Schrif­te­lijke vervolg­vragen van het lid Bloemberg-Issa inzake het faci­li­teren van de groei van data­centers in Amsterdam en omgeving


Indiendatum: 4 mrt. 2021

Wereldwijd is er een toename van het dataverbruik, met als gevolg de groei van datacenters. Met name Amsterdam heeft een grote aantrekkingskracht op datacenters. Meer dan 68 procent van de oppervlakte aan Nederlandse datacenters ligt rond Amsterdam. De groei van datacenters wordt gemeten in MegaVolt Ampère (MVA), in termen van energiegebruik dus. De Metropoolregio Amsterdam gaat uit van een groei van 2500 (MVA). Het opgeteld vermogen van de bekende projecten binnen de gemeente Amsterdam bedraagt in totaal 318 MW. In regionaal verband is (voorlopig) afgesproken dat de gemeente Amsterdam gemiddeld 67 MW p/j aan nieuwe datacenters en/of uitbreidingen faciliteert tot 2030. Meer dan een verdubbeling dus.

De hoeveelheid ruimte, energie en water die er nodig is om deze groei te faciliteren kan leiden tot problemen voor ruimtelijke inpassing zowel boven- als ondergronds. Ook kan het leiden tot problemen met betrekking tot het halen van de klimaatdoelstellingen, en mogelijk een tekort aan schoon drinkwater tijdens droge periodes. Er zitten dus ook flinke consequenties aan het willen faciliteren van de groei van datacenters, een praktijk die in de verste verte niet past binnen de circulaire ‘donut’ economie waar dit college voorstander van is.

De fractie van de Partij voor de Dieren zet vraagtekens bij de beleidskeuzes die dit college maakt met betrekking tot datacenters. Daarom hebben heeft de fractie van de Partij voor de Dieren 12 november 2020 middels schriftelijke vragen om opheldering gevraagd. De antwoorden op deze vragen – ontvangen 8 december 2020 (nr. 1606.20) – geven nog onvoldoende verduidelijking waarom er is afgesproken dat de gemeente Amsterdam gemiddeld 67 MW p/j aan nieuwe datacenters en/of uitbreidingen faciliteert tot 2030.

1. Uit antwoord 2 van de beantwoording van 8 december 2020 blijkt dat het college het faciliteren van de groei van datacenters in de gemeente Amsterdam niet als
vanzelfsprekend ziet. Wat zou de consequentie zijn als dit college zou besluiten om het mortuarium op uitbreiding datacenters onveranderd laat, en dus voorlopig geen enkele nieuwe aanvraag tot uitbreiding goed zou keuren?

2. Een reden om datacenters te plaatsen genoemd in antwoord 3 van de beantwoording van 8 december 2020 is het creëren van een positief internationaal vestigingsklimaat. Is het pro-actief aantrekken van energie-intensieve industrieën uit het buitenland compatibel met het streven naar een Donut-economie? Zo ja, graag een toelichting

3. Waaruit maakt het college op dat faciliteren van datacentergroei een positieve impact heeft op de Nederlandse ICT-sector en creatieve industrie? Graag een onderbouwing. (zie ook vraag 3 beantwoording van 8 december 2020)

4. Is er een directe relatie tussen het toenemende Amsterdamse dataverbruik en de noodzaak voor een uitbreiding van datacenters?

5. Hoeveel van de totale capaciteit datacenters is noodzakelijk om het Amsterdamse dataverbruik te bedienen en hoeveel wordt opgeëist door buitenlandse dataverbruikers?

6. In antwoord 3 beantwoording van 8 december 2020 wordt er gezegd over de duurzaamheid en innovatie in de sector: “(…)Indien hierin [duurzaamheid en innovatie] geen goede stappen worden gezet zal de gemeente Amsterdam het faciliteren van de toekomstige groei herzien(….) Kan het college aangeven op basis van welke parameters men gaat toetsen of er gewenste mate van duurzaamheid en innovatie toegepast wordt, zo ja wordt er ook een minimale ondergrens gehanteerd?

7. Zijn er met de sector gesprekken geweest over maatregelen voor het reduceren van de elektriciteitsbehoefte van de huidige capaciteit? Zo ja, wat zijn de uitkomsten geweest van deze gesprekken?

