Aanvullende schriftelijke vragen inzake bouwplannen voor de Van Eeghenstraat
Indiendatum: 28 sep. 2021
Er zijn bouwplannen in de Van Eeghenstraat waar nu 19e-eeuwse villa’s staan. Het college schrijft in reactie op vragen over de precieze bouwplannen [i] dat er nog geen besluit is genomen over de aanvraag, in afwachting van nog ontbrekende stukken. Zo missen nog gedetailleerde tekeningen van de daken. Wel is er een volledige sloopmelding gedaan, waarmee het de eigenaar vrij staat om te beginnen met slopen.
De fractie van de Partij voor de Dieren heeft begrepen dat verschillende delen van het dak door gierzwaluwen worden gebruikt als broedplek. Dit is ook eerder opgenomen in de gemeentelijke vogelkaarten. [ii] Deze nestplaatsen worden bij wet beschermd en daarom wil ondergetekende graag weten hoe hiermee wordt omgegaan en of de broedplekken worden behouden middels natuurinclusief renoveren.
Gezien het vorenstaande stelt het lid A.L. Bakker, namens de fractie van Partij voor de Dieren, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen op de schriftelijke vragen van Naoum Néhmé, Boomsma en N.T. Bakker van 8 september 2021 (nr. 285):
- 1. Hoe is er rondom de vergunningaanvraag en de sloopmelding op deze adressen getoetst of er nesten van beschermde gebouwbewonende soorten aanwezig zijn?
- Zijn de gemeentelijke vogelkaarten hierbij gebruikt? Zo nee: waarom niet?
- Indien van toepassing: wat waren de resultaten en kunnen deze meegestuurd worden?
- Indien er geen toetsing heeft plaatsgevonden: hoe beoordeelt het college dit en wat kan het college doen om de eigenaar alsnog onderzoek te laten uitvoeren?
- Indien er nesten van beschermde gebouwbewonende soorten aanwezig zijn: wordt hier in de renovatie rekening mee gehouden door de creatie van nieuwe nestgelegenheden? Zo nee: waarom niet, hoe beoordeelt het college dit en wat kan het college doen om het alsnog te stimuleren?
- Ziet het college op basis van deze casus verbeterpunten in het proces van vergunningaanvraag en -verlening en (sloop)meldingen ten aanzien van het behoud van nestgelegenheid van gebouwbewonende soorten? Zo ja: welke?
Indiener
A.L. Bakker
Indiendatum:
28 sep. 2021
Antwoorddatum: 9 nov. 2021
1. Hoe is er rondom de vergunningaanvraag en de sloopmelding op deze adressen getoetst of er nesten van beschermde gebouwbewonende soorten aanwezig zijn?
Vergunningaanvraag
Vanwege onvolledigheid van de stukken is de vergunningaanvraag voor nieuwbouw op deze adressen nog niet beoordeeld. Bij beoordeling zullen de ecologische aspecten worden getoetst op basis van de ingediende ecologische rapporten. De gemeente controleert daarbij alleen of de aanvraagstukken op het gebied van ecologie volledig zijn. De inhoudelijke toets vindt plaats door de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (OD-NHN).
Sloopmelding
De sloopmelding voor deze adressen is reeds ontvankelijk verklaard, omdat ecologie daarvoor geen toetsingsonderdeel is. De aanwezigheid van beschermde flora of fauna, in dit geval gierzwaluwnesten, is dan ook geen grond om de sloopmelding niet-ontvankelijk te verklaren.
Bevoegdheden m.b.t. Wet natuurbescherming
De gemeente Amsterdam is niet bevoegd om te handhaven bij een overtreding van de Wet natuurbescherming. De provincie Noord-Holland heeft de bevoegdheid voor soortenbescherming (hoofdstuk 3 uit de Wet natuurbescherming) gemandateerd aan de Omgevingsdienst NoordHolland Noord. Dat betekent dat de OD-NHN het bevoegd gezag is voor de bestuursrechtelijke handhaving en de Milieupolitie voor de strafrechtelijke handhaving van de Wet Natuurbescherming.
Toetsing door OD-NHN
De OD-NHN heeft op 4 oktober jl. na een handhavingsverzoek de reeds begonnen sloop stilgelegd. De OD stelde vast dat de initiatiefnemer geen ontheffing van de Wet natuurbescherming had, voor in ieder geval de aantasting van de aanwezige gierzwaluwbroedplaatsen. In 2020 is op basis van onderzoek volgens het Kennisdocument Gierzwaluw, namelijk één of enkele gierzwaluwnesten vastgesteld, het precieze aantal is onbekend omdat de gemeente dit onderzoek niet in bezit heeft. Het handhavingsverzoek betrof naast gierzwaluwen ook de mogelijke aanwezigheid van vleermuizen. In de week van 25 oktober is het pand door de OD gecontroleerd op sporen en mogelijke individuen van vleermuizen. Beide zijn niet aangetroffen. Echter, deze controle sluit de mogelijke aanwezigheid van vleermuisverblijven niet uit, omdat solitaire vleermuizen vrijwel geen sporen achterlaten en bovendien een deel van het pand al is gesloopt. De OD-NHN heeft op 4 november de sloop laten hervatten met o.a. de voorwaarde (middels een Last onder Dwangsom) dat er nieuwe verblijfplaatsen voor gierzwaluwen en vleermuizen worden gecreëerd in de nieuwbouw. Het college staat in nauw contact met de OD over deze casus en houdt de snel opvolgende ontwikkelingen goed bij.
