Overlast door dieren


Dieren die in de stad verblijven kunnen als welkome gasten worden beschouwd, maar kunnen soms ook als overlast worden ervaren. Zogenaamde ‘schadelijke diersoorten’, zoals ganzen, vossen en muskusratten, worden intensief bestreden in ons land, vaak zonder enig ander resultaat dan de dood van talloze dieren. Zo worden ganzen op grote schaal vergast en sterven jaarlijks meer dan 300.000 muskusratten een gruwelijke dood in een klem of een verdrinkingsval. Nog nooit is enig effect op de veiligheid aangetoond. Evengoed worden er jaarlijks tientallen miljoenen uitgegeven aan zinloze en wrede bestrijding van in het wild levende dieren. Geld dat beter ingezet zou kunnen worden voor effectieve preventie.

De Partij voor de Dieren wil dat de intrinsieke waarde en bescherming van in het wild levende dieren het uitgangspunt wordt van beleid.

In plaats van het bestrijden van dieren die overlast zouden veroorzaken, kiest de Partij voor de Dieren voor preventief beleid. Veel dieren komen bijvoorbeeld af op voedsel; eten(sresten) in de openbare ruimte, thuis, eten dat per ongeluk op de grond is gevallen en eten dat opzettelijk voor dieren is gestrooid. Om een omgeving onaantrekkelijk te maken voor dieren die overlast bezorgen is het wegnemen van eten vaak de eerste stap. Ook kan een omgeving waarin dieren geen overlast kunnen veroorzaken juist aantrekkelijk worden gemaakt voor de beoogde diersoort.

In Amsterdam heeft de Partij voor de Dieren zich de afgelopen jaren ingespannen voor het onaantrekkelijk maken van de omgeving van Schiphol voor ganzen (de gemeente Amsterdam is aandeelhouder van Schiphol), het realiseren van een GGD-campagne 'Anders voeren' en het diervriendelijk aanpakken van overlast door mollen in het Amsterdamse bos.