8. Bij antwoord 5 van de beantwoording van 8 december 2020 wordt aangegeven: “De datacenterbranche is in overleg met Waternet naarstig op zoek naar mogelijkheden om de hoeveelheid drinkwater voor koeling te beperken” Kan het college meer vertellen over de uitkomsten van deze gesprekken en welke mogelijkheden er in de nabije toekomst toegepast kunnen worden?

Indiendatum: 4 mrt. 2021
Antwoorddatum: 21 sep. 2021

1. Uit het antwoord op vraag 2 van de beantwoording van de schriftelijke vragen op 8 december 2020 (nr. 1606) blijkt dat het college het faciliteren van de groei van datacenters in de gemeente Amsterdam niet als vanzelfsprekend ziet. Wat zou de consequentie zijn als dit college zou besluiten om het moratorium op uitbreiding datacenters onveranderd laat, en dus voorlopig geen enkele nieuwe aanvraag tot uitbreiding goed zou keuren?

Antwoord: In juli 2019 is er door de gemeenteraad een voorbereidingsbesluit datacenters aangenomen met als doel om nieuw vestigingsbeleid te ontwikkelen. Het voorbereidingsbesluit datacenters is in juli 2020 verlopen en in december 2020 heeft de gemeenteraad het vestigingsbeleid datacenters vastgesteld. Onderdeel van het voorbereidingsbesluit was de toezegging aan de sector dat de planvorming van lopende initiatieven door kon gaan.

Sinds het vestigen van het voorbereidingsbesluit is er beperkt sprake van nieuwe initiatieven voor de ontwikkeling van datacenters op het grondgebied van Amsterdam. Op dit moment lijken er geen urgente aanleidingen om opnieuw een voorbereidingsbesluit te nemen. Indien er nieuwe initiatieven langskomen zullen deze worden beoordeeld aan de hand van de vastgestelde kaders van het vestigingsbeleid datacenters en in relatie tot de ontwikkelingen in het betreffende gebied.

Het monitoren van de ontwikkeling in de stad en de regio vormen een belangrijk element in de uitvoering van het beleid. Als de ontwikkelingen van dien aard blijken dat hier vanuit de gemeente en/of regio op bijgestuurd dient te worden kunnen op dat moment de hiervoor geschikte instrumenten worden ingezet. Vooralsnog lijkt daar geen aanleiding voor te zijn.

2. Een reden om datacenters te plaatsen genoemd in antwoord 3 van de beantwoording van 8 december 2020 is het creëren van een positief internationaal vestigingsklimaat.

Antwoord: Is het proactief aantrekken van energie-intensieve industrieën uit het buitenland compatibel met het streven naar een Donut-economie? Zo ja, graag een toelichting

In de beantwoording van de vragen van 12 november 2020 is aangegeven dat het College niet inzet op het proactief aantrekken van datacenters. Het vestigingsbeleid datacenters geeft de kaders aan waarbinnen nieuwe initiatieven kunnen worden beoordeeld en benoemt een maximale groeiruimte. Nieuwe initiatieven worden op gebiedsniveau beoordeeld.

Het college ziet in dat voor het faciliteren van een Donuteconomie, digitale oplossingen nodig zijn. Denk aan apps waarmee burgers de duurzaamste manier vinden om van A naar B te gaan, een marktplaats waar vraag en aanbod aan duurzame energie wordt gekoppeld, of een digitale materialenmarktplaats waardoor materialen binnen lokale kringlopen blijven etc. Ook voor het sociale fundament van de donut worden allerlei digitale oplossingen ontwikkeld, zoals zorg op afstand, of een app waarin kwetsbare jongeren elkaar kunnen vinden.

Een groot aantal uitdagingen waar de donuteconomie voor staat, zal dus met digitale oplossingen tegemoet worden gekomen en hiervoor is een goede digitale infrastructuur (inclusief datacenters) een randvoorwaarde. In de regio Amsterdam is in de afgelopen twintig jaar een cluster van datacenters ontstaan dat een belangrijk onderdeel is van de digitale infrastructuur waarmee in het beleid rekening gehouden dient te worden.

3. Waaruit maakt het college op dat faciliteren van datacentergroei een positieve impact heeft op de Nederlandse ICT-sector en creatieve industrie? Graag een onderbouwing. (zie ook vraag 3 beantwoording van 8 december 2020)

Antwoord: Om meer inzicht te krijgen in de datacentersector heeft gemeente Amsterdam Stratix gevraagd om het economisch belang van de datacenters nader te onderzoeken.[1] Door de directe, indirecte en de zogenaamde geïnduceerde economische effecten in te schatten is het economisch belang van de datacentersector bepaald.

