Motie inzake normen laag­fre­quent geluid voor wind­tur­bines ter bescherming van gezondheid en leef­om­geving

De Raad,

Gehoord de discussie over het uiten van wensen en bedenkingen inzake het voorgenomen collegebesluit over het Programma Windenergie Amsterdam 2030 (PWA) en het PlanMER

Constaterende dat:
- De door de gemeente ingestelde expertgroep ‘Gezondheidseffecten windturbines’ advies heeft uitgebracht over de mogelijke gezondheidseffecten van windturbines en de wijze waarop deze effecten meegenomen kunnen worden in de afweging rond de plaatsing van windturbines;
- De expertgroep hierbij uitgebreid stil heeft gestaan bij de zorgen, wensen en behoeften vanuit de omgeving en klankbordgroepen;
- Nabij een windturbine het hoogfrequente deel (ca. 250-2500 Hz) voor het gehoor dominant is, maar op grotere afstand en als het een woning binnendringt verschuift dat naar lagere frequenties doordat onderweg de lage frequenties relatief minder gedempt worden. In een woning is daardoor geluid bij lagere frequenties van belang;
- De expertgroep daarom adviseert om laagfrequente geluiden zo veel mogelijk te beperken door een aparte norm voor laagfrequent geluid te hanteren, vergelijkbaar met die in Denemarken;

Overwegende dat:
- Gezondheid en leefbaarheid van inwoners prioriteit behoren te hebben bij de plaatsing van windturbines;
- Inwoners zorgen hebben over het laagfrequente geluid en deze zorgen aangepakt kunnen worden met een aparte norm.

Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
- In de besluitvorming over windturbines een apart norm te hanteren voor laagfrequent geluid, vergelijkbaar met die in Denemarken.

Indiener(s),
R.B. Havelaar
A.L. Bakker
E. Bobeldijk
W.T.M. van der Kamp