Schrif­te­lijke vragen inzake de brand­vei­ligheid van dier­ver­blijven


Indiendatum: 10 jan. 2020

In het West-Duitse Krefeld is tijdens Oud en Nieuw een compleet apenverblijf uitgebrand, waarbij chimpansees, orang-oetans, gorilla’s, vogels, knaagdieren en fruitvleermuizen zijn omgekomen. De oorzaak is vermoedelijk een wensballon (i). Een afschuwelijke gebeurtenis die de indiener doet afvragen of dit ook in Amsterdam zou kunnen gebeuren.

Het lid Van Lammeren heeft op 20 september 2017, namens de fractie van de Partij voor de Dieren (ii), schriftelijke vragen gesteld over de mate van brandveiligheid van stallen en dierverblijven in Amsterdam. Uit de beantwoording kwam naar voren dat er in de geldende regels voor brandveiligheid geen rekening wordt gehouden met het in veiligheid brengen van dieren die in een gebouw aanwezig zijn (nr. 4.18). Ook wordt een groot deel van de dierenverblijven niet periodiek gecontroleerd op brandveiligheid vanwege het ontbreken van een meldingsplicht voor brandveilig gebruik, op grond van het Handhavingsbeleid Wabo.

Een doelstelling voor de collegeperiode 2018–2022 is het verbeteren van de brandveiligheid van kinderboerderijen. In 2019 zou geïnventariseerd worden wat er aan maatregelen nodig is (iii).

Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

1. Wat is de stand van zaken met betrekking tot het nemen van brandveiligheidsmaatregelen op kinderboerderijen?
a. Welke concrete maatregelen zijn er nodig voor de preventie en signalering van brand?
b. Is er voldoende budget om alle nodige maatregelen te treffen?
c. Hoe ziet de planning van werkzaamheden eruit?

2. Hebben de kinderboerderijen een calamiteitenplan voor het in veiligheid brengen van dieren bij een brand?

3. Op welke manier is brandveiligheid geborgd in Artis?
a. Welke preventieve maatregelen zijn er in werking?
b. Hebben alle dierverblijven rookmelders en sprinklers?
c. Heeft Artis een calamiteitenplan voor het in veiligheid brengen van dieren bij een brand?

d. Welke ontbrekende maatregelen zijn er nog noodzakelijk om brandveiligheid van de dierverblijven in Artis te waarborgen?

4. Heeft de Brandweer voldoende waterpunten ter beschikking in de directe omgeving van Artis, (kinder)boerderijen en andere dierverblijven zoals maneges?

5. Hoe wordt er in de renovatie van de Hollandsche Manege voorzien in de borging van brandveiligheid en is er een calamiteitenplan voor het in veiligheid brengen van de dieren bij een brand?

6. Ziet het college mogelijkheden om in de komende vernieuwing van het Handhavingsbeleid Wabo een meldingsplicht voor brandveilig gebruik voor dierverblijven op te nemen? Graag een toelichting.

7. Ziet het college mogelijkheden om brandveiligheid van dierverblijven te verankeren in omgevingsplannen wanneer de gemeente gaat werken met de Omgevingsvisie? Graag een toelichting.

Het lid van de gemeenteraad,

A.L. Bakker

i https://www.ad.nl/buitenland/s...

ii https://amsterdam.raadsinforma...

iii https://amsterdam.raadsinforma...

Indiendatum: 10 jan. 2020
Antwoorddatum: 20 mei 2020

1. Wat is de stand van zaken met betrekking tot het nemen van brandveiligheidsmaatregelen op kinderboerderijen?
a. Welke concrete maatregelen zijn er nodig voor de preventie en signalering van brand?

Antwoord: Brandpreventie is onderdeel van de bedrijfsvoering van Amsterdamse kinderboerderijen en niet van de gemeente. In het kader van het project ‘verbetering dierenwelzijn kinderboerderijen’ heeft eind 2019 een eerste inventarisatie plaatsgevonden van wensen van de kinderboerboerderijen wat betreft het verbeteren van brandveiligheid. Deze wensen zijn speciaal ingestoken vanuit het perspectief van het dierenwelzijn en worden afgezet tegen een totaaloverzicht van mogelijke maatregelen om een goede afweging
te maken voor het effectief inzetten van het beschikbare middelen om de brandveiligheid te optimaliseren.

