere doodsoorzaken dan windmolens (website RVO, soortenbescherming, bezocht op 15 september 2020).
Milieucentraal geeft op haar website aan dat het aantal botsingen tussen vogels en windmolens meevalt als je dit vergelijkt met het verkeer. Volgens schattingen sterven er door 1.800 Nederlandse windmolens zo’n 50.000 vogels per jaar. In het verkeer sterven jaarlijks 2 miljoen vogels (website Milieucentraal, windenergie, bezocht op 15 september 2020).
Bij de besluitvorming over ieder windpark met een opgesteld vermogen van <15 MW is een vormvrije MER verplicht, waarin het effect op vogels en vleermuizen is beschreven.
3. Zijn er manieren voor het college om te sturen op een ander uiterlijk van Amsterdamse windmolens? Zo ja, welke?
Antwoord: Ja, het college kan op meerdere manieren sturen op het uiterlijk van windmolens. Ten eerste kan het college initiatiefnemers van windmolenprojecten vragen of zij de wieken van windmolens zwart willen verven. Ten tweede kan het uiterlijk van windmolens worden voorgeschreven in beleid. Ten derde kan het uiterlijk van windmolens worden uitgevraagd bij gronduitgifte-tenders en/of in
aanbestedingen. Tenslotte kan dit worden geregeld via erfpacht- en opstalrechtbepalingen.
4. Wie is er verantwoordelijk voor de productie van windmolens in Amsterdam? Wat voor mogelijkheden zijn er voor het college om dit productieproces aan te passen, zodat de wieken van windmolens zwart worden?
Antwoord: De productie van windmolens in Amsterdam wordt niet specifiek door één bedrijf gedaan. Het is aan de initiatiefnemers van een windmolenproject om een productiebedrijf te selecteren. De gemeente kan initiatiefnemers sturen om windmolens met een bepaald uiterlijk in te kopen (zie antwoord op voorgaande vraag).
5. Is het mogelijk om, net als in Eemshaven, ook in Amsterdam een proef te doen met zwarte wieken?
Antwoord: Ja, dat is mogelijk. De vraag is of het zinvol is om een dergelijke proef te doen. In het NRC artikel “Waarom zijn windmolens altijd wit” d.d. 11 september 2020 zijn twee redenen genoemd waarom windmolens doorgaans wit zijn: 1) omdat wit
minder opvalt vanaf de grond en 2) zodat ze uit de lucht goed zichtbaar zijn voor piloten. Door het aanpassen van de kleur van de wieken zullen er mogelijk minder roofvogels tegen de wieken aanbotsen (omdat zij getraind zijn om bewegingen waar te nemen), maar het is onduidelijk of andere soorten vogels ook zo reageren op een zwarte wiek. In het Volkskrant artikel “Te veel vogels krijgen klap van de windmolen, maar wieken verven kan helpen” d.d. 31 augustus 2020 geeft onderzoeker Ralph Buij aan dat het verven van een wiek niet overal hoeft, ‘maar specifiek op die plekken en voor die soorten waarvan we weten dat ze negatieve effecten ondervinden’.
Welke plekken dit zijn hangt af van welke soorten in een gebied voorkomen en van migratieroutes. Dit wordt op lokaal niveau inzichtelijk gemaakt in de verplichte vormvrije MER (zie antwoord vraag 2). Daarnaast heeft de commissie MER in september 2020 een strategische milieueffectrapportage opgeleverd voor de concept RES Noord-Holland Zuid. Daarin staat dat op landelijk niveau migratieroutes op zee en land in kaart zijn gebracht onder coördinatie van Rijkswaterstaat en het ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Geadviseerd wordt na te gaan hoe deze informatie ook voor de regio Noord-Holland Zuid kan worden benut. Door de informatie te combineren met de mogelijke locaties voor windmolens kan al bij de beoordeling van de RES 1.0 een gedegen inschatting gemaakt worden van de effecten op vogels en vleermuizen.
Afhankelijk van de uitkomsten kan worden beoordeeld of het verstandig is om bijvoorbeeld windmolens stil te zetten tijdens migratieperiodes en/of om wieken zwart te verven. De mogelijke voordelen van het zwart verven van de wieken moeten ook
worden afgewogen tegen de mogelijke nadelen voor het zicht van bijvoorbeeld helikopter-en vliegtuigpiloten in het havengebied of tegen de mogelijke extra visuele hinder met betrekking tot windmolens in het landschap buiten het havengebied.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen inzake de handhaving van illegale feesten in het buitengebied
Lees verderSchriftelijke vragen inzake de mogelijke oneigenlijke ingebruikneming van de biomassacentrale van het AEB
Lees verder