Amen­dement inzake huurders van ateliers in gemeen­telijk vastgoed

De Raad,

Gehoord de discussie over het nieuwe Atelier- en Broedplaatsenbeleid

Overwegende dat:
- De doorstroomregeling niet geldt voor kunstenaars die al vóór 2016 een atelier huren in gemeentelijk vastgoed
- Het college in 2016 hiertoe heeft besloten, omdat zij blij was dat de gemeentelijke gebouwen op deze manier behouden en gebruikt zouden worden
- in het nieuwe beleid is opgenomen dat ‘de overgangsregeling uit 2016 komt te vervallen waardoor huurders die tot nu toe daar gebruik van hebben gemaakt nog maximaal 10 jaar verlenging op hun lopende huurcontract krijgen, onder gelijkblijvende toetsingsvoorwaarden.’
- Met het nieuwe beleid de effecten van de doorstroomregeling in 2025 worden onderzocht, waaronder ook het percentage doorstroom binnen de individuele ateliers van gemeentelijk vastgoed
- Kunstenaars die onder deze groep vallen hebben aangeven groot belang te hechten aan het onder voorbehoud van het onderzoek en eventuele beleidswijzigingen die daarop volgen in stand houden van overgangsregeling

Besluit:
Het besluit als volgt aan te passen:
Gelezen hebbende het advies van de CAWA en inhoudelijke reactie op en verwerking van de adviezen, het Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid 2023-2026 vast te stellen, met dien verstande dat:
- De overgangsregeling uit 2016 voor kunstenaars in gemeentelijk vastgoed blijft bestaan tot aan
het onderzoek en eventuele heroverweging van het doorstroombeleid;
- Op blz. 26 de derde bullit van het atelier- en broedplaatsenbeleid wordt gewijzigd, waardoor
deze als volgt komt te luiden: ‘De overgangsregeling uit 2016 blijft bestaan in afwachting van het onderzoek naar doorstroom binnen de individuele ateliers van de gemeente Amsterdam. Als de uitkomsten van het onderzoek aanleiding geven om de overgangsregeling te laten vervallen dan geldt: huurders van de individuele ateliers van de gemeente Amsterdam die tot nu toe van de overgangsregeling gebruik hebben gemaakt, krijgen nog maximaal 10 jaar verlenging op hun lopende huurcontract, onder gelijkblijvende toetsingsvoorwaarden.’
- En deze wijziging dienovereenkomstig in de rest van het beleidsplan door te voeren.

Indieners,
K.S.N. van der Veen
J.A. Veldhuyzen
B.M.H. Minderhoud
E. Bobeldijk
I. Garmy
C.K.E. Kabamba
M.J. Emmerik
S.Y. Khan