Schrif­te­lijke vragen over tekort aan dieren­opvang in Amsterdam


Indiendatum: mei 2011

Nr. 133
Schriftelijke vragen van het raadslid de heer Van Lammeren (PvdD) inzake tekort aan dierenopvang in Amsterdam

Amsterdam, 30 mei 2011

Aan het college van burgemeester en wethouders

Naar aanleiding van de tekorten op het gebied opvang van knaagdieren, konijnen en reptielen
heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. In het artikel van De Telegraaf van 18 mei 2011 stond dat het tekort aan opvang van reptielen zal worden opgevangen door de Dierenambulance. De Dierenambulance vangt niet de reptielen op, maar brengt ze buiten de stadsgrenzen naar een opvang in Haarlem en een dependance in Halfweg. Volgens het opgestelde contract met de Dierenambulance behoort de Dierenambulance alleen dieren binnen Amsterdam te vervoeren aan door de gemeente Amsterdam gesubsidieerde dierenopvang. Wat behoort de Dierenambulance te doen met reptielen, volgens de wethouder Dierenwelzijn, nu er geen reptielenopvang meer in Amsterdam bestaat?

2. In de subsidieverordening wordt niets geschreven over kwaliteitseisen van een opvang. Met uitzondering van het honden- en kattenbesluit zijn er geen regels voor de opvang van andere dieren. Waarom richt de subsidieverordening van Amsterdam zich alleen op de kwantiteit en niet op de kwaliteit van de opvang?

3. De Dierenambulance vangt nu konijnen op vanwege het dringende tekort aan opvang. Andere opvangen kunnen subsidie krijgen voor het opvangen van konijnen. De Dierenambulance heeft tot nu toe nog geen vergoeding ontvangen voor de opvang van konijnen. Wat is de wethouder voornemens te doen om de Dierenambulance alsnog een vergoeding te laten ontvangen?

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: mei 2011
Antwoorddatum: 31 mei 2011

Naar aanleiding van de tekorten op het gebied opvang van knaagdieren, konijnen enreptielen heeft vragensteller op 30 mei 2011, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad vanAmsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht:

1. In het artikel van De Telegraaf van 18 mei 2011 stond dat het tekort aan opvang van reptielen zal worden opgevangen door de Dierenambulance.
De Dierenambulance vangt niet de reptielen op, maar brengt ze buiten destadsgrenzen naar een opvang in Haarlem en een dependance in Halfweg.
Volgens het opgestelde contract met de Dierenambulance behoort deDierenambulance alleen dieren binnen Amsterdam te vervoeren aan door
de gemeente Amsterdam gesubsidieerde dierenopvang. Wat behoort deDierenambulance te doen met reptielen, volgens de wethouder Dierenwelzijn, nu er geen reptielenopvang meer in Amsterdam bestaat?

Antwoord: Aan de toekenning van de subsidie aan de Dierenambulance is in 2011 als voorwaarde gesteld dat de vanuit Amsterdam aangebrachte zwerfdieren en vrijlevende dieren, voor zover deze door de Dierenambulance naar een opvang worden vervoerd, deze dieren naar een daartoe door de gemeente Amsterdamgesubsidieerde opvang worden gebracht, tenzij deze opvang aangeeft dat de opvangcapaciteit op dat moment ontoereikend is. De achtergrond waaromdeze voorwaarde voor 2011 werd gesteld is dat de Dierenambulance vorig jaar weigerde om egels naar de daarvoor door de gemeente gesubsidieerde Stichting De Toevlucht te brengen. Stichting De Imperator heeft mede naar aanleiding van een bij de begroting aangenomen motie van de Partij voor de Dieren voor2011 een waarderingssubsidie gekregen van € 5.000 voor het opvangen van reptielen en amfibieën. Maar na het overlijden van de voorzitter vangt de stichtinggeen reptielen en amfibieën meer op. De opvang van reptielen is geen wettelijke taak. Voor zover de Dierenambulance reptielen vervoert kan ze deze elders onderbrengen.

2. In de subsidieverordening wordt niets geschreven over kwaliteitseisen van een opvang. Met uitzondering van het honden- en kattenbesluit zijn er geen regels voor de opvang van andere dieren. Waarom richt de subsidieverordening vanAmsterdam zich alleen op de kwantiteit en niet op de kwaliteit van de opvang?

Antwoord:De Bijzondere Subsidieverordening Dierenwelzijn is opgesteld om voor de periode 2008 t/m 2012 een raamwerk te hebben voor het beoordelen van subsidieaanvragen en het toekennen en afwikkelen van subsidies. In het kader van een evaluatie van de subsidieverordening zien wij met belangstelling uwsuggesties voor verbetering tegemoet.

3. De Dierenambulance vangt nu konijnen op vanwege het dringende tekort aanopvang. Andere opvangen kunnen subsidie krijgen voor het opvangen van konijnen. De Dierenambulance heeft tot nu toe nog geen vergoeding ontvangenvoor de opvang van konijnen. Wat is de wethouder voornemens te doen om de Dierenambulance alsnog een vergoeding te laten ontvangen?

Antwoord:De Dierenambulance heeft voor 2011 van de gemeente een subsidie gekregen van € 447.650 voor het in ontvangst nemen van destructiemateriaal en voor deuitvoering van hulp aan zwerfdieren en vrij levende dieren. Voor de opvang van
konijnen wordt door de gemeente subsidie gegeven aan Dieren onder Dak enaan de Stichting Paardenopvang Osdorp. Om in 2011 extra opvangmogelijkheden voor konijnen te kunnen bieden heeft de wethouder dierenwelzijn nu ook een subsidie gegeven aan Rabbit Hutch in Mijdrecht.