Vooruitlopend op de uitvoering van dit project heeft de gemeente in 2019 veiligheidsinspecties van het elektra (NEN 3140) van alle Amsterdamse kinderboerderijen laten uitvoeren. Daar waar de gemeente het vastgoed van de kinderboerderijen beheert, dient deze controle op regelmatige basis uitgevoerd te worden.

b. Is er voldoende budget om alle nodige maatregelen te treffen?
Antwoord: Dat is nog niet bekend. Het project ‘verbetering dierenwelzijn kinderboerderijen’ bestaat, naast brandveiligheid ook uit nemen van fysieke maatregelen (eerder benoemd als ‘achterstallig onderhoud’) en het mogelijk maken van het volgen van vakopleidingen. Ook hier heeft een inventarisatie van wensen plaatsgevonden, maar is er nog geen totaalafweging gemaakt. Wel zijn de meest spoedeisende zaken op het gebied van dierenwelzijn aangepakt. Voor de komende periode zal, in overleg met de kinderboerderijen
en gemeente besproken worden hoe dit totale project verder opgepakt gaat worden.

c. Hoe ziet de planning van werkzaamheden eruit?

Antwoord: Er wordt de komende periode gewerkt aan een Programma van Eisen ‘Optimalisering brandveiligheid kinderboerderijen’; een inventarisatie van de huidige situatie op de kinderboerderijen en een uitwerking van concrete maatregelen. Het streven is dat aan het einde van 2020 voor alle kinderboerderijen bekend moet zijn wat de status is van de brandveiligheid van de gebouwen (en dierverblijven) en welke concrete maatregelen nodig zijn om dit te optimaliseren. Afhankelijk van de beschikbare middelen en de
afweging met de andere onderdelen van het project, zal overgegaan worden tot uitvoering.

2. Hebben de kinderboerderijen een calamiteitenplan voor het in veiligheid brengen van dieren bij een brand?

Antwoord: Een calamiteitenplan gericht op het in veiligheid brengen van dieren bij brand, is wettelijk niet geregeld. Wel vormt het hebben van ontruimingsplan daar waar de gebouwen van de kinderboerderijen vallen onder het Bouwbesluit 2012, een wettelijke verplichting. Is er sprake van een verplicht ontruimingsplan dan is deze gericht op het in veiligheid brengen van personen. De verwachting is dat de Amsterdamse kinderboerderijen daar aan voldoen. Voor het verbeteren van de brandveiligheid van dierverblijven van Amsterdamse kinderboerderijen zie ook de antwoorden op vraag 1.

3. Op welke manier is brandveiligheid geborgd in Artis? a. Welke preventieve maatregelen zijn er in werking?

Antwoord: De brandveiligheidsregels voor gebouwen staan in het Bouwbesluit 2012. Hierin worden voor alle soorten gebouwen (dus ook stallen en andere dierverblijven) eisen gesteld ten aanzien van het veilig kunnen vluchten van personen, het beheersbaar houden van een brand, het voorkomen van uitbreiding van brand en het voorkomen van een voortschrijdende instorting van gebouwen ten gevolge van brand. In de regels wordt geen rekening gehouden met het in veiligheid brengen van dieren die in een gebouw
aanwezig zijn. Wel gelden er per 1 april 2014 een aantal verzwaarde voorschriften voor veestallen. Hiervoor geldt onder meer een verzwaarde eis van brandwerendheid van de technische ruimte, omdat de ervaring leert dat in deze ruimte vaak een brand ontstaat, bijvoorbeeld door kortsluiting. Ook geldt een verhoogde brandklasse voor de aankleding en zijn er eisen gesteld aan
de draag(bouw)constructie, omdat een brand zich in de stal vaak snel kan uitbreiden door deze aankleding of door een te groot brandcompartiment. Voor Artis gelden dezelfde wettelijke eisen als eerder benoemd vanuit het Bouwbesluit 2012. Vanwege de diversiteit van Artis-gebouwen is er is geen gespecificeerd overzicht te geven van de geldende brandveiligheidsregels.

