Schrif­te­lijke vragen inzake de inzet van came­ra­toe­zicht


Indiendatum: 17 feb. 2021

In diverse buurten en wijken in Amsterdam wordt gebruik gemaakt van cameratoezicht. De burgemeester heeft de bevoegdheid om cameratoezicht in te zetten. In Amsterdam nemen de stadsdelen in samenwerking met de politie het initiatief tot cameratoezicht. De voorzitter van het dagelijks bestuur van het stadsdeel richt een verzoek aan de burgemeester om over te gaan tot plaatsing van camera's in een bepaald gebied binnen het stadsdeel, of om de duur van een bestaand cameraproject te verlengen. De burgemeester neemt het besluit na toetsing of aan gestelde voorwaarden wordt voldaan (zie voor een verdere toelichting het Amsterdamse beleidskader cameratoezicht). In een besluit betreffende het toewijzen van een cameratoezicht wordt opgenomen dat het besluit tot het instellen van cameratoezicht onmiddellijk zal worden ingetrokken indien het cameratoezicht niet meer noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde.

De fractie van de Partij voor de Dieren zet vraagtekens bij de effectiviteit, noodzaak en duur van cameratoezicht in bepaalde gebieden. Ook is het niet altijd duidelijk wat de criteria zijn voor het plaatsen van cameratoezicht en wat de criteria zijn voor het stoppen van cameratoezicht en hoe daaraan wordt getoetst. De fractie heeft alle openbare bronnen onderzocht en wil haar bevindingen toetsen.

Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van Partij voor de Dieren, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

Doel

  1. Kan de burgemeester aangeven wat het doel is van het toewijzen van een gebied van cameratoezicht (bijvoorbeeld preventief of als middel van opsporing) en welke meetbare criteria worden gebruikt bij de toewijzing, mogelijke verlenging of beëindiging van camera toezicht?

    Gebruik camera's
  2. Kan de burgemeester aangeven per jaar hoeveel camera’s in Amsterdam in de openbare ruimte door politie en handhaving actief zijn (uitgezonderd van mobiele camera’s voor het monitoren van bijvoorbeeld evenementen, demonstraties en andere grootschalige bijeenkomsten)? Graag een toelichting per jaar voor de jaren 2018 – 2019 en 2020.
  3. Kan de burgemeester aangeven hoeveel van die camera’s komen uit een besluit tot inzetten van cameratoezicht voor een bepaalde periode?
  4. Bij het mogelijk toewijzen van een gebied wordt (soms?) een onderzoek gedaan naar de wenselijkheid. Kan de Partij voor de Dieren een aantal voorbeelden van onderzoek ontvangen inclusief hoe het onderzoek is uitgevoerd (wie is er gevraagd, op welke wijze is het onderzoek gedaan en wie waren de respondenten)?
  5. Kan de burgemeester een inschatting geven hoeveel procent van de Amsterdamse openbare ruimte momenteel gemonitord wordt via camera’s waar de politie toegang toe heeft? En wat is de ontwikkeling hiervan in de afgelopen jaren (voor alle camera’s die de politie tot haar bevoegdheid heeft)?
  6. Kan een overzichtskaart van Amsterdam worden gemaakt waarop zichtbaar is waar de Amsterdammer overal door (niet particuliere) camera’s gefilmd wordt?
  7. Kan de burgemeester aangeven in hoeveel gebieden continue camera toezicht was? Graag per jaar over de jaren 2018 – 2019 en 2020.

    Toetsing noodzakelijkheid
  8. Hoe vaak per jaar wordt de noodzakelijkheid van camera toezicht getoetst in een toegewezen gebied?
  9. Wordt de toetsing ook tussentijds gedaan indien een toewijzing van een gebied langer is dan 1 kalenderjaar?
  10. Door wie wordt deze toetsing gedaan in de periode van 2018 t/m 2020? Op basis van welke criteria en wie neemt uiteindelijk het besluit om de toewijzing te stoppen (ook tijdens de in eerste instantie toegewezen periode)?
  11. In hoeveel gevallen is cameratoezicht voortijdig gestopt in de periode van 2018 t/m 2020? Welke gebieden waren dat en wat was hiervan de reden in meetbare criteria?
  12. Hoeveel gevallen is cameratoezicht aan het einde van de initiële periode gestopt en is dus de toewijzing niet verlengd in de periode van 2018 t/m 2020? Graag een toelichting over de gebieden, wanneer en wat de criteria hiervoor waren.
  13. Klopt het dat op het NDSM terrein, De Banne, de Jodenbreestraat, Singel, De Haarlemmerstraat, Sint Antoniesbreestraat geen camera’s meer hangen?