In het onderzoek is geschat dat de werkgelegenheid (direct, indirect) op en rond de Amsterdamse datacenters ca. 10.000 tot 13.000 arbeidsplaatsen bedraagt. De Dutch Datacenter Association schat de economische impact van de Nederlandse datacenters op 12.840 FTE (direct en indirect); in geld uitgedrukt € 1,5 miljard.

Het directe economische belang van een internationaal cluster van datacenters voor de stad Amsterdam is significant, omdat het om hoogwaardige banen gaat met relatief hoge salarissen (in tegenstelling tot bijvoorbeeld de distributiesector). Het directe economisch belang beperkt zich echter in eerste instantie vooral tot de sector zelf:

– de directe werkgelegenheid in de datacenters is beperkt tot een handvol werknemers per gebouw in de zeer grote ‘hyperscales’ en ‘cloud-computing centra’;

– in het (server)hostingsegment en het connectiviteitscluster is er sprake van meer directe werkgelegenheid (meer dan honderd tegelijk actieve personen in de grotere datacenters);

– veel Nederlandse werkgelegenheid in Internet, datanetwerken, hosting en datacenter gerelateerde bedrijfstakken concentreert zich wel in èn rondom Amsterdam;

– de sector zorgt voor een forse energieconsumptie, welke gedeeltelijk afgedekt is door groene certificaten. Een groeiend aantal initiatieven biedt restwarmte van datacenters aan als bron voor warmtenetten;

– de datacenters in en rond Amsterdam behoren tot de energie-efficiëntste in hun soort en vervangen inefficiënte datacenters van bedrijfsleven en overheid door heel Nederland;

– het ontwerp, de bouw, het onderhoud en beheer van datacenters zorgen voor projectwerkzaamheden in de installatietechniek en gerelateerde sectoren.

Er is wel in behoorlijke mate sprake van correlatie tussen de locaties van grote datacenterclusters en een op wereldschaal prominent actieve Internet/ICT-bedrijfstak. Ook is er naast de vestiging van multinationals een duidelijk verband te leggen tussen de belangrijkste datacenterregio’s met de Europese ‘hotspots’ van data-intensieve bedrijfstakken (onder andere de financiële sector en de media-industrie). Het feit dat in en rond Amsterdam sprake is van een cluster aan datacenters is deels een bepalende vestigingsfactor voor bedrijven. Dit geldt niet alleen voor nieuwe datacenters, maar ook voor andere bedrijven, zowel toeleveringsbedrijven rond de datacenter industrie als indirect voor andere bedrijven daar weer omheen.

Daarnaast hebben de datacenters en het internetknooppunt een belangrijke aanjaagfunctie voor de Nederlandse economie en een aanzuigende werking op de vestiging van bedrijven die zich dichtbij datacentra willen vestigen. Het is geen geheim dat bedrijven als Cisco en Facebook vanwege de digitale infrastructuur zich vestigen in Amsterdam. Ook speelt de digitale infrastructuur een belangrijke rol voor de Nederlandse computerspellenbranche en trekt het veel jonge bedrijven aan, bijvoorbeeld in cloud computing.

De aanwezigheid van een ecosysteem van bedrijven, mensen, connectiviteit, een betrouwbare en goede infrastructuur met digitale en vervoersverbindingen naar de rest van het land, Europa en de wereld speelt ook een rol bij de aantrekkelijkheid van Amsterdam voor (buitenlandse) bedrijven. Het gaat dan zowel om factoren zoals betrouwbaarheid van infrastructuur en stabiliteit van de omgeving als vestigingsplaats. Daarnaast ook om de voordelen die gepaard gaan met een ecosysteem van (cloud gerelateerde) bedrijvigheid en hoogkwalitatieve diensten en personeel. Maar de aanwezigheid van datacenters is hierbij slechts één van de argumenten.

4. Is er een directe relatie tussen het toenemende Amsterdamse dataverbruik en de noodzaak voor een uitbreiding van datacenters?

