Schrif­te­lijke vragen inzake plannen voor een water­terras in het Beatrixpark


Indiendatum: 12 okt. 2020

Er ligt het voornemen om een waterterras aan te leggen bij een horecaonderneming in de grote kom van de Boerenwetering achter de RAI. Dit voornemen, waarvoor inmiddels een aanvraag voor een vergunning is ingediend, heeft veel losgemaakt bij omwonenden en liefhebbers van het Beatrixpark.[1] Vanwege de overlast aan de randen van het park is bij het evenementenbeleid het Beatrixpark minimaal belast. Het Beatrixpark wordt geroemd als oase van rust tussen drukte van o.a. de RAI, de Zuidas, en binnenkort de verbreding van de A10.

Sinds corona is er een herwaardering van groen en rust in de samenleving gekomen. Zeker in Amsterdam moeten we zuinig zijn met de schaarse groene openbare ruimtes die er zijn. Het waterterras op de geplande locatie is volgens de Vereniging Vrienden van het Beatrixpark, de Stichting Overleg Rai-buurten (SToR), de Vereniging Irenebuurt Amsterdam (VIA) en andere omwonenden strijdig met het vigerende Bestemmingsplan en de planologische uitgangspunten in het ontwerpplan. Daarnaast geven zij aan dat het zal zorgen voor meer verkeersbewegingen en geluidsoverlast voor mens en dier. De fractie van de Partij voor de Dieren wil meer te weten komen over de procedure, stand van zaken en gevolgen van dit waterterras bij het park.

Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

1. Kan het college aangeven wie het bevoegd gezag is en hoe de procedure eruit ziet indien de aanvraag voor de ontwikkeling van het waterterras wel/niet in het vigerende bestemmingsplan RAI 2014-2024 past? Graag een uitgebreide toelichting.

2. Heeft de horecagelegenheid een tijdelijke of permanente status, en zal dit ook gelden voor het houten waterterras? Zo nee, hoe zit het dan?

3. Het waterterras zal mogelijk leiden tot meer verkeersbewegingen van boten en (bevoorradings)verkeer.

a. Welke gevolgen verwacht het college voor de drukte en overlast bij omwonenden?
b. Met het oog op de bouw en de te verwachte toenemende drukte (op het water): welke gevolgen verwacht het college dat de realisatie van een waterterras zal hebben voor de flora en fauna in de omgeving?

4. Op welke wijze zijn omwonenden meegenomen bij de aanvraag voor het waterterras? Zal participatie vanuit de buurt de komende tijd nog mogelijk zijn, zo ja op welke wijze?


[1] https://bewonersplatformzuidas...

Indiendatum: 12 okt. 2020
Antwoorddatum: 12 nov. 2020

1. Kan het college aangeven wie het bevoegd gezag is en hoe de procedure eruit ziet indien de aanvraag voor de ontwikkeling van het waterterras wel/niet in het vigerende bestemmingsplan RAI 2014-2024 past? Graag een uitgebreide toelichting.
Antwoord: Een waterterras was ten tijde van vaststelling nog niet opgenomen in het bestemmingsplan RAI. Dit had te maken met het feit dat nog onvoldoende
concreet was welke vorm het waterterras zou moeten krijgen en nader onderzoeknaar de inpasbaarheid op dat moment nog niet was afgerond. Besloten is daarom destijds het waterterras nog niet te bestemmen. Strand Zuid heeft ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling op 4 maart 2019 een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de activiteiten afwijken van het bestemmingsplan en bouwen in afwijking van het bestemmingsplan. Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het college van burgemeester en wethouders het bevoegde gezag om omgevingsvergunningen te verlenen. Ook als het gaat om afwijkingen van het bestemmingsplan. In sommige gevallen moet wel eerst een verklaring van geen bedenkingen door uw gemeenteraad worden afgegeven. Bij raadsbesluit van 8 september 2010 (Gemeenteblad, afd. 1, nummer 353) heeft uw gemeenteraad een groot aantal categorieën van gevallen aangewezen waarin geen verklaring van bedenkingen is vereist. De aanvraag van Strand Zuid past binnen deze categorieën. Het college van burgemeester en wethouders kan dan ook op de aanvraag beslissen. Omdat Strand Zuid onderdeel is van het Grootstedelijk Gebied Zuidas is de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied bevoegd om namens het college van burgemeester en wethouders op deze aanvraag om omgevingsvergunning te besluiten. De voorgenomen ontwikkeling past, zoals gezegd, niet in het vigerende bestemmingsplan. Voor een concreet project kan met een omgevingsvergunning van het bestemmingsplan worden afgeweken. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bepaalt de procedure die gevolgd moet worden. In dat geval schrijft de wet voor dat de uitgebreide voorbereidingsprocedure moet worden gevolgd. Dat wil zeggen dat een ontwerpbesluit ter inzage wordt gelegd en dat een ieder daarmee de mogelijkheid krijgt om een zienswijze in te dienen. Eventuele zienswijzen worden betrokken bij het definitieve besluit op de aanvraag. En ook dat besluit wordt gepubliceerd. Vervolgens staat achtereenvolgens voor belanghebbenden beroep en hoger beroep open. Het ontwerpbesluit heeft van 11 april 2020 tot 23 mei 2020 ter inzage gelegen. Op het ontwerpbesluit zijn veertien zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen worden betrokken bij de besluitvorming waarna door de OD definitief op de aanvraag zal worden besloten (naar verwachting medio november).