    Effectiviteit
  14. Kan de burgemeester inzicht geven in de resultaten per toegewezen gebied?
  15. Klopt het dat de beelden niet 24/7 live bekeken worden?


Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: 17 feb. 2021
Antwoorddatum: 8 apr. 2021

Doel

1. Kan de burgemeester aangeven wat het doel is van het toewijzen van een gebied van cameratoezicht (bijvoorbeeld preventief of als middel van opsporing) en welke meetbare criteria worden gebruikt bij de toewijzing, mogelijke verlenging of beëindiging van camera toezicht?

Antwoord: De doelen voor cameratoezicht op grond van artikel 2.24 APV zijn uiteengezet in het door uw raad vastgestelde Amsterdams Beleidskader Cameratoezicht 2012. Een voorstel voor actualisatie van dit beleidskader wordt naar verwachting dit jaar aan uw raad voorgelegd. Het cameratoezicht wordt conform het huidige beleidskader ingezet ten behoeve van de handhaving van de openbare orde, waaronder wordt begrepen:
- Het voorkomen van openbare orde problemen en strafbare feiten die invloed hebben op de openbare orde;
- Het verhogen van de efficiëntie en effectiviteit van het optreden van politie en handhavers door het signaleren van situaties waar hun optreden gewenst is;
- Het verhogen van het veiligheidsgevoel bij burgers en ondernemers.
Opsporing is nooit een doel op zich, maar kan bijvangst zijn. Cameratoezicht is maatwerk. Het is bovendien altijd onderdeel van een pakket aan maatregelen om de veiligheidssituatie van het gebied te verbeteren en de openbare orde te handhaven. Niet alle criteria die leiden tot cameratoezicht zijn altijd even goed meetbaar. Zo wordt er o.a. gebruik gemaakt van zachte informatie van politie en stadsdeel over de veiligheid in de buurt en de veiligheidsgevoelens van bewoners. Meer meetbare criteria die uiteraard ook worden betrokken bij de afweging zijn bijvoorbeeld registratiecijfers van overlast en criminaliteit van politie en gemeente.

Gebruik ontwikkeling aantal camera’s

2. Kan de burgemeester aangeven per jaar hoeveel camera’s in Amsterdam in de openbare ruimte door politie en handhaving actief zijn (uitgezonderd van mobiele camera’s voor het monitoren van bijvoorbeeld evenementen, demonstraties en andere grootschalige bijeenkomsten)? Graag een toelichting per jaar voor de jaren 2018 – 2019 en 2020.


Antwoord: Hieronder volgt het aantal camera’s per jaar dat onder verantwoordelijkheid van de
burgemeester wordt gebruikt ter handhaving van de openbare orde:
2020: 206 camera’s
2019: 213 camera’s
2018: 219 camera’s
De Politie zet daarnaast camera’sin t.b.v. Toezicht verhoogd Risico Objecten.

3. Kan de burgemeester aangeven hoeveel van die camera’s komen uit een besluit tot inzetten van cameratoezicht voor een bepaalde periode?


Antwoord: Alle besluiten tot het instellen van cameratoezicht gelden in beginsel voor een bepaalde periode, namelijk voor één maand tot maximaal twee jaar. Sommige cameraprojecten worden wel elke twee jaar verlengd omdat dat op die locaties vanwege de handhaving van de openbare orde nodig is, zoals het gebied rondom het Centraal Station en de uitgaanspleinen.

4. Bij het mogelijk toewijzen van een gebied wordt (soms?) een onderzoek gedaan naar de wenselijkheid. Kan de Partij voor de Dieren een aantal voorbeelden van onderzoek ontvangen inclusief hoe het onderzoek is uitgevoerd (wie is er gevraagd, op welke wijze is het onderzoek gedaan en wie waren de respondenten)?