Antwoord: Nee. In de regio Amsterdam is in de afgelopen decennia een cluster van datacenters ontstaan met een lokale, nationale en internationale functie. In algemene zin kan worden gesteld dat de digitalisering van de samenleving en daarmee het toenemende dataverbruik leidt tot meer vraag naar datacenters, specifiek zal het toenemende verbruik in en om Amsterdam eveneens leiden tot extra vraag en daarmee behoefte aan uitbreiding.

Het is niet mogelijk om het Amsterdamse dataverbruik 1 op 1 te koppelen aan de Amsterdamse datacenters. Het dataverkeer dat in Amsterdam plaatsvindt – inclusief het gebruik van digitale platforms en de bijbehorende applicaties van zowel burgers als het bedrijfsleven, overheden, de zorg e.a. – is een nationale en zelfs internationale aangelegenheid. Dit wordt gefaciliteerd door digitale infrastructuur (inclusief datacenters) die zowel in Amsterdam, als elders in het land en de wereld ligt.

5. Hoeveel van de totale capaciteit datacenters is noodzakelijk om het Amsterdamse dataverbruik te bedienen en hoeveel wordt opgeëist door buitenlandse dataverbruikers?

Antwoord: Datanetwerken- en infrastructuren en het gebruik hiervan komen niet overeen met gemeentelijke grenzen. Deze vraag is daarom niet te beantwoorden, ook omdat de gemeente geen inzicht heeft in de gegevens die benodigd zijn om deze vraag te beantwoorden.

In algemene zin kan gesteld worden dat het cluster van Amsterdamse datacenters ook een sterke internationale functie heeft, vergelijkbaar met de luchthaven Schiphol en de Rotterdamse Haven.

6. In antwoord 3 beantwoording van 8 december 2020 wordt er gezegd over de duurzaamheid en innovatie in de sector: “(…)Indien hierin [duurzaamheid en innovatie] geen goede stappen worden gezet zal de gemeente Amsterdam het faciliteren van de toekomstige groei herzien(….) Kan het college aangeven op basis van welke parameters men gaat toetsen of er gewenste mate van duurzaamheid en innovatie toegepast wordt, zo ja wordt er ook een minimale ondergrens gehanteerd?

Antwoord: Initiatieven (voor het vestigen of uitbreiden van een datacenter) worden door de gemeente op gebiedsniveau steeds individueel beoordeeld aan de kaders zoals opgenomen in het vestigingsbeleid datacenters. De schaal en omvang van datacenters wijken regelmatig af van de gestelde kaders binnen de vigerende bestemmingsplannen. Over het algemeen is het noodzakelijk om medewerking te krijgen in de ontwikkeling van een nieuw initiatief, zowel vanuit de gemeente als ook van Waternet en Liander.

Voor de monitoring op duurzaamheid en innovatie richten de gemeente in samenwerking met de MRA, de sector en overig betrokken overheden en nutsbedrijven een structureel overleg in. Net als alle andere sectoren hebben partijen in de datacenter branche een belangrijke maatschappelijke opgave en opdracht om de juiste stappen te zetten op het gebied van duurzaamheid. In algemene zin is ons standpunt dat als we zien dat de sector hierin geen goede stappen zet dat we dit laten doorwerken in de beoordeling van de initiatieven in gebieden. In het structureel overleg met de sector werken we ook toe naar een set van indicatoren op het gebied van energieverbruik, waterverbruik en ontwikkeling van de sector om juist de voortgang op dit gebied te monitoren. Op dit gebied worden we ondersteund door afspraken die op Europees, provinciaal en regionaal worden gemaakt. Hierbij zijn de opgenomen eisen in het vestigingsbeleid, wat ons betreft, de ondergrens. Wanneer onvoldoende voortgang wordt geboekt, kan eventueel het vestigingsbeleid datacenters worden herijkt en aangescherpt. Daarin is de monitoring van belang.

7. Zijn er met de sector gesprekken geweest over maatregelen voor het reduceren van de elektriciteitsbehoefte van de huidige capaciteit? Zo ja, wat zijn de uitkomsten geweest van deze gesprekken?

Antwoord: Er worden momenteel gesprekken gevoerd met diverse partijen uit de sector over maatregelen ten aanzien van verduurzaming. Onderdeel van de gesprekken is ook de elektriciteitsbehoefte van de huidige capaciteit.