2. Heeft de horecagelegenheid een tijdelijke of permanente status, en zal dit ook gelden voor het houten waterterras? Zo nee, hoe zit het dan?
Antwoord: Strand Zuid is al vele jaren een horecalocatie aan de havenkom RAI van de Boerenwetering. Strand Zuid is met de vaststelling van het bestemmingsplan Amsterdam RAI in 2014 door de gemeenteraad opgenomen als permanente horecafunctie met terras. Strand Zuid is gelegen op grond die in erfpacht is uitgegeven aan de RAI en wordt verhuurd aan Strand Zuid. De omgevingsvergunning ten behoeve van het waterterras is tevens voor onbepaalde tijd. De RAI heeft wel aangegeven dat het voornemen bestaat om op termijn een andere invulling aan de locatie te willen geven. Dit verklaart waarom Strand Zuid als “tijdelijk” wordt aangemerkt; het gaat dan echter niet om tijdelijkheid in planologisch-juridische zin. Met de rechtspersonen van Strand Zuid zal een huurovereenkomst worden gesloten voor, kort gezegd, het waterterras met een looptijd van 5 jaar (met aansluitend verlenging van 5 jaar en vervolgens aansluitende verlenging van telkens één jaar).

3. Het waterterras zal mogelijk leiden tot meer verkeersbewegingen van boten en (bevoorradings)verkeer.

a. Welke gevolgen verwacht het college voor de drukte en overlast bij omwonenden?
b. Met het oog op de bouw en de te verwachte toenemende drukte (op het water): welke gevolgen verwacht het college dat de realisatie van een waterterras zal hebben voor de flora en fauna in de omgeving?
Antwoord: In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning heeft uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening onder meer (door directie R&D en de OD) een beoordeling plaatsgevonden van de effecten van de bouw en het gebruik van het waterterras op (beschermde) dier- en plantensoorten en op de drukte in de omgeving. Hieruit is naar voren gekomen dat geen negatieve effecten te verwachten zijn. De horeca wordt via het RAI terrein bevoorraad. In de omgevingsvergunning zal verder worden bepaald dat het niet is toegestaan het waterterras als op- en afstapplaats te gebruiken om te voorkomen dat vaartuigen hier gaan aanmeren.

4. Op welke wijze zijn omwonenden meegenomen bij de aanvraag voor het waterterras? Zal participatie vanuit de buurt de komende tijd nog mogelijk zijn, zo ja op welke wijze?
Antwoord: In 2017 is een eerste aanvraag ingediend voor drie waterterrassen. Na participatie met belanghebbenden is de uitvoering teruggebracht tot de huidige vorm: één waterterras van 176 m2 dat met een steiger wordt verbonden met de oever. Omdat voor de aanvraag omgevingsvergunning de uitgebreide voorbereidingsprocedure uit de Wabo wordt gevolgd, is een ieder in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen over de ontwerpvergunning die ter inzage is gelegd. Van die mogelijkheid hebben diverse omwonenden en belangenorganisaties gebruik gemaakt. De zienswijzen worden betrokken bij de besluitvorming, waarna definitief op de aanvraag kan worden besloten. Participatie is in deze fase van de besluitvorming niet meer aan de orde.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake het verbeteren van de ventilatie in scholen

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake het faciliteren van de groei van datacenters in Amsterdam en omgeving

Lees verder

    Word actief Doneer