Antwoord: Er wordt geen onderzoek gedaan naar wenselijkheid bij het toewijzen van een nieuw cameratoezichtgebied. De aanvraag voor cameratoezicht komt wel vaak mede voort uit naar voren gebrachte wensen van bewoners, ondernemers en gemeente en politie. De wenselijkheid van het cameratoezicht komt voorts uitdrukkelijk naar voren bij de tweejaarlijkse evaluatie van het cameratoezicht dat wordt uitgevoerd door Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS). OIS voert dit onderzoek uit door middel van een enquête op straat onder bewoners en/of bezoekers van de cameragebieden. Hierbij worden respondenten bevraagd over slachtofferschap van delicten, ervaren overlast, de veiligheidsbeleving en wat men vindt van cameratoezicht. De centrale evaluatie cameratoezicht 2019 is in te zien via: https://www.amsterdam.nl/wonen... en is begin 2020 met de commissie Algemene Zaken besproken. Dit jaar zal opnieuw een evaluatie plaatsvinden die ziet op de periode 1 augustus 2019– 31 juli 2021. De commissie AZ wordt over de uitkomst geïnformeerd.

5. Kan de burgemeester een inschatting geven hoeveel procent van de Amsterdamse openbare ruimte momenteel gemonitord wordt via camera’s waar de politie toegang toe heeft? En wat is de ontwikkeling hiervan in de afgelopen jaren (voor alle camera’s die de politie tot haar bevoegdheid heeft)?

Antwoord: Zoals in de inleiding aangegeven, ziet onderstaand antwoord alleen op de camera’s die onder verantwoordelijkheid van de burgemeester worden ingezet. De politie kan ingevolge de regiefunctie live meekijken met de gemeentelijke camerabeelden. Onderstaande percentages betreffen het aandeel van de oppervlakte van het cameratoezichtgebied ten opzichte van de gehele oppervlakte van de gemeente Amsterdam. Hierbij is geen uitsplitsing gemaakt tussen openbare en niet-openbare ruimte.
2020: 3,2%
2019: 3,0%
2018: 2,8%

6. Kan een overzichtskaart van Amsterdam worden gemaakt waarop zichtbaar is waar de Amsterdammer overal door (niet particuliere) camera’s gefilmd wordt?

Antwoord: Via https://slimmeapparaten.amster... is op een kaart van Amsterdam te zien in welke gebieden cameratoezicht (o.a. ter handhaving van de openbare orde) is ingesteld. Deze kaart is in ontwikkeling en is dus niet helemaal volledig.

7. Kan de burgemeester aangeven in hoeveel gebieden continue camera toezicht was? Graag per jaar over de jaren 2018 – 2019 en 2020.


Antwoord: Cameratoezichtbesluiten hebben altijd een bepaalde duur tot maximaal twee jaar. Het aantal gebieden waar het gehele jaar cameratoezicht actief was zijn per jaar:
2020: 26
2019: 29
2018: 28

NB: dit betreffen niet in alle jaren dezelfde gebieden.

Toetsing noodzakelijkheid

8. Hoe vaak per jaar wordt de noodzakelijkheid van camera toezicht getoetst in een toegewezen gebied?

Antwoord: Bij langlopende cameratoezichtprojecten wordt de noodzakelijkheid van een cameraproject waar mogelijk elk kwartaal ambtelijk getoetst in samenspraak met de stadsdelen en politie. Bij de tweejaarlijkse evaluatie wordt de noodzakelijkheid van alle actieve cameratoezichtgebieden gezamenlijk en op uniforme wijze getoetst door OIS. Bij kortlopende cameraprojecten (vaak één tot drie maanden) wordt de noodzakelijkheid getoetst aan het eind van de initiële periode.

9. Wordt de toetsing ook tussentijds gedaan indien een toewijzing van een gebied langer is dan 1
kalenderjaar?


Antwoord: Zie antwoord onder vraag 8.

10. Door wie wordt deze toetsing gedaan in de periode van 2018 t/m 2020? Op basis van welke criteria en wie neemt uiteindelijk het besluit om de toewijzing te stoppen (ook tijdens de in eerste instantie toegewezen periode)?

Antwoord: Zie antwoord onder vraag 8 en zie hieronder.
Het proces om een cameratoezichtproject te beëindigen is beschreven in het Amsterdam Beleidskader Cameratoezicht. De noodzakelijkheid wordt getoetst aan de hand van geregistreerde misdrijven en overtredingen door de politie in het cameratoezichtgebied, registraties naar aanleiding van het uitkijken van de camera’s in de Centrale
Cameratoezichtruimte (CCTR) en de stem van bewoners/bezoekers (enquêtes). De burgemeester beslist vervolgens of het cameratoezicht moet worden voortgezet of beëindigd.