Voorts is eén van de uitkomsten van het traject rond het nieuwe vestigingsbeleid het oprichten van twee overlegtafels op MRA-niveau. De monitoringstafel richt zich samen met Liander, Waternet en de datacenterbranche tussentijds op de groei van datacenters, zodat er bij ongewenste ontwikkelingen tijdig kan worden bijgestuurd. Thema’s aan deze tafel zijn: groei/ontwikkeling(en) van en binnen de sector, het energievermogen en -gebruik en de ontwikkeling van de datacentercapaciteit in de regio, het watergebruik en de ontwikkeling van een nieuw hyperconnectiviteitscluster voor de ontwikkeling van datacenters in de regio.

Daarnaast is op dit moment samen met de datacenterbranche een duurzaamheidstafel opgezet, waarin het college inzet op het vergroten van de duurzaamheid van datacenters op het gebied van energiebesparing, watergebruik en restwarmte. De eerste bijeenkomst heeft op donderdag 24 juni 2021 plaatsgevonden. De volgende bijeenkomst is 23 september 2021. Onderwerpen op deze tafel zijn o.a.:

– kennisopbouw, monitoring en het creëren van bewustwording op het gebied van verduurzaming;

– stimuleren van brede toepassing van innovatieve (technische) oplossingen rondom energiebesparing, waterverbruik en restwarmte;

– restwarmte van datacenters (beter) benutten;

– relevante wet- en regelgeving ten aanzien van duurzaamheid inclusief lobbyagenda.

Verder neemt de gemeente Amsterdam deel aan het project LEAP: Lower Energy Acceleration Program. LEAP is gestart door de Amsterdam Economic Board en heeft als doel de transitie naar een duurzame digitale infrastructuur (waaronder datacenters) te versnellen middels een keten-brede coalitie van overheden, Omgevingsdienst NZKG, kennisinstellingen, marktpartijen waaronder datacenters, hard/softwareleveranciers en brancheorganisaties zoals NLdigital.

8. Bij antwoord 5 van de beantwoording van de schriftelijke vragen op 8 december 2020 (nr. 1606) wordt aangegeven: “De datacenterbranche is in overleg met Waternet naarstig op zoek naar mogelijkheden om de hoeveelheid drinkwater voor koeling te beperken” Kan het college meer vertellen over de uitkomsten van deze gesprekken en welke mogelijkheden er in de nabije toekomst toegepast kunnen worden?

Antwoord: Op dit moment nog niet. De hoofdlijn van het Vestigingsbeleid ten aanzien van water is het sterk verminderen van het watergebruik. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over het veel efficiënter inzetten van (drink)water in datacenters of gebruik maken van alternatieven. Waternet zal per aanvraag beoordelen of deze passend is binnen de gestelde eis. Indien men water voor koeling wil gebruiken is een positieve beoordeling randvoorwaardelijk voor vestiging of herontwikkeling van een datacenter. De voorwaarden van het watergebruik zijn uitgewerkt in het Vestigingsbeleid Datacenters.

Momenteel worden gesprekken gevoerd met twee bedrijven over beperking van het drinkwater gebruik. Hergebruik van restwarmte lijkt hier een goede en haalbare optie. Maar ook andere opties worden onderzocht. Omdat de ontwikkeling van deze datacenters onder de ‘lopende initiatieven’ valt is afgesproken dat de planvorming door kan gaan (zie ook het antwoord op vraag 1). Ondanks het feit dat de strenge voorwaarden van het vastgestelde vestigingsbeleid formeel niet van toepassing zijn op al lopende ontwikkelingen wordt het overleg met de datacenters in de geest van dat beleid gevoerd op vrijwillige basis.

Verdere gesprekken met de branche over het reduceren van watergebruik zullen net als over het beperken van het elektriciteitsgebruik gevoerd moeten worden aan de twee overlegtafels op MRA-niveau. Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vraag 7.


[1] De datacenter sector is relatief jong. Hierdoor is er nog geen diepgaand en longitudinaal onderzoek over de sector beschikbaar. Voorts is in de verschillende beschikbare databestanden geen aparte duiding van de sector. Dit bemoeilijkt de duiding van de cijfers beschikbaar op bijvoorbeeld CBS niveau aan de datacentersector.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake het verwijderen van een boom uit de Hoofdbomenstructuur van de Plantage Middenlaan voor een ruimere entree voor Artis

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake de ravage en kaalslag in de ARK-zone in het Diemerpark

Lees verder

    Word actief Doneer