2. Zijn de gemeentelijke vogelkaarten hierbij gebruikt? Zo nee: waarom niet?
Nee, de gemeentelijke vogelkaarten zijn bij de beoordeling van de sloopmelding niet gebruikt. Bij deze beoordeling vindt een volledigheids- en inhoudelijke toets plaats, op basis van de indieningsvereisten uit het Bouwbesluit. In de bijlage bij deze brief vindt u een ‘checklist sloopmelding’, waarin de vereisten staan opgenomen. Ecologie vormt daarbij geen toetsingsonderdeel. De gemeentelijke vogelkaarten zijn wel gebruikt bij de totstandkoming van het ecologisch rapport, dat een onderdeel vormt van de vergunningaanvraag voor de nieuwbouw; deze aanvraag is nog niet compleet en is daarom nog niet beoordeeld.
3. Indien van toepassing: wat waren de resultaten en kunnen deze meegestuurd worden?
De vergunningsaanvraag is nog niet beoordeeld, vanwege onvolledigheid van de stukken. Wanneer de beoordeling heeft plaatsgevonden, zullen wij u de resultaten van de beoordeling meesturen.
4. Indien er geen toetsing heeft plaatsgevonden: hoe beoordeelt het college dit en wat kan het college doen om de eigenaar alsnog onderzoek te laten uitvoeren?
De mogelijke aanwezigheid van beschermde gebouwbewonende soorten wordt getoetst aan de Wet Natuurbescherming. Deze Wet schrijft voor dat de beschermde soort en haar verblijf- en rustplaatsen niet opzettelijk verstoord, beschadigd of vernield mogen worden (artikel 3.5, lid 2 & 4). De Omgevingsdienst Noord-Holland-Noord is het bevoegd gezag voor wat betreft toetsing aan de Wet Natuurbescherming. De sloopwerkzaamheden aan het pand zijn momenteel stilgelegd door de Omgevingsdienst, omdat er nog geen ontheffing van de Wet natuurbescherming is afgegeven. Omdat het college geen bevoegdheden heeft met betrekking tot de Wet Natuurbescherming kan zij in deze geen onderzoek vereisen, dit heeft de Omgevingsdienst reeds gedaan.
5. Indien er nesten van beschermde gebouwbewonende soorten aanwezig zijn: wordt hier in de renovatie rekening mee gehouden door de creatie van nieuwe nestgelegenheden? Zo nee: waarom niet, hoe beoordeelt het college dit en wat kan het college doen het alsnog te stimuleren?
Volgens de huidige plannen worden er nieuwe nestgelegenheden gecreëerd in de nieuwbouw. De OD-NHN heeft op 4 november j.l. in een e-mail aan de initiatiefnemer laten weten dat de sloop mag worden hervat en dat zij zullen toezien op toepassing van nieuwe nestgelegenheden voor gierzwaluwen en vleermuizen middels een Last onder Dwangsom. Het college gaat het gesprek met de initiatiefnemer aan om meer natuurinclusieve maatregelen aan en bij het pand te stimuleren.
6. Ziet het college op basis van deze casus verbeterpunten in het proces van vergunningaanvraag en –verlening ten aanzien van nestgelegenheid van gebouwbewonende soorten? Zo ja: welke?
Ja, het college ziet de volgende verbeterpunten in het proces van sloopmeldingen:
· Het opnemen van een apart toetsingskader voor flora en fauna bij sloopmeldingen o.b.v. de gemeentelijke broedvogel- en vleermuiskaarten en eventueel advies van de stadsecoloog.
· Initiatiefnemers op de Wet Natuurbescherming wijzen wanneer zij een sloopmelding indienen, en eventueel verwijzen naar de Omgevingsdienst.
· Het publiek geregeld in nieuwsbrieven bewust maken van de beschermingsstatus van diverse gebouwbewonende soorten die in Amsterdam aanwezig zijn.
· De gemeentelijke faunakaarten breder uitdragen naar een breder publiek en deze kaarten up-to-date houden.
· De stadsecologen gaan presentaties geven bij de afdeling Vergunningen, Toezicht & Handhaving, de behandelaar van vergunningsaanvragen en sloopmeldingen, om de aandacht te vergroten voor beschermde soorten en hen te wijzen op de mogelijkheden de stadsecologen te raadplegen bij twijfel.
Onderzocht moet worden of de bovenstaande maatregelen budgetneutraal kunnen worden uitgevoerd binnen de bestaande systemen.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen inzake het snoeien van heggen en rekening houden met mogelijk broedende vogels.
Lees verderAanvullende schriftelijke vragen inzake de bescherming van gebouwbewonende diersoorten bij renovaties
Lees verder