11. In hoeveel gevallen is cameratoezicht voortijdig gestopt in de periode van 2018 t/m 2020? Welke gebieden waren dat en wat was hiervan de reden in meetbare criteria?

Antwoord: Langdurende cameraprojecten zijn niet voortijdig gestopt, omdat deze projecten worden opgestart bij hardnekkige overlast en verstoring van de openbare orde van langdurige aard, waarbij over een langere periode gemonitord moet worden wat de invloed van het cameratoezicht hierop is. Dit gebeurt bij de tweejaarlijkse evaluatie. Er zijn om deze reden ook kortdurende cameratoezichtprojecten van één of meerdere maanden. Dit wordt ingezet als de overlast en de verstoring van de openbare orde naar verwachting van korte duur is en langdurig cameratoezicht niet proportioneel is. Voorbeelden hiervan zijn cameraprojecten die worden gestart naar aanleiding van zedenincidenten of woningbeschietingen die leiden tot grote maatschappelijke onrust.

12. Hoeveel gevallen is cameratoezicht aan het einde van de initiële periode gestopt en is dus de toewijzing niet verlengd in de periode van 2018 t/m 2020? Graag een toelichting over de gebieden, wanneer en wat de criteria hiervoor waren.

Antwoord: De centrale evaluatie cameratoezicht 2019 zag op alle langlopende cameratoezichtprojecten die tot 31 december 2019 waren ingesteld. De evaluatie levert als
resultaat per onderzocht cameraproject op of een cameraproject op basis van de onder vraag 10 genoemde bronnen positiever of negatiever dan gemiddeld scoort en of het project daardoor proportioneel lijkt te zijn of niet. De Veiligheidsoverleggen van de stadsdelen adviseren vervolgens de burgemeester over het continueren of beëindigen van het cameratoezicht in hun gebieden. De burgemeester heeft naar aanleiding daarvan na de evaluatie besloten dat twee cameratoezichtprojecten moeten worden beëindigd, bij acht cameratoezichtprojecten het aantal camera’s moet worden verminderd en bij twee cameratoezichtprojecten de gebieden moeten worden verkleind.
Daarnaast zijn het volgende aantal kortlopende cameratoezichtprojecten in 2019 en 2020 aan het einde van de initiële periode beëindigd omdat niet langer sprake was van een dermate groot risico op een openbare ordeverstoring en/of een onveilig gevoel van buurtbewoners dat cameratoezicht rechtvaardigt:

2020: 9
2019: 1

13. Klopt het dat op het NDSM terrein, De Banne, de Jodenbreestraat, Singel, De Haarlemmerstraat, Sint Antoniesbreestraat geen camera’s meer hangen?

Antwoord: Het klopt dat er op het NDSM terrein en De Banne geen camera’s meer hangen. De besluiten voor cameratoezicht voor deze gebieden zijn van rechtswege afgelopen en niet verlengd. De andere genoemde gebieden zijn onderdeel geworden van een ander cameratoezichtgebied, namelijk het gebied Wallen/Nieuwendijk omdat deze gebieden aan dit cameratoezichtgebied grenzen.

Effectiviteit

14. Kan de burgemeester inzicht geven in de resultaten per toegewezen gebied?

Antwoord: Voor de effectiviteit van de langlopende cameratoezichtprojecten wordt verwezen naar de centrale evaluatie cameratoezicht 2019 en naar de evaluatie die dit jaar zal worden uitgevoerd.

15. Klopt het dat de beelden niet 24/7 live bekeken worden?

Antwoord: De camerabeelden worden inderdaad niet 24/7 live bekeken. Bij elk cameratoezichtgebied hoort een uitkijkopdracht waarin is bepaald op welke momenten het nodig is de camera live te bekijken.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake de informatievoorziening rondom het inspraakproces van de ontwerp-omgevingsvisie Amsterdam 2050 en bijbehorende omgevingseffectrapportage

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake microplastics in de natuur door verharding met plastic bouwafval

Lees verder

    Word actief Doneer