Artis heeft een 24-uurs beveiligingsdienst, een bedrijfshulpverleningsorganisatie, verschillende brandmeldings- en ontruimingsinstallaties (ook in dierenverblijven), diverse communicatieapparatuur en uiteenlopende brandbestrijdings- en
reddingsmiddelen ter beschikking voor calamiteitenbestrijding. Daarnaast wordt er door de Brandweer elk half jaar een zogenaamde oriëntatie (lees: controle) uitgevoerd in Artis. Daarin wordt ook samengewerkt met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied die in opdracht van de gemeente toezicht houdt op Artis daar waar het gaat om bouwkundige brandveiligheidsregels vanuit het Bouwbesluit 2012.

b. Hebben alle dierverblijven rookmelders en sprinklers?

Antwoord: Zie vraag 3a. Vanwege de diversiteit van genoemde gebouwen is er is geen gespecificeerd overzicht te geven van de geldende brandveiligheidsregels.

c. Heeft Artis een calamiteitenplan voor het in veiligheid brengen van dieren bij een brand?

Antwoord: Het bouwbesluit 2012 stelt dat het een vereiste is om een ontruimingsplan te hebben voor personen. Artis beschikt over een bedrijfshulpverlenings- en ontruimingsplan, waarin is vastgelegd op welke wijzen in geval van calamiteiten eerste hulp wordt verleend, brand wordt bestreden, ontruimingen worden verricht en samen wordt gewerkt met externe hulpdiensten. In het periodiek te herzien bedrijfshulpverlenings- en ontruimingsplan met specifieke actuele protocollen (onder andere het protocol Calamiteit) zijn de preventieve en correctieve voorzieningen, hulpmiddelen, procedures en maatregelen bepaald. De Brandweer kent daarnaast een aparte procedure voor het opschalen van de inzet als er brand is in Artis vanwege het moeilijk betreedbare terrein. Er ligt een calamiteitenroute tot het midden vanaf het Artis-terrein, vanaf de Oostzijde.

Het in veiligheid brengen van dieren bij brand is niet specifiek benoemd in het bedrijfshulpverlenings- en ontruimingsplan, omdat de mogelijkheden voor het redden van dieren namelijk sterk wordt beperkt door de kenmerken, de aard en het gedrag van de dieren in de specifieke calamiteuze situatie. Uiteraard is - bij onder andere de dierverzorgers - voldoende kennis en ervaring aanwezig binnen Artis, om een juiste inschatting te maken van de mogelijkheden voor dierredding in het geval van een calamiteit. Voorkomen moet namelijk
worden dat (gevaarlijke) dieren ontsnappen. In geval van het ongewild ontsnappen van (gevaarlijke) dieren treedt het protocol “Ontsnapt dier” in werking.

d. Welke ontbrekende maatregelen zijn er nog noodzakelijk om brandveiligheid van de dierverblijven in Artis te waarborgen?

Antwoord: Het Bouwbesluit 2012 is een algemene maatregel van bestuur bij de Woningwet. Deze wet valt onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties. Vanuit het Bouwbesluit 2012 kan de gemeente daarom niet meer eisen stellen dan daarin is bepaald. De Omgevingsdienst kan altijd een advies uitbrengen om meer maatregelen toe te passen om de brandveiligheid te verhogen.

4. Heeft de Brandweer voldoende waterpunten ter beschikking in de directe omgeving van Artis, (kinder)boerderijen en andere dierverblijven zoals maneges?

Antwoord
Binnen Artis zijn diverse (ondergrondse) hydranten beschikbaar, die in geval van een brand gebruikt kunnen worden als bluswatervoorziening. Ook ter plaatse van de zuidelijk gelegen Plantage Middenlaan en de westelijke gelegen Plantage Kerklaan zijn verschillende (ondergrondse) hydranten aanwezig. Deze locaties zijn gedeeld met de Brandweer Amsterdam-Amstelland, middels een inzetplan. Er zijn daarnaast aan de noordelijke en oostelijke zijden van Artis de oppervlaktewateren van het Entrepotdok en de Muidergracht die in geval van grootschalige inzet bij brand mogelijk als bluswaterwinning kunnen dienen. In en direct rondom Artis is voldoende bluswater voorhanden waardoor bluswaterwinning uit oppervlakte niet tot nauwelijks nodig is.

Uit een globale inventarisatie van de bluswaterpunten rondom de Amsterdamse kinderboerderijen, maneges en gesubsidieerde dierorganisaties (totaal 27) blijkt dat bij 6 daarvan een bluswaterpunt hebben binnen de afstandsnorm van 40 meter van de brandweerhoofdingang. Bij 8 daarvan is de afstand tussen de 41-100 meter en 10 boven deze afstand. In 3 gevallen is er geen bluswaterpunt in de buurt. Als er geen bluswaterpunt in de buurt is kan de brandweer in geval van brand voor een korte tijd blussen met het water dat in de tanks van de voertuigen meegenomen wordt. In die tijd kan water van verder aangevoerd worden (verder
gelegen brandkraan of oppervlaktewater). Hierbij dient wel de opmerking gemaakt te worden dat oppervlaktewater over het algemeen niet geschikt is als volwaardige vervanging van bluswaterpunten.

5. Hoe wordt er in de renovatie van de Hollandsche Manege voorzien in de borging van brandveiligheid en is er een calamiteitenplan voor het in veiligheid brengen van de dieren bij een brand?

Antwoord: Volgens het Bouwbesluit 2012 heeft de Hollandsche manege de status van lichte industriefunctie voor bedrijfsmatig houden van dieren. Hiervoor gelden de verzwaarde voorschriften (1 april 2014) zoals die in vraag 1 zijn benoemd, waardoor meer rekening gehouden wordt met het feit dat er dieren verblijven. De verzwaarde voorschriften betekenen het volgende: bij nieuwbouw- en verbouw moet de technische ruimte minimaal 60 minuten brandwerend zijn; bij nieuw- en verbouw moeten constructieonderdelen van en aankleding in stallen tenminste voldoen aan brandklasse B (dit was klasse D). Er wordt door de gemeente op toegezien dat de omgevingsvergunning voor de renovatie hieraan voldoet en als zodanig wordt uitgevoerd.

De Hollandsche manege heeft een calamiteitenplan voor de aanwezige dieren. Werknemers worden geïnstrueerd over hoe te handelen met betrekking tot personen en de dieren in geval van brand.

6. Ziet het college mogelijkheden om in de komende vernieuwing van het Handhavingsbeleid Wabo een meldingsplicht voor brandveilig gebruik voor dierverblijven op te nemen? Graag een toelichting.

Antwoord: Nee, de brandveiligheidsregels voor gebouwen in het Bouwbesluit 2012 betreft landelijke regelgeving waar de lokale overheid geen wijzigingen op aan kan brengen. Een belangrijk deel van de dierenverblijven kent inderdaad geen meldingsplicht. Deze geldt slechts voor gebouwen waar zich meer dan vijftig personen gelijktijdig bevinden. Wettelijk gezien heeft de gemeente geen
mogelijkheid om hier eisen over op te leggen binnen het domein van de WABO handhaving.

7. Ziet het college mogelijkheden om brandveiligheid van dierverblijven te verankeren in omgevingsplannen wanneer de gemeente gaat werken met de Omgevingsvisie? Graag een toelichting.

Antwoord: Met de omgevingswet komt het Bouwbesluit 2012 te vervallen. Daarvoor in de plaats komt het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Het Bbl bevat straks (net als het Bouwbesluit nu) de technische vereisten voor bouwwerken, waaronder brandveiligheidsregels. Evenals nu is dat landelijke regelgeving. De huidige regelgeving is, zoals onder punt 6 van de beantwoording aangegeven, uitputtend, dat wil zeggen dat er geen aanvullende regels over mogen worden gesteld.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake vroegsignalering en het snel oppakken van meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake plastic netjes in de grond

Lees verder

    Word